Laatste industrialisatie- Industrialisatie - nota Investeringen met 100 pet omhoog Minister ziet knelpunten nhalon— wassen in DRIETEX 9 prSEESEEI Werknemersaandeel van ingehouden winst is niet te verwezenlijken „VERZEKERAAR WORDT TERUGGEDRONGEN" met een o reis7 i Suprima! J*+ Jongensmarkt Regionaal indur strialisatiebeleid moet doorgaan Onbestuurde auto rijdt vrouw dood kreuken gecontroleerd 36 brancards voor vakantiepatiënten ft Bezwaren tegen individuele tariefbeloning Voorzitter Unie Schadeverzekeraars klaagt over wetsvoorstellen H?heV0*"« Geen projekten aan diep vaarwater aangenaam ventilerend gewassen vlug droog Zonnebloem-actie Record-aantal nieuwe leden in N.-Brabant s Voorzitter A.W.V.: Streefdatum over dracht Elten en Tudderen 1 augustus In Duitsland Helikopter stort bij plaatsen van kruis op kerktoren neer SU PRIMAL DINSDAG 28 MEI 1963 PAGINA 5 elke woensdag Wst1Sn°ftaet+uitzicht °P de toe" Waars' aan de uiteindelijke Knelpunten Bouwcapaciteit Zie Hef Enkalon wasvoorschrift fit li Keperflanel in frisse kleuren, prima wasbaar zitten heerlijk ruim. tegen reisziekte tijdig ingenomen, reisziekte voorkómen. f 0" het 00 "aSv*rschl 'Wo"it duist Ef**ALAu De achtste industrialisatienota is tevens de laatste in de rij welke in 1948 door prof. Van jen Brink geopend werd. Minister ~e Pous is van mening, dat de vrees oor een structureel werknemers werschot en voor een permanent ekort op de betalingsbalans fac- s?rf," d*e destijds tot periodieke taak- tellingen voor de industrialisatie- Politiek noodzaakten nu niet meer aanwezig zijn. De industrialisatie die niet langer een zaak te zijn ta aan de hand van periodieke no- s expliciet uit het economisch be- ®'.d naar voren wordt gehaald. Als dit beleid afstemmen op het na geven van een bepaalde groei, *^lgt de industrialisatiepolitiek van zelf de aandacht die zij nodig heeft. ®ze ontwikkeling mag men wel zien als her- een bekroning van ons na-oorlogs stel. De grote lijnen in de ontwikkeling an de jongste industrialisatieperio- ae zijn vooral de sterke ontwikkeling an de dienstenverlenende sector en Jp- toenemen van arbeidbesparen- diepte-investeringen in de indus- ,uele sector. De beide verschijnselen aatigen sterk met elkaar samen en p doen zich in alle geïndustriali seerde en welvarende landen voor. pge lonen, meer vrije tijd en de lust 51 de mogelijkheden deze beide ver dorvenheden op recreatieve of an- prszins aangename wijze te beste- 2en. stimuleren de dienstenverlenen de sectoren en verplichten ander- pds de industriële bedrijven, die Qaartoe technisch en economisch in *taat zijn, tot arbeidbesparende kathoden over te gaan. Dat is uiter- aard een ontwikkeling die in hoofd tak gunstig beoordeeld moet wor den, al mag niet vergeten worden, ?at zij ons in geval van een conjunc- pUromslag kwetsbaarder maakt op pt punt van de werkgelegenheids- Politiek. Men mag echter hopen, dat de moderne methoden van conjunc- j "vucilic jntim/ui-ll V mi w»iv- tuurbeleid ons voor onaangename Verrassingen sparen. Intussen heeft deze gunstige ont wikkeling haar schaduwkanten voor oe bedrijfstakken die zich voor ar- pidbesparende investeringen min der goed lenen. Zo is het duidelijk P en het verschijnsel demonstreert zich reeds volop dat de bouwnij- prheid relatief steeds meer in capa- cdeit te kort gaat schieten. Dat is haar schuld. Het is een econo misch gegeven. Maar het is duide- 'Ik, en de minister onderkent het d°k zeer goed, dat de bouwsector 06 bottle-neck voor de economische Broei gaat worden en misschien al 's, als men ziet tot welk een opstop ping van aanvragen het goedkeu- ttngsbeleid van de minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid Wft geleid. Hoe moet deze kwestie korden opgelost? Dat is een kern- Vraag, waarop in de industrialisatie- dota geen ander antwoord wordt ge seven dan dat een interdepartemen tale commissie bezig is met de be studering van een globale meerja renplanning in de bouwsector. Wel licht is dit vraagstuk te laat onder kend. De bouwnijverheid heeft reeds tang op de noodzaak van een meer jarenplanning gewezen. Maar nu men eenmaal voor dit gat gevangen zal men met een planning, die {ket tevens tot een vergroting van de «ouwcapacitéit leidt, niet veel op schieten. Duidelijk is nu in ieder ge- ak dat het bouwbeleid steeds meer ptgroeit tot een zaak die beter in ?et algemeen economisch beleid ge- mtegreerd moet worden dan tot nu p® op het departement van Volks- miisvesting en Bouwnijverheid het |eval is geweest. De benoeming van p interdepartementale commissie ï°u een eerste stap tot meer-ingrij- P®bde wijzigingen op dit punt kunnen ri e beschouwingen die minister De Pous over de economische n groei ten beste geeft, zijn zeer anstructief en politiek gezien veel riUeler dan uiteraard in de nota tot öilmg kan komen. Het is duidelijk, kat de doelstelling van het industria- pmtiebeleid, ook als men het als w°ei-beleid betitelt, precies als vjAger een verhoging van de mate- öi®le welvaart is. De verdeling van do Vvelvaart kan echter niet los wor- Vp?. gezien van het effect dat deze Zelf ling op de groei-mogelijkheden re .teweeg brengt. De nota zegt zelf d6 s> dat men een begrenzing van WaAroei zal moeten aanvaarden, Veri eer men wil toegeven aan het Ver£ngen naar meer vriie tijd of het onh?,-,oten van de hulp aan onder- W kelde gebieden. Zo zijn er vele ïrien °mentoel zeer actuele proble- van Van welvaartsverdeling, welke lijke gr°te invloed zijn op de uiteinde- men IT0®! van het nationale inko- ®0ciaV bekend is, koesteren de de n, uï?n over de vergroting van kwalit- ke uitgaven ideeën die de Verhel van het bestaan moeten op A en, doch waarvan de invloed sche kwaliteit van onze economi- °orde^p°ei door velen negatief be- ®nder wordt. En hoever, om een Wij voorbeeld te noemen, kunnen verypt biat een stelsel van sociale ajgernlermgen> dat wil putten uit mee middelen, wanneer daar- dat üscaal klimaat ontstaat ken tm°edigend zou kunnen wer- van j°P de investeringsbereidheid ander6 industrie? Deze en zo veel in n»0», randende kwesties vragen beanriAaajte toekomst een concrete mag^PT^ng'. Uiteraard kan en Prohio^il^f Zlch met te diep in de H™fk begeven. Maar bij de deze uL van het stuk springen heden gen als evenveel onzeker- Vonrai naar voren en zij verhullen af T^f van, de nota overigens niets bten "5fen el- Zolang de proble- dpn f maar niet verdoezeld wor- X>j. de^e n°ta een bruikbaar mtgangspunt voor een discussie over o6 m0ellljke keuzeproblemen waar- tp u W1i ons' groei®nd en welvarend, e beraden hebben. Ifjf£5 - 0RN28 mei Op 39-jarige CprïLaJs dlt weekeinde hier plotseling if»» ir" Dox, hoofd van de UbI', ,en waterbouwkundige hoofdafde- "ng van deze gemeente. (Vervolg van pagina 1) De achtste industrialisatienota is een lijvig stuk werk, waarin met voldoe ning wordt vastgesteld, dat de indus triële expansie, die in de eerdere pe rioden kon worden geconstateerd, ook in het tijdvak 1957-1962 is doorgezet. De taakstelling voor de investeringen (elf miljard) werd met 1,7 miljard overschreden. Bij de financiering heb ben zich geen ernstige moeilijkheden voorgedaan, o.a. doordat de voortdu rende aankoop van Nederlandse aan delen door buitenlandse beleggers via herbeleggingsvraag tot een verruimd aanbod van risicodragende middelen hebben geleld. De metaalnijverheid en de chemische industrie liepen in de expansie voorop. De industriële werk gelegenheid in tevoren weir.ig geïndus trialiseerde gebieden, is goed vooruit gegaan. Het exportpakket is verbe terd, o.a. door een verschuiving van de voedingsmiddelenindustrie naar de metaalindustrie. Voor de periode tot 1970 verwacht het Centraal Plan Bureau: een verde re vermindering van de arbeidsduur met vier procent (effect op de pro- duktie: 3 pet) een vertraging van het stijgingstempo van de buitenlandse vraag, zonder dat dit een knelpunt voor onze industriële ontwikkeling be hoeft te gaan vormen. Een stijging van het bruto nationaal produkt met vier procent per jaar, een stijging van de investeringen met honderd procent en een snellere toeneming van de par ticuliere consumptie, dan in het verle den kon worden gerealiseerd. Voor de verdere stijging van de in vesteringen ziet minister De Pous twee (mogelijke) knelpunten: De omvang van de besparingen en de spanning op de bouwmarkt. De be sparingen zullen op hetzelfde niveau moeten blijven. De overheidsbespa- ringen blijven van grote betekenis. Het handhaven van de particuliere besparingen stelt volgens de minis ter zekere eisen aan de inkomens verdeling. De vergroting van het werknemersaandeel in het N.I. is weliswaar uit sociaal oogpunt toe te juichen, maar er zijn op economi sche gronden grenzen aan gesteld (zo schrijft drs. De Pous) voor zo ver het gaat om directe loonsverho gingen, die gemakkelijk in de con sumptie terecht kunnen komen. Aan maatregelen, die de werknemers be trekken bij de investeringen en de bedrijfsresultaten zou in de toekomst verdere uitbreiding kunnen worden gegeven. De ondernemingen moeten de inge houden winst niet te gemakkelijk be schouwen als „kosteloze fondsen" ten bate van min of meer „traditionele" interne financiering maar moeten zich ook afvragen of niet bij een andere aanwending een hoger rendement kan worden verkregen. Drs. De Pous meent, dat de voorgestelde nieuwe re geling voor belastingheffing op uitge teerde, resp. ingehouden winsten eveneens een gunstige invloed kan hebben op de doorstroming van finan cieringsmiddelen naar de kapitaal markt. Voor de financiering van nieuwe in vesteringen moet bovendien een kli maat worden geschapen, dat de onder nemer prikkelt tot uitbreiding van de produktiecapaciteit. Grote waarde hecht de minister in dit verband aan vol doende complementaire overheids- (Van onze soc. econ. redactie) DEN HAAG, 25 mei Hoewei bij hef verschijnen van de achtste industriali satienota (kort voor de verkiezingen by de Kamer ingediend, maar pas nu gepubliceerd) niet alleen een „in dustrialisatieperiode" maar ook een parlementaire periode is afgesloten, moet volgens minister De Pous worden, vermeden dat in het reg. industrialisatie- bereid een breuk komt. Een storing in de continuïteit kan volgens de minister ernstige gevolgen hebben. Daarom heeft het kabinet-De Quay gemeend voor 1964 vyftien miljoen gulden op de ontwerp-begroting van Economische Zaken te moeten uittrekken voor af ronding en aanvulling van het lopende 130 miljoen-structuurprogramma. Aan de provinciale besturen is bo vendien verzocht een overzicht samen te stellen van provinciale en gemeen telijke infra-structuurwerken (o.a. weg en waterverbindingen), die de in dustrialisatie in hun gebied zouden kun nen bevorderen i.v.m. de eventuele noodzaak voor een verdere aanvulling van het lopende speciale rjjkswater- staatprogramma ten behoeve van de probleemgebieden. Voor de sociale en maatschappelijke voorzieningen zal voor 1964 en 1965 jaarlijks vijf miljoen ter beschikking worden gesteld. Minister De Pous sluit niet uit, dat in de toekomst wel een wijziging van de in het regionaal beleid gehanteer de middelen aan de zich wijzigende omstandigheden gewenst zou kunnen zijn. Hij denkt daarbij aan de moge lijkheid van een meer flexibel, een meer slagvaardig beleid, dat de reeds geconstateerde ontwikke lingslijn doortrekt: van een beleid ter bestrijding van structurele werk loosheid in een aantal gebieden tot een politiek, die zich vooral een spreiding van industriële werkgele genheid en welvaart over het gehele land ten doel stelt. Naar het oordeel van de minister is er thans niet direct aanleiding om nieuwe plannen voor verruiming van de vestigingsmogelijkheden voor in dustrie aan diep vaarwater (buiten het westen van het land) aan te pakken. In ontwikkeling zijn reeds het haven en industriegebied Delfzijl, de Sloeha- vens en de verbetering van de vesti gingsmogelijkheden langs het kanaal van Gent naar Temeuzen. Deze werken vragen hoge investeringen en het is dan ook volgens de minister noodzakelijk, dat eerst deze nieuwe industriehaven gebieden tot verdere ontwikkeling wor den gebracht, voordat beslissingen over andere projecten worden geno men. investeringen en een gunstig fiscaal klimaat. Voor dit laatste is de inves teringsaftrek van grote betekenis ter wijl ook de komende verlaging van de vennootschapsbelasting met twee pun ten een gunstig effect kan hebben. Over de bouwmarkt wordt in de no ta gezegd, dat „de bouwcapaciteit, aangewend voor de industriële sector, in toenemende mate tekort schiet om in de groeiende behoefte aan industri ële bouw te voorzien". Het hoge aan- vragenniveau is niet alleen een con juncturele kwestie. Modernisering, me chanisatie en automatisering van pro- duktieprocessen is namelijk in het al gemeen slecS'.ts mogelijk in bestaande fabrieksruimten. De wachttijden, opgelopen tot twee, drie jaren, vormen een ernstige han dicap bij nieuwe investeringsplan nen. De' ontwikkeling op de bouw markt zal voor onze industriële ex pansie op de langere termijn ern stige repercussies hebben, aldus drs. De Pous. Er is alle reden voor een meer systematisch onderzoek en voor langere termijn onderzoeken van de mogelijkheden op de bouwmarkt en de te stellen prioriteiten. Een interdepar tementale werkgroep heeft reeds op dracht gekregen om na te gaan ir hoeverre een globale meer-jaren- planning in de bouwsector positieve resultaten kan opleveren. De industriële sector als geheel zal zodanige ruimte moeten worden gege ven, dat de expansie in beginsel niet door de bouwmarkt wordt belemmerd. De bewindsman acht het niet uitgeslo ten, dat die ruimte, althans voor een deel, gevonden kan worden in de ca paciteit, die thans door de „diensten sector" in beslag wordt genomen: de vrije beroepen, waaronder adviesbu- reau's, de horecabedrijven, de persoon lijke diensten en de vermakelijkheids instellingen, hebben' juist in de afgelo pen periode een grote en onverwachte expansie doorgemaakt. De thans ingediende achtste industri alisatienota zal waarschijnlijk de laat ste van de serie zijn. De opzet van de nota's, planning en taakstelling voor het beleid, speciaal gericht op de be vordering van de industrialisatie, heeft in het verleden aan de verwachtingen voldaan. In de periode, die voor ons ligt, dient het beleid niet zozeer te zijn gericht op de industrialisatie-pro blematiek in engere zin maar op hand having en stimulering van de econo mische groei. In zijn slotbeschouwing schrijft mi nister De Pous: „Zolang de rege ring erin slaagt o.a. door het ioon- en prijsbeleid, het conjunctuurbeleid en het begrotingsbeleid de conjunc turele omstandigheden in de hand te houden, d.w.z. situaties van over- en onderbesteding te voorkomen en de economische groei te stimuleren, mag worden aangenomen dat de in dustriële ontwikkeling voldoende zal zijn voor een hoog niveau van werk- felegenheid". Nu de nadruk bij het eleid meer op het handhaven van een bevredigende economische groei in het algemeen is komen te liggen, heeft het naar zijn mening minder zin speciaal voor de industrie iede re vijf jaar een omlijnde taakstel ling in de vorm van nieuwe indus trialisatieschema's, vast te stellen. Dit betekent echter niet, aldus de bewindsman, dat onze industrialisatie in de toekomst „vanzelf" zal gaan en dat een specifiek beleid van minder betekenis zou worden. De industriële expansie is nu eenmaal de stuwende kracht voor de economische groei. Er ligt nog een omvangrijke en veelzij dige taak. Het zal van de gezamen lijke krachtsinspanning van overheid en bedrijfsleven afhangen in hoeverre het doel, vergroting van de nationale welvaart door versterking van de con currentiekracht van onze industrie, kan worden bereikt. SOHN-OP-GEUL, 28 mei Dp weg van de kerk naar huis is de 73-jarige mevrouw Boon gistermorgen aangere den door een onbestuurde P.T.T.-auto en op slag gedood. Het slachtoffer was gehuwd en moeder van zes kinderen. De auto stond met draaiende motor stil voor het plaatselijke postkantoor. De 35-jarige chauffeur, afkomstig uit Valkenburg, had zich even verwijderd om een op het kantoor achtergelaten sleutelbos op te halen. De auto is toen van de handrem afgeschoten en ont wikkelde meteen enige snelheid, daar de straat ter plaatse een geringe hel ling vertoont. Daarop reed de auto de niets vermoedende vrouw aan. Na de aanrijding schoot de auto van de weg berm af en kwam in een weiland te recht. Advertentie (Van onze correspondent) DEN BOSCH, 27 mei. De actie „Weinig kan al zoveel zijn", die door De Zonnebloem is ondernomen om aan chronische bedlegerige zieken vakantie te bezorgen, heeft 30.927 nieuwe leden opgeleverd en voor deze actie 36 bran cards. Dit bleek op de feesteiyke slui tingsavond van de actie, die zondagavond in de Kleine Zaal van de Casino-schouw burg alhier is gehouden, De avond werd onder meer bijge woond door de voorzitter van de K.V.P.- Kamerfractie dr. W. de Kort en door de burgemeeser van Den Bosch, mr. R. Lambooy als voorzitter van De Zonne bloem. Er zijn al tien instituten voor opname van de vakantiepatiënten beschikbaar. Verpleegsters en brancardiers melden zich bij tientallen. Per groep van vieren twintig zieken is een bedrag van 35.000 gulden nodig. Door telefoongesprekken met de ver schillende districten en ook door ver rassende boodschappen van in de zaal aanwezige personen kwamen de bran cards en de ledenaanwinsten binnen. Noord-Brabant boekte het record van 7025 nieuwe leden. (Advertentie) B iih 8t Speciaal verlaagde J.M. prijs leeftijd 4 jaar met kleine stijging per moot 6.v. laar 6.'^ (Van onze soc.-econ. redactie) LAREN, 28 mei. Een min of meer automatische herkapitalisatie, ten einde op deze manier de werknemers in een onderneming een aandeel te ge ven in de ingehouden winsten, zou tot een snelle verwatering van het maat schappelijk kapitaal van de betrokken ondernemingen leiden. Een steeds ver dergaande ontwaarding van uitgege ven aandelen leidt onvermijdelijk tot economische stagnatie. De van vak bondszijde verdedigde claim op de in gehouden winst wordt ten onrec j voorgesteld als een uitvoerbare zaak, aldus de voorzitter van de algemene werkgeversvereniging, ir. Beukema. Winstdeling of resultaten-uitkering zou slechts nut kunnen hebben als uiting van de gemeenschappelijkheid van inspanning, die in de onderne ming besloten ligt. Niet alle gelden, bestemd voor zelffinanciering, mo gen echter tot de „winst" worden gerekend. Zij zijn nodig om „naar goed koopmansgebruik' het produk- tieapparaat in stand te houden of uit te breiden. Ir Beukema zei dit op de vandaag hier gehouden jaarver gadering van de vereniging. Hij voegde daaraan toe, dat de eis van een aandeel in de ingehouden winst ook onvermijdelijl moet leiden tot een verbreking van het nationaal evenwicht in de lonen, o.a. door de verschillen tussen winst en uitgekeerd loon in loon- en kapitaalintensieve be drijven. Ir. Beukema bepleitte een loonsys teem, dat niet zozeer een hoger tempo of een grotere prestatie van de indi viduele werknemer stimuleert als wel de participatie en de samenwerking, die tot resultaat moet hebben, dat door allen gezamelijk goed werk wordt geleverd. De zogenaamde „contract- verloning", waarbij een werknemer of een groep werknemers een bepaalde DEN HAAG, 28 mei. Over de overdracht van Tudderen en Elten aan de bondsrepubliek Duitsland wordt van het departement van Binnenlandse Za ken vernomen, dat zij zal geschieden na ratificatie van het Nederlands-Duits verdrag. Zodra de Duitse Bondsraad zijn goedkeuring aan het verdrag heeft gehecht kan de Duits-Nederlandse ra tificatie-procedure in Bonn vol gen. Een maand nadien zou dan de overdracht volgen. De eerste augustus is een zeer wel te bereiken streefda tum daarvoor. Ërestatie tegen een tevoren in onder- ng overleg bepaalde beloning „aan nemen", is zo'n loonsysteem. Het is echter niet in alle werksituaties toe te passen. De voorzitter van dé A.W.V. zag de bezwaren tegen de individuele tarief beloning groeien. De wisseling van in komsten wordt thans als een bezwaar aangevoeld terwijl de administratieve rompslomp met werkbonnen e.d. een rem is op het persoonlijk initiatief. GöPPINGEN, 28 mei (DPA) Een Amerikaans hefschoefvliegtuig is gisteren verongelukt by het plaatsen van een 400 kg zwaar kruis op een kerktoren in de Westdnitse stad Göppingen, ep 50 km ten oosten van Stuttgart. De bemanning van de helikopter was er al in geslaagd, het kruis op zjjn plaats te zetten, toen het toestel door een sterke windstoot werd getroffen. Doordat de machine nog met een kabel aan het kruis vastzat, stortte het toe stel in de nog open kerkruimte. Van de drie inzittenden overleden er twee aan hun verwondingen. De derde ver keert in levensgevaar. (Advertentie) De OLVEH sluit uw zorgen uit (Van onze soc.-econ. redactie) SCHEVENINGEN, 28 mei. De wetsvoorstellen van minister Veld kamp voor de arbeidsongeschiktheids verzekering betekenen voor het parti culiere verzekeringsbedrijf een niet on belangrijk verlies van werkterrein. In de eigenlijke arbeidsongeschiktheids verzekering is niet de mogelijkheid van een risico-overdracht opgenomen. Er is zelfs geen poging ondernomen om de bestaande technische bezwaren op te lossen. Wij zijn eenvoudig uitge schakeld, ook al in de adviezen van de SER en de Sociale Verzekerings raad, aldus de voorzitter van de Unie van Schadeverzekeraars, de heer J. Hartong op de vergadering van de Unie in Scheveningen. Hij noemde het verder „verdrietig en onbegrijpelijk", dat de minister de loongrens in de ziektewet wil afschaf fen. Het leidinggevende personeel wordt hierdoor in het keurslijf van de Zeiktewet gedwongen. De particuliere verzekeraar wordt teruggedrongen naar het terrein van de aanvullende verzekering, zo zei de heer Hartong. Hij haalde de berekening aan, die het Centraal Sociaal Werkgeversver bond heeft gemaakt van de kosten van de sociale verzekeringen met alle uitbreidingen, die nog op stapel staan welke kosten worden ge raamd op 25 pet van het premie plichtig inkomen. Daarnaast komt de belastingdruk, die voor 1963 op ruim 21 pet wordt geschat De heer Hartonj» leek „een beetje zeggen schap in de wijze, waarop men de helft van zijn inkomen zal besteden niet misplaatst". De verplichte verzekering tegen W.- A. voor bestuurders van motorrijtui gen, zal naar de mening van d« ver zekeraars onvermijdelijk een premie verhoging met zich meebrengen. „Het eigen risico wordt thans gedragen door degenen, die de schade hebben gemaakt. Nu moeten de goeden voor de kwaden meebetalen", aldus de heer Hartong. (Advertentie) (in de blauwe verpakking -let op dejuiat»dosering)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 5