Aandelen Vereenigd Bezit van 1894: risicospreiding, deskundig "beheer, rendement [bbieven Alfredo DAGPUZZLE BOODSCHAPPER VAN DE NACHT De oorlog van de Zeven Bronnen I E 0 BOMg DE GREENHORN DE STILLE STRIJD van lezers Kwalijk kantoor nabij bouwwerk van Rietveld Kritiek bij opening van kunst-academie Benoeming bewinds man Europese zaken bepleit n Ned.-Indon. Spoorweg hoopt op bevredigende regeling met Djakarta Concurrentie oorzaak van lager resultaat Smit's Scheepswerven MAANDAG 10 JUNI 1963 PAGINA 4 Subsidie voor de missie Examens Subsidie voor de Missie door JOHN BINGHAM oohan' Y hé??u/ar üoh/ln /SE/ZNCU aar/s het ju/st KARL MAY ERIC DE NOORMAN fAdvertentie Ik heb uw advies in uw artikel van 6 juni aangaande overheidssteun aan ontwikke lingswerk van Missie en Zending op gevolgd. Ik heb doorgedacht. Maar U hebt niet terug gedacht! U bent op een imaginair punt begonnen te den ken en U komt thans met fictieve vra gen. Bent U dan al vergeten dat b.v. on derwijs en ziekenzorg op initiatief van Missie en Zending zich nooit zodanig hadden kunnen ontplooien als ze niet op grote schaal door ons voormalig bestuur gesubsidieerd waren geweest? Dat is in andere koloniale landen be paald kariger geweest en dan ook met minder succes bekroond. Op grond van ervaring elders ben ik het vroe gere Hoofd Volksgezondheid, de oud zendingsarts Offringa, dankbaar, dat mijn missie-ziekenhuizen, wat de zorg voor minvermogenden betreft, voor tweederde, op grond van zijn wijs sub sidiesysteem werden ondersteund. Uw vraag: ,,Wat zou het lot zijn g weest van de bloeiende missies in I donesië als die missies voor een aan merkelijk deel op overheidssteun zou den zijn aangewezen?" verontrust mij dus geen zier. Het antwoord is dat het bij wijze van spreken niet beter kon. Het Indonesische bewind heeft zulke culturele en sociale presta ties op grootscheepse wijze gehono reerd. Het feit dat Missie (bestaat niet meer, lees: normale hiërarchie) of Zending (bestaat niet meer, lees: au tonome kerken) op het gebied van on derwijs en ziekenzorg met zilveren ke tens aan de overheid gebonden waren, heeft geen kwaad gedaan. (In Congo lagen de verhoudingen, dacht ik, on gunstiger!). Er zijn attributen, die men met geld niet kopen kan: het supra-nationale karakter, het zwoegen zonder winstbe jag, het zich identificeren met de be langen van het volk. Dan vergeet men de aandacht die lang, lang gele den! ook in missiescholen aan de verbindingen tussen Roodeschool en Terneuzen of aan Jozef in Dotan is besteed. U bent ook vergeten, dat het voor malige Nederlands Indië. in tegenstel ling met het vaderland, staatspastoors- •n -dominees kende, „geestelijken van de eerste rang" enz. Maar daar wil ik het niet over hebben, want daar voel ik niets voor. Aan een gesubsi dieerde levensbeschouwing ben ik nog niet toe. Laat me voortgaan met denken. Als dat nu zo geweest is en het heeft geen kwaad gedaan (ook in vele andere landen niet!), waarom gaan we er dan niet mee door? In Westelijk Nieuw Guinea werden scholen en ziekenhui zen, oorspronkelijk intiatieven van Missie en Zending, voor honderd pro cent door ons land onderhouden. Als we nu vinden, dat die opgewekte zwoe gers en begaafde ploeteraars aan de zelfkant van onze samenleving cultu reel gesproken, hun kost waard zijn... Als we nu vinden dat we nóg ver plichtingen hebben tegenover het twee derde van de wereld dat in analfabe tisme en armoede gedompeld is... Als we nu gaan zwaaien met de machtige vaan van ontwikkelingshulp en socia le rechtvaardigheid,.wat ligt er dan meer voor de hand, dat we eens staatsgewijs financieel aandacht be steden aan de Nederlanders overzee, die met deze blijtjes hakken of trach ten te hakken. We zijn nu toch een kleine onschul dige kolonieloze natie, we staan zo manhaftig voorop met het stoppen van geld in de grote ontwikkelingshulppot wat voor kwaad kunnen dan nog die dunne zilveren draadjes, die ons zouden verbinden met Nederlandse goodwill gezanten overzee? Laten we echter blijven doordenken! Wat is er aan de hand? Het Centrale Missie-Commissariaat heeft namens Missie-orden een brief aan alle Twee de Kamerleden gezonden. Missie Missie Missie! Maar bestaat dat dan nog, hooggeachte Redactie? Ik dacht dat de hele tropische wereld nu we melde van autochthone, of althans au tonome, bisschoppen! En dat we al leen nog van Missie praten, omdat het ons zo zwaar op het brein drukt en zo na aan het hart ligt. Omdat we de geestelijke passen van onze juist ont slapen herder en leider niet vlot ge noeg kunnen bijhouden. Had dat niet zoiets als het Commissariaat voor Ontwikkelingshulp van de Verenigde Nederlandse Geloofsverkondigers moe ten wezen? U schrijft tenslotte: ,,De missie (ik begrijp dat woord toch wel) kan zich geen controle permitteren". Mijn he mel, waarom niet? Hebben ze iets te verstoppen? Is niet alles kouscher? Is het nu heus onmogelijk om aan de Heer Roethof duidelijk te maken, dat de Missie meer wil dan plaatjes bij de koek verkopen? Maar nu in ernst: permitteren alle Katholieke gesubsidi- ëerde ziekenhuizen en scholen zich dan geen overheidscontrole? En is dat niet nuttig en rechtvaardig? En moest ik als directeur van een „gesubsidi eerde r.-k. ziekeninrichtinf" vroeger niet gedetailleerde maandverslagen aan de overheid uitbrengen? Wat is daar tegen? Het was in ieder geval goed voor mijn geweten. U denkt ditmaal niet genoeg door. U hebt Uw zin niet beëindigd de missie kan zich geen controle permitteren in geloofszaken. Maar we hebben het nu over ontwik kelingshulp. Als de missie zich eens wat meer controle permitteerde in profane zaken, die nochtans evengoed tot de christelijke en publieke verant woordelijkheid behoren; als men eens wat vlotter voor de dag kwam met zakelijke rapporten en goed gefundeer de voorstellen ik moet nu wel even generaliseren als men nu maar dui delijk en deskundig aantoonde, hoe missieplannen passen in een ontwik kelingsbeleid, dan zouden mijns in ziens onze senatoren met een meer welgevallig oor luisteren. Want missie is geen ontwikkelingshulp en ontwik kelingshulp is geen missie hoeveel raakvlakken er ook mogen zijn. Wat ons mangelt en waarin an dere landen ons soms voor zijn is een redelijk, controleerbaar subsidie systeem van maatschappelijke activi teiten van bekwame Nederlanders in ontwikkelingsgebieden, welke hoed ook hun hoofd siert. Amsterdam, 7 juni 1963. Prof. dr. H. A. P. C. Oomen. Kon. Instituut voor de Tropen. Mauritskade 57 Amsterdam-oost. Plaatsing aan ingezonden stukken Brieoen van heter*"/ betekent niet nood- takelijk sen bewijs iw instemming, doch betekent slechts dat de hoofdredactie het ingezonden stuk ter kennis van de lezers wü brengen. Het feit van de gloat- sing onttrekt tiah eekter niet aan de verantwoordelijkheid der hoofdredactie, die sich dan ook voorbehoudt een ontvangen stuk zonder opgave van redenen terug te zenden. In het algemeen ie ondertekening met naam en adres vereist, tenzij in een zeer bijeonder geval de hoofdredactie dwingende redenen aanwezig acht van dese regel af te wijken. doelde onze vraag dus niet. Onze vraag doelde op een situatie, zoals deze nu door het Centraal Missie-Commissa riaat gewenst wordt. In die gedachten- gang zou de missie in Indonesië goed deels afhankelijk geweest zijn van de begroting van het Nederlandse ministe rie van buitenlandse zaken, hoofdstuk ontwikkelingshulp. Ze zou op Neder landse geldzendingen zijn aangewezen. Geldzendingen waarvoor het locaal gou vernement geen enkele verantwoorde lijkheid zou kunnen of mogen dragen. Zouden die zendingen na de souverei- niteitsoverdracht zijn doorgegaan of door de nieuwe Indonesische regering overgenomen? Wij betwijfelen het. Punt twee. Alles zou veel eenvoudiger zijn, als de missie maar concreet aan- faf wat haar bijdrage is in het ontwik- elingswerk en dan zo exact mogelijk. Deze opmerking beheerst vrijwel de gehele moderne missiepubliciteit. On zerzijds slechts een vraag: Wie gelooft werkelijk, dat de theoretisch onder scheiden doelen in het missiewerk ook Sraktiseh gescheiden kunnen worden? Tatuurlijk men moet zieken verplegen om zieken beter te maken. Niet om ze te bekeren. Toch is er nog altijd een groot verschil tussen missiehospitalen en gouvemementsziekenhuizen. Dat ver schil komt ook in de bestedingen tot uiting. Heeft een ziekenhuis een kapel nodig? Tenslotte, de missie kan geen controle accepteren. Waarom niet, vraagt prof. Oomen. Het wordt eigen lijk hoog tijd. Toch menen wij onze stelling onverkort te moeten handhaven. Wie immers zijn in dit verband mis sie. Antwoord: de Nederlandse missie congregaties en orden. Waar wordt het eventueel door de overheid te verstrek ken geld besteed? In een land met een eigen burgerlijke en een eigen kerke lijke overheid. Dat kan vanuit Neder land niet worden gecontroleerd. Pro beert men het toch en wij mogen toch bekend veronderstellen, dat het controle-vraagstuk bij de hulp aan ont wikkelingslanden een van de allermoei lijkste is (Kennedy's Alliance for pro gress!) dan zijn spanningen die onmid dellijk nadelig blijken voor het werk der Nederlandse missionarissen aan de or de van de dag. Waarom anders heb ben de Zwitserse en Nederlandse Ca- êucönen hun missiegebieden geruild? >e Zwitsers naar Indonesië, de Neder landers naar Tanganjika; waar het Duits niet zo populair is. Dat bedoelen wij met de werkelijk niet denkbeeldige moeilijkheden tussen het land, waar gemissioneerd wordt en Ne derland. Mogen wij b.v. nog eens herin neren aan de Chüi-actie van dit dag blad, die onmiddellijk ten onrechte als inmenging werd begrepen en waarvoor de Nederlandse missionarissen Naschrift van de redactie: De missie in Indonesië ontving subsi die van het gouvernement van Ned. O-Indië, dat daarvoor een eigen begro ting had, gebaseerd op eigen inkomsten en uitgaven. Het was de locale over heid, die zoals bijna overal ter we reld subsidiërend optreedt ten behoe ve van particuliere organen, die zich het onderwijs of de gezondheidszorg aantrekken. Bij de soevereiniteitsover dracht heeft de nieuwe Indonesische regering deze verplichtingen dan ook zonder meer overgenomen. Daarop verant woordelijk werden gesteld? Overigens wfl herhalen het nog eens willen wij met dit betoog niet de mogelijkheid van een subsidie voor de ontwikkelingsactiviteiten van missie en zending bij voorbaat ontkennen. Wij pleiten alleen voor voorzichtigheid. NIJMEGEN, 10 juni Kand. psy chologie: mej. M. H. Mertens (Nijme gen) en de heren H. Benders (Breda) en J. Chr. M. Metz Cs-Hertogenbosch) doet. psychologie: mevr. L. M. A. Buynsters-Smets (Boosteren), mej. E. C. M. de Jong (Breda), de heren H. C. I. Andriessen, cum laude (Nijmegen), F. A. J. M. Boselie (Arnhem), M. H. A. M. Huijnen, cum laude (Maastricht), C. J. S. Klerken (Nunhem), en J. F. J. Janmaat (Amsterdam). LEIDEN, 10 juni Doet. Duits: de heer M. H. Würzner, Leiden: doet. Ne derlands recht: de heer J. L. M. Ur- lings, Voorburg; doet. vrije studierich ting rechten: de heer L. G. Schimmel- penninck, Olst (O). ARNHEM, 10 uni Vrijdag is of ficieel de nieuwe academie voor beel dende kunsten in gebruik genomen. Het gebouw waarin veel glas is verwerkt is ontworpen door de Nederlandse bouw meester Rietveld. De academie staat aan de voet van Arnhems hoog-gebouw- de gemeente museum bij de Rijn. Bij de opening stelde dr. E. van der Voort Maarschalk, de voorzitter van het schoolbestuur, Rietvelds ontwerp ten vot-beeld aan de leerlingen. Hij zei dat de conceptie ervan zich uitdrukkelijk richtte tegen ivoren-toren-opvattingen. Dr. Van der Voort Maarschalk uitte scherpe kritiek op het gemeente-bestuur van Arnhem en op de directie van de Provinciale Gelderse Electriciteits Maatschappij (PGEM), die buiten over leg met de architect vlak naast Riet velds gebouw een kantoorgebouwtje (van de PGEM) hebben laten neerzet ten, waardoor de academie architecto- nisch-ruimtelijk beschouwd in het ge drang is gekomen. De voorzitter vond dit „op zijn minst een gebrek aan res pect tegen deze bouwmeester van we reldnaam". DEN HAAG, 10 juni Bij kabinets formateur dr. W. de Kort is een reso lutie binnengekomen, verzonden door de Europese Beweging in Nederland, waar in wordt aangedrongen op de spoedige benoeming van een bewindsman voor Europese zaken hetzij minister hetzij staatssecretaris in het komende ka binet. De Europese federalisten hebben een rede van staatssecretaris drs. E. G. Stij- kel aanhoord alsmede een uiteenzet ting van prof. dr. H. Brugmans rector van het Europa-College, waarin beiden tot de slotsom kwamen, dat lang niet alle kansen voorbij zijn om Engeland tot lid van de EEG te maken. Wel ver wacht men, dat het enige jaren zal du ren alvorens resultaat bereikt kan wor den met nieuwe onderhandelingen in die richting. KRUISWOORDRAADSEL Horizontaal: 1 schel - 4 plant - 6 militaire eenheid 8 goud (Fr.) - 9 tantalium (afk.) - 10 nagerecht - 11 huisdier - 12 vogelprodukt - 14 Romein se Rijk (afk.) - 15 kennis - 18 zetel (Lat.) - 19 ingewand van haring. Vertikaal: 1 speelgoed - 2 god van de liefde - 3 Europeaan - 4 nadeel - 5 be roep - 6 armoedig - 7 staat - 13 berg plaats - 16 vogeleigenschap - 17 moment. OPLOSSING 7 JUNI 1 over 2 vara - 3 erin 4 rang - 5 plek - 6 loge - 7 egel - 8 kelt - 9 roer - 10 orde .11 eden - 12 rens - 13 spek - 14 pose - 15 esse - 16 keel. Opneming m deze rubriek ia niet noodzakelijk een bewijs van instemming. Onder de titel „Subsidievraag" schrijft het dagblad „Trouw": Van rooms-katholieke zijde is een brief aan de Tweede Kamer gericht, waarin gevraagd wordt om overheids subsidie voor het door de r.k.-missie te verrichten ontwikkelingswerk. Wij leven in een tijd waarin in onze westerse wereld hoe langer hoe meer het besef door dringt, dat wij de zg. ontwikkelingslanden hulp hebben te verschaffen. Vergroting van de bedra gen die voor deze hulp worden beschik baar gesteld, is een in Nederland vrjj algemeen gestelde eis. Maar wij weten ook, dat met geld, met kennis en met techniek niet alles is gezegd. Wij beseffen zeer goed, dat ontwikkeling een geestelijke, een religieuze onder grond moet hebben. En het zijn juist missie en zending die zulk een onmis bare ondergrond trachten te verschaf fen. Zending en missie beperken zich daarbij niet tot een prediking van het Evangelie sec. Zij hebben dat altijd 24 Terugziende is het gemakkelijk te begrijpen hoe de verhouding tussen Summers en hoofdinspecteur Hall zou zijn. Maar voor een naïef mens als Summers, altijd bereid de justitie te helpen en door een levenslange dienst aan de Staat gelovende dat iedereen die voor de Staat werkte ook een veilig richtsnoer kreeg, was de opeenvolging van gebeurtenissen eerst on begrijpelijk en toen een ware nachtmerrie. Hij werd van het hotel naar Scotland Yard gereden en ging heel gewillig mee. Met grote ogen, verlangend van dienst te zijn. Arme ouwe baas! Hoewel ze hem een goed uur lieten wachten was hoofdinspecteur Hall eerst heel aardig tegen hem. Beleefd en meelevend tegenover iemand die pas een groot verlies heeft geleden. Summers'herinnerde zich dat inspecteur Bell, die hem over Ann was komen spreken, ook rustig en welwillend was geweest. Inspecteur Hall had een vrolijk rond gezicht, kortgeknipt grijs haar en grijze ogen. Brigadier Cope die met Bell was meegekomen, had iets militairs over zich gehad, terwijl de brigadier, die met de hoofdinspec teur samenwerkte een magere man was met een somber, scherp gezicht, zwarte wenkbrauwen, een zwarte snor en kleine, zwarte, priemende oogjes als schoenknoopjes. Toch was er, hoewel hem 't gezicht van brigadier Aiken niet aanstond, niets nachtmerrie-achtigs aan hem en zeker was er niets terugstotends in de vrolijke, ronde hoofdinspecteur Hall. Niet dat zijn optreden nu bepaald joviaal was, dat zou natuurlijk op dit moment ook misplaatst zijn geweest, maar Summers kreeg de indruk dat hij een prettig, opgewekt karakter had en dat was een echte geruststelling. Uit mijn ervaring als journalist zou ik Harold Summers een massa hebben kunnen vertellen over o, zulke sympathieke rechercheurs, die zó vriende lijk zijn dat je het liefst je hoofd tegen hun schouder zou leggen en alle gehei men van je schuldig geweten bij hen uitsnikken, en over montere inspec teurs die met je lachen als je .maar raak praat en die het het volgende ogenblik de handboeien aandoen, nog steeds vrolijk lachend. Maar ik was er niet om Summers dat te vertellen. Tegen dat ik het een en ander van Jean had gehoord zat hij al uren op de Yard. Hij was er binnen gewandeld zo onschuldig als een lam en even argeloos. Hij had letterlijk gevraagd om narigheid. Pas toen hij hun had verteld, dat hij naar het Victoria-station was ge gaan om op Judy te wachten voelde hij de atmosfeer veranderen. Tot dus ver was alles goed gegaan. Nu stond de inspecteur plotseling van zijn schrijftafel op, liep naar het raam en scheen het verkeer over het Enbank- ment met aandacht gade te slaan. De brigadier legde zijn potlood neer, leunde achterover en staarde met zijn knoopjesogen naar het plafond. Het was niet iets dat je in woorden zou kunnen omschrijven. Het was alleen dat het gesprek, dat tot nu toe prettig en vlot was verlopen met eenvou dige vragen en antwoorden, opeens verstomde en niemand meer naar hem keek of iets zei. Eindelijk keerde de inspecteur zich om, leunde met zijn handen in zijn zakken tegen de vensterbank en keek hem nu wèl aan, en zeer doordringend ook. ,,U zult wel blij zijn geweest met dat telegram van uw dochter, gezien het feit, dat u haar in zoveel jaren niet had gezien, sir?" „In zekere zin wel." „Alleen in zekere zin?" „Ja, ziet u, ronduit gezegd dacht ik dat ze waarschijnlijk in moeilijkheden zou zitten." „Maar u was toch zeker wel teleurgesteld, toen ze niet kwam?" „O ja, ja, ik was natuurlijk teleurgesteld." Hij snapte niet wat dat met de moord op Elspeth te maken had. „Misschien kunnen wij u wel helpen, sir," gei de inspecteur. „Mij helpen? Hoezo?" „Wel, sir, ze kan wel ziek zijn of zoiets begrijpt u wat ik bedoel? U zult met haar in contact willen komen, niet waar?" Massa's mensen zouden begrepen hebben waar het naar toe ging, maar Summers niet. Hij vloog er glorieus in. „Ze heeft misschien naar huis getelefoneerd," zei hij hoopvol. (Wordt vervolgd) gedaan in het kader van bemoeienis met allerlei maatschappelijke, me dische en onderwijzerswerkzaamheden. Dat is voor een groot deel dus ont wikkelingswerk. En de bedragen die daarvoor buiten alle staatskassen om disponibel zijn gesteld, zijn enorm groot. Nu het ontwikkelingswerk juist buiten zending en missie óm sterk wordt uitgebreid, is het van grote be tekenis, dat de activiteiten van missie en zending daarmee gelijke tred hou den. Juist vanwege de noodzaak van het scheppen van een voor elke ont wikkeling noodzakelijke religieuze on dergrond. De vraag om subsidie is daarom ook wel begrijpelijk. En van de zijde van de overheid gezien zou men daarvoor ook wel begrip kunnen opbrengen. Toch zouden wij hier wel willen zeg gen, dat men dan wel goed moet we ten, wat men doet. Want het gevaar is groot dat de Kerk dan haar eigen werk gaat bederven. Wij schreven verleden woensdag over de geestelijke machten die strijden om het hart van Afrika. Mohammedanis me, heidendom, communisme, chris tendom. Vele van die geestelijke machten zijn politiek gebonden. Alleen het christendom niet. Het identificeert zich zelf niet met enige politieke macht. Deze onbevangenheid is mede de kracht van het Evangelie. Zodra men het christendom en de brengers van het Evangelie gaat iden tificeren met bepaalde politieke mach ten, in dit geval die van de westerse staten, is het met die onbevangenheid uit. Dan zullen de het christendom be strijdende machten niet nalaten daar mee tegen het Evangelie, tegen zen ding en missie te gaan ageren. Het is toch al de grote kunst om de door de westerse staten te verlenen hulp poli tiek ongeconditioneerd te houden. Maar wanneer men de boodschap van het Evangelie in verband zou kunnen gaan zien met het geld van de westerse po litieke machten, dan is het Evangelie in de ogen van de volken der ontwik kelingslanden besmet. Daar zullen communisten, heidenen en mohamme danen wel voor zorgen. Wij vragen ons dan ook af, of juist vanuit de Kerk gezien het niet zo is, dat hier geen enkele band met een staat moet zijn. De Kerk zou anders haar eigen werk krachteloos kunnen maken. Tot scha de van de verbreiding van het Evan gelie. Tot schade van de volken wel ker heil men op het oog heeft. Over dit onderwerp schrijft De Volks krant o.a. Toen de KVP enige tijd terug de wense lijkheid van overheidshulp voor missie en zending voor het eerst in de Tweede Kamer aan de orde stelde, werden nog al wat bezwaren gemaakt. Sommigen meenden, dat missie en zending met overheidshulp van een bepaald land te veel het etiket van dat land zouden krij gen. Dat zou dan schadelijk kunnen zijn voor de geloofsverkondiging. Vooral ais zich moeilijkheden voordoen tussen het land dat de subsidie geeft en het land waarin de gesubsidieerde kerkelijke in stellingen werken. Als deze moeilijkheid werkelijk reëel is zou ze, dunkt ons, het eerst gevoeld moeten worden dooi de missionerende instellingen zelf. De brief van het Centraal Missie-commis sariaat aan de Tweede Kamer-leden is het beste bewijs, dat de direct-betrokke- nen dit bezwaar beslist niet voelen. Men kan zich trouwens ook moeilijk een situatie voorstellen waarin juist Nederland nog met een ontwikkelings land in conflict zou kunnen komen. En ais gevraagd wordt wat de positie van missie en zending in Indonesië zou zijn geweest als zij eerder subsidie van de Nederlandse overheid hadden ontvan gen, dan is het antwoord: dezelfde, om dat zij daar reeds lang volledig met de inheemse samenleving verweven zijn, een ontwikkeling die zich ook elders in de jonge staten in snel tempo voltrekt. Zo blijven alleen de motieven over, die voor overheidssteun aan het ont wikkelingswerk van missie en zending pleiten en die in de brief van het Centraal Missie-commissariaat met een overtuigende hoeveelheid gegevens worden opgesomd. Het ontwikkelings werk van missie en zending op het ge bied van het onderwijs, de volksgezond heid, van de landontginning enzovoort wordt geleid door mensen, die de be hoeften door hun langdurig verblijf grondig kennen. Ook omdat de werkers IVEE/Z P V/MO J/JatEST/LTE C&/M/ET/1MSST/GP O NEE. PIEfZEWIETlGd EISJE- EtUEFT MET DE HELE MOCHT ZO DOOZ !/(CHE8<SiMP! STOP OOM VE OPEN D/CHT EM ffljjp// "S- 24. „Dat wil ik zeker, Rattler," antwoordde ik. „Met welk recht?" „Met een onbetwistbaar recht... Ik heb de beer geveld" „Dat lieg je!" brulde hij, met zijn mes zwaaiend, „wij hebben hem voor jij kwam al aangeschoten, daarom is hij dood gegaan, niet door jouw speldeprikken!" Hij wilde gaan snij den, maar ik waarschuwde hem: „Laat dat, Rattler, anders zal ik je leren naar mijn woorden te luiste ren!" Hij sprong op en wierp zich met zijn mes op mij. Ik greep de hand waarin hij het mes had met mijn linkerhand vast en met de rechter ving ik hem bij zijn borst op. Daar hij vlak voor de gevallen beer stond, gaf ik hem een geweldige duw, zodat hij over de beer struikelde en ruggelings tegen een Doom kwakte. Het was mij op dat moment werkelijk on verschillig of hij iets brak of niet. Hij bleef even versuft liggen maar zijn harde kop had niets ge leden van de stoot. Hij richtte zich bijna direct weer op en keek mij met van woede fonkelende ogen aan: „Dat zal ik je betaald zetten. Je hebt me al eens. eerder geslagen en ik zal zorgen, dat het je geen derde keer lukt." Met deze woorden wilde hij zijn revolver grijpen en ik wilde juist hetzelfde doen, toen vanuit de struiken een gebiedende stem klonk: „Zijn jullie gek geworden, om elkaar af te slachten! Doe die wapens weg!" 18. Samen met de krijger bouwt Eric op de hel ling een eenvoudig graf van zwerfkeien voor Thor- finn Snelvoet. De dood van de jager heeft Eric danig van zijn stuk gebracht, maar niet in de laatste plaats omdat zijn eigen zoon de moordenaar is... Zwijgend rijden ze terug, naar Olafs burcht. Pas als ze deze voor zich zien, richt Eric zich voor het eerst weer tot zijn metgezel. „Rijd snel naar koningin Winonah," zegt hij, „mogelijk is Artor daarhëen op weg gegaan. Laat hem daar dan op mij wachten." Met een hoofdknik neemt de krijger afscheid, blij dat hij het gezelschap van de Noorman met zijn sombere ogen ontvluchten kan. Olaf de beren jager Likt nerveus de lippen, als hij het gezicht van zijn gast ziet. Toonloos vertelt Eric wat er gebeurd „Haal je dochter," zegt hij kil. „Zij kan ons vertellen wat er aan de hand is, zij zal ons zeggen wat Erwin er toe gedreven heeft een moordenaar te worden. „Een moordenaar," klinkt Ingrids stem schril, als ook zij Eric aangehoord heeft, „mijn Erwin een moordenaar? Nooit zal ik dat geloven." „Een stervende liegt niet," zegt Eric stug. „Het woord van Thorfinn valt niet in twijfel te trekken, zelfs at beschuldigt hij... mijn eigen zoon..maar de reden voor deze daad, dat wat Erwin tegen elke prijs verbergen heeft... dat zul jij mij zeggen, Ingrid, n en zonder omwegen!" in missie en zending niets voor zichzelf vragen mag verwacht worden, dat de middelen, waarover zij de beschikking krijgen, niet alleen goed maar ook vol ledig aan het eigenlijke doel zullen worden besteed. Wel zou de overheids hulp over een centrale instantie moeten lopen, hetgeen ook nog het voordeel heeft, dat daarmee een grotere samen werking tussen de missionerende instel lingen wordt gestimuleerd. DEN HAAG, 10 juni De directie van de Nederlands-Indonesische Spoor weg-Mij. zegt in haar verslag over 1962 het honderdste in haar bestaan zich moeilijk te kunnen indenken „dat met een staat als Indonesië voor een nutsbedrijf als de N.I.S.M., dat de door zijn lijnen doorsneden streken in Mid den-Java tot bloei heeft gebracht en dat door Indonesië sedert de souvereini- teitsoverdracht dagelijks wordt geëx ploiteerd, niet een bevredigende rege ling te treffen zal zijn". Blijkens de winst- en verliesrekening over 1962 werd in Nederland aan in terest ontvangen 45.875 (v.j. 45.171) en betaald 1.449.666 1.450.175). De overige baten leverden 12.225 16.759) op, waartegenover o.m. ston den onkosten ad 24.411 22.987), en afschrijving op de vrijliggende verbin ding Solo-Diokja ad 220.914 (ƒ211.410). Het saldo-verlies ad 1.660.267 1.635.040) wordt ten laste gebracht aan de algemene afschrijvings- en reserverekening, die daarna nog 20.785.337 bedraagt. Het totaal der uitstaande leningen in Nederland, in clusief de achterstallige rente beloopt thans 50.109.275. KINDERDIJK, 10 juni Hoewel bedrijven goed van werk waren vo zien zijn de financiële resultaten os 1962 van J. en K. Smit's Sclieepswe ven belangrijk lager dan vorige jar De concurrentie wordt scherper, door de prijzen worden gedrukt, ter* de lonen en sociale lasten voortau. ar stijgen, zo schrijft de directie in e verslag. Aan het opvoeren van de ciency wordt de volle aandacMi schonken. De aard van de_ ?e"w.jits van de vennootschap leent zt™ tot een beperkte produktiever zodat hierin weinig compensa worden gevonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 4