Laatste
industrialisatie-
Industrialisatie - nota
Investeringen met
100 pet omhoog
Minister ziet
knelpunten
nhalon— wassen in DRIETEX
9
prSEESEEI
Werknemersaandeel van
ingehouden winst is niet
te verwezenlijken
„VERZEKERAAR WORDT
TERUGGEDRONGEN"
met
een
o
reis7
i
Suprima!
J*+
Jongensmarkt
Regionaal indur
strialisatiebeleid
moet doorgaan
Onbestuurde auto
rijdt vrouw dood
kreuken
gecontroleerd
36 brancards voor
vakantiepatiënten
ft
Bezwaren tegen
individuele
tariefbeloning
Voorzitter Unie Schadeverzekeraars
klaagt over wetsvoorstellen
H?heV0*"«
Geen projekten aan
diep vaarwater
aangenaam
ventilerend
gewassen
vlug droog
Zonnebloem-actie
Record-aantal nieuwe
leden in N.-Brabant
s
Voorzitter A.W.V.:
Streefdatum over
dracht Elten en
Tudderen 1 augustus
In Duitsland
Helikopter stort bij
plaatsen van kruis
op kerktoren neer
SU PRIMAL
DINSDAG 28 MEI 1963
PAGINA 5
elke woensdag
Wst1Sn°ftaet+uitzicht °P de toe"
Waars' aan de uiteindelijke
Knelpunten
Bouwcapaciteit
Zie Hef Enkalon wasvoorschrift
fit
li
Keperflanel in frisse
kleuren, prima wasbaar
zitten heerlijk ruim.
tegen reisziekte
tijdig ingenomen,
reisziekte voorkómen.
f 0" het 00
"aSv*rschl
'Wo"it duist
Ef**ALAu
De achtste industrialisatienota
is tevens de laatste in de rij
welke in 1948 door prof. Van
jen Brink geopend werd. Minister
~e Pous is van mening, dat de vrees
oor een structureel werknemers
werschot en voor een permanent
ekort op de betalingsbalans fac-
s?rf," d*e destijds tot periodieke taak-
tellingen voor de industrialisatie-
Politiek noodzaakten nu niet meer
aanwezig zijn. De industrialisatie
die
niet langer een zaak te zijn
ta
aan de hand van periodieke no-
s expliciet uit het economisch be-
®'.d naar voren wordt gehaald. Als
dit beleid afstemmen op het na
geven van een bepaalde groei,
*^lgt de industrialisatiepolitiek van
zelf de aandacht die zij nodig heeft.
®ze ontwikkeling mag men wel zien
als
her-
een bekroning van ons na-oorlogs
stel.
De grote lijnen in de ontwikkeling
an de jongste industrialisatieperio-
ae zijn vooral de sterke ontwikkeling
an de dienstenverlenende sector en
Jp- toenemen van arbeidbesparen-
diepte-investeringen in de indus-
,uele sector. De beide verschijnselen
aatigen sterk met elkaar samen en
p doen zich in alle geïndustriali
seerde en welvarende landen voor.
pge lonen, meer vrije tijd en de lust
51 de mogelijkheden deze beide ver
dorvenheden op recreatieve of an-
prszins aangename wijze te beste-
2en. stimuleren de dienstenverlenen
de sectoren en verplichten ander-
pds de industriële bedrijven, die
Qaartoe technisch en economisch in
*taat zijn, tot arbeidbesparende
kathoden over te gaan. Dat is uiter-
aard een ontwikkeling die in hoofd
tak gunstig beoordeeld moet wor
den, al mag niet vergeten worden,
?at zij ons in geval van een conjunc-
pUromslag kwetsbaarder maakt op
pt punt van de werkgelegenheids-
Politiek. Men mag echter hopen, dat
de
moderne methoden van conjunc-
j "vucilic jntim/ui-ll V mi w»iv-
tuurbeleid ons voor onaangename
Verrassingen sparen.
Intussen heeft deze gunstige ont
wikkeling haar schaduwkanten voor
oe bedrijfstakken die zich voor ar-
pidbesparende investeringen min
der goed lenen. Zo is het duidelijk
P en het verschijnsel demonstreert
zich reeds volop dat de bouwnij-
prheid relatief steeds meer in capa-
cdeit te kort gaat schieten. Dat is
haar schuld. Het is een econo
misch gegeven. Maar het is duide-
'Ik, en de minister onderkent het
d°k zeer goed, dat de bouwsector
06 bottle-neck voor de economische
Broei gaat worden en misschien al
's, als men ziet tot welk een opstop
ping van aanvragen het goedkeu-
ttngsbeleid van de minister van
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid
Wft geleid. Hoe moet deze kwestie
korden opgelost? Dat is een kern-
Vraag, waarop in de industrialisatie-
dota geen ander antwoord wordt ge
seven dan dat een interdepartemen
tale commissie bezig is met de be
studering van een globale meerja
renplanning in de bouwsector. Wel
licht is dit vraagstuk te laat onder
kend. De bouwnijverheid heeft reeds
tang op de noodzaak van een meer
jarenplanning gewezen. Maar nu
men eenmaal voor dit gat gevangen
zal men met een planning, die
{ket tevens tot een vergroting van de
«ouwcapacitéit leidt, niet veel op
schieten. Duidelijk is nu in ieder ge-
ak dat het bouwbeleid steeds meer
ptgroeit tot een zaak die beter in
?et algemeen economisch beleid ge-
mtegreerd moet worden dan tot nu
p® op het departement van Volks-
miisvesting en Bouwnijverheid het
|eval is geweest. De benoeming van
p interdepartementale commissie
ï°u een eerste stap tot meer-ingrij-
P®bde wijzigingen op dit punt kunnen
ri e beschouwingen die minister
De Pous over de economische
n groei ten beste geeft, zijn zeer
anstructief en politiek gezien veel
riUeler dan uiteraard in de nota tot
öilmg kan komen. Het is duidelijk,
kat de doelstelling van het industria-
pmtiebeleid, ook als men het als
w°ei-beleid betitelt, precies als
vjAger een verhoging van de mate-
öi®le welvaart is. De verdeling van
do Vvelvaart kan echter niet los wor-
Vp?. gezien van het effect dat deze
Zelf ling op de groei-mogelijkheden
re .teweeg brengt. De nota zegt zelf
d6 s> dat men een begrenzing van
WaAroei zal moeten aanvaarden,
Veri eer men wil toegeven aan het
Ver£ngen naar meer vriie tijd of het
onh?,-,oten van de hulp aan onder-
W kelde gebieden. Zo zijn er vele
ïrien °mentoel zeer actuele proble-
van Van welvaartsverdeling, welke
lijke gr°te invloed zijn op de uiteinde-
men IT0®! van het nationale inko-
®0ciaV bekend is, koesteren de
de n, uï?n over de vergroting van
kwalit- ke uitgaven ideeën die de
Verhel van het bestaan moeten
op A en, doch waarvan de invloed
sche kwaliteit van onze economi-
°orde^p°ei door velen negatief be-
®nder wordt. En hoever, om een
Wij voorbeeld te noemen, kunnen
verypt biat een stelsel van sociale
ajgernlermgen> dat wil putten uit
mee middelen, wanneer daar-
dat üscaal klimaat ontstaat
ken tm°edigend zou kunnen wer-
van j°P de investeringsbereidheid
ander6 industrie? Deze en zo veel
in n»0», randende kwesties vragen
beanriAaajte toekomst een concrete
mag^PT^ng'. Uiteraard kan en
Prohio^il^f Zlch met te diep in de
H™fk begeven. Maar bij de
deze uL van het stuk springen
heden gen als evenveel onzeker-
Vonrai naar voren en zij verhullen
af T^f van, de nota overigens niets
bten "5fen el- Zolang de proble-
dpn f maar niet verdoezeld wor-
X>j. de^e n°ta een bruikbaar
mtgangspunt voor een discussie over
o6 m0ellljke keuzeproblemen waar-
tp u W1i ons' groei®nd en welvarend,
e beraden hebben.
Ifjf£5 - 0RN28 mei Op 39-jarige
CprïLaJs dlt weekeinde hier plotseling
if»» ir" Dox, hoofd van de
UbI', ,en waterbouwkundige hoofdafde-
"ng van deze gemeente.
(Vervolg van pagina 1)
De achtste industrialisatienota is een
lijvig stuk werk, waarin met voldoe
ning wordt vastgesteld, dat de indus
triële expansie, die in de eerdere pe
rioden kon worden geconstateerd, ook
in het tijdvak 1957-1962 is doorgezet.
De taakstelling voor de investeringen
(elf miljard) werd met 1,7 miljard
overschreden. Bij de financiering heb
ben zich geen ernstige moeilijkheden
voorgedaan, o.a. doordat de voortdu
rende aankoop van Nederlandse aan
delen door buitenlandse beleggers via
herbeleggingsvraag tot een verruimd
aanbod van risicodragende middelen
hebben geleld. De metaalnijverheid en
de chemische industrie liepen in de
expansie voorop. De industriële werk
gelegenheid in tevoren weir.ig geïndus
trialiseerde gebieden, is goed vooruit
gegaan. Het exportpakket is verbe
terd, o.a. door een verschuiving van
de voedingsmiddelenindustrie naar de
metaalindustrie.
Voor de periode tot 1970 verwacht
het Centraal Plan Bureau: een verde
re vermindering van de arbeidsduur
met vier procent (effect op de pro-
duktie: 3 pet) een vertraging van het
stijgingstempo van de buitenlandse
vraag, zonder dat dit een knelpunt
voor onze industriële ontwikkeling be
hoeft te gaan vormen. Een stijging
van het bruto nationaal produkt met
vier procent per jaar, een stijging van
de investeringen met honderd procent
en een snellere toeneming van de par
ticuliere consumptie, dan in het verle
den kon worden gerealiseerd.
Voor de verdere stijging van de in
vesteringen ziet minister De Pous
twee (mogelijke) knelpunten: De
omvang van de besparingen en de
spanning op de bouwmarkt. De be
sparingen zullen op hetzelfde niveau
moeten blijven. De overheidsbespa-
ringen blijven van grote betekenis.
Het handhaven van de particuliere
besparingen stelt volgens de minis
ter zekere eisen aan de inkomens
verdeling. De vergroting van het
werknemersaandeel in het N.I. is
weliswaar uit sociaal oogpunt toe te
juichen, maar er zijn op economi
sche gronden grenzen aan gesteld
(zo schrijft drs. De Pous) voor zo
ver het gaat om directe loonsverho
gingen, die gemakkelijk in de con
sumptie terecht kunnen komen. Aan
maatregelen, die de werknemers be
trekken bij de investeringen en de
bedrijfsresultaten zou in de toekomst
verdere uitbreiding kunnen worden
gegeven.
De ondernemingen moeten de inge
houden winst niet te gemakkelijk be
schouwen als „kosteloze fondsen" ten
bate van min of meer „traditionele"
interne financiering maar moeten zich
ook afvragen of niet bij een andere
aanwending een hoger rendement kan
worden verkregen. Drs. De Pous
meent, dat de voorgestelde nieuwe re
geling voor belastingheffing op uitge
teerde, resp. ingehouden winsten
eveneens een gunstige invloed kan
hebben op de doorstroming van finan
cieringsmiddelen naar de kapitaal
markt.
Voor de financiering van nieuwe in
vesteringen moet bovendien een kli
maat worden geschapen, dat de onder
nemer prikkelt tot uitbreiding van de
produktiecapaciteit. Grote waarde hecht
de minister in dit verband aan vol
doende complementaire overheids-
(Van onze soc. econ. redactie)
DEN HAAG, 25 mei Hoewei bij hef
verschijnen van de achtste industriali
satienota (kort voor de verkiezingen
by de Kamer ingediend, maar pas nu
gepubliceerd) niet alleen een „in
dustrialisatieperiode" maar ook een
parlementaire periode is afgesloten,
moet volgens minister De Pous worden,
vermeden dat in het reg. industrialisatie-
bereid een breuk komt. Een storing in
de continuïteit kan volgens de minister
ernstige gevolgen hebben. Daarom
heeft het kabinet-De Quay gemeend
voor 1964 vyftien miljoen gulden op
de ontwerp-begroting van Economische
Zaken te moeten uittrekken voor af
ronding en aanvulling van het lopende
130 miljoen-structuurprogramma.
Aan de provinciale besturen is bo
vendien verzocht een overzicht samen
te stellen van provinciale en gemeen
telijke infra-structuurwerken (o.a. weg
en waterverbindingen), die de in
dustrialisatie in hun gebied zouden kun
nen bevorderen i.v.m. de eventuele
noodzaak voor een verdere aanvulling
van het lopende speciale rjjkswater-
staatprogramma ten behoeve van de
probleemgebieden. Voor de sociale en
maatschappelijke voorzieningen zal
voor 1964 en 1965 jaarlijks vijf miljoen
ter beschikking worden gesteld.
Minister De Pous sluit niet uit, dat
in de toekomst wel een wijziging van
de in het regionaal beleid gehanteer
de middelen aan de zich wijzigende
omstandigheden gewenst zou kunnen
zijn. Hij denkt daarbij aan de moge
lijkheid van een meer flexibel, een
meer slagvaardig beleid, dat de
reeds geconstateerde ontwikke
lingslijn doortrekt: van een beleid
ter bestrijding van structurele werk
loosheid in een aantal gebieden tot
een politiek, die zich vooral een
spreiding van industriële werkgele
genheid en welvaart over het gehele
land ten doel stelt.
Naar het oordeel van de minister is
er thans niet direct aanleiding om
nieuwe plannen voor verruiming van
de vestigingsmogelijkheden voor in
dustrie aan diep vaarwater (buiten het
westen van het land) aan te pakken.
In ontwikkeling zijn reeds het haven
en industriegebied Delfzijl, de Sloeha-
vens en de verbetering van de vesti
gingsmogelijkheden langs het kanaal
van Gent naar Temeuzen. Deze werken
vragen hoge investeringen en het is dan
ook volgens de minister noodzakelijk,
dat eerst deze nieuwe industriehaven
gebieden tot verdere ontwikkeling wor
den gebracht, voordat beslissingen
over andere projecten worden geno
men.
investeringen en een gunstig fiscaal
klimaat. Voor dit laatste is de inves
teringsaftrek van grote betekenis ter
wijl ook de komende verlaging van de
vennootschapsbelasting met twee pun
ten een gunstig effect kan hebben.
Over de bouwmarkt wordt in de no
ta gezegd, dat „de bouwcapaciteit,
aangewend voor de industriële sector,
in toenemende mate tekort schiet om
in de groeiende behoefte aan industri
ële bouw te voorzien". Het hoge aan-
vragenniveau is niet alleen een con
juncturele kwestie. Modernisering, me
chanisatie en automatisering van pro-
duktieprocessen is namelijk in het al
gemeen slecS'.ts mogelijk in bestaande
fabrieksruimten.
De wachttijden, opgelopen tot twee,
drie jaren, vormen een ernstige han
dicap bij nieuwe investeringsplan
nen. De' ontwikkeling op de bouw
markt zal voor onze industriële ex
pansie op de langere termijn ern
stige repercussies hebben, aldus drs.
De Pous. Er is alle reden voor een
meer systematisch onderzoek en voor
langere termijn onderzoeken van de
mogelijkheden op de bouwmarkt en de
te stellen prioriteiten. Een interdepar
tementale werkgroep heeft reeds op
dracht gekregen om na te gaan ir
hoeverre een globale meer-jaren-
planning in de bouwsector positieve
resultaten kan opleveren.
De industriële sector als geheel zal
zodanige ruimte moeten worden gege
ven, dat de expansie in beginsel niet
door de bouwmarkt wordt belemmerd.
De bewindsman acht het niet uitgeslo
ten, dat die ruimte, althans voor een
deel, gevonden kan worden in de ca
paciteit, die thans door de „diensten
sector" in beslag wordt genomen: de
vrije beroepen, waaronder adviesbu-
reau's, de horecabedrijven, de persoon
lijke diensten en de vermakelijkheids
instellingen, hebben' juist in de afgelo
pen periode een grote en onverwachte
expansie doorgemaakt.
De thans ingediende achtste industri
alisatienota zal waarschijnlijk de laat
ste van de serie zijn. De opzet van de
nota's, planning en taakstelling voor
het beleid, speciaal gericht op de be
vordering van de industrialisatie, heeft
in het verleden aan de verwachtingen
voldaan. In de periode, die voor ons
ligt, dient het beleid niet zozeer te
zijn gericht op de industrialisatie-pro
blematiek in engere zin maar op hand
having en stimulering van de econo
mische groei.
In zijn slotbeschouwing schrijft mi
nister De Pous: „Zolang de rege
ring erin slaagt o.a. door het ioon-
en prijsbeleid, het conjunctuurbeleid
en het begrotingsbeleid de conjunc
turele omstandigheden in de hand te
houden, d.w.z. situaties van over- en
onderbesteding te voorkomen en de
economische groei te stimuleren,
mag worden aangenomen dat de in
dustriële ontwikkeling voldoende zal
zijn voor een hoog niveau van werk-
felegenheid". Nu de nadruk bij het
eleid meer op het handhaven van
een bevredigende economische groei
in het algemeen is komen te liggen,
heeft het naar zijn mening minder
zin speciaal voor de industrie iede
re vijf jaar een omlijnde taakstel
ling in de vorm van nieuwe indus
trialisatieschema's, vast te stellen.
Dit betekent echter niet, aldus de
bewindsman, dat onze industrialisatie
in de toekomst „vanzelf" zal gaan en
dat een specifiek beleid van minder
betekenis zou worden. De industriële
expansie is nu eenmaal de stuwende
kracht voor de economische groei. Er
ligt nog een omvangrijke en veelzij
dige taak. Het zal van de gezamen
lijke krachtsinspanning van overheid
en bedrijfsleven afhangen in hoeverre
het doel, vergroting van de nationale
welvaart door versterking van de con
currentiekracht van onze industrie,
kan worden bereikt.
SOHN-OP-GEUL, 28 mei Dp weg
van de kerk naar huis is de 73-jarige
mevrouw Boon gistermorgen aangere
den door een onbestuurde P.T.T.-auto
en op slag gedood. Het slachtoffer was
gehuwd en moeder van zes kinderen.
De auto stond met draaiende motor
stil voor het plaatselijke postkantoor.
De 35-jarige chauffeur, afkomstig uit
Valkenburg, had zich even verwijderd
om een op het kantoor achtergelaten
sleutelbos op te halen. De auto is toen
van de handrem afgeschoten en ont
wikkelde meteen enige snelheid, daar
de straat ter plaatse een geringe hel
ling vertoont. Daarop reed de auto de
niets vermoedende vrouw aan. Na de
aanrijding schoot de auto van de weg
berm af en kwam in een weiland te
recht.
Advertentie
(Van onze correspondent)
DEN BOSCH, 27 mei. De actie
„Weinig kan al zoveel zijn", die door
De Zonnebloem is ondernomen om aan
chronische bedlegerige zieken vakantie
te bezorgen, heeft 30.927 nieuwe leden
opgeleverd en voor deze actie 36 bran
cards. Dit bleek op de feesteiyke slui
tingsavond van de actie, die zondagavond
in de Kleine Zaal van de Casino-schouw
burg alhier is gehouden,
De avond werd onder meer bijge
woond door de voorzitter van de K.V.P.-
Kamerfractie dr. W. de Kort en door de
burgemeeser van Den Bosch, mr. R.
Lambooy als voorzitter van De Zonne
bloem.
Er zijn al tien instituten voor opname
van de vakantiepatiënten beschikbaar.
Verpleegsters en brancardiers melden
zich bij tientallen. Per groep van vieren
twintig zieken is een bedrag van 35.000
gulden nodig.
Door telefoongesprekken met de ver
schillende districten en ook door ver
rassende boodschappen van in de zaal
aanwezige personen kwamen de bran
cards en de ledenaanwinsten binnen.
Noord-Brabant boekte het record van
7025 nieuwe leden.
(Advertentie)
B
iih
8t
Speciaal verlaagde
J.M. prijs
leeftijd 4 jaar
met kleine stijging per moot
6.v. laar 6.'^
(Van onze soc.-econ. redactie)
LAREN, 28 mei. Een min of meer
automatische herkapitalisatie, ten
einde op deze manier de werknemers
in een onderneming een aandeel te ge
ven in de ingehouden winsten, zou tot
een snelle verwatering van het maat
schappelijk kapitaal van de betrokken
ondernemingen leiden. Een steeds ver
dergaande ontwaarding van uitgege
ven aandelen leidt onvermijdelijk tot
economische stagnatie. De van vak
bondszijde verdedigde claim op de in
gehouden winst wordt ten onrec j
voorgesteld als een uitvoerbare zaak,
aldus de voorzitter van de algemene
werkgeversvereniging, ir. Beukema.
Winstdeling of resultaten-uitkering
zou slechts nut kunnen hebben als
uiting van de gemeenschappelijkheid
van inspanning, die in de onderne
ming besloten ligt. Niet alle gelden,
bestemd voor zelffinanciering, mo
gen echter tot de „winst" worden
gerekend. Zij zijn nodig om „naar
goed koopmansgebruik' het produk-
tieapparaat in stand te houden of uit
te breiden. Ir Beukema zei dit op
de vandaag hier gehouden jaarver
gadering van de vereniging.
Hij voegde daaraan toe, dat de eis
van een aandeel in de ingehouden
winst ook onvermijdelijl moet leiden
tot een verbreking van het nationaal
evenwicht in de lonen, o.a. door de
verschillen tussen winst en uitgekeerd
loon in loon- en kapitaalintensieve be
drijven.
Ir. Beukema bepleitte een loonsys
teem, dat niet zozeer een hoger tempo
of een grotere prestatie van de indi
viduele werknemer stimuleert als wel
de participatie en de samenwerking,
die tot resultaat moet hebben, dat
door allen gezamelijk goed werk wordt
geleverd. De zogenaamde „contract-
verloning", waarbij een werknemer of
een groep werknemers een bepaalde
DEN HAAG, 28 mei. Over de
overdracht van Tudderen en Elten aan
de bondsrepubliek Duitsland wordt van
het departement van Binnenlandse Za
ken vernomen, dat zij zal geschieden
na ratificatie van het Nederlands-Duits
verdrag. Zodra de Duitse Bondsraad
zijn goedkeuring aan het verdrag heeft
gehecht kan de Duits-Nederlandse ra
tificatie-procedure in Bonn vol
gen. Een maand nadien zou dan de
overdracht volgen. De eerste augustus
is een zeer wel te bereiken streefda
tum daarvoor.
Ërestatie tegen een tevoren in onder-
ng overleg bepaalde beloning „aan
nemen", is zo'n loonsysteem. Het is
echter niet in alle werksituaties toe te
passen.
De voorzitter van dé A.W.V. zag de
bezwaren tegen de individuele tarief
beloning groeien. De wisseling van in
komsten wordt thans als een bezwaar
aangevoeld terwijl de administratieve
rompslomp met werkbonnen e.d. een
rem is op het persoonlijk initiatief.
GöPPINGEN, 28 mei (DPA) Een
Amerikaans hefschoefvliegtuig is gisteren
verongelukt by het plaatsen van een
400 kg zwaar kruis op een kerktoren
in de Westdnitse stad Göppingen, ep
50 km ten oosten van Stuttgart.
De bemanning van de helikopter was
er al in geslaagd, het kruis op zjjn
plaats te zetten, toen het toestel door
een sterke windstoot werd getroffen.
Doordat de machine nog met een kabel
aan het kruis vastzat, stortte het toe
stel in de nog open kerkruimte. Van
de drie inzittenden overleden er twee
aan hun verwondingen. De derde ver
keert in levensgevaar.
(Advertentie)
De OLVEH sluit uw zorgen uit
(Van onze soc.-econ. redactie)
SCHEVENINGEN, 28 mei. De
wetsvoorstellen van minister Veld
kamp voor de arbeidsongeschiktheids
verzekering betekenen voor het parti
culiere verzekeringsbedrijf een niet on
belangrijk verlies van werkterrein. In
de eigenlijke arbeidsongeschiktheids
verzekering is niet de mogelijkheid
van een risico-overdracht opgenomen.
Er is zelfs geen poging ondernomen
om de bestaande technische bezwaren
op te lossen. Wij zijn eenvoudig uitge
schakeld, ook al in de adviezen van
de SER en de Sociale Verzekerings
raad, aldus de voorzitter van de Unie
van Schadeverzekeraars, de heer J.
Hartong op de vergadering van de
Unie in Scheveningen.
Hij noemde het verder „verdrietig
en onbegrijpelijk", dat de minister de
loongrens in de ziektewet wil afschaf
fen. Het leidinggevende personeel
wordt hierdoor in het keurslijf van de
Zeiktewet gedwongen. De particuliere
verzekeraar wordt teruggedrongen
naar het terrein van de aanvullende
verzekering, zo zei de heer Hartong.
Hij haalde de berekening aan, die
het Centraal Sociaal Werkgeversver
bond heeft gemaakt van de kosten
van de sociale verzekeringen met
alle uitbreidingen, die nog op stapel
staan welke kosten worden ge
raamd op 25 pet van het premie
plichtig inkomen. Daarnaast komt
de belastingdruk, die voor 1963 op
ruim 21 pet wordt geschat De heer
Hartonj» leek „een beetje zeggen
schap in de wijze, waarop men de
helft van zijn inkomen zal besteden
niet misplaatst".
De verplichte verzekering tegen W.-
A. voor bestuurders van motorrijtui
gen, zal naar de mening van d« ver
zekeraars onvermijdelijk een premie
verhoging met zich meebrengen. „Het
eigen risico wordt thans gedragen
door degenen, die de schade hebben
gemaakt. Nu moeten de goeden voor
de kwaden meebetalen", aldus de heer
Hartong.
(Advertentie)
(in de blauwe verpakking -let op dejuiat»dosering)