«08- ik ■■■-':■ m STUWMEER ruim een miljard gulden aan bouw plannen wacht op rijksgoedkeuring Italiaanse antiek-sluikhandel uitroeien I Geheim van zwerven door eigen land I Evert Zandstra is een I onvermoeibare wandelaar J WêÊd §5 ïl ■lil® mm Gezonde kijk op kerkvernieuwing 2T V' NIEUWE FIGARO Waarom niet zo? AIRTOUR waamm ZATERDAG 22 HINT 196S PAGINA Ï4 i gill 4BHIM Sluikhandel INDIVIDUELE VLIEGVAKANTIES ISRAEL GRIEKENLAND i BWt - I H - - d Vs-- - Toenemend# ongerustheid is merkbaar, niet alleen bij de industrie, maar ook bij het Ministerie van Economische Zaken, over de sterke rem, die het bouwbeleid zet op de voortgaande industrialisatie. In de onlangs verschenen Industrialisatienota van minister De Pous gaat de bewindsman uitvoerig in op de problemen van het „stuwmeer van aan vragen om rijks goedkeuring, dat zich m de afgelopen 21/2 jaar op het Ministerie van Bouwnijverheid heeft gevormd. In de jaarverslagen van de grote werkgeversbonden, die in de laatste maanden bijna „aan de lopende bandzijn verschenen, wordt aan deze problemen eveneens grote aandacht geschonken. De situatie op de bouwmarkt, zoals die zich vooral in het afge lopen jaar heeft ontwikkeld, heeft tot gevolg, dat de meeste plannen voor industriële bouw, die vandaag worden ingediend, pas over enkele jaren kunnen worden uitgevoerd. Minister De Pous verklaarde reeds in februari van dit jaar, dat gedurende de laatste 8 maanden van 1962 gemiddeld slechts voor een bedrag van 30 miljoen gulden per maand in de sector Industrie rijksgoedkeuringen zijn afgegeven. „Ultimo 1962 zo zei de minis ter toen reeds, „bedroeg het stuwmeer van nog niet verleende bouwvergun ningen voor de industrie ca. 770 miljoen". Intussen is dit cijfer al opgelopen tot meer dan 1 miljard gulden. Zelfs wanneer er geen enkele nieuwe aan vraag meer zou worden ingediend, zou het nog zeker 2 a 3 jaar duren vóór zeker in het westen van het land het stuwmeer zou zijn weggevloeid. Bedrijfsleven Er z zijn twee belangrijke oorzaken voor deze aanzienlijke achterstand de industriële bouw aan te wij zen: het aantal aanvragen en de bedragen die daarmee gemoeid zijn (men rekent bij bouwplannen niet in man-uren, kubieke meters of iets der gelijks, maar in geld) zijn de laatste twee jaar enorm gestegen. Kon men tot voor kort nog redelijk toe met een jaarlijkse produktie van 450-500 miljoen gulden, met de aanvrage*», die in 1902 werden ingediend is een veel groter bedrag gemoeid. Voor een deel is dit het gevolg van de nog steeds heer sende hoogconjunctuur, die de onderne mers optimistisch doet zijn over de mo gelijke afzet van hun produkten. Die zelfde hoogconjunctuur heeft echter óók een tekort aan arbeidskrachten meege bracht dat de ondernemers gespitst doet zijn op toepassing van nieuwe, arbeid- besparende produktiemethoden. Deze ontwikkeling ls nog versterkt door de vorderingen van de tech niek, de mogelijkheden van geme chaniseerde en geautomatiseerde pro- duktieprocessen, de vraag naar nieuwe produkten, het moderniseren en „stroom lijnen" van de produktie. De nieuwe machines en apparatuur vragen echter veelal ook om nieuwe gebouwen, waar in het produktieproces op rationele wij ze kan worden georganiseerd. Men neemt wel aan, dat gemiddeld nieuwe investeringen kunnen worden verdeeld in één-kwart gebouwen en drie-kwart machines en technische uitrusting. De tweede oorzaak voor de opgelo pen achterstand is de daling van de bouwproduktie, waardoor de toch al „geknepen" raming van ca 500 miljoen gulden per jaar niet kon worden ge haald. Ieder jaar wordt namelijk door het Ministerie van Bouwnijverheid een bouwprogramma opgesteld, waarin de ramingen voor de produktie in de ver schillende sectoren van de bouwnijver heid zijn neergelegd. Afgezien van weg en waterbouw, een categorie die toch wel in belangrijke mate los staat van de andere sectoren, is met dat bouw programma een bedrag gemoeid van ca 3 miljard gulden. De helft daarvan wordt in beslag genomen door de wo ningbouw. de andere helft wordt ver deeld over: industrie, handel en ver keer, gezondheidszorg, onderwijs, over heidsgebouwen, agrarische gebouwen e.d. Wanneer in een bepaald jaar door bijzondere omstandigheden die produk tie niet wordt gehaaid, dan kunnen in het volgende jaar minder nieuwe wer ken in uitvoering worden genomen. Het jaarlijkse woningbouwprogramma is daarbij - vrijwel - onaantastbaar. De gehele achterstand van het ene jaar, óók dit in de woningbouw, komt dus ten laste van de andere sectoren, die het in het volgende jaar met een ge ringer bedrag aan rijksgoedkeuringen voor nieuwe werken zullen moeten doen. Wat het effect hiervan is geweest in de sector industrie werd reeds ver meld: 30 miljoen gemiddeld per maand aan nieuwe rijksgoedkeuringen komt neer op 350-400 miljoen gulden per jaar, 100 miljoen gulden of 20 pet min der dan het streefbedrag ad ca 500 miljoen per jaar. De situatie, zoals die nu is ontstaan, kan ernstige gevolgen hebben. „Het is begrijpelijk", aldus minister De Pous in de industrialisatienota, „dat het re kening moeten houden met wachttijden van 2 13 jaar voor vele bedrijven een ernstige belemmering vormt voor de verwerkelijking van hun investerings plannen. Dit heeft ertoe geleid, dat er reeds bedrijven zijn, die thans buiten de grenzen hun expansie trachten te verwezenlijken. Het behoeft geen be toog dat de ontwikkeling op de bouw markt, die hoe langer hoe meer als een rem op de industriële investeringen gaat werken, voor onze industriële expansie op langere termijn ernstige gevolgen zal hebben". In dezelfde industrialisatienota schrijft de minister, dat gestreefd moet worden naar een verdubbeling van de investeringen in de periode 1960- 1970. In cijfers uitgedrukt: een stijging van 2,6 miljard in 1960 naar ruim 5 miljard in 1970. By de uit ervaring verkregen verhouding 14 en voor investeringen in resp. gebouwen en machines zou dit kunnen betekenen, dat de bouwproduktie voor de industrie thans reeds ca 600 miljoen gulden per jaar zou moeten zijn en tussen nu en 1970 verder zou moeten stijgen naar 1,3 miljard gulden per jaar. Het is duidelijk dat deze produktie onmogelijk kan worden gehaald, wan neer niet bijzondere maatregelen wor den genomen waardoor de capaciteit op de bouwmarkt wordt verhoogd, van de bestaande capaciteit een beter ge bruik wordt gemaakt en wanneer niet tevens een wyziging wordt gebracht in de verdeling tussen de verschillende sectoren. Er zijn op dit gebied de laat ste tijd al vele suggesties gedaan. Een van de meest omstreden voorstellen vraagt om een wijziging van het huidi ge loonsysteem waardoor voor werke lijk hoge prestaties ook een hogere beloning dan thans mogeiyk zou wor den. Men zou daardoor afvloeiing van arbeidskrachten uit de bouw naar ande re bedrijfstakken en naar het buiten land moeten voorkomen en de toevloed van nieuwe arbeidskrachten willen bevorderen. De president van de Ne derlandse Bank waarschuwt echter te gen een verhoging van de bouwlonen en de bouwkosten. „Het gevaar van overslaan van kostenverhogingen naar andere bedrijfstakken zou in ons kleine land met zön homogene loonstructuur veel groter zijn dan b.v. in Duitsland", zo schrijft hy. Andere suggesties, die o.a. worden gedaan in een recent advies van de Sociaal Economische Raad en die ook in industriële kring sterk worden be pleit, zijn: meerjarige bouwprogram ma's waarvoor een wijziging van de wederopbouwwet nodig zou zijn be vordering van de continuïteit in de planning, een beter gebruik van de plaatselijk en regionaal nog beschik bare capaciteit, toepassing van ar- beidbesparende methoden, bouw in :- Jtere series en uniformering van de latselyk nogal verschillende gemeen- mm. vraagt GROTERE PRIORITEIT IN BOUWBELEID teltjke bouwvoorschriften en een rui mer gebruik van hout- en staalcon structies. Al deze maatregelen zullen echter slechts geleideiyk effect sorteren. Het bedrijfsleven acht het daarom noodza kelijk dat reeds direct een veel grotere prioriteit wordt gegeven aan de bouw voor handel en nijverheid boven andere sectoren. Dit is een beslissing, die al tijdens de kabinetsformatie zal moeten worden genomen. Grotere prioriteit Kapitale bedrijven verrijzen aan diep water. (Graanoverslagbedrijf in de Am sterdamse haven). iimHiiiiiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiimiiiiimiimiiitiiiiiimiiii voor industriebouw gaat immers altijd ten koste van de andere sectoren, die ook al jarenlang zijn „geknepen" en waarvan niet zo héél veel méér kan worden overgeheveld naar de industrie. Men komt zo al vanzelf terecht bij de woningbouw. De woningnood is echter nog steeds „volksvyand no. 1" en het is wel duidelyk dat men zich in de formatiebesprekingen meer verdiept in de vraag hoe de woningproduktie kan worden opgevoerd dan in de mogelijk heid om capaciteit in de woningbouw vrij te maken ten behoeve van andere sectoren. Toch staat het bedrijfsleven met zijn argumenten vóór een grotere pri oriteit voor de industriebouw zakeiyk sterk. Voor de toekomstige werkgele genheid is het van het allergrootste belang dat de investeringen in de indus trie zoveel mogelyk ongestoord voort gang kunnen vinden. Een vermindering van de woningproduktie moge dan ook al onaanvaardbaar zijn, het bedryfs- leven kan met enig recht van spreken eisen dat althans het grootste deel van de extra capaciteit, die door allerlei maatregelen kan worden gewonnen, aan de industrie-bouw zal worden toe gewezen. Er is in dit hele, vrijwel onoplosbaar schonende, dilemma één lichtpunt: het beroep dat de industrie-bouw doet op vakbekwame arbeidskrachten - hét knelpunt in het hele bouwbeleid - is aanzienlijk geringer dan wat voor de woningbouw nodig is. Moderne bedrijfs hallen en andere industriële gebouwen kunnen grotendeels worden samenge steld van fabriekmatig geproduceerde elementen. De eis van flexibiliteit, die de technische ontwikkeling aan de mo derne industrie stelt, maakt het niet alleen als noodoplossing aanvaardbaar maar zelfs uiterst gewenst, dat de nieuw te bouwen bedrijfsgebouwen „doos"-achtige constructies zijn, een voudig van opzet en met gemakkelijk verplaatsbare binnen„muren". De ge weldige bakstenen fabrieken van enige decennia geleden zyn volledig uit de tijd Het inzicht groeit dan ook, dat er in het verleden met het beleid van het Ministerie van Bouwnijverheid iets fout is geweest. Teveel, zo wordt gezegd, heeft men zich op het Ministerie voor de verdeling van de capaciteit gehou den aan het bedrag in geld, dat met de bouwplannen gemoeid was. In de hui dige situatie zijn niet de kosten van een gebouw doorslaggevend, maar het beroep, dat wordt gedaan op de schaarse vakarbeiders. Voor een woningbouwproject van b.v. 5 miljoen gulden zijn méér van deze vakbekwame arbeidskrachten nodig dan voor een in dustrieel project, waarmee een gelijk bedrag gemoeid is. In de capaciteits berekeningen. voorzover in geld uitge drukt, zijn woningbouw en industrie bouw dus niet zonder meer vergelijk baar. In dit licht bezien wordt het ook meer verantwoord om van de normale en de door aanpassing van het beleid gestimuleerde capaciteitsvergroting in de bouwnijverheid een relatief groot deel voor de industriebouw te bestem men. Mits het bedrijfsleven er ook in derdaad voor zorgt dat in industriële bouwprojecten een maximaal gebruik wordt gemaakt van arbeidsbesparende bouwmethoden. Dat zou ook een voor waarde kunnen zijn voor het verlenen van Rüksgoedkeuring. Een bijkomende overweging is, dat vele aannemers én arbeiders zich heb ben gespecialiseerd in de industriebouw, zy zullen niet zonder meer naar de woningbouw overstappen wanneer de afgifte van ryksgoedkeuringen voor in dustriële projecten wordt vertraagd. Het zyn deze omstandigheden, teza men met de overweging, dat een ver dere uitbouw van de industrie voor de toekomstige welvaart van beslissende betekenis is, die het bedrijfsleven mogen doen verwachten, dat in de lopende Kabinetsformatie het bouwbeleid niet uitsluitend zal worden afgestemd op de politiek zoveel meer „populaire" wo ningbouw. Méér woningen zullen in de komende jaren nodig zyn om de groei ende bevolking onderdak te geven. Niet minder geldt echter, dat méér bedrijfs gebouwen nodig zullen zun om aan die zelfde bevolking werk en welvaart te verschaffen. (Van onze Romeinse correspondent) verkopen, dan betaalt men terecht boe- uit het Helleense moederland of doch- georganiseerde tussenhandel brengt de r n Centuripe achter de Etna wordt te voor z'jn domheid. De derde tak tersteden van zulke kolonies. Vanaf zaken hat land uit, veel naar Zwit- antiek geproduceerd: aarden 'bor- van de antiekhandel steunt op de Van- het oude Himera, welks ruïnes 60 km. serland, waar de klandestiene antiek den en schalen beeldjes bekers megerens, de kunstenaars in verval- oos' - van Palermo liggen, liep een beurzen zijn. Een goed stuk daar brengt vazen, alles authentiek Grieks De singen, maar die houden de toeristen krans van nederzettingen langs de bij de grossier een paar honderddui- toeristen komen, zij reizen door niet aan op wel geïmiteerde sluipvoe- J MÉ M belagen en de noord-, de oost- en zuidkust van het zend lire op, maar de particulieren, de de miljonairs-verza- eiland. Ook van de golf van Napels verzamelaars betalen in de orde van museumdirecteuren, tot Rhegion (Reggio Calabria) en van- grootte van miljoenen. De eigenlijke stifle Italië heeft sinds de Renaissance een daar langs de zuid naar Tarente lagen vinders en gravers worden uiteraard naam in superieure falsificatiekunde. rijke Griekse steden. Over veie heeft met een fooi afgescheept. de historie haar mantel gespreid. Over- de het uitgestrekte Siciliaanse heuvelland, ten: z'l zij bezien peinzend de wonderbare melaars tempels van Selinunte in een verlaten kuststreek, bezoeken de ar- cheologische zone van Agrigento, de Centuripe kent met alleen werkplaat steengroeven van Syracuse" ën overal sen, het herbergt ook een atelier en al spreken de sporen verder van het aanieL^e nrakti?k^n wrtande^blUde duiken mannetjes op met de schichtige heeft in onze dagen een bijdrage gele- Romeinse tijdperk en midden Italië le- e?jjgaanbiTna altrid voor de blik van sluikhandelaars en een vaag verd aan de grote vervalsingstraditie, vert bijna om air van te behoren tot de jakhalzen toen het zorgde voor_ het grootste sen der etruskische c ke tuur, der begraven culturen, de plunderaars schandaal van Magna Grecia, dat van geeft veel geld uit aan bodemkundlg ciTT,<« on Kn H O tAntli rii Ponturino" TVi-zq An rJ Ofr/valz son Inafan^Vi/vnltner tron en grafschenners. Hun vaasjes en be- de „tondi di kers (uit Centuripe) verkopen ze voor waren echt 2000 tot 20.000 lire en als U later thuis - a een liefhebber, zelfs een kenner het souvenier laat zien „waar U toe vallig tegenop liep", tien tegen een, Centuripe antieke cetuizenis- schatgraverij gaan bijna altijd voor Het land wetenschap belangrijke aanwijzingen l mkundiz verloren, herhaaldelijk ook vinden gro- Deze tondi onderzoek, aan de instandhouding van ,®n m f?5rSTt ret-J56 onbeschilderde antieke monumenten en voor musea. I^^nfe^gers to stand houden om valiig tegenop nep tien legen een, dat U gecomplimenteerd wordt, dat U kunsthistorie, voorstellingen aange met Uw goede neus tegen een gaaf en bracht, waarvan de experts geloofden echt stukje aangelopen bent en voor een krats; want je weet: er is zoveel dure namaak in Italië. echt zijn ook. In Centuripe wordt reia op net gebied der grieks-romeinsi gewerkt met de oude gietvormen en oudheid, wijdde een aparte tentoonstel- mallen, afkomstig uit antieke potten- iing aan de vondst, die later voor veel bakkerijen. Verder hebben ze zo geld door hetzelfde museum werd aan- Griekse borden van fijn baksel en ede- Maar zelfs het rijkste land zou, als fyn pSoitium te bTschermen vorm. Daarin hebben 20ste eeuwse het Italië was, op zijn budget niet kun- blijft vooralsnog het euvel van de clan- nen uittrekken wat werkelijk nodig is. destiene graverijen en van de sluik- De wetenschap ontdekt en bewaart handel onuitroeibaar, maar een klein deel en daarom ope- waren nen zicil ideale jachtvelden voor de dat die buitengewone 'uitingen van het Griekse genie aanvullingen van onze Griekse cultuur. Het nationale museum Het grappige is, dat die dingen nog van Napels, een der eerste in de we reld op het gebied der grieks-romeinse Toch zou er een methode zijn om veel kwaad op te ruimen en veel goed te bewerkstelligen. Massa's musea pui- doTa' hnlt» len van het materiaal, eens opge- „„„„[.„ia„„c"Ki„„ri hiïft hÏ graven, dan weer herbegraven in de ciS,itTo„^ Vooi^^?r, do ioiior« dlr magazijnen. De musea in Zuid Italië speurders. Vaak zijn de leiders der to do nrn„hf i At en kocthnre schatgraverij. De kleine boer op een kennis der stenige heuvelhelling, de onderbetaal- aennis oer landarbeider, lang gezocht en geëxperimenteerd, dat de grondstoffenmengsel en de vervaardigingswijzen dezelfde zijn als bij de pottenbakkers, die hier in 500-400 v.C. hun bedrijf hadden. Aan de potjes en pannetjes ontbreekt maar één ding: leeftijd, 2500 jaar! Die wat schichtige jakhalzen zijn in werkelijkheid handelsreizigers van gekocht. Maar de tondi waren even val. als de Emmaüsgangers. weten niet >vaar ze de prachtigste At- arrheokwtisehë oxnedities het tische vastel1 ta hun overvolle kelders leerden fat» alTbaas werk- moeten ber»en' AIs de staat de antiek" 1 eerden, later ais Daas werx- veiling. ter hand nam en periodieke verkopingen zou organiseren van al die (kunst) voorwerpen, welker prototy- graverijen vakmensen, die als arbei der bij handwerk leerden, later als" baas werk ten en toen voor zich zelf begonnen, Bij het openleggen van een etruski sche tombe in Tarquinia, enkele weken pen rijkelijk in de verzamelingen voor geleden, vonden de archeologen twee handen zijn, ontneemt men de grote de sluikhandel zijn bestaansreden, laat de vonden de fiber koffers, die zeker niet tot uitrusting van een etrusldsoh heer be- archeologische dienst zich zelf ten dele De vierde tak tenslotte is de sluik- hoorden. Ze waren achtergelaten door bedruipen en bespaart de goegemeen- handel in ware antieke kunstvoorwer- de jakhalzen, die Oudheidkundig Bo- te haar bijdragen voor het onderhoud rorl[„JU-H- pen. De objecten zijn niet meer pijp- demonderzoek juist een dag waren van de »0e copie van Praxiteles' rus- nrowiüf f-sn ten aarden zalfflesjes, zwarte etruskische voor geweest en de volgende nacht hun tende satyr of van het 20.000ste terra rnnd te komen schamele provisie wijnbekers of borden met een kriebel- koffers met inhoud hadden willen op- sigillatabakje type Dragendorff 136. tje schilderwerk erin. Wij zijn thans halen. Zo nu en dan ontdekt de politie Zutke kunstveilingen zouden Er zijn ook slijters en vervaardigers beland op museumniveau. Sicilië en ware opslagplaatsen van antiek, soms 8 ware van ordinaire namaak. Laat men zich Onderitalië hebben tal van bloeiende zitten ër verzamelingen tussen van kunstspreiding zijn, waar de wereld zulke veenaardappelen voor citroenen Griekse stadstaatjes gekend, kolonies honderden museumstukken. Een wel Italië dankbaar voor zou zijn. Aan de rand van de grote steden groeien de industrieterreinen met kleine en middelgrote bedrijven. (Industriegebied aan de Haagse Weg in Amsterdam). In de Hamburgse Staatsopera zal op 28 juni a.s. de première plaatshebben van de opera „Figaro laat zich schei den". Zij is gecomponeerd door Gisel- har Klebe in opdracht van de Staats opera. Zij is gebaseerd op het gelijk namige toneelstuk van Odön von Hor- vath. De muzikale instudering staat onder leiding van Leopold Ludwig. Re gie voert Egon Monk. De rollen zullen worden gezongen door Clara Ebers, Maria von Ilosvay, Melitta Muszely, Ria Urban, Mathieu Ahlersmeyer, Toni Blankenheim, Cas par Bröcheler, Jürgen Forster, Murt Marschner, Georg Mund, Karl Otto, Simund Roth, Peter Roth-Ehrang en Arturo Sergi. De vernieuwingsbeweging binnen de R.K. Kerk stuit onder de gelovigen op nog heel wat tegenstand of on begrip. Uit een tekort aan juiste informatie weten velen niet, waar ze aan toe zijn. De tegenstellingen tus sen jong en oud worden op de spits gedreven, soms van beide kanten. Daar om is het nodig, dat ae een leert in zien, dat niet alles zonder meer als on gewenste nieuwlichterij kan worden af gewezen, terwijl de ander moet ontzien wat essentieel geloofsgoed is Beide op vattingen staan soms scherp tegenover elkaar. De schrijver van: „Waarom niet zo?", de Redemptorist p. Hans Helmer, probeert in dit boekje de twee „partijen" meer begrip en on derlinge waardering bij te brengen. Hij doet dit op voor ieder verstaan bare wijze, zeer taktisch èn overtui gend. Geloofsbegrip, en geloofsbeleving, het juiste zondebesef, de houding te genover andersdenkenden, de verhou ding priester-leek, de liturgie, devoties, biechten, Bijbelverklaring, kortom alle onderwerpen, die in katholieke kring en daarbuiten vaak aanleiding geven tot discussies, behandelt de schrijver op eenvoudige, maar steeds duidelijke wijze. Wij onderschrijven het zeer gezonde standpunt dat hier wordt ingenomen, en hopen, dat velen dit verstandige boekje met aandacht zul len lezen. Het is heel prettig geschre ven, direct vanuit de problemen, die het dagelijkse leven biedt. Het is een uit gave van de Trefpuntenreeks (nr. 5) van de Uitgeverij H. Nelissen te Bilt- hoven. (Advertentie) Stranavakantie in 14 d. reis v. 1025.- af (excursies mogelijk) o.a. 14 d. coizen van f 917.- (sportief) en 1151. (Athene/Rhodos) af. toor «en goed cd) Voor een goede reit iHUiHiiitiiiiitmifiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiHiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiniiiiMuiiiiiiiiHiiiimMmmiimi s imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Dromend van vakantiereisjes in eigen land krijgt men zelden vi sioenen van een „zwoele nacht in Krimpen aan de IJssel" en nog minder van „exotisch Alkmaar". Ons goede land is nuchter tot op het bot en er is enige culturele scholing voor nodig om uit het vlakke deltage bied der grote rivieren de emoties te puren, die het buitenland in overdaad te bieden heeft. Wie ooit een hacheiyke tocht door het oerlandschap van een Alpen-pas heeft gemaakt, kan moeiiyk in opwin ding geraken bq het vooruitzicht van een dagje naar „Het Kopje". Wie ver loren heeft gelopen in de grote loof- wouden van Midden Europa voelt zich tekort gedaan als hq de netjes aange harkte vaderlandse nutbossen door kruist met al die vervelende even hoge sparretjes op een ry. De duinen zjjn, volgens bekend lied, „afgezet met prikkeldraad". Kennemerland is ver woest door de eindeloze rijen vervelen de burgermanshuisjes, het Gooi is een grote woonwijk, de heidevelden van Dren te zijn omgewoeld om er marginale land- bouwbedrijfjes van te maken, de ro mantische beken in het oosten van het land zqn met een verbluffend gebrek aan smaak gekanaliseerd de mooiste stadjes van het oude Holland schynen voor hun uitbreidingen met zorg de meest fantasieloze architecten te kie zen, de oude tradities zön door de zorg va,, de plaatselüke V.V.V.'s reeds lang verkitscht tot bezienswaardigheden voor toeristen en op de schaarse plaatsen, waar de stilte nog tastbaar is, zorgt wel een vliegveld met straaljagers in de nabijheid voor een hels gerucht. Wie in Nederland nog vreugde wil beleven aan een vakantie moet de op tiek van zijn ogen en hart op het grootste diafragma instellen. Het de tail wordt dan zichtbaar tegen een wa zige achtergrond. Dan valt in de rust van een romantische duinpan het nabij gelegen reactorcentrum weg. Dan al leen kan men nog iets ervaren van de oorspronkeiyke schoonheid van een landschap of een stad uit de dagen voordat het grote smaakbederf zyn op mars begon. Wie genoodzaakt is zijn leven te siy- ten in een overbevolkt cultuurland schap en door een samenloop van om standigheden behept is met enige smaak voor schoonheid, kan zich alleen staan de houden door zön sensibiliteit te ver engen tot details en door een lidmaat schap van de Vereniging voor Natuur monumenten, die al jaren redt wat er nog te redden is. Verder zal hy smaak moeten ont wikkelen voor landschappen, die sinds de zeventiende eeuw helaas niet meer zo geliefd zqn by de burgery: het Hollandse weide- en poldergebied met zyn hoge luchten en zyn strak mathematisch patroon van sloten en vaarten. Ook kan hy, als hy zich door een goede gids laat leiden, nog iets van de oorspronkeiyke grootsheid van het deltagebied ervaren in de Zeeuw se wateren by de zeegaten van de Waddeneilanden of in de eindeloze vlaktes der weidegronden aan de voormalige Zuiderzee. En verder moet hij zich nog verzekeren van een goede inventaris van wat Nederland nog aan micro- en macro-schoonheid heeft te bieden. Evert Zandstra, een onvermoeibare wandelaar, heeft zulk een boek samen gesteld. Zandstra is een gids, die het geheim van het zwerven door eigen land heeft ontdekt. H(j interesseert zich, ';tSi.ïw. bjSljk 'V> P - V S. Aan de Holendracht bij Abcoude (foto van Cas Oorthuys in Zwervend door Nederland" van Evert Zandstra). voor de natuur en voor dandschaps- schoon, voor stadjes en kastelen en voor alles wat nog het niveau van het pure nut te boven gaat. Waar de moker en de spade van het landschapsbederf aj lang hebben gewoed, weet hij nog wel een stukje grond te vinden met een zeldzame bloemensoort of een vergeten plekje, waar de rust nog ongerept »s- Hij kent feiten en omstandigheden, waarvan hy alleen de meest markan te presenteert en hy schryft niet de gidsen van anderen over maar hy gaa» zelf kijken. Steden zyn niet zÖn *or_ Hy karakteriseert ze schetsmatig en kiest vry willekeurig uit de beziens waardigheden. Maar overigens is zyn boek een goede huisbijbel voor alle ge zinnen die er graag op uittrekken. De uitgave van het boek is voortref- feiyk. Cas Oorthuys maakte vele ex cellente foto's, de ANWB leverde tal rijke kaarten en waar een keuze ia maakt uit het rijke oeuvre van onze landschapsschilders, geschiedde dit m een opmerkelijke smaak. „Zwervend door Nederland" door.Evert Zandstra. Twee delen. Uitgeverij con tact-Amsterdam. Samen 45,-.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 14