PAUSKRONING dateert uit veertiende eeuw Plechtigheid volgt op rijke Eucharistieviering Tokio: westers aandoende enclave in het oosten Japan produceert steeds meer voor de binnenlandse markt LONDFNSE BRIEF E I SOCIALISTISCHE WENSEN GINGEN DE KORT TE VER De wind van de Verandering Duitse industrie zegt Suriname hulp toe GEEN GQEDKOOPTE-E1LAND MEER wil/ruit Brief aan Vondeling Opbouwplannen: Ook Nederlandse des kundigen naar Suriname Keurige service voor toeristen Over een konijn dat een eend wil zijn Ge- j vecht met de predikant De theologische I mesthoop DONDERDAG 27 JUNI 1963 1 PAGINA 9 Iedere Pauskroning is een hoog tepunt in het leven van de Kerk. De kroningsplechtig heden vergroten de pauselijke waardigheid echter niet, maar wel is het zo dat de pontificale jaren beginnen op de dag, dat de tiara door de eerste kardinaal diaken op het hoofd van de nieuw gekozen Paus is geplaatst. De kroningsplechtigheid wordt voor afgegaan door een plechtige Pausmis, waarin de eredienst zich in haar grootste rijkdom van cere moniën en gebeden ontplooit. Het geheel wordt ingezet met de in trede van de pauselijke stoet. De indrukwekkende plechtigheden hebben altijd op een zondag plaats in de basiliek. Voor de oorlog werden de Japanners in Nederlands- Indië in tegenstelling tot Chinezen e.d. niet aangemerkt als „vreemde oosterlingen", maar als Europeanen. Wie vandaag de dag Tokio bezoekt, kan zich dat heel goed voorstellen. Tokio, met zijn elf miljoen inwoners de grootste stad ter wereld, geeft vooral in het centrum vaak de indruk een Europese stad te zijn. Er zijn enorme aantallen flatgebouwen, waarin kantoren, winkels en warenhuizen zijn ondergebracht (soms acht verdiepingen bóven en drie ónder de grond), en daartus sendoor lopen nette straten met een enorm druk maar geordend verkeer. Grote aantallen voetgan gers, praktisch allen Europees gekleed, haasten zich daar door heen, met zorgvuldige inacht neming van oversteekplaatsen en stoplichten. Alles maakt een ver zorgde indruk en iedereen heeft het druk. Men zou in Londen kun nen tjjn, ware het niet, dat de mensen Japanse gezichten hadden, dat iedereen zo opvallend netjes huishoudjam 76 ct. tot 1.04 extra jam 1.30 NEEMT VAKER ZWAARDEMAKER ya" len metlegenden.h£n. gekleed is en dat alles zo vreselijk ordelijk verloopt. Wat ook opvallend is en Tokio doet verschillen van andere Aziatische steden is, dat niemand iich hier met u bemoeit. Een enkele keer komt er op straat iemand naar u toe, die iets wil verkopen of een bepaalde gelegen heid wil aanprijzen. Maar als het antwoord „neen" is, is voor hem de zaak klaar en valt hij u verder niet lastig. Niemand probeert ook u op te lichten met het wisselen van geld of wat dan ook. Zelfs Je taxichauffeurs (er rijden 40.000 taxi's in Tokio!) houden keurig het bedrag af dat de meter aan geeft en talen niet naar een fooi. De komst van de Paus wordt aange kondigd door het geschal van de bazui nen. De feestelijke stoet wordt geopend door de pauselijke ceremoniemeester en enige leden van de Zwitserse garde in hun blauw-gele zestiende-eeuwse kleder- Kennedy is nu in Duitsland en in Berlijn geweest, dat wil zeggen in het vrije deel van Duitsland en in het vrije deel yan Berlijn. Tijdens deze eerste etappe van zijn reis door Euro pa werd hij sterk herinnerd aan de na-oorlogse verscheurdheid van ons werelddeel en aan het IJzeren Gordijn dat Duitsland in tweeën deelt. West- Berlijn is een westerse enclave in de communistische wereld, een eiland van vrijheid in een rode zee, een bastion in de koude oorlog, een vooruit geschoven post achter de frontlinie. De president van de Verenigde Staten heeft door zijn persoonlijke aanwezigheid in West-Berlijn de lots verbondenheid van Amerika met het vrije Europa op bijzondere wijze willen accentueren. De Atlantische gedachte had hij niet effectiever kun- nen onderstrepen. N Kennedy's bereid- BUITENLANDSE heid zich naar West-Berlijn te be- KRON1EK geven is niet al een V.door de bewoners van dit stadsdeel maar vooral ook door de burgers van de Bondsrepubliek bijzonder gewaar deerd. De twijfel aan America's be reidheid Europa te beschermen tegen de bedreiging van uit het oosten heeft Kennedy willen wegnemen met een indrukwekkende manifestatie, die onder meer een antwoord moest vor- men'op het Gaullistische wantrouwen ten aanzien van Washingtons Euro pese politiek. Dit was een van de voornaamste doeleinden van Kenne dy's spectaculaire reis naar Europa. Maar in zijn rede van gistermiddag voor de Vrije Universiteit van West- Berlijn heeft Kennedy nog een ander punt naar voren gebracht. Hij heeft de Westduitsers en West-Berlijners voorgehouden dat zij zich geen illu sies moesten maken over een spoedige Duitse hereniging. Hij maakte hen duidelijk dat die hereniging slechts denkbaar zou zijn in het kader van de liquidatie van de koude oorlog, en hij sprak de hoop en het vertrou wen uit dat de grote tegenstelling tussen oost en west eens weggenomen zou kunnen worden, omdat „de wixid van de verandering" ook waait aan de andere zijde van het IJzeren Gor dijn. En zoals die wind het kolonia lisme in Afrika heeft verdreven en de rassendiscriminatie in de V.S. moet opruimen, zo zou ook de toestand in Oost-Europa kunnen verbeteren. Kennedy's rede van gistermiddag deed op sommige punten denken aar zijn opzienbare toespraak over de vrede van 10 juni j.l. Ook ditmaal was hij in zijn opmerkingen over de communistische wereld niet agressief maar gaf hij duidelijk te kennen dat hij de deur wilde open houden voor onderhandelingen met Moskou, zon der Amerika s verplichtingen aan West-Europa daarbij uit het oog te verliezen. Kennedy constateerde het bankroet van het vroegere harde Stalinisme in de Sovjet-Unie, en een afwijzing van het dogmatisme van de eerste na-oorlogse jaren. Hij besefte dat de verandering niet vari vandaag op morgen voltooid kon zijn, maar hij koesterde de hoop dat er een evo lutie in gunstige zin zou plaats heb ben, die tot een vermindering van de internationale spanningen zou kun nen leiden. Morgen komt Khroesjtsjev in Oost- Berlijn; misschien als antwoord op Kennedy's bezoek aan het westelijk stadsdeel. Zal de Sovjet-premier nog reageren op de uitlatingen van de Amerikaanse president? dracht. In de stoet volgen jlan onder meer de generale procureurèn van de religieuze orden, de Bussolanti in schar laken livrei en een priester die de pau selijke tiara draagt op een kussen van rood fluweel. Andere geestelijken bren gen de mijters, die de Paus voor de verschillende plechtigheden nodig he-ft. In klederdrachten, die doen denken aan een hoogtepunt uit de Renaissancetijd, volgen diverse personen uit het aposto lische paleis, dan de auditoren van de Rota het pauselijke gerechtshof de subdiaken met het pauselijke kruis, omgeven door zeven Votanten van de Signatura met hun kandelaars, de sub diakens van de Latijnse en Griekse ri tussen, de biechtvaders van de Sint Pieter, de abten, bisschoppen en aarts bisschoppen uit Westerse en Oosterse ritussen, de patriarchen en de kardina len. De sedia gestatoria waarop de nieuw gekozen Paus ls gezeten, wordt gedra gen door zestien parafrennieri, omge ven door verschillende geheim-kamer heren, de Zwitserse en de Nobelgarde en enige personen van het pauselijke Hof. vlak achter de paus lopen twee geheim-kamerheren met de flabelli, de grote waaiers van struisvogelveren, sym bolen van macht en majesteit. Aan het einde van de lange kleurrijke stoet ziet men ondermeer enige opper-geheim- schrijvers, de maggiordomo, apostoli sche protonotarii en de generale over sten van de kloosterorden. Het ceremonieel van een plechtige Pausmis, die aan de kroning vooraf gaat, kenmerkt zich door enige speciale gebeden en ceremoniën. Zodra de paus het „Confiteor" met het „Misereatur vestri" heeft gebeden, komen drie kar dinaal-bisschoppen naar hem toe en spreken drie Kroningsgebeden om be scherming en zegen uit. De traditie laat dit doen door de bisschoppen van Albano, van Porto en van Ostia, drie plaatsen in de directe omgeving van Rome. De bisschopszetel van Albano dateert uit de vierde eeuw, de zetels van Porto en van Ostia uit de derde eeuw. De teksten van de korte gebeden dateren minstens uit de twaalfde eeuw. Vanaf die tijd komen zij in de Romein se Pontificalia voor. Direct na de drie kroningsgebeden legt de aartsdiaken de paus het pallium op. Hjj zegt daarbij: „Ontvang het pallium, symbool van uw hoge priesterlijke volmacht, ter ere van de almachtige God en van de roemrijke maagd Maria, zijn Moeder, en van de heilige apostelen Petrus en Paulus alsook van de heilige Roomse Kerk." Tegenwoordig heeft het pailium de vorm van een ring die over de schouders ligt. Op de rug en op de borst hangen korte stukjes af. Zowel de ring tuis de afhangende stukjes hebben de breedte van ongeveer drie vingers. Het geheel is uit witte wol gemaakt. Met zwarte zijde zijn op de ring vier kruisjes gebor duurd: men vindt ze op iedere schou der, op de borst en op de rug. Ook op de afhangende strookjes worden kruisjes aangebracht. De wol waarvan men de pallia maakt, is afkomstig van de lammeren die op het feest van de Heilige Agnes, 21 januari, in haar basi liek aan de via Nomentana zijn gewijd. Het pallium is al heel oud. Keizer Constantijn de Grote wilde de waar digheid van de bisschoppen en vooral van Rome goed doen uitkomen. Het lag dus voor de hand dat verschillen de gebruiken en ceremoniën die aan het Hof van de keizer leefden, hun invloed op de liturgie gingen uitoefe nen, vooral op de pontificalia. Vele van deze gebruiken zijn afkomstig uit het oosterse hofleven. Men denke aan het gebruik van wierook en licht, aan de kniebuiging bjj de begroeting van een bisschop en talrijke andere. Ook kledingstukken, zoals de stola en de manipel, de schoenen en het pallium vonden daar vaak hun oorsprong. Het is natuurlijk niet altijd even ge makkelijk de tijd en de juiste plaats .van herkomst of de oudste vorm van een bepaald stuk vast te stellen. Dit geldt ook voor het pallium. In de vierde en vijfde eeuw schijnt zich uit het antie ke pallium een onderscheidingsteken te hebben ontwikkeld dat doet denken aan het omophorion uit de Oosterse Kerken. Sinds de zesde eeuw, mogelijk al iets eerder, werd dit pailium dan voorbe houden aan de paus als teken van zijn hogere waardigheid, alsook aan enkele bisschoppen. Zeer vele afbeeldingen op mozaïeken, miniaturen en dergelijke la ten ons de ontwikkeling van de vorm en de artistieke versieringen zien. Men denke aan een ivoor uit de Dom van Trier uit de vijfde eeuw, aan de moza- ieken te Ravenna uit de zesde, aan de Romeinse mozaïeken uit de zevende eeuw, terwijl Milaan en Frankfort voor beelden met pallia uit de negende eeuw hebben bewaard. Vanaf de dertiende eeuw is het pal lium steeds kleiner geworden totdat het twee eeuwen later in feite niets anders meer is dan een soort halsband met twee afhangende stukjes voor borst en rug, waarin men de vorm welke tegen woordig in gebruik is, aanstonds terug kent. De pallia worden volgens de Con stitutie „Rerum ecclesiasticarum" van 17 augustus 1748 van paus Benedictus XIV in de ochtend van de vigilie van het feest van Petrus en Paulus naar de confessio van Petrus gebracht en na de eerste vespers van het hoogfeest door de paus of een door hem gedele geerde kardinaal gewijd. De patriarchen aartsbisschoppen en bisschoppen die een pallium als teken van hun verbonden heid met de apostolische stoel hebben ontvangen, mogen het slechts op de kerkelijke hoogtijdagen tijdens de Eucha ristieviering alsook bij enige belangrijke kerkelijke plechtigheden dragen. Tijdens de zang van het „Kyrie elei- son" krijgen de kardinalen gelegenheid om de Paus te huldigen: de Heilige Vader „recipit omnes cardinales ad os- culum pedis et oris". Wanneer de collec- ta is gezongen, volgt in de kroningsmis een korte litanie, een smeekgebed, dat bekend staat als „de Laudes". De eerste kardinaal-diaken zet de kroningslitanie in met een drievoudig: Verhoor ons, Christus, waarop allen antwoorden: Dat onze Heer Paulus VI, door God uitverkoren, onze Opperherder en Paus, leve! Dan volgen enkele aanroepingen, waarop telkens „Dat gij hem helpe" wordt geantwoord. Na de aanroeping van „Verlosser der wereld" worden de volgende heiligen opgeroepen: Maria, Michaël, Gabriël, Raphael, Joannes de Doper, Petrus, Paulus, Andreas, Ste- phanus, Leo, Gregorius, Benedictus, Ba- silius, Sabbas, Agnes, Caecilia en Lucia. Het ligt voor de hand dat er in de plechtige Pausmis heel wat oude gebrui ken voortleven die men tevergeefs zoekt in een pontificale Eucharistieviering door een bisschop. Men denke alleen maar aan de beide lezingen, die in een Paus mis eerst in het Latijn en daarna in het Grieks worden gezongen, een ge bruik dat tot in de eerste eeuwen van het christendom teruggaat toen in Ro me beide talen werden gesproken en gebruikt. Men wil hiermee aangeven dat zowel de Latijnse, de Westerse Kerk als de Oosterse Kerken, vertegenwoordigd door het Grieks, onder het gezag van de Paus staan, opdat er maar één Her der en één kudde mag zijn. Overigens is de plechtigheid van de Pauskroning zelf nog niet zo heel erg oud. Zij is pas na de dertien de eeuw in gebruik gekomen, toen de tiara zich tot een kunstzinnig geheel had ontwikkeld. De eerste paus die „ad portam vel ad gradus ecclesiae", dus in ieder geval buiten de Sint Pieter met de tiara werd gekroond, is zeer waar schijnlijk paus Clemens V geweest, een Fransman die de Kerk van 1305-1314 heeft bestuurd. Over de oorsprong van de tiara zijn veie verhalen in omloop, vaak boeiend om te lezen, terwijl ook het humoristi sche soms niet ontbreekt. Sommigen menen dat de tiara in gebruik kwam toen men in haar de Cidaris uit het Oude Testament ging zien. Anderen zien er een tegenhanger in van de ronde vilten muts, de pileus libertatis, die aan de Romeinse krijgsgevangenen werd gegeven, alsook van de Paus als teken dat de Kerk in het eerste kwartaal van de vierde eeuw van Constantijn de Grote de vrijheid heeft gekregen. Ook zijn er meningen die verband houden met de hoofdbedekking van de Perzische ko ningen en voorname persoonlijkheden. Wanneer men let op het woord tiara, dan blijkt dat het woord uit het Na bije Oosten afkomstig is. In Perzië noemt men de tulband, de nationale hoofdbedekking, ook tiara. Eveneens verstaat men in het Grieks zowel onder het woord tiara als onder kindaris een Perzische tulband. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat de tiara van Perzische af komst is. Deze is onbekend, hoewel men de oorsprong wellicht in het Oosten moet zoeken, zoals dit het geval is met vele paramenten die we in de kerkelijke erediensten gebruiken. De mogelijkheid is dan ook niet uitge sloten dat „de tiaar" als hoofdbedek king reeds omstreeks het jaar 700 is ingevoerd toen de Kerk door Sergius I, een Syriër, of Joannes VI, een Griek werd bestuurd. De hoofdbedekking werd toen ook wel camelaucum genoemd en verwijst eveneens naar het Byzantijnse Oosten. Dc tiara kwam pas in de elfde eeuw officieel in gebruik. Op een fresco in de San Clementekerk te Rome zien we haar als een spits toelopende hoed, aan de bovenkant vlak en aan de onderzijde zonder een uitstaande rand. In de twaalf de en dertiende eeuw kreeg zij meer de vorm van een vlakke, vast op het hoofd liggende muts, waarvan de horizontale en vertikale strookjes met paarlen wer den versierd. Tegen het einde van de dertiende eeuw kwam de „kogelvorm" in gebruik. Kon men in de elfde eeuw al spreken van één ring, 'n regnum of corona, de tweede kroon waarschijn lijk als symbool van de wereldlijke macht is er onder het pontificaat van paus Bonifatius VIII (1294-1303) aan toegevoegd. De derde corona tenslotte dateert uit de tijd van Clemens V, die van 1305-1314 regeerde. e eigenlijke kroning is uiteraard 3iti Deen'vrij korte plechtigheid. Wan neer de Paus op zijn troon zit, intoneert en zingt het koor de mooie antifoon: Corona aurea super caput eius een gouden kroon op zijn hoofd. De kardinaal-diaken van het Hei lig College zet het Pater noster, het gebed des Heren in dat gevolgd wordt door enkele verzen. Dan wordt de mij ter van het hoofd van de Paus afgeno men en de tiara, die op een kussen door een der ministranten was aangedragen hoog opgeheven. De kardinaal-diaken treedt dan op de Paus toe en zegt: Ontvang de tiara die met drie kronen is versierd, en weet dat gij de vader zijt van de vorsten en de koningen, de bestuurder van de wereld, op aarde ook de plaatsvervanger van onze Ver losser Jesus Christus, aan wie roem en glorie toekomt tot in der eeuwen eeuwig heid. Amen. Na de huldiging door de gelovigen op het Sint Pietersplein wordt de plech tigheid besloten met de apostolische ze gen Urbi et Orbi. Drs. KOEN PIKET FINEST SCOTCH WHISKY. VAT Distillers. SCOTLAND LEI TH. IMP. OUD HAARLEM PARAMARIBO, 27 juni De rege ring van de Duitse Bondsrepubliek is bereid een voorstel van de Surinaamse regering bij de EEG te ondersteunen en wei in die zin, dat naast de van die zijde reeds in het vooruitzicht gestelde hulp ook die projecten, genoemd in de rapporten van de Duitse deskundigen, met middelen uit het ontwikkelings fonds van de EEG zullen worden ver wezenlijkt. De bondsregering zal een onderzoek instellen naar de mogelijkheid om ook Duitse deskundigen in de „ontwikke- hngsraad" (Board of advisors) zitting te doen nemen of om anderszins des kundigen ter beschikking van Suriname te stellen. Een belangrijke fase om te geraken tot concretisering van de plannen op het gebied van land- en bosbouw, mijn bouw (aluminium), glas- en betón- Industrle, is rechtstreeks contact met Duitse industrieën, die dergelijke on derzoekingen verrichten. De Duitse in dustrie-organisatie is gaarne bereid hierbij haar bemiddeling te verlenen en zou overigens gaarne uitgebreider op de hoogte worden gesteld van de huidi ge economische situatie, de opbouw plannen en de investeringswetgeving van Suriname. Een en ander is uitvloeisel van de besprekingen die een Surinaamse dele gatie onder leiding van minister-presi dent J. A. Pengel in Bonn heeft gevoerd met de „Bundesverhand" van de Duitse industrie. In Nederland zijn onder meer be sprekingen gehouden met de directies van het Bruynzeelconcern, de Philips- fabrieken, de Fokker vliegtuigenfa- briek en met de directie van Hoboken. Fokker zal op korte termijn een des kundige naar Suriname zenden voor een definitief rapport over de reorgani satie van de Surinaamse luchtvaart-mii. Er worden deskundigen verwacht van de Philipsfabrieken. Deze gedelegeer den zullen een plan van telecommuni catie ontwerpen. Philips zal aan de hand van hun rapport nagaan „welke investeringen zij hier dan zou kunnen doen". Philips zal binnenkort ook des kundigen zenden om de mogelijkheden van televisie na te gaan. De heer J. Toutenhoofd, hoofdaccoun tant yan het Nederlandse ministerie van financiën, is in het kader van de technische bijstand aan Suriname af gestaan teneinde te adviseren in finan ciële en monetaire zaken. (Advertentie) Het is geen kwestie van bijgeloof of heiligschennis. Maar het is eerlijk waar dat wij niet kunnen schrijven over zonderlinge perso nen of voorvallen zonder dat weldra eendere personen of voorvallen onze aan dacht trekken. Wij erkennen dat wij uit voerig over de zeeslang hebben geschre ven zonder dat tot heden een bericht is verschenen over het waarnemen van een Aspidodelone in de Stille Zuidzee. Maar dat komt nog. En als wij, nadat wjj hier kort geleden schreven over de man die meende dat hij een hond was, een brief hadden ontvangen van een meneer die ons zou hebben meegedeeld dat hij een Sint Bernardshond was, maar desondanks geheelonthouder, zou het ons niets verbaasd hebben. In het- cus had zijn hond geleerd om op be- toe doet, maar wij hebben een ongenees lijk zwak voor mooie namen.) Naar mijnheer La Touche later verklaarde het graafschap Hertfordshire. De domi nee was uit wandelen en, toen er aan gebeld werd, deed zijn vrouw open. Op zelfde artikel schreven wij over een lam dat meende dat het een hond was. En nu hebben wjj zowaar vernomen heer La Touche ën hond Bingo gaven hadden hjj en zijn hond zes weken lang het tuinpad stonden vijf ruige, landelij- geoefend om op waardige en passende ke lieden die verklaarden dat zij de wijze de dierendienst bij te wonen. Mar- mest kwamen bezorgen. „Welke mest?" cus had zijn hond geleerd om op be paalde wjjze te blaffen in antwoord op door zijn meester gestelde vragen. Mijn- tijdens de dienst een voorstelling ten beste. Marcus'stelde vragen. Bingo blaf te ten antwoord. Dit werd een grijze oude mijnheer die in de voorste bank van de kerk knielde te machtig. Hij verhief zich en zei met luider stem: „Dit is heiligschennis". De domheer en over een konijn dat meent dat het een eend is. Er woont een 14-jarig meisje met de fraaie naam Janet Pettican in Peterborough. Janet heeft een konijn, geheten Scamp (of Rakker). Dit zwart witte konijn zag enkele jaren geleden eenden zwemmen op een vijver bij Ja nets huis. Dit vochtig vertier vervulde het konijn van geestdrift. Zonder een ogenblik te aarzelen sprong het konijn in de vijver. En zwom. Sindsdien is er geen houden aan. Iedere keer als Scamp water ziet, gaat hij zwemmen. Hij gaat geregeld zwemmen met Janet in de rivier de Nene, welke door Peter borough stroomt. Inmiddels evenwel heeft de waterzieke Scamp de leeftijd van zeven jaren bereikt. En zoals een ieder behoort te weten is deze leeftijd voor een konijn rijp te noemen. Janet heeft ontdekt dat haar konijn, als het nu met haar gaat zwemmen moeite deugd. Doch op dezelfde dag waarop vroeg mevrouw Robson. Zij wist niets van mest. Zij wilde van mest niet we ten. De mest welke haar eerwaarde echtgenoot had besteld, antwoordden de ruige landelijke lieden. En of mevrouw Robson het wilde of niet, de mannen begonnen de mest te ontladen in de voortuin van de domineeswoning. Het was maar een klein voortuintje en, zo als gezegd, twee ton is heel veel mest. en toen de mannen het karwei hadden een kerkvoogd maakten zich meester beëindigd was het voortuintje veranderd van de grijze onverlaat en geleidden hem de kerk uit. Bingo kon ongestoord door gaan met de vertoning. in een grote mestvaalt. Vervolgens eis ten de mannen betaling, vijfhonderd gul den. Mevrouw Robson weigerde. Zjj zei o„ «,L„idat de mest niet besteld was door i lf, i J u j haar man, en dat hij in elk geval, zelfs HalëTrteT afTn L «nlr» Z?J" al had hij mest willen hebben, te arm dagmorgen af in _een andere An- was om dergelijke bedragen te betalen. De mannen verklaarden hierop dat zij bereid waren de mest te leveren voor een koopje. De domineese begon zo ang stig te worden dat zij de mannïn een glikaanse kerk. Wij zijn niet de enigen die wel eens in hun bin nenste hebben zitten krijsen van ellen de tijdens het luisteren naar een preek. Maar niemand doet er ooit iets aan. maar memanu aoet er ooit iets aan. bianco. cheque gaf, hetgeen erg dom rte.wdaiDoch on TeTlfde daT waaron ^aSuY5ü:Te ff" 9^1SJ heeft om boven water te blijven. Zij wenste haar lievelingsdier te behoeden voor een ontijdige dood. Op raad van haar ouders heeft zij nu het dier naar een dierenpsychiater gebracht die be- Bingo blafte tot de Heer, is het ge schied in de Anglikaanse parochiekerk de bankier verstandiger te zijn. Hij weigerde geld te verstrekken op de che que en de ruige landelijke lieden gin- leid door de eerwaarde heer Peter Leth- bridge Swaffield (namen!). Maar de loofd heeft Scamp het zwemmen af te preek werd gehouden door een leke ieren. Dit moge zot klinken, maar het preker. Het moet heel erg geweest zijn, zo erg dat de eerwaarde heer Peter stond heus in de krant. (Daily Express, 20 juni 1963). En degenen die twijfelen JHI of alles wat in de krant komt wel hele- uithouden en de predikant te lijf ging maal waar is, kunnen maar het beste Toen dominee Robson terugkeerde van zijn wandeling en het vrome oog richtte op wat eens een voortuintje was geweest, maar dat nu leek op en rook naar een mestvaalt, was hij geheel uit het veld geslagen. Hij snelde zijn woning drie keer Profumo of Christine Keeler heer te overmeesteren (een van de ge- tegen zichzelf zeggen om van hun twij- - 1 *- "-1 fels te genezen. De rest is theologie, zoals Hamlet uitnouaen en ae preaiKant te «ji ging. binnen en vroeg zijn dierbare vrouw Het kostte grote moeite de eerwaarde wat baar in >g hemelsnaam bezielde om een zo enorme hoop mest te kopen is verzuimde te zeggen, en wjj komen toch terecht bij de heiligschennis. In Covent Garden, waar de Londense groenten- en fruithallen gelegen zijn staat de kerk van de Heilige Paulus, niet te verwar ren met de verderop gelegen Sint Pau lus Kathedraal. In deze Anglikaanse kerk hield Domheer Clarence May op zondag een dienst voor de zegening van lievelingsdieren. Onder de gelovigen be vonden zich honden, katten, een aap en een papagaai. Een van de honden was een gouden Labrador, geheten Bingo, naar het gokspel dat iedere week zoveel duizenden Britse huisvrouwen verleidt een deel van hun huishoudgeld op het spel te zetten. De hond was het eigen dom van een zekere mijnheer Marcus lovigen werd in de hand gebeten). Het Waarop deZmineeïvroüw na tuur U is triest dat men het nodig vond de waar°P _«e .domineesvrouw natuur luk man voor gek aan te zien en hem af te leveren bij een psychiater. Een ande re geestelijke verbonden aan dezelfde kerk legde later een verklaring af wel ke bijna even zot was als het voorval: „Mijnheer Swaffield it vrijgezel en in de veertig. Hij heeft lang in Indië ge woond." n dan was er de theologische mest- antwoordde dat niet zij maar haar man het voortuintje had laten veranderen in een mestvaalt. Wat te doen met al de mest? De dominee ging naar de politie agent van het dorp. Hii zei dat hii niet beter wist te doen dan de mest te verko pen, want zelf had hij niet de minste behoefte aan mest. Maar de koddebei er wilde hier niet van horen. De mest was misschien gestolen, meende hii, en F nhoopWAais men nooit° van lijT^ Hl ven twee ton mest heeft gezien, ^\net^Hc^t VdSminêe om dé zal men van ons moeten aanne men dat dit een aanzienlijke hoeveel- Cilaal_ heid mest is, ongeveer zeventig em- jan(js verstond zouden wij trachten hem mest te bewaren voor de rechtmatige eigenaar. Indien de dominee Neder- Ian Robson van de Anglikaanse kerk La Touche (niet dat de naam er iets van Allerheiligen in Croxley Green, in mers vol. Op zaterdagmiddag van de t.roosten met het goede vaderlandse vorige week hield een vrachtauto stil SpreekWOord: „De mest is geen heilige, bij de woning van de_ eerwaarde neer maar hij doet wonderen waar hii valt." DAAN VAN DER VAT. Een probleem, dat zich meteen reeds aan de vreemdeling voordoet, blijkt echter te zijn dat er maar zo weinig Japanners zijn, die Engels kennen. Men kent alleen Japans. Het vinden van de weg wordt verder bemoeilijkt door het feit, dat men geen straatna men heeft, maar bloknamen, en in het Japans natuurlijk. Generaal MacAr- thur heelt geprobeerd daarin verande ring te brengen door de straten vol gens Amerikaans systeem namen met nummers te geven, maar dat hebben de Japanners snel weer afgeschaft. Niemand kende die namen trouwens toch. Noemt men een taxichauffeur de Japanse naam van de plaats waar men heen wil, dan blijkt hij die trouwens vaak ook niet te begrijpen. De gebruikelijke oplossing is daarom in Tokio, dat men, als men ergens heen wil, dit adres door iemand die u begrijpt in Japanse karakters op een stuk papier laat zetten. Als men dat dan aan de taxichauffeur laat zien be grijpt hij u. Restaurants passen een soortgelijk systeem toe met een twee talig menu, waarop men aan kan wij zen wat men hebben wil of door dom weg de gerechten die men heeft uit te stallen. Wijzen is altijd heel belang rijk in een land waar men de taal niet kent. Toeristen, die naar Japan komen, ontvangen een keurige service. Bij hun aankomst op het vliegveld reeds ligt een boekwerk klaar met praktische in formaties over geheel Japan en met kaartjes van Tokio en andere steden. De douane hecht vervolgens een for muliertje in uw paspoort, waarop win keliers kunnen aantekenen welke be lastingvrije aankopen u hebt gedaan. Op radio's, fototoestellen e.d. rust na melijk voor de vreemdeling geen be lasting, zodat hij die goedkoper kan lend is intussen, dat die winkeliers niet eens zo hard lopen voor deze han del. Men wordt correct geholpen, maar er is geen sprake van de opdringerig heid van andere Aziatische steden. Opvallend is, dat Japan niet lan ger het goedkoopte-eiland van vroe ger is. De bazar-rommel ziet men haas: niet meer. In plaats daarvan worden nu kw&liteitsprodukten ver kocht, die in bepaalde gevallen (fo- tottoestellen, radio's) wat lager in prijs zijn dan in Europa, maar dat nog niet eens altijd. Ën het is dui delijk, dat in belangrijke mate ook voor de eigen mark; geproduceerd wordt. Importgoederen ziet men haast niet in Japan. De Japanners dragen kleding die in Japan vervaar digd is, ze rijden in een Japanse au to er ze gebruiken een Japans foto- en televisietoestel. Het feit dat nu een behoorlijke eigen markt aanwe zig is, is waarschijnlijk mede oor zaalt dat de winkeliers niet zo hard meer lopen voor de vreemdeling die op bezoek komt. ntussen ziet men, hoe in Tokio de opbouw voortgaat. Overal zijn ar beiders aan het werk om weer nieuwe flatgebouwen op te richten en om straten te verbreden. Naar het vliegveld wordt een nieuwe autoweg aangelegd die zal maken dat men dit straks in een kwartier kan bereiken; men heeft daar nu een uur voor nodig. Ook is men druk bezig met het treffen van voorbereidingen voor de komende Olympische Spelen. Daarheen za) on der meer een supersnelle trein lopen, die 200 kilometer per uur haalt. Ook gelegenheid tot ontspanning ont breekt niet in Tokio. Er zijn volop the aters, nachtclubs, enz. Er zijn gere geld concerten door de twee symfonie orkesten die men heeft, er zijn allerlei klassieke en moderne toneelvoorstel lingen, er zijn goede musea, er zijn aantrekkelijke shows (de grootste em- ployeert 300 meisjes!), en ook een wijk als Pigalle in Parijs ontbreekt niet. De prijzen liggen over het alge meen lager dan in Europa. Men ontmoet het Oosten natuurlijk wel in Tokio, maar het is toch opval lend hoe de algemene indruk, die men van deze enorme stad krijgt (een Ame rikaan zei me: in Amsterdam hebben jullie een Rembrandtsplein waar het druk is, maar hier is de hele stad zo!) veeleer die van een Europese dan van een oosterse stad is. In het oog springend is, hoe hard en degelijk er gewerkt wordt, hoe men voortdurend ingespannen bezig is. Zeer opvallend is voorts, hoezeer men alleen op Japan zelf georiënteerd is: men spreekt Ja pans, men leest Japans (er is in Tokio een straat met 200 boekwinkels, maar een niet-Japans boek treft men daar nauwelijks aan), men gebruikt Japan se produkten. Als men de Japanners zo m zekere z:n zelfgenoegzaam voort ziet jachten, is het haast onbegrijpe lijk dat politieke tegenstellingen soms tot zulke uitbarstingen hebben kunnen leiden. Er moet toch nog wel wat smeulen onder de oppervlakte. De vreemdeling op bezoek aan Japan krijgt daar echter niets van te zien. Hij ziet alleen maar bezige mensen in een moderne en nog steeds moderner wordende stad. C. H. SCHAAP. (Van onze parlementaire redacteur) DEN HAAG, 27 juni Prof. Vonde ling, fractievoorzitter van de P.v.d.A„ heeft een brief ontvangen van de ex-for mateur waarin deze de motieven uiteen zet voor zijn afwijzing van de P.v.d.A. als partner in het kabinet. Dr. De Kort noemt allereerst het uitgangs punt voor zijn formatie. Hij wilde een beleid verzekeren dat een voortzetting zou inhouden van dat van het kabinet- De Quay. Dr. De Kort voelde zich daar bij gedwongen tot een voorkeur en daar bij vond hjj dat continuering van de samenwerking van de partijen die van het kabinet-De Quay deel uitmaakten voor de hand lag, vooral met het oog op de scherpe oppositie van de Pv.d.A. Als tweede motief vermeldt dr. De Kort, dat de P.v.d.A. bij de informa teur, prof. Romme, reeds had gespro ken over een bedrag van 400 miljoen om de verhoogde AOW-lasten te finan cieren, welk bedrag uit de algemene middelen zou moeten worden geput. Dit bedrag is wel teruggebracht tot 200 250 miljoen en er werd zelfs bij gezegd dat het naar het eind van de parlemen taire rit kon worden verschoven, maar op een of andere wijze moest toch vast staan dat het zo zou gebeuren. Daarbij kwam nog de verzekering vein socialis tische zijde, dat algehele financiering uit de premie niet zou worden aanvaard! Dit, aldus dr. De Kort zou een beslag leggen op een tiende van het te verwach ten accres aan overheidsmiddelen, het geen de socialistische eis voor hem on vervulbaar maakte. Tenslotte gaat de ex-formateur nog in op de weigering van mr. Toxopeus om concreet te antwoorden op de voorge stelde oplossingen van geschilpunten. Hij zegt dat de liberale fractievoorzitter zich echter open heeft gesteld voor een redelijke oplossing wanneer de WD zou worden gekozen. Dr. De Kort heeft er geen twijfel over laten bestaan, dat op essentiële punten geen concessies aan de WD te venvachten vielen. (Advertentie) ijiiiiiiiiitimiiiimiiiiiiiiiiMiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiimumiiuiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiii

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 9