GESPREK OVER DE VREDE Kennedy naar de historische audiëntie FRAPPANTE OVEREENKOMST IN VREDES OPVATTING Sociale organisaties oefenen invloed uit op de politiek Over tien jaar allen bij waterleiding aangesloten D Bewapening Pleidooi Recht op leven Welke regeringscombinatie de meest wenselijke Jubilerende instanties hebben nog handen vol werk Rustpunt en conferentie-oord commentaar 1 Canadese Schotten" Safe in de kluis „VIJFTIG JAAR DRINKWATER" Wij gebruiken ca. 2 maal ons geivicht aan water per dag i ZATERDAG 29 JUNI 1963 PAGINA 7 Volgende week dinsdag brengt de president van de Ver enigde Staten een bezoek aan de Paus van Rome. Dit be looft een zeer bijzondere gebeur tenis te worden. Het wordt een ontmoeting van twee personen die een onmetelijk zware verantwoor ding dragen: een verantwoording die zich verder uitstrekt dan tot de mensen die formeel aan hun gezag onderworpen zijn. Kenne dy's zorg beperkt zich niet tot de burgers van de Verenigde Staten. Als leider van een der machtigste naties ter wereld ligt het lot van de hele mensheid voor een be langrijk deel in zijn handen. En de Paus bekommert zich niet slechts om het katholieke deel van de wereldbevolking. Vorige Pausen, onder wie vooral wijlen Joannes XXIII, hebben zich in hun boodschappen herhaaldelijk tot alle mensen gericht, en de tegenwoordige Paus, Paulus VI, heeft reeds in zijn eerste bood schap, van zaterdag jl., blijk ge geven van een zelfde ruime op vatting van zijn taak, met name in zijn opmerkingen over de wereldvrede. Onderwijzersakte R.E.S.A. - Hilversum U g|pfs® HÖ V 1 Het thema van de vrede zal ongetwij feld het voornaamste onderwerp van gesprek zijn in het onderhoud van pre sident Kennedy en Paus Paulus de Zes de. Bij de behandeling van dit onder werp zullen beiden ongetwijfeld uitgaan van de encycliek van Joannes XXIII „Pacem in Terris" van XI april 1963. De nieuwe Paus onderschrijft volledig de opvattingen van zijn voorganger over deze kwestie, zoals wel duidelijk blijkt uit de woorden die hij vorige week zaterdag sprak. „Wij willen, met de hulp van God en met alle krachten, het onze bij dragen tot verzekering van de vrede, dit grote goed. Deze vrede bestaat niet alleen in afwezigheid van oor logshandelingen of gewapende strijd. Hij moet veeleer voortkomen uit de door God, Schepper en Verlosser, ge wilde ordening. Hij vereist de vaste en voortdurende wil tot wederzijds respect en tot broederlijke liefde." Men beluistert hierin een duidelijke echo van „Pacem in terris", die im mers begint met de zin: „De vrede in de wereld, zo vurig verlangd door alle mensen van alle tijden, kan alleen dan tot stand komen en bewaard blij ven, als de door God gevestigde orde volledig wordt geëerbiedigd", terwijl de encycliek eindigt met de bede: „Moge Christus tenslotte in alle mensen het vurig verlangen opwekken om de bar rières die hen scheiden te doorbreken en de banden van de onderlinge liefde te versterken:.." Dit Paus Paulus de gedachten van „Pacem in terris" tot de zijne heeft gemaakt is overigens min der opmerkelijk dan het feit dat ook Kennedy's visie op het vraagstuk van oorlog en vrede zeer sterk overeen komt met die waarvan deze encycliek getuigt. Dit kan aangetoond worden door een gedetailleerde vergelijking van Ken nedy's toespraak van 10 juni voor „The American University" te Washington met de vredesencycliek van Joannes XXIII. Als men de volledige teksten van beide documenten bestudeert, wordt men herhaaldelijk getroffen door zeer frappante parellellen. Hieronder volgen een aantal citaten uit Kennedy's rede en uit „Pacem in terris" ter illustra tie van deze treffende gelijkenis: De Amerikaanse president zei in zijn toespraak in Washington: „Totale oor log is zinloos in een tijdperk waarin grote mogendheden grote en betrekke lijk onkwetsbare nucleaire strijdkrach ten op de been kunnen houden." Paus Joannes verklaarde: „Steeds sterker wordt in onze tijd de overtuiging dat eventuele conflicten tussen de volkeren niet door de wa pens, maar door onderhandelingen en overeenkomsten moeten worden opge lost. Het is waar dat deze overtuiging in het algemeen gegroeid is uit de ge dachte aan de verschrikkelijke vernieti gingskracht van de moderne wapens en uit de vrees voor de rampen en de ontzettende verwoesting, die deze wa pens zouden veroorzaken. Daarom is het bijna ondenkbaar dat in ons atoomtijd perk de oorlog nog het geschikte mid del zou kunnen zijn om de geschonden réchten te herstellen." Over de kostbare bewapeningswed loop merkte Kennedy op: „Het is een essentiële voorwaarde voor liet behoud van de vrede dat wij jaarlijks miljarden dollars uitgeven aan wSpe.ns> alleen met de bedoeling, dat wil die nooit zullen behoeven te gebrui ken. Maar hel aanleggen van deze voor raden, die slechts kunnen vernietigen en nooit kunnen scheppen is niet de enige, laat staan de meest doeltreffen de manier om de vrede te bewaren. Ik spreek derhalve van de vrede als het noodzakelijkerwijs logische einddoel van denkende mensen." In „Pacem in terris" wordt gecon stateerd: „dat de volken..." „enorme kapitalen steken in de bewapening Zij beweren, dat zy dit doen en er is geen reden hen niet te geloven niet om anderen aan te vallen, maar om anderen van een aanval te weerhouden. Toch mogen wij vertrouwen dat de volken door contacten en onderhande- lmgen beter gaan beseffen hoe zij met (Advertentie) De kortste en voordeligste opleiding geeft (Bekende Schriftelijke Cursus) Gok voor H.B.S. A en B en Gymnasium elkaar door de band van de menselij ke natuur zijn verbonden..." In de Amerikaanse boodschap leest men vervolgens: „Sommigen zeggen, dat het nutte loos is te spreken over de wereld vrede of de wereldrechtsorde of alge mene ontwapening en dat het nutte loos zal blijven zolang de leiders van de Sovjet-Unie nog geen positievere houding hebben aangenomen. Ik hoop dat zij dat wel zullen doen. Ik geloof dat wij hen daarbij kunnen helpen. Maar ik geloof ook, dat wij onze eigen houding moeten herzien, als in dividuen en als volk. Want onze hou ding is even beslissend als de hun ne. „Zowel de Verenigde Staten en hun bondgenoten als de Sovjet Unie en haar bondgenoten hebben een groot wederzijds belang bij een rechtvaar dige en waarachtige vrede en bij een stopzetten van de bewapeningswed loop". En Paus Joannes verklaarde: „Dat de ware en bestendige vrede onder de volken niet moet steunen op het even wicht in de bewapening, maar alleen op het wederzijds vertrouwen. Wij per soonlijk geloven dat dit mogelijk is, want het gaat hier niet alleen over een eis van het gezond verstand, maar ook over een uiterst wenselijke en heilza me zaak. Het gaat op de eerste plaats over een eis van het gezond verstand, want allen zijn het er over eens, dat de betrekkingen tussen de staten"., „niet door wapengeweld geregeld moe ten worden, maar volgens de normen van de rede". Met spijt constateerde Kennedy, dat de V.S. en de Sovjet-Unie „grote be dragen besteden aan een massale be wapening, bedragen die beter gebruikt zouden kunnen worden voor het bestrij den van onwetendheid, armoede en ziekte". In de encycliek, wordt „niet zonder grote droefheid" vastgesteld dat in de economisch sterkere landen de burgers zware lasten moeten dragen voor de vervaardiging van verschrikkelijke oor logswapenen, terwijl andere landen de hulpmiddelen moeten missen voor hun economische en sociale vooruitgang". Kennedy hield een pleidooi voor „ver sterking van de Verenigde Naties om deze organisatie tot een doeltreffend instrument voor de vrede te maken en om haar uit te bouwen tot een wer kelijke bescherming van de wereld". In het Pauselijk document wordt ook op waarderende wijze gesproken over de V.N.„Het voornaamste doel van de Organisatie van de Verenigde Na ties is, de vrede onder de volken te handhaven en te consolideren". En de encycliek vervolgt: „Het is daarom on ze vurige wens, dat de Organisatie van de Verenigde Naties er steeds beter in moge slagen haar structuur en midde len aan te passen aan de omvang en de verhevenheid van haar taak". Andere punten van overeenkomst tus sen de Amerikaanse toespraak en de encycliek: „Het Communistische streven het eigen politieke en economische stelstei aan anderen op te leggen is de voor naamste oorzaak van de spanningen in de wereld. Er kan immers geen twij fel aan bestaan dat de vrede sterker zou staan als alle landen zich zouden onthouden van inmenging in de zaken van andere landen". (Kennedy). „De wederzijdse betrekkingen tussen de politieke gemeenschappen moeten ge baseerd zijn op vrijheid. Dit houdt in dat geen enkele natie iets mag onder nemen, wat een onderdrukking van an dere naties of een onrechtvaardige in menging in haar aangelegenheden be tekent". (Paus Joannes). Kennedy: „Meer begrip tussen de Sovjets en onszelf zal noodzakelijk zijn en de groei van het begrip zal meer contacten en gesprekken vereisen." Paus Joannes: „Toch mogen wij ver trouwen dat de volken door contacten en onderhandelingen beter gaan besef fen, hoe zjj met elkaar door de band van de menselijke natuur zijn verbon den." Kennedy: „Een regering of sociaal stelsel mag nog zo slecht zijn, dat wil nog niet zeggen dat de bevolking niet deugt". Paus Joannes: „Toch moet men altijd onderscheid maken tussen de dwaling en de dwalenden..." Tenslotte spreken zowel Kennedy als Paus Joannes over de noodzaak van een stopzetting van de kernproeven, terwijl zy beiden het accent leggen op de menselijke rechten als basis voor de vrede. Waar de president van Ame rika noemt: „Het recht om ons leven zonder vrees voor vernietiging te lei den," zegt de encycliek: Ieder mens heeft recht op het leven, op de integri teit van zijn lichaam en op de midde len voor een menswaardig bestaan." Uit het bovenstaande moge blijken dat de opvattingen van de Ame rikaanse regering en die van de Heilige Stoel over een der meest brandende vraagstukken van deze tijd vele raakpunten hebben, al is de bena deringswijze wel eens verschillend, om dat president Kennedy als staatsman sprak, terwijl Paus Joannes dat als geestelijk leider deed. Kennedy's toespraak, die getiteld was ub vciemgue ivaues bi sieeus oeier w ixenneay s loespraax, cue getiteld was Advertentie Door verlies van kostbaarheden, waardevolle documenten enz. kunnen vaak de vruchten van Jarenlange arbeid op slag worden vernietigd. In de kluizen van de Kas-Assoclatle zijn ze evenwel veilig bewaard. Deze zijn ook ruim genoeg om bezittingen van enige omvang op te bergen. Gaat U met vakantie, naar het buitenland op een zakenreis of voor enige tijd op familiebezoek, maak dan gebruik van de kluizen van de Kas- Assoclatle. Ook vooralle gebruikelijke bankzaken kunt U van onze diensten gebruik maken. KAS-ASSOCIATIE N.V. Spulstraat 172, Amsterdam VOLLEDIGE BANKSERV1CE MET GOUDOMRANDE ZEKERHEID BETALEN BEWAREN BEHEREN (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 29 juni Zullen het Rijksinstituut voor Drinkwatervoorzie ning en de Centrale Commissie voor Drinkwatervoorziening die maandag in de Rolzaal op het Binnenhof alhier hun vijftigste verjaardag vieren, de vijfen zestig nog wel halen? Over tien jaar namelijk zullen alle denkbare percelen in Nederland, op een hoogst super- onrendabele uitzondering na, aangeslo ten zijn aan een waterleiding. Het instituut, een uitvoerend li chaam, en de commissie, die raad geef aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, zullen niet met pensioen gaan. als ze de leeftijd van vijfenzestig hebben bereikt. De beide lichamen beginnen zich nu al zorgen te maken over het werk dat hen tegen die tijd wacht. In het jaar 2000 zo staat in het gedenkboek „Vijf tig jaar drinkwater" te lezen, zullen de Nederlanders vier keer zo veel drinkbaar water nodig hebben als nu. En de Nederlander gebruikt nu al per dag ongeveer twee maal zijn eigen gewicht aan water. Dat be tekent, dat alle Nederlanders bij el kaar in één jaar een plas zo groot als hun vadefland uit de kraan laten stromen die hun grote tenen juist- overspoelt. Het is wel voor te stellen dat er nog heel wat voorzieningen moeten worden getroffen om aan de voor waarde te kunnen voldoen dat bij de komende eeuwwisseling diezelfde plas tot aan de enkels reikt. Een halve eeuw geleden stonden het instituut en de commissie voor heel andere vraagstukken. Zestig steden hadden toen al een eigen drinkwatervoorziening. Amsterdam was daarin als goede hoofdstad voor gegaan. Maar niet dan, nadat de toestand daar al lang onhoudbaar was geworden. Voordat Engelse in genieurs de stad in 1853 van een waterleiding vanuit de Noord-Hol landse duinen voorzagen, moesten de hoofdstedelingen het eeuwen lang stellen met het water van de Amstel dat door de grachten dicht by hult kwam. Aanvankelijk was de kwaliteit van het water voor het brouwen van bier nog dragelijk. Maar met de toeneming der bevolking werd de toestand steeds slechter. Men trachtte er verbetering in te brengen door bijvoorbeeld te ver bieden „huisjes" boven de grachten te bouwen. Andermaal werd verboden vuil in de grachten te gooien. Zuiver water is intussen ook niet alles. Ir. J. Jager zegt in het gedenk boek, dat de mens by de verstrekking van zuiver drinkwater vrij spoedig minder bestendig tegen besmettelijke ziekten wordt dan voorheen bij een primitieve, individuele watervoorzie- nin het geval was. Aan de andere kant staat het feit, dat het bacteriolo gisch peil van „eigen" water soms van bedenkelijk inferieure kwaliteit is. Daarom zal er in de komende tien jaar toch hard worden gewerkt om de tachtigduizend percelen die nu nog van leidingwater zijn verstoken, aan te sluiten. (Advertentie) 7 BELEGGING van kas- en geldmiddelen op termijn. Interess. mogelijkheden met 100 waarborg. CV "entevergoeding tot 7 per jaar. Vragen om Inlichtingen worden strikt ver trouwelijk behandeld door: M. A. C. Pruys van der Hoeven, Bedrijfsadviseur. Scholten- straat 25. Leiden. Tel 0171023797. „Vrede, het belangrijkste op aarde", kon beschouwd worden als een uitwer king van een thema uit zijn inaugurale rede van 20 januari 1961 en als een variatie op zijn rede voor de Verenigde Naties van september 1961. Wellicht werd de Amerikaanse president geïn spireerd door „Pacem in terris", maar zijn visie op het vredesvraagstuk is in de twee en een half jaar van zijn re gering niet wezenlijk veranderd, al heeft hij zijn praktische politiek voort durend aangepast aan de zich wijzigen de omstandigheden. De opvattingen van Joannes XXIII stoelen voor een belangrijk deel op die van zijn voorganger Pius XII (met na me op diens vermaarde kerstboodschap pen) maar ook op uitspraken van Leo XIII. Dit feit sterkt ons in onze over- tuiging dat Paus Paulus VI in zijn vre- desbeleid, op zyn beurt, zal voortbou wen op het werk van de vorige Pau sen. Kennedy's bewondering voor de laatste encycliek van Paus Joannes wordt door diens opvolger gedeeld, en men mag verder aannemen dat Paus Paulus VI Kennedy's toespraak van 10 juni met instemming gelezen heeft. Zo zou het gesprek tussen Paus en pre sident van 2 juli aanstaande van grote betekenis kunnen zijn, en niet alleen omdat Kennedy de eerste katholieke president van de Verenigde Staten is. H. BRONKHOKST (Van een medewerker) We kregen van een vriend, die be weert tot onze trouwe lezers te behoren, een laconiek briefje van ongeveer de volgende in houd: „Wat zet jij plotseling een on schuldig gezicht door de laatste we ken alleen maar over onpolitieke zaken te schrijven. Dacht je dat het mij en andere lezers niet interesseert hoe „onze sociale commentator" over de huidige politieke situatie denkt? Die politieke situatie heeft toch zeker ook een sociale kant. Laat je mening eens horen." We willen hier graag het volgende op antwoorden. In de bijna zeventien jaar dat we deze rubriek hebben mo gen verzorgen, hebben we ons steeds op het standpunt geplaatst, dat het ging om een zienswijze op de sociale kanten van diverse zaken. Het was noch is derhalve onze taak politieke beschouwingen in de engere zin te ge ven. Meer dan eens hebben we welis waar kritiek geoefend op politieke ge beurtenissen, sociale wetten hier be sproken, standpunten of uitlatingen van politieke partijen bekeken, enz. maar dan hield dat vrijwel steeds verband met wat wij als een sociale aangelegen heid zagen. Meer dan eens ook hebben we op deze plaats een pleidooi gevoerd voor een zich vrü opstellen van de politiek ten opzichte van het sociale organisa tieleven en natuurlijk ook omgekeerd. Een vakcentrale als de K.A.B. b.v. mag en moet zich soms wel met de politiek bemoeien, eenvoudig omdat de politiek zich met haar bemoeit. Maar wat zij niet mag (althans naar onze mening en in haar eigen belang) dat is zich helemaal vereenzelvigen met een politieke partij. Zij mag na tuurlijk gerust proberen invloed te oefe nen. Wie doet dat niet? Maar zij mag niet en nooit op de stoel van die partij gaan zitten, met andere woorden zij kan geen verantwoordelijkheid nemen voor het doen en laten van een politieke party, en dus mag zij dat dan ook niet. Het omgekeerde is eveneens het geval. Niemand zal ooit een politieke partij het recht ontzeggen om sociale verlan gens van vakorganisaties, politiek on haalbaar te verklaren. In het algemeen al is het antwoord op de vraag of een politieke party re kening wenst te houden met de verlan gens zoals die in de vakbeweging zyn gegroeid, uitsluitend voor verantwoor- deiykheid van die party. En als we nog een stapje verder gaan dan dient naar onze mening een soortgeiyke ver houding te bestaan tussen de- regering en de sociale organisaties. Laten we deze theorie eens toepas sen op de huidige politieke situa tie. K.A.B. en N.V.V. maakten samen een program van sociale wensen en de derde bonafide vakcen trale, het C.N.V., deed dat afzonderlyk. Alle drie zonden zy hun verlangens zo wel naar alle leden van het parlement en we mogen wel aannemen ook naar de kabinets-informateur. Het is ons uiteraard niet bekend of, en in welke mate, bij de eerste formatiepoging met deze sociale wensen werd rekening ge houden. Wel ligt het min of meer voor de hand dat er zowel naar deze wens- lüst is gekeken als naar die door de agrariërs en door middenstanders op tafel is gelegd. Mogen we verschenen persberichten geloven, dan zou juist in de sector van de sociale politiek een van de moeiiyke punten gelegen heb ben by de formatiepoging-De Kort. Wat daar ook van zy, duidelijk zal zyn dat sociale organisaties grote be langstelling hebben voor ieder re geringsprogram. In bijna diezelfde or de ligt ook de belangstelling van deze maatschappeiyke organen voor de vraag welke regeringspartuen samen zullen gaan trachten dat regeringsprogram te verwerkelijken. Men kent immers de beginselen en de eigen politieke pro gramma's van de verschillende partyen en het is zonder meer duidelijk, dat men in de ene party wel en in de an dere weinig of helemaal geen vertrou wen heeft als het gaat om de vraag of er kans is iets van het eigen sociaal program verwezenlykt te krygen. Nu is met name de laatste weken aan de vakbeweging verweten, dat het een ongeoorloofde druk zou uitoefenen op de politieke partüen in het alge meen, en op de kabinetsformateur in het byzonder. We hebben ons daar nog al over verwonderd. In tal van kranten immers kan men een pleidooi lezen voor een regeringscombinatie, zoals we die de laatste vier jaar hebben gekend. Daarmee bedoelen deze publikaties uiteraard invloed uit te oefenen zowel op de leiding van politieke partyen als op de formateur. Waarom zou dan aan grote georganiseerde groepen binnen ons volk verboden moeten worden wat van andere zyde als de meest normale zaak van de wereld wordt beschouwd? De vraag derhalve of sociale orga nisaties invloed mogen proberen uit te oefenen is voor ons geen vraag, het is een vanzelfsprekende zaak. Of en in hoeverre een formateur daarmee reke ning wenst te houden is zün zaak. Ook al behouden daarna degenen die gepro beerd hebben beïnvloedend te werken het volste recht kritiek te oefenen op de uiteindelyke beslissing. Kritiek is nu eenmaal onmisbaar als waardeschep- pend element. We willen ook wel zeggen, begrip te hebben voor de richting, waarin de in vloed van de vakbeweging gaat. Als we een optelsom maken van de gebeurte nissen' in de laatste zes weken en we denken dan tevens terug aan heel de sociale politiek van na de oorlog, dan ligt daar de verklaring van onze voor keur. We hebben al eerder op deze plaats geschreven, dat naar onze me ning de socialisten tot aan de fakkel dragersdag van 1957 constructief aan het regeringsbeleid hebben meegedaan, v. Daarna hebben ze een bepaald slechte vertoning gegeven. De oppositie was dikwpls beneden de maat. Maar als het om werkeiy-k grote zaken ging, was het tot tweemaal toe de P.v.d.A., die de regering redde en niet de V.V.D. Laten we maar denken aan de Mam moetwet en aan de Algemene Kinder bijslagwet. De socialisten verloren by de ver kiezingen vyf zetels, ofwel iets minder dan tien procent van hun zetelaantal. De liberalen verloren drie van de 19 zetels, ofwel bijna 17 procent. Kan men nu in redelijkheid volhouden, dat dus de kiezers zouden hebben gezegd, dat de beleidslijn van het kabinet de Quay moet worden voortgezet met dezelfde regeringscom binatie? Afgezien daarvan kunnen er redenen zyn, die beleidsiyn voort te zetten, uiteraard met versterkte aandacht voor bijvoorbeeld de woningbouw. Ten aan zien van de sociale politiek waren we over de laatste vier jaar best te spre ken. Een voortzetting derhalve van het beleid De Quay in dit opzicht kunnen we alleen maar toejuichen. Maar nu komt de vraag of het moge- ïyk is deze beleidslyn dus met in begrip van een verstevigd woningbouw beleid te realiseren met de V.V.D. of is het misschien beter, wanneer dat met de P.v.d.A. zou gebeuren? Met de V.V.D. heeft de coalitie een meerder heid van 92 stemmen In de kamer. Met de P.v.d.A. veel meer, maar dat is al niet meer van beslissende betekenis. Bij de beoordeling van de vraag, of de P.v.d.A. de meest geschikte partner is, doen we verstandig die vervelende fakkeldragersdag en wat daarop is ge volgd niet te vergeten. Maar aan de andere kant mogen we ook gerust den ken aan de sterke relatie P.v.d.A.-NW en de gevolgen van deze combinatie in het sociale leven van alle dag. Ook sociale rust is een landsbelang van de eerste orde. En of men het nu vervelend vindt of niet, we hebben nu eenmaal gemerkt, dat het in de oppositie zijn van de P.v.d.A. ongewenste gevolgen kan heb ben. Niet dat een soort angst of een uit de weg gaan voor dreigen motief mag zyn bij het nemen van een zo be- langryke beslissing, maar wel de vraag, of op sociaal vlak een verantwoorde, meer progressieve, politiek kan worden gevoerd, dan byvoorbeeld met de WD, waarvan we eveneens de laatste jaren nogal enkele vervelende dingen hebben ondervonden. We denken byvoorbeeld ook aan de vraag, of er geen ernstige conflictsituatie met de V.V.D. zou ont staan, wanneer deze party voor de keu ze zou wnrden gesteld van of een struc turele belastingverlaging of een ietwat ruime bybetaling uit de algemene mid delen ten behoeve van sociale verzeke ringswetten. Er zijn natuurlyk nog tal van andere argumenten aan te voeren, maar misschien is onze briefschrijven de vriend voorlopig tevreden gesteld. '■t.pf'chnvpw" MA'* .een fraaie buitenplaats. Twee foto's op de vleugel In u koepelkamer: één van prinset Irene, beschermvrouwe, en één van Eduard van Beinum, ideële inspirator en naamgever van het In ternationaal Toonkunstenaars Centrum Eduard van Beinum, dat hans zijn pied- a-terre gevonden heeft in de buiten plaats Queekhoven aan «de Vecht. De vleugel-attentie van een sympa thiserende relatie en de harp ac; centueren de nieuwe bestemming van de achthoekige koepelkamer, die door zyn hoge ruitjesvensters een prachtig uitzicht biedt op de gazons en de eeu wenoude bomen in het omringende ptrk. Medaillons tegen het plafond omrankt met speelse bladertakken kristallen luchters, een ideale acous tiek, dit alles leek de koepelkamer vóór te bestemmen tot een heeriyk concertzaaltje Phia Berghout, vice voorzitster van de stichting en gast vrouwe van huize Queekhoven, is het enthousiasme over dit pas verworve: bezit dan ook van het gelaat af ti lezen als zy in tegenwoordigheid vit mevrouw S. van Beinum-Jansen, de weduwe van de grote dirigent, mr. T. Bijleveld, burgemeester van Breu- k len. en het voltallige bestuur der stichting, Queekhoven aan de pers bet „Eduard van Beinumhuis" voorstelt en haar toekomstplannen bt kend maakt. „Sinds de stichting in november 1960 is opgericht, hebben wjj ons doel nagestreefd, weekendbijeenkomsten en cursussen te organiseren, nationaal en internationaal, ter verbetering van de contacten tussen musici onderling en met andere kunstenaars. Vierhon derdveertig deelnemers van veertien nationaliteiten zijn betrokken geweesl by studiedagen voor harp, zang, pia no, barok, „hout", gitaar en luit. Dis cussies tussen dichters en componis ten, choreografen en componisten hebben zeer verhelderend gewerkt en zullen zeker volgend seizoen worden herhaald. Men leert eikaars wensen en moei- ïykheden kennen, zoekt gezameniyk naar oplossingen en nieuwe methodes. Beslist opzienbarend achten sommi gen (ook in het buitenland, met name in Amerika) de experimenten in de ademhalingstechniek, die onder lei ding van dr. H. J. Nidecker uit Basel en dr. A. Bouhuys uit Leiden zijn uitgevoerd. Tenslotte komen er in het nieuwe seizoen studiedagen voor altvio listen, studenten in de muziekweten- ;chap en violisten (speciaal ter beoe fening van kamermuziek, daar hebben :e in de routine-sleur van alledag geen (Üd en geen ruimte voor!). Die laat ste opmerking brengt Phia Berghout meteen naar dat andere doel, dat nog niet verwezeniykt kon worden zolang de bpee nkomsten nog in incictentepl niMHW !>M||J>fm|MR»»HUIUH>ilHU»llllHllHHIIllHin g kozen plaatsen werden gehouden. N" er een eigen home is, zal het mogeiyk zyn, uitvoerende kunste naars zowel als componisten in staat te stellen uit de rompslomp van het dagelijks bestaan zich enige tijd in de landeiyke rust van Queekhoven terug te trekken om uit te blazen en of zich volledig op hun arbeid te kun nen concentreren. Met de verwezen- lyicing van al deze plannen zal aan bet landgoed (hoofdgebouw, twee bij gebouwen en vpf hectare park) nog geen volledige bezetting gegeven zyn. De stichting stelt zich dan ook voor het eveneens aan derden ter beschik king te stellen voor het houden van conferenties, recepties en vergaderin gen, zoals dat ook het geval was in bet verleden, toen de N.V. Hoogovens 3 IJmuiden nog de eigenares was. De ligging van Queekhoven ig een- zaal, gemakkelijk te bereiken met irivé- of openbare vervoermiddelen. Joor de indeling van de hoofd- en bijgebouwen (in één daarvan zal Phia Berghout zich metterwoon vestigen) zyn bijeenkomsten variërend van klei- tot middelgrote groepen mogelijk. De huishoudelijke diensten worden verricht door een permanente staf zo nodig versterkt met „losse krach ten" vrijwilligers-muziekstuden- ten! Voor de artistieke leiding zal het bestuur worden geassisteerd door een raad van advies, samengesteld uit muzikale autoriteiten uit geheel Ne derland, ruim veertig leden in totaal. D- eerstkomende officiële gebeurte nis zal zyn de derde internationale hrrpweek, waarin achtenvijftig har pisten uit acht landen Queekhoven cum annexis in één grote hemelza-" zullen omtoveren! e kleurige geruite Schotse rok jes van doedelzakspelers (Pi pes) en tamboers (Drums) zijn al lang vertrouwde ver schijningen geworden op de NAVO-TAPTOE te Arnhem. Zij ho ren er eenvoudig bij. Daarom zal men ook op de komende taptoe weer geboeid kunnen luisteren naar de wat vreemd-eentonige en desondanks aantrekkelijke klanken van Schotse militaire muziek. Want militairen zijn „The Pipes and Drums of the 2, Battalion of the Black Watch (Re- val Highland Regiment of Canada)" in hart en nieren. De musici beho ren tot een van de oudste en be roemdste regimenten, die er in de wereld bestaan. Reeds In 1725 werd dit regiment in Brittannië opgericht. Het vocht in 1743 met de Nederlanders tegen Frankrijk en redde in 1795 bij Gel- dermalsen een deel van een regi ment dragonders. De oude en tradi tionele banden tussen Schotland en Canada leidden In 1862 tot oprich ting van een zusterregiment in Ca nada, dat toestemming kreeg om de beroemde „MacKenzie tartan" te dragen. Ook in de jongste geschiede nis onderscheidde zich „The Black Watch", de zwarte garde. Zij be vocht onderscheidingen tijdens de Boerenoorlog en in de twee wereld oorlogen. „The Pips and Drums of the 2. Battalion of the Black Watch (Royal Highland Regiment of Canada").

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 7