Beminnelijkheid
en tact sloopten
muren van vrees
en wantrouwen
i
tl
Zijn pontificaat was
geen intermezzo maar
een stroomversnelling
m
m
&S
I
If
V
j5
Vriendelijkondanks alle imardigheid en protocol.
Gemoedelijk in woord en gebaar.
In de vroege avond van de 28ste
oktober 1958 stond het St.
Pietersplein volgepakt met
mensen. Er was in Rome weer
eens een tram- en busstaking,
maar het enige effect hiervan
leek te zijn, dat nu ook het bus-
en trampersoneel kon komen
zien of de rook uit het kachel
pijpje boven de Sixtijnse kapel
wit of zwart zou zijn. Er ging een
geweldige deining door de hon
derdduizenden, toen de protodia-
ken, kardinaal Canali, vanaf het
balkon van de St. Pieter aankon
digde, dat Angelo Giuseppe Ron-
calli, patriarch van Venetië, tot
Paus was gekozen. Tussen het
opstijgen van de witte rook, spoe
dig gevolgd door tekens van
vreugde der conclavisten door de
ramen van het Pauspaleis, en het
ogenblik der afkondiging was
ruim een uur verlopen. Nu bleek
de uitslag: de nieuwe Paus was
een 77-jarige boerenzoon uit het
verre Noord-Italië en hij zou de
aristocratische Romein Pacelli
opvolgen. De eerste zegen van
Joannes XXIII ging hem wat
moeilijk en stuntelig af, het miste
de allure van zijn voorganger,
diens transparante gestalte, diens
wijde hemel en aarde omvattend
gebaar. Niemand heeft het gezegd
en niemand heeft er toen over
geschreven, maar er was teleur
stelling. Toen kwam het wonder
lijke, dat ik nog steeds niet be
grijp: binnen enkele dagen wist
iedereen in Rome, dat Papa Ron-
calli een man naar hun hart was.
De Tast van het pausschap weegt zwaar.
Middeleeuws bontkapje in ere hersteld.
af
k
Ki'
PAUS JOANNES XXIII is met goedmoedige
skepsis zijn eigen weg gegaan
b»\'
du*"
(Van onze Romeinse correspondent)
Ik heb meegemaakt, dat In de wijn-
lokaaltjes in de binnenstad de volks
dichters op papieren servetjes verzen
maakten over deze Paus: De man van
de nieuwe aera, de grote verzoener
der tegenstellingen, de hoop der toe
komst. Een aantal Romeinen had
hem één keer gezien en zfln entree
(in een te nauwe toog, geen der vijf
klaarhangende maten paste hem) was
niet opvallend. Toch had deze man
vanaf net eerste ogenblik van zijn pon
tificaat onder „II Popolino" een naam.
Voor ons paarde zich aan de eerste
indruk spoedig een tweede: deze vrien
delijke oude heer gaat zijn eigen weg
en hij weet wat hij wil.
Reeds het feit dat de nieuwe Paus
de naam Joannes gekozen had, een
naam die sinds 1334 niet meer voor
kwam op de pausenlijst, deed be
langstellenden verwonderd opkijken.
„Deze naam is ons dierbaar", had hij
tot de kardinalen gezegd in zijn eer
ste toespraak, „want het is de naam
van mijn vader en van de patroon
van de nederige dorpskerk, waar ik
fedoopt werd. Deze solemnele naam
ragen talrijke kathedralen en in de
eerste plaats de Lateraanse basiliek,
onze eigen bisschopskerk. Het is ook
de naam die het meest gekozen werd
door de Romeinse opperherders". En
de droge zin die daarop volgde, deed
menigeen nogmaals verwonderd op
kijken: „Bijna al deze naamdragers
hadden een kort pontificaat".
Men herinnert zich wellicht nog, dat
er tussen de dood van Pius XII en de
komst van zijn opvolger talrijke be
schouwingen werden gepubliceerd over
de aanstaande regeringsperiode. Zou het
college van kardinalen een Paus kiezen,
die de lijn van Pius XII voortzette of
iemand die uit diens naaste omgeving
kwam? Zou men een andere richting
opgaan, zou men misschien iemand,
een bejaarde kerkprins kiezen, wiens
hoofdtaak het zou zijn, de zaken
die in de laatste jaren waren blijven
liggen, af te handelen, een overgangs
paus? Na de keuze van een der oud
ste Pausen uit de geschiedenis zwe
gen velen beleefdheidshalve hierover,
anderen niet. Maar een jaar later
kwam de kardinaal-deken Tisserant
erop terug. In zijn gelukwens bij de
eerste verjaardag van de Pauskroning
zei hij tot de H. Vader: „De beslissing
van het conclaaf waaruit de naam van
Paus Roncalli voortkwam, heeft toen
tertijd verwondering gewekt. Was dit
nu werkelijk een goede keuze in een
wereld die zo snel veranderde? In meer
dan tweehonderd jaar had men geen
Paus van zulk een hoge leeftijd de
Stoel van Petrus zien bestijgen. Ver
schillenden aarzelden niet om de re
gering van Joannes XXIII te beschou-
gelegenheden placht de Osservatore
Romano de naam van Roncalli te^^T-
melden en dan zonder eretitels m de
superlatief. Dit was de wens van de
Paus, zo goed als het de vrgms was
van zijn heilige voorganger Pius X.
Maar hij trouwde gaarne zjjn achter
nichten en neven in zijn particuliere
kapel en dan hield hij in zijn woning
een reünie met de ooms in hun zon
dags kerkezwart, de tantes en hun
kinderen en er was een familie-eten
waar de zusters die de Paus dien
den extra hun best op deden.
Joannes XXIII heeft zijn levenlang
hard gewerkt, maar de resulta
ten van het menselijk handelen is
hij altijd relatief blijven zien.
Vanuit Parijs schreef hij in 1948:
„Door mijn eigen ervaring en uit wat
ik om mij heen zie, word ik steeds
dogmatischer inzake het „Uw wil ge
schiede"."
Wetenschap en kennis zjjn eigenlijk
secundaire grootheden. Aan zijn ouders
schreef hij in 1930: „Sinds ik op tien
jarige leeftijd het huis uitging, heb ik
veel gelezen en heel veel geleerd van
dingen, waarin u mij niet onderwijzen
kon. Maar de weinige dingen, die ik
thuis van u leerde, zijn nog altijd de
meest waardevolle en belangrijkste van
alle. Zij zijn de grondslag en geven
leven en gloed aan al het andere".
wen als een overganespontificaat. Spoe
dig is hiervan een dubbele ontkenning
gekomen: Een in woorden, een in da
den. Thans houdt niemand meer deze
omschrijving". De Paus heeft toen hof
felijk maar tevens ootmoedig geant
woord, dat de bespelers van „een oud
muziekinstrument daaraan zeer schone
tonen kunnen ontlokken."
Over de materiële staat van dit
instrument was overigens de Paus niet
ontevreden. Bij een minder plechtige
gelegenheid zei hij: „Ik heb geen last
van mijn lever en geen last van mfln
zenuwen". Zijn lever en zijn zenuwen
de baas zijn is de typisch huiselijke
Italiaanse typering van een goede ge
zondheid. Ofschoon hij de oer-eenvou-
dige keuken van zijn dorp en land
streek aanhield, en hij icn daar nog
in moest beperken voor zijn lichaams
gewicht en jaren, waardeerde de Paus
ook deze categorie van goede gaven.
In Parijs tijdens zijn nuntiatuur waren
zijn kennis van wijn hij is tussen
de wijnstokken opgegroeid en de
keuze voor zijn kelder bij de verwende
Fransen even beroemd als zijn gevat
heid.
Geen eervolle positie of rang, geen
diplomatiek milieu of barok pa
leis hebben Angelo Roncalli ooit
wezenlijk veranderd. Een van
zijn grootste gaven is geweest, dat hp
zichzelf kon blijven. En het fundament
daarvan ligt diep verankerd in de grond
van Sotto il Monte. Toen don Angelo
na secretaris van de bisschop van Ber
gamo, de vooruitstrevende aristocraat
Graaf Radini Tedeschi, geweest te zpn
professor aan het seminarie en leger
aalmoezenier in de eerste wereldoorlog
was, werd hij naar Rome geroepen in
1921 en kreeg hij dra de rang van huis-
prelaat. Zijn vakantie placht hij door te
brengen in zijn geboortedorp en dat was
zeer gevleid met mgr. Roncalu s waai
ende zijden paarse mantel. De eerste
zondag moest hij een plechtige Mis
lezen in de dorpskerk en de boeren
dachten met ongeveer een echte bis
schop te doen te hebben. Een oud
vrouwtje vroeg de moeder van mgr.
Roncalli ernaar. Zij antwoordde: „Ik
weet dat niet zo, het zijn van die dingen
die de priesters onder elkaar bekok
stoven". Dit is geen losse anecdote,
het is een kleine trek van het beeld dat
mgr. Roncalli een paar jaar later van
zijn ouders, zijn milieu en van zichzelf
gaf.
In 1927 schreef hij, toen apostolisch
delegaat in Griekenland en Turkije, zijn
ouders bij hun gouden bruiloft: heeft
niet kunnen denken, toen u als jong
getrouwden uit ons dorpskerkje kwam,
dat een halve eeuw later een van uw
kinderen, de oudste van de jongens, u
vanuit Constantinopel zou feliciteren
met uw gouden bruiloft. Ik ben Onze
Lieve Heer dankbaar, niet alleen omdat
u na vijftig jaar nog zo gezond bent,
maar vooral omdat heel de familie de
geest van eenvoud bewaard heeft, van
geëerde en niet van kwalijke armoede,
van de vreze des Heren, van het niet
hebben van pretenties tegenover de
wereld. Daar komt uw rust vandaan,
uw vrede, zolang uw leven hier beneden
duurt. Ik ben er ook blij om, dat het u
voldoening zal geven bjj deze gelegen
heid een zegen te ontvangen van uw
zoon, die bisschop werd. omdat die
zegen u herinnert aan die, welke de
eerbiedwaardige pastoor Rubizzini u
vijftig jaar geleden gaf".
Het niet hebben van pretenties is
de Paus vanuit zijn dorp en zijn op
voeding bijgebleven. Hij heeft zijn fa
milie precies gelaten wat zij is: boe
ren en kleine ambachtslieden. Het
oude familiewapen siert de hoeve in
Sotto il Monte. Joannes XXIII was
immers nog steeds voor een vijf
de eigenaar van het eenvoudige fa
miliebezit. Slechts bij zeer bijzondere
Een hoge rang In de samenleving, ook
in de Kerk, beschouwde h:" als een bij
komstigheid. Bij zijn investituur als
kardinaal-patriarch van Venetië getuig
de Roncalli vanaf de kansel in de
luisterrijke San Marco, dat zijn dioce-
sanen in hem niet de diplomaat moesten
zoeken of de grote heer. „Ik wil alleen
maar een goede parroco zijn, een goe
de parochie-pastoor". Als Paus heeft
Joannes XXIII nooit anders gedacht of
gezegd. Men wist en voelde dat het geen
frasen waren wanneer hij telkens ge
waagde van de „onbetekenende, de ne
derige opvolger van St. Petrus."
's Pausen pretentieloosheid in al
het menselijke en in zijn werkelijkheids
zin namen soms een trek aan van
„understatement". Toen eens een
Engelse industrieel, die voor de zakelij
ke administratie van het Vaticaanse
veel belangstelling had, de Paus
vroeg hoeveel personen er in Vati
caanstad werkten, antwoordde hij na
een ogenblik stilte met een ronde
glimlach: „Ik denk zo ongeveer de
helft!" Maar intussen verhoogde hfl
zeer aanzienlijk de salarissen, die
achtergebleven waren bjj de geste
gen kosten van het levensonderhoud
en hij stond erop dat toen ook het
volle pond der arbeidsenergie gege
ven werd. En hij deed erop toezien.
Als dit pontificaat ooit door één zin
getekend is, is het door deze: Joannes
XXIII zei: „Men moet immer de waar
digheid van allen, en werkelijk van al
len, eerbiedigen: van de hoogste tot de
laagste. En in het bijzondér de vrij
heid van elke mens. God zelf respec
teert die".
In de homilie, welke Paus Joannes
tijdens de kroningsmis in de St. Pie
ter hield op 4 november 1958 en in
de preek tot zijn Romeinse dioee-
sanen twee weken later bij de inbezit-
name van zjjn kathedrale kerk. de St.
Jan van Lateranen, heeft de nieuwe
opperherder in wezenlijke trekken zijn
program uiteengezet Hij zou zich rich
ten naar „het schitterende beeld van
de evangelist Johannes, dat van de
Goede Herder, die zijn kudde leidt. En
dan", ging de H. Vader voort, „verwijdt
zich de horizon: ook heb ik andere
schapen, die niet van deze kudde zijn,
die moet ik ook halen". De Paus vroeg
het gebed van allen, dat hij een vurig
herder zou zijn, bereid tot elke goede
onderneming, hoe gewaagd ook, en dat
hij zich zou inspannen zijn weg te
gaan in zachtmoedigheid en nederig
heid. Ieder pontificaat heeft zjjn eigen
karakter en eigen inbreng in het totaal
van de kerkgemeenschap. In de kathe
draal van Lateranen zei de H. Vader
tot de Romeinen, dat hij met Gods hulp
het magisterium vein zijn grote voor
ganger, diens „opportune, aangepaste en
diepzinnige verkondiging van de evan
gelische waarheid" zou volgen. Zijn
eigen benaderingswijze kwam echter ter
stond uit in zijn benadrukking van de
kelk en het boek, van de H. Eucharis
tie en de Schrift, „die is geschreven om
vanaf de kindsheid tot aan de hoge
ouderdom de levensweg te verlichten".
Toen hij sprak over de tocht door
Rome en de intrede in zijn bisschops
kerk, merkte hij op, dat deze pro-
cessio de luister van vroegere thden
verloren had. „Maar hoeveel heeft zij
gewonnen aan spiritualiteit en inner
lijke beleving. De Paus is nu niet meer
de vorst... maar de priester, de vader,
de herder." Opmerkelijk was hetgeen
hij daaraan toevoegde: „een moderne
vurig katholieke socioloog, die aan
het begin van het huidige tijdperk was
bewogen door de problemen der socia
le orde en wanorde, formuleerde
voor de XXe eeuw de wens, dat Chris
tus in triomf zou mogen terugkeren
op d* schouders van het volk." Op
zijn kroningsdag had Joannes spe
ciaal de figuur van St Carolus Borro-
meus naar voren gehaald, de man die
zoveel had bijgedragen aan de omvor
ming der kerkorde en de verwerke
lijking der door het Concilie van Tren-
te gelaste hervormingen. Aan zijn ci
taat uit de H. Schrift „ook heb ik ande
re schapen, die niet van deze kudde
zijn" gaf hij een bijzonder reliëf, toen
hü bjj zijn eerste gang buiten het Va-
ticaan op de terugweg van de St.
Jansbasiliek de kerk van de H. Cle
mens bezocht, om daar een ogenblik
te vertoeven op het graf van St. Cy-
rillus, die de bijnaam draagt van de
apostel der slaven.
"Toe de gang van dit bestuur zou
—I zijn, wist uiteraard niemand in
JL november 1958. Het enige wat da
Paus zelf ernstig of in de serene
■■riedelijkheid van een oud man
verschillende malen gezegd had: Het
)u niet van lange duur zijn. Nu wij
unnen terugzien op zijn leven stelt men
ast, dat de voornaamste daden uit dit
pontificaat van het begin af als rijpende
oncepties lagen in 's Pausen hart en
hoofd. Men bespeurt het in zijn eerste
predicaties. Zijn oecumenische inge
steldheid. zijn liefde voor de broeders
iit het oosten, zijn denkbeelden over het
kerkelijk bestuur, de positie van de
bisschop, zijn eigen positie en taak als
bisschop van Rome, evenals zijn so
ciale bewogenheid, zijn opinies over Kerk
en politiek, zijn bijbelse, patriarchale en
tegelijkertijd kinderlijke vroomheid
bracht hfl mede als materiaal voor het
werk van de opperste „bruggenbouwer"
I pontifex). Waar wij ons over verwon
deren, is in hoe korte tijd Joannes zijn
olannen, denkbeelden en verlangens kon
omzetten in bestuursdaden.
Verbazingwekkend is verder, dat
een man van tegen de tachtig, op een
leeftijd dus dat men normaliter al vijf
tien jaar met pensioen is, niet alleen
de polsslag van de tijd zo nauwkeurig
aanvoelde, maa- tevens ook de over
tuigingskracht en de tact kon opbren
gen om zijn initiatieven en plannen ta
realiseren. Dat dit laatste geen sine
cure was, weet heden iedereen.
Het derde en grootste motief van ver
wondering is, dat Papa Roncalli binnen
twee, drie jaren door zijn persoonlijk
woord en door het vertrouwen dat hfl
uitstraalde, muren heeft kunnen afbre
ken, die naar wjj dachten nog wel een
halve eeuw overeind zouden staan; dat
hij een niemandsland van vaag of uit
gesproken wantrouwen wist op te rui
men en voor verschil en tegenstelling
een klaar zicht kon scheppen. Zo is het
gegaan bij klein en groot, bij de
patriarch van Constantinopel A then a go-
ras, bij wij vertelden het al hier
boven de eenvoudige man in Rome
achter zijn glas fascati in het wijnlo
kaaltje. Een dergelijke ervaring had
Lord Altrincham, die op 4 mei 1961 in de
Guardian een artikel schreef, waaruit
wij hier enkele passages aanhalen. Hij
noemde zijn stukje „Ine Pope's Family
Party", doelend op een audiëntie in de
St. Pieter. „Zijn spontaneïteit verwarmt
het hart op een wijze, die nooit bereikt
wordt door geleerde en verheven rede
kunst. De koude pracht van de St Pieter
vergeet men een ogenblik, de huiselijke
atmosfeer domineert. Als de Paus heili
gen noemt, die in de basiliek begraven
zijn, lijkt het of hij ons familieleden voor
stelt die op de achtergrond schuil gaan
en naar voren gehaald moeten worden.
Als hij spreekt over de dood. is het of hfl
over een kennis spreekt, die hfl niet
vreest noch ongaarne mag. Be genial*
vloed van het Italiaans neemt een einde.
De beweeglijke figuur op de zetel is stil.
Een Amerikaanse monseigneur vertaalt
zfln woorden kort in het Engels, gevolgd
door een Duitser en een Spanjaard.
Ieder wordt, als hfl knielt voor de Paus,
door hem bedankt met een charmant*
glimlach. De party is bflna voorbij. Wan
neer de samenvattingen geëindigd zfln,
staat de Paus op en intoneert de zegen.
Plotseling en voor een vluchtig ogenblik
is hfl plechtig, zfln gelaat onpersoonlijk.
Dan is hfl weer zich zelf. De stevig*
ploeg der dragers heft hem schouder-
hoog en draagt hem langzaam weg. Wij
vinden het jammer afscheid van hem te
moeten nemen, en ik geloof werkelijk,
dat hfl het jammer vindt, afscheid van
öns te moetén nemen. Als hfl ons kon
vragen zfln spaghetti en rode wfln met
hem te delen in het Vaticaan, ik geloof,
dat hfl het zou doen. Het Rooms Katho
lieke dogma is mfl even vreemd als elk
ander en mfl somtijds vreemder dan
andere. Maar ik moet mfln hulde bewij
zen aan een christelijk leider, die duide
lijk een christen is, wiens christen-zijn
evenzeer een deel van hem is, als zfln
Italiaans en boerenbloed. De stellingen
over Christus die hfl aanvaardt en ver
kondigt, zullen nooit de mflne zfln, maar
een beminnenswaardig mens is machti
ger dan enig tractaat. En Paus Joannes
is een beminnenswaardig mens."
Voor de beechrijving van zijn ver
dere pontificaat, o.a. tijdens het Con
cilie verwijzen wij naar een afzonderlijk
artikel).