Aandelen Vereenigd Bezit van 1894: risicospreiding, deskundig "beheer, rendement
[bbieven
Alfredo
DAGPUZZLE
BOODSCHAPPER
VAN DE NACHT
De oorlog van de Zeven Bronnen
I
E
0
BOMg
DE GREENHORN
DE STILLE STRIJD
van
lezers
Kwalijk kantoor
nabij bouwwerk
van Rietveld
Kritiek bij opening
van kunst-academie
Benoeming bewinds
man Europese zaken
bepleit
n
Ned.-Indon. Spoorweg
hoopt op bevredigende
regeling met Djakarta
Concurrentie oorzaak
van lager resultaat
Smit's Scheepswerven
MAANDAG 10 JUNI 1963
PAGINA 4
Subsidie voor de missie
Examens
Subsidie voor de Missie
door
JOHN
BINGHAM
oohan' Y hé??u/ar
üoh/ln /SE/ZNCU
aar/s het ju/st
KARL MAY
ERIC DE NOORMAN
fAdvertentie
Ik heb uw advies in uw artikel van 6 juni
aangaande overheidssteun aan ontwikke
lingswerk van Missie en Zending op
gevolgd. Ik heb doorgedacht. Maar U
hebt niet terug gedacht! U bent op
een imaginair punt begonnen te den
ken en U komt thans met fictieve vra
gen.
Bent U dan al vergeten dat b.v. on
derwijs en ziekenzorg op initiatief van
Missie en Zending zich nooit zodanig
hadden kunnen ontplooien als ze niet
op grote schaal door ons voormalig
bestuur gesubsidieerd waren geweest?
Dat is in andere koloniale landen be
paald kariger geweest en dan ook met
minder succes bekroond. Op grond
van ervaring elders ben ik het vroe
gere Hoofd Volksgezondheid, de oud
zendingsarts Offringa, dankbaar, dat
mijn missie-ziekenhuizen, wat de zorg
voor minvermogenden betreft, voor
tweederde, op grond van zijn wijs sub
sidiesysteem werden ondersteund.
Uw vraag: ,,Wat zou het lot zijn g
weest van de bloeiende missies in I
donesië als die missies voor een aan
merkelijk deel op overheidssteun zou
den zijn aangewezen?" verontrust mij
dus geen zier. Het antwoord is dat
het bij wijze van spreken niet
beter kon. Het Indonesische bewind
heeft zulke culturele en sociale presta
ties op grootscheepse wijze gehono
reerd. Het feit dat Missie (bestaat niet
meer, lees: normale hiërarchie) of
Zending (bestaat niet meer, lees: au
tonome kerken) op het gebied van on
derwijs en ziekenzorg met zilveren ke
tens aan de overheid gebonden waren,
heeft geen kwaad gedaan. (In Congo
lagen de verhoudingen, dacht ik, on
gunstiger!).
Er zijn attributen, die men met geld
niet kopen kan: het supra-nationale
karakter, het zwoegen zonder winstbe
jag, het zich identificeren met de be
langen van het volk. Dan vergeet men
de aandacht die lang, lang gele
den! ook in missiescholen aan de
verbindingen tussen Roodeschool en
Terneuzen of aan Jozef in Dotan is
besteed.
U bent ook vergeten, dat het voor
malige Nederlands Indië. in tegenstel
ling met het vaderland, staatspastoors-
•n -dominees kende, „geestelijken van
de eerste rang" enz. Maar daar wil
ik het niet over hebben, want daar
voel ik niets voor. Aan een gesubsi
dieerde levensbeschouwing ben ik nog
niet toe.
Laat me voortgaan met denken. Als
dat nu zo geweest is en het heeft geen
kwaad gedaan (ook in vele andere
landen niet!), waarom gaan we er dan
niet mee door? In Westelijk Nieuw
Guinea werden scholen en ziekenhui
zen, oorspronkelijk intiatieven van
Missie en Zending, voor honderd pro
cent door ons land onderhouden. Als
we nu vinden, dat die opgewekte zwoe
gers en begaafde ploeteraars aan de
zelfkant van onze samenleving cultu
reel gesproken, hun kost waard zijn...
Als we nu vinden dat we nóg ver
plichtingen hebben tegenover het twee
derde van de wereld dat in analfabe
tisme en armoede gedompeld is... Als
we nu gaan zwaaien met de machtige
vaan van ontwikkelingshulp en socia
le rechtvaardigheid,.wat ligt er dan
meer voor de hand, dat we eens
staatsgewijs financieel aandacht be
steden aan de Nederlanders overzee,
die met deze blijtjes hakken of trach
ten te hakken.
We zijn nu toch een kleine onschul
dige kolonieloze natie, we staan zo
manhaftig voorop met het stoppen van
geld in de grote ontwikkelingshulppot
wat voor kwaad kunnen dan nog
die dunne zilveren draadjes, die ons
zouden verbinden met Nederlandse
goodwill gezanten overzee?
Laten we echter blijven doordenken!
Wat is er aan de hand? Het Centrale
Missie-Commissariaat heeft namens
Missie-orden een brief aan alle Twee
de Kamerleden gezonden. Missie
Missie Missie! Maar bestaat dat dan
nog, hooggeachte Redactie? Ik dacht
dat de hele tropische wereld nu we
melde van autochthone, of althans au
tonome, bisschoppen! En dat we al
leen nog van Missie praten, omdat het
ons zo zwaar op het brein drukt en
zo na aan het hart ligt. Omdat we de
geestelijke passen van onze juist ont
slapen herder en leider niet vlot ge
noeg kunnen bijhouden. Had dat niet
zoiets als het Commissariaat voor
Ontwikkelingshulp van de Verenigde
Nederlandse Geloofsverkondigers moe
ten wezen?
U schrijft tenslotte: ,,De missie (ik
begrijp dat woord toch wel) kan zich
geen controle permitteren". Mijn he
mel, waarom niet? Hebben ze iets te
verstoppen? Is niet alles kouscher? Is
het nu heus onmogelijk om aan de
Heer Roethof duidelijk te maken, dat
de Missie meer wil dan plaatjes bij
de koek verkopen? Maar nu in ernst:
permitteren alle Katholieke gesubsidi-
ëerde ziekenhuizen en scholen zich
dan geen overheidscontrole? En is dat
niet nuttig en rechtvaardig? En moest
ik als directeur van een „gesubsidi
eerde r.-k. ziekeninrichtinf" vroeger
niet gedetailleerde maandverslagen
aan de overheid uitbrengen? Wat is
daar tegen? Het was in ieder geval
goed voor mijn geweten. U denkt ditmaal
niet genoeg door. U hebt Uw zin niet
beëindigd de missie kan zich geen
controle permitteren in geloofszaken.
Maar we hebben het nu over ontwik
kelingshulp. Als de missie zich eens
wat meer controle permitteerde in
profane zaken, die nochtans evengoed
tot de christelijke en publieke verant
woordelijkheid behoren; als men eens
wat vlotter voor de dag kwam met
zakelijke rapporten en goed gefundeer
de voorstellen ik moet nu wel even
generaliseren als men nu maar dui
delijk en deskundig aantoonde, hoe
missieplannen passen in een ontwik
kelingsbeleid, dan zouden mijns in
ziens onze senatoren met een meer
welgevallig oor luisteren. Want missie
is geen ontwikkelingshulp en ontwik
kelingshulp is geen missie hoeveel
raakvlakken er ook mogen zijn.
Wat ons mangelt en waarin an
dere landen ons soms voor zijn is
een redelijk, controleerbaar subsidie
systeem van maatschappelijke activi
teiten van bekwame Nederlanders in
ontwikkelingsgebieden, welke hoed ook
hun hoofd siert.
Amsterdam, 7 juni 1963.
Prof. dr. H. A. P. C. Oomen.
Kon. Instituut voor de Tropen.
Mauritskade 57
Amsterdam-oost.
Plaatsing aan ingezonden stukken Brieoen van heter*"/ betekent niet nood-
takelijk sen bewijs iw instemming, doch betekent slechts dat de hoofdredactie
het ingezonden stuk ter kennis van de lezers wü brengen. Het feit van de gloat-
sing onttrekt tiah eekter niet aan de verantwoordelijkheid der hoofdredactie, die
sich dan ook voorbehoudt een ontvangen stuk zonder opgave van redenen terug
te zenden. In het algemeen ie ondertekening met naam en adres vereist, tenzij in
een zeer bijeonder geval de hoofdredactie dwingende redenen aanwezig acht van
dese regel af te wijken.
doelde onze vraag dus niet. Onze vraag
doelde op een situatie, zoals deze nu
door het Centraal Missie-Commissa
riaat gewenst wordt. In die gedachten-
gang zou de missie in Indonesië goed
deels afhankelijk geweest zijn van de
begroting van het Nederlandse ministe
rie van buitenlandse zaken, hoofdstuk
ontwikkelingshulp. Ze zou op Neder
landse geldzendingen zijn aangewezen.
Geldzendingen waarvoor het locaal gou
vernement geen enkele verantwoorde
lijkheid zou kunnen of mogen dragen.
Zouden die zendingen na de souverei-
niteitsoverdracht zijn doorgegaan of
door de nieuwe Indonesische regering
overgenomen? Wij betwijfelen het.
Punt twee. Alles zou veel eenvoudiger
zijn, als de missie maar concreet aan-
faf wat haar bijdrage is in het ontwik-
elingswerk en dan zo exact mogelijk.
Deze opmerking beheerst vrijwel de
gehele moderne missiepubliciteit. On
zerzijds slechts een vraag: Wie gelooft
werkelijk, dat de theoretisch onder
scheiden doelen in het missiewerk ook
Sraktiseh gescheiden kunnen worden?
Tatuurlijk men moet zieken verplegen
om zieken beter te maken. Niet om ze
te bekeren. Toch is er nog altijd een
groot verschil tussen missiehospitalen
en gouvemementsziekenhuizen. Dat ver
schil komt ook in de bestedingen tot
uiting. Heeft een ziekenhuis een kapel
nodig? Tenslotte, de missie kan geen
controle accepteren. Waarom niet,
vraagt prof. Oomen. Het wordt eigen
lijk hoog tijd. Toch menen wij onze
stelling onverkort te moeten handhaven.
Wie immers zijn in dit verband mis
sie. Antwoord: de Nederlandse missie
congregaties en orden. Waar wordt het
eventueel door de overheid te verstrek
ken geld besteed? In een land met een
eigen burgerlijke en een eigen kerke
lijke overheid. Dat kan vanuit Neder
land niet worden gecontroleerd. Pro
beert men het toch en wij mogen
toch bekend veronderstellen, dat het
controle-vraagstuk bij de hulp aan ont
wikkelingslanden een van de allermoei
lijkste is (Kennedy's Alliance for pro
gress!) dan zijn spanningen die onmid
dellijk nadelig blijken voor het werk der
Nederlandse missionarissen aan de or
de van de dag. Waarom anders heb
ben de Zwitserse en Nederlandse Ca-
êucönen hun missiegebieden geruild?
>e Zwitsers naar Indonesië, de Neder
landers naar Tanganjika; waar het
Duits niet zo populair is.
Dat bedoelen wij met de werkelijk niet
denkbeeldige moeilijkheden tussen het
land, waar gemissioneerd wordt en Ne
derland. Mogen wij b.v. nog eens herin
neren aan de Chüi-actie van dit dag
blad, die onmiddellijk ten onrechte als
inmenging werd begrepen en waarvoor
de Nederlandse missionarissen
Naschrift van de redactie:
De missie in Indonesië ontving subsi
die van het gouvernement van Ned.
O-Indië, dat daarvoor een eigen begro
ting had, gebaseerd op eigen inkomsten
en uitgaven. Het was de locale over
heid, die zoals bijna overal ter we
reld subsidiërend optreedt ten behoe
ve van particuliere organen, die zich
het onderwijs of de gezondheidszorg
aantrekken. Bij de soevereiniteitsover
dracht heeft de nieuwe Indonesische
regering deze verplichtingen dan ook
zonder meer overgenomen. Daarop
verant
woordelijk werden gesteld?
Overigens wfl herhalen het nog
eens willen wij met dit betoog niet
de mogelijkheid van een subsidie voor
de ontwikkelingsactiviteiten van missie
en zending bij voorbaat ontkennen. Wij
pleiten alleen voor voorzichtigheid.
NIJMEGEN, 10 juni Kand. psy
chologie: mej. M. H. Mertens (Nijme
gen) en de heren H. Benders (Breda)
en J. Chr. M. Metz Cs-Hertogenbosch)
doet. psychologie: mevr. L. M. A.
Buynsters-Smets (Boosteren), mej. E.
C. M. de Jong (Breda), de heren H. C.
I. Andriessen, cum laude (Nijmegen),
F. A. J. M. Boselie (Arnhem), M. H.
A. M. Huijnen, cum laude (Maastricht),
C. J. S. Klerken (Nunhem), en J. F. J.
Janmaat (Amsterdam).
LEIDEN, 10 juni Doet. Duits: de
heer M. H. Würzner, Leiden: doet. Ne
derlands recht: de heer J. L. M. Ur-
lings, Voorburg; doet. vrije studierich
ting rechten: de heer L. G. Schimmel-
penninck, Olst (O).
ARNHEM, 10 uni Vrijdag is of
ficieel de nieuwe academie voor beel
dende kunsten in gebruik genomen. Het
gebouw waarin veel glas is verwerkt
is ontworpen door de Nederlandse bouw
meester Rietveld. De academie staat
aan de voet van Arnhems hoog-gebouw-
de gemeente museum bij de Rijn. Bij
de opening stelde dr. E. van der Voort
Maarschalk, de voorzitter van het
schoolbestuur, Rietvelds ontwerp ten
vot-beeld aan de leerlingen. Hij zei dat
de conceptie ervan zich uitdrukkelijk
richtte tegen ivoren-toren-opvattingen.
Dr. Van der Voort Maarschalk uitte
scherpe kritiek op het gemeente-bestuur
van Arnhem en op de directie van de
Provinciale Gelderse Electriciteits
Maatschappij (PGEM), die buiten over
leg met de architect vlak naast Riet
velds gebouw een kantoorgebouwtje
(van de PGEM) hebben laten neerzet
ten, waardoor de academie architecto-
nisch-ruimtelijk beschouwd in het ge
drang is gekomen. De voorzitter vond
dit „op zijn minst een gebrek aan res
pect tegen deze bouwmeester van we
reldnaam".
DEN HAAG, 10 juni Bij kabinets
formateur dr. W. de Kort is een reso
lutie binnengekomen, verzonden door de
Europese Beweging in Nederland, waar
in wordt aangedrongen op de spoedige
benoeming van een bewindsman voor
Europese zaken hetzij minister hetzij
staatssecretaris in het komende ka
binet.
De Europese federalisten hebben een
rede van staatssecretaris drs. E. G. Stij-
kel aanhoord alsmede een uiteenzet
ting van prof. dr. H. Brugmans rector
van het Europa-College, waarin beiden
tot de slotsom kwamen, dat lang niet
alle kansen voorbij zijn om Engeland tot
lid van de EEG te maken. Wel ver
wacht men, dat het enige jaren zal du
ren alvorens resultaat bereikt kan wor
den met nieuwe onderhandelingen in die
richting.
KRUISWOORDRAADSEL
Horizontaal: 1 schel - 4 plant - 6
militaire eenheid 8 goud (Fr.) - 9
tantalium (afk.) - 10 nagerecht - 11
huisdier - 12 vogelprodukt - 14 Romein
se Rijk (afk.) - 15 kennis - 18 zetel
(Lat.) - 19 ingewand van haring.
Vertikaal: 1 speelgoed - 2 god van de
liefde - 3 Europeaan - 4 nadeel - 5 be
roep - 6 armoedig - 7 staat - 13 berg
plaats - 16 vogeleigenschap - 17 moment.
OPLOSSING 7 JUNI
1 over 2 vara - 3 erin 4 rang - 5
plek - 6 loge - 7 egel - 8 kelt - 9 roer -
10 orde .11 eden - 12 rens - 13 spek -
14 pose - 15 esse - 16 keel.
Opneming m deze rubriek ia niet noodzakelijk een bewijs van instemming.
Onder de titel „Subsidievraag" schrijft
het dagblad „Trouw":
Van rooms-katholieke zijde is een
brief aan de Tweede Kamer gericht,
waarin gevraagd wordt om overheids
subsidie voor het door de r.k.-missie
te verrichten ontwikkelingswerk.
Wij leven in een tijd waarin in onze
westerse wereld hoe langer hoe meer
het besef door dringt, dat wij de zg.
ontwikkelingslanden hulp hebben te
verschaffen. Vergroting van de bedra
gen die voor deze hulp worden beschik
baar gesteld, is een in Nederland vrjj
algemeen gestelde eis. Maar wij weten
ook, dat met geld, met kennis en met
techniek niet alles is gezegd. Wij
beseffen zeer goed, dat ontwikkeling
een geestelijke, een religieuze onder
grond moet hebben. En het zijn juist
missie en zending die zulk een onmis
bare ondergrond trachten te verschaf
fen.
Zending en missie beperken zich
daarbij niet tot een prediking van het
Evangelie sec. Zij hebben dat altijd
24
Terugziende is het gemakkelijk te begrijpen hoe de verhouding tussen
Summers en hoofdinspecteur Hall zou zijn. Maar voor een naïef mens als
Summers, altijd bereid de justitie te helpen en door een levenslange dienst
aan de Staat gelovende dat iedereen die voor de Staat werkte ook een
veilig richtsnoer kreeg, was de opeenvolging van gebeurtenissen eerst on
begrijpelijk en toen een ware nachtmerrie.
Hij werd van het hotel naar Scotland Yard gereden en ging heel gewillig
mee. Met grote ogen, verlangend van dienst te zijn. Arme ouwe baas!
Hoewel ze hem een goed uur lieten wachten was hoofdinspecteur Hall
eerst heel aardig tegen hem. Beleefd en meelevend tegenover iemand die
pas een groot verlies heeft geleden. Summers'herinnerde zich dat inspecteur
Bell, die hem over Ann was komen spreken, ook rustig en welwillend was
geweest. Inspecteur Hall had een vrolijk rond gezicht, kortgeknipt grijs
haar en grijze ogen. Brigadier Cope die met Bell was meegekomen, had
iets militairs over zich gehad, terwijl de brigadier, die met de hoofdinspec
teur samenwerkte een magere man was met een somber, scherp gezicht,
zwarte wenkbrauwen, een zwarte snor en kleine, zwarte, priemende oogjes
als schoenknoopjes.
Toch was er, hoewel hem 't gezicht van brigadier Aiken niet aanstond, niets
nachtmerrie-achtigs aan hem en zeker was er niets terugstotends in de
vrolijke, ronde hoofdinspecteur Hall. Niet dat zijn optreden nu bepaald
joviaal was, dat zou natuurlijk op dit moment ook misplaatst zijn geweest,
maar Summers kreeg de indruk dat hij een prettig, opgewekt karakter had
en dat was een echte geruststelling.
Uit mijn ervaring als journalist zou ik Harold Summers een massa hebben
kunnen vertellen over o, zulke sympathieke rechercheurs, die zó vriende
lijk zijn dat je het liefst je hoofd tegen hun schouder zou leggen en alle gehei
men van je schuldig geweten bij hen uitsnikken, en over montere inspec
teurs die met je lachen als je .maar raak praat en die het het volgende
ogenblik de handboeien aandoen, nog steeds vrolijk lachend.
Maar ik was er niet om Summers dat te vertellen. Tegen dat ik het een
en ander van Jean had gehoord zat hij al uren op de Yard. Hij was er binnen
gewandeld zo onschuldig als een lam en even argeloos. Hij had letterlijk
gevraagd om narigheid.
Pas toen hij hun had verteld, dat hij naar het Victoria-station was ge
gaan om op Judy te wachten voelde hij de atmosfeer veranderen. Tot dus
ver was alles goed gegaan. Nu stond de inspecteur plotseling van zijn
schrijftafel op, liep naar het raam en scheen het verkeer over het Enbank-
ment met aandacht gade te slaan. De brigadier legde zijn potlood neer,
leunde achterover en staarde met zijn knoopjesogen naar het plafond. Het
was niet iets dat je in woorden zou kunnen omschrijven. Het was alleen
dat het gesprek, dat tot nu toe prettig en vlot was verlopen met eenvou
dige vragen en antwoorden, opeens verstomde en niemand meer naar hem
keek of iets zei. Eindelijk keerde de inspecteur zich om, leunde met zijn
handen in zijn zakken tegen de vensterbank en keek hem nu wèl aan, en
zeer doordringend ook.
,,U zult wel blij zijn geweest met dat telegram van uw dochter, gezien
het feit, dat u haar in zoveel jaren niet had gezien, sir?"
„In zekere zin wel."
„Alleen in zekere zin?"
„Ja, ziet u, ronduit gezegd dacht ik dat ze waarschijnlijk in moeilijkheden
zou zitten."
„Maar u was toch zeker wel teleurgesteld, toen ze niet kwam?"
„O ja, ja, ik was natuurlijk teleurgesteld."
Hij snapte niet wat dat met de moord op Elspeth te maken had.
„Misschien kunnen wij u wel helpen, sir," gei de inspecteur.
„Mij helpen? Hoezo?"
„Wel, sir, ze kan wel ziek zijn of zoiets begrijpt u wat ik bedoel? U zult
met haar in contact willen komen, niet waar?"
Massa's mensen zouden begrepen hebben waar het naar toe ging, maar
Summers niet. Hij vloog er glorieus in.
„Ze heeft misschien naar huis getelefoneerd," zei hij hoopvol.
(Wordt vervolgd)
gedaan in het kader van bemoeienis
met allerlei maatschappelijke, me
dische en onderwijzerswerkzaamheden.
Dat is voor een groot deel dus ont
wikkelingswerk. En de bedragen die
daarvoor buiten alle staatskassen om
disponibel zijn gesteld, zijn enorm
groot.
Nu het ontwikkelingswerk juist
buiten zending en missie óm sterk
wordt uitgebreid, is het van grote be
tekenis, dat de activiteiten van missie
en zending daarmee gelijke tred hou
den. Juist vanwege de noodzaak van
het scheppen van een voor elke ont
wikkeling noodzakelijke religieuze on
dergrond.
De vraag om subsidie is daarom ook
wel begrijpelijk. En van de zijde van
de overheid gezien zou men daarvoor
ook wel begrip kunnen opbrengen.
Toch zouden wij hier wel willen zeg
gen, dat men dan wel goed moet we
ten, wat men doet. Want het gevaar
is groot dat de Kerk dan haar eigen
werk gaat bederven.
Wij schreven verleden woensdag over
de geestelijke machten die strijden om
het hart van Afrika. Mohammedanis
me, heidendom, communisme, chris
tendom. Vele van die geestelijke
machten zijn politiek gebonden. Alleen
het christendom niet. Het identificeert
zich zelf niet met enige politieke
macht. Deze onbevangenheid is mede
de kracht van het Evangelie.
Zodra men het christendom en de
brengers van het Evangelie gaat iden
tificeren met bepaalde politieke mach
ten, in dit geval die van de westerse
staten, is het met die onbevangenheid
uit. Dan zullen de het christendom be
strijdende machten niet nalaten daar
mee tegen het Evangelie, tegen zen
ding en missie te gaan ageren. Het is
toch al de grote kunst om de door de
westerse staten te verlenen hulp poli
tiek ongeconditioneerd te houden. Maar
wanneer men de boodschap van het
Evangelie in verband zou kunnen gaan
zien met het geld van de westerse po
litieke machten, dan is het Evangelie
in de ogen van de volken der ontwik
kelingslanden besmet. Daar zullen
communisten, heidenen en mohamme
danen wel voor zorgen.
Wij vragen ons dan ook af, of juist
vanuit de Kerk gezien het niet zo is,
dat hier geen enkele band met een
staat moet zijn.
De Kerk zou anders haar eigen werk
krachteloos kunnen maken. Tot scha
de van de verbreiding van het Evan
gelie. Tot schade van de volken wel
ker heil men op het oog heeft.
Over dit onderwerp schrijft De Volks
krant o.a.
Toen de KVP enige tijd terug de wense
lijkheid van overheidshulp voor missie
en zending voor het eerst in de Tweede
Kamer aan de orde stelde, werden nog
al wat bezwaren gemaakt. Sommigen
meenden, dat missie en zending met
overheidshulp van een bepaald land te
veel het etiket van dat land zouden krij
gen. Dat zou dan schadelijk kunnen zijn
voor de geloofsverkondiging. Vooral ais
zich moeilijkheden voordoen tussen het
land dat de subsidie geeft en het land
waarin de gesubsidieerde kerkelijke in
stellingen werken. Als deze moeilijkheid
werkelijk reëel is zou ze, dunkt ons,
het eerst gevoeld moeten worden dooi
de missionerende instellingen zelf. De
brief van het Centraal Missie-commis
sariaat aan de Tweede Kamer-leden is
het beste bewijs, dat de direct-betrokke-
nen dit bezwaar beslist niet voelen.
Men kan zich trouwens ook moeilijk
een situatie voorstellen waarin juist
Nederland nog met een ontwikkelings
land in conflict zou kunnen komen. En
ais gevraagd wordt wat de positie van
missie en zending in Indonesië zou zijn
geweest als zij eerder subsidie van de
Nederlandse overheid hadden ontvan
gen, dan is het antwoord: dezelfde, om
dat zij daar reeds lang volledig met de
inheemse samenleving verweven zijn,
een ontwikkeling die zich ook elders in
de jonge staten in snel tempo voltrekt.
Zo blijven alleen de motieven over,
die voor overheidssteun aan het ont
wikkelingswerk van missie en zending
pleiten en die in de brief van het
Centraal Missie-commissariaat met een
overtuigende hoeveelheid gegevens
worden opgesomd. Het ontwikkelings
werk van missie en zending op het ge
bied van het onderwijs, de volksgezond
heid, van de landontginning enzovoort
wordt geleid door mensen, die de be
hoeften door hun langdurig verblijf
grondig kennen. Ook omdat de werkers
IVEE/Z P
V/MO J/JatEST/LTE
C&/M/ET/1MSST/GP
O NEE. PIEfZEWIETlGd EISJE-
EtUEFT MET DE HELE MOCHT ZO
DOOZ !/(CHE8<SiMP! STOP OOM
VE OPEN D/CHT EM ffljjp//
"S-
24. „Dat wil ik zeker, Rattler," antwoordde ik.
„Met welk recht?" „Met een onbetwistbaar recht...
Ik heb de beer geveld" „Dat lieg je!" brulde hij,
met zijn mes zwaaiend, „wij hebben hem voor jij
kwam al aangeschoten, daarom is hij dood gegaan,
niet door jouw speldeprikken!" Hij wilde gaan snij
den, maar ik waarschuwde hem: „Laat dat, Rattler,
anders zal ik je leren naar mijn woorden te luiste
ren!" Hij sprong op en wierp zich met zijn mes op
mij. Ik greep de hand waarin hij het mes had met
mijn linkerhand vast en met de rechter ving ik hem
bij zijn borst op. Daar hij vlak voor de gevallen beer
stond, gaf ik hem een geweldige duw, zodat hij over
de beer struikelde en ruggelings tegen een Doom
kwakte. Het was mij op dat moment werkelijk on
verschillig of hij iets brak of niet. Hij bleef even
versuft liggen maar zijn harde kop had niets ge
leden van de stoot. Hij richtte zich bijna direct weer
op en keek mij met van woede fonkelende ogen aan:
„Dat zal ik je betaald zetten. Je hebt me al eens.
eerder geslagen en ik zal zorgen, dat het je geen
derde keer lukt." Met deze woorden wilde hij zijn
revolver grijpen en ik wilde juist hetzelfde doen,
toen vanuit de struiken een gebiedende stem klonk:
„Zijn jullie gek geworden, om elkaar af te slachten!
Doe die wapens weg!"
18. Samen met de krijger bouwt Eric op de hel
ling een eenvoudig graf van zwerfkeien voor Thor-
finn Snelvoet. De dood van de jager heeft Eric danig
van zijn stuk gebracht, maar niet in de laatste
plaats omdat zijn eigen zoon de moordenaar is...
Zwijgend rijden ze terug, naar Olafs burcht. Pas als
ze deze voor zich zien, richt Eric zich voor het eerst
weer tot zijn metgezel. „Rijd snel naar koningin
Winonah," zegt hij, „mogelijk is Artor daarhëen op
weg gegaan. Laat hem daar dan op mij wachten."
Met een hoofdknik neemt de krijger afscheid, blij
dat hij het gezelschap van de Noorman met zijn
sombere ogen ontvluchten kan. Olaf de beren jager
Likt nerveus de lippen, als hij het gezicht van zijn
gast ziet. Toonloos vertelt Eric wat er gebeurd
„Haal je dochter," zegt hij kil. „Zij kan ons vertellen
wat er aan de hand is, zij zal ons zeggen wat Erwin
er toe gedreven heeft een moordenaar te worden.
„Een moordenaar," klinkt Ingrids stem schril, als
ook zij Eric aangehoord heeft, „mijn Erwin een
moordenaar? Nooit zal ik dat geloven." „Een
stervende liegt niet," zegt Eric stug. „Het woord
van Thorfinn valt niet in twijfel te trekken, zelfs at
beschuldigt hij... mijn eigen zoon..maar de reden
voor deze daad, dat wat Erwin tegen elke prijs
verbergen heeft... dat zul jij mij zeggen, Ingrid, n
en zonder omwegen!"
in missie en zending niets voor zichzelf
vragen mag verwacht worden, dat de
middelen, waarover zij de beschikking
krijgen, niet alleen goed maar ook vol
ledig aan het eigenlijke doel zullen
worden besteed. Wel zou de overheids
hulp over een centrale instantie moeten
lopen, hetgeen ook nog het voordeel
heeft, dat daarmee een grotere samen
werking tussen de missionerende instel
lingen wordt gestimuleerd.
DEN HAAG, 10 juni De directie
van de Nederlands-Indonesische Spoor
weg-Mij. zegt in haar verslag over 1962
het honderdste in haar bestaan
zich moeilijk te kunnen indenken „dat
met een staat als Indonesië voor een
nutsbedrijf als de N.I.S.M., dat de door
zijn lijnen doorsneden streken in Mid
den-Java tot bloei heeft gebracht en dat
door Indonesië sedert de souvereini-
teitsoverdracht dagelijks wordt geëx
ploiteerd, niet een bevredigende rege
ling te treffen zal zijn".
Blijkens de winst- en verliesrekening
over 1962 werd in Nederland aan in
terest ontvangen 45.875 (v.j. 45.171)
en betaald 1.449.666 1.450.175). De
overige baten leverden 12.225
16.759) op, waartegenover o.m. ston
den onkosten ad 24.411 22.987), en
afschrijving op de vrijliggende verbin
ding Solo-Diokja ad 220.914 (ƒ211.410).
Het saldo-verlies ad 1.660.267
1.635.040) wordt ten laste gebracht
aan de algemene afschrijvings- en
reserverekening, die daarna nog
20.785.337 bedraagt. Het totaal der
uitstaande leningen in Nederland, in
clusief de achterstallige rente beloopt
thans 50.109.275.
KINDERDIJK, 10 juni Hoewel
bedrijven goed van werk waren vo
zien zijn de financiële resultaten os
1962 van J. en K. Smit's Sclieepswe
ven belangrijk lager dan vorige jar
De concurrentie wordt scherper,
door de prijzen worden gedrukt, ter*
de lonen en sociale lasten voortau. ar
stijgen, zo schrijft de directie in e
verslag. Aan het opvoeren van de
ciency wordt de volle aandacMi
schonken. De aard van de_ ?e"w.jits
van de vennootschap leent zt™
tot een beperkte produktiever
zodat hierin weinig compensa
worden gevonden.