GESPREK OVER DE VREDE
Kennedy naar de
historische audiëntie
FRAPPANTE OVEREENKOMST
IN VREDES OPVATTING
Sociale organisaties oefenen
invloed uit op de politiek
Over tien jaar allen bij
waterleiding aangesloten
D
Bewapening
Pleidooi
Recht op leven
Welke regeringscombinatie
de meest wenselijke
Jubilerende instanties hebben
nog handen vol werk
Rustpunt en conferentie-oord
commentaar
1
Canadese Schotten"
Safe in de kluis
„VIJFTIG JAAR DRINKWATER"
Wij gebruiken ca.
2 maal ons geivicht
aan water per dag
i
ZATERDAG 29 JUNI 1963
PAGINA 7
Volgende week dinsdag brengt
de president van de Ver
enigde Staten een bezoek
aan de Paus van Rome. Dit be
looft een zeer bijzondere gebeur
tenis te worden. Het wordt een
ontmoeting van twee personen die
een onmetelijk zware verantwoor
ding dragen: een verantwoording
die zich verder uitstrekt dan tot
de mensen die formeel aan hun
gezag onderworpen zijn. Kenne
dy's zorg beperkt zich niet tot de
burgers van de Verenigde Staten.
Als leider van een der machtigste
naties ter wereld ligt het lot van
de hele mensheid voor een be
langrijk deel in zijn handen. En
de Paus bekommert zich niet
slechts om het katholieke deel
van de wereldbevolking. Vorige
Pausen, onder wie vooral wijlen
Joannes XXIII, hebben zich in
hun boodschappen herhaaldelijk
tot alle mensen gericht, en de
tegenwoordige Paus, Paulus VI,
heeft reeds in zijn eerste bood
schap, van zaterdag jl., blijk ge
geven van een zelfde ruime op
vatting van zijn taak, met name
in zijn opmerkingen over de
wereldvrede.
Onderwijzersakte
R.E.S.A. - Hilversum
U
g|pfs®
HÖ V 1
Het thema van de vrede zal ongetwij
feld het voornaamste onderwerp van
gesprek zijn in het onderhoud van pre
sident Kennedy en Paus Paulus de Zes
de. Bij de behandeling van dit onder
werp zullen beiden ongetwijfeld uitgaan
van de encycliek van Joannes XXIII
„Pacem in Terris" van XI april 1963.
De nieuwe Paus onderschrijft volledig
de opvattingen van zijn voorganger
over deze kwestie, zoals wel duidelijk
blijkt uit de woorden die hij vorige
week zaterdag sprak.
„Wij willen, met de hulp van God
en met alle krachten, het onze bij
dragen tot verzekering van de vrede,
dit grote goed. Deze vrede bestaat
niet alleen in afwezigheid van oor
logshandelingen of gewapende strijd.
Hij moet veeleer voortkomen uit de
door God, Schepper en Verlosser, ge
wilde ordening. Hij vereist de vaste
en voortdurende wil tot wederzijds
respect en tot broederlijke liefde."
Men beluistert hierin een duidelijke
echo van „Pacem in terris", die im
mers begint met de zin: „De vrede in
de wereld, zo vurig verlangd door alle
mensen van alle tijden, kan alleen
dan tot stand komen en bewaard blij
ven, als de door God gevestigde orde
volledig wordt geëerbiedigd", terwijl de
encycliek eindigt met de bede: „Moge
Christus tenslotte in alle mensen het
vurig verlangen opwekken om de bar
rières die hen scheiden te doorbreken
en de banden van de onderlinge liefde
te versterken:.."
Dit Paus Paulus de gedachten van
„Pacem in terris" tot de zijne
heeft gemaakt is overigens min
der opmerkelijk dan het feit dat
ook Kennedy's visie op het vraagstuk
van oorlog en vrede zeer sterk overeen
komt met die waarvan deze encycliek
getuigt. Dit kan aangetoond worden door
een gedetailleerde vergelijking van Ken
nedy's toespraak van 10 juni voor „The
American University" te Washington
met de vredesencycliek van Joannes
XXIII. Als men de volledige teksten
van beide documenten bestudeert, wordt
men herhaaldelijk getroffen door zeer
frappante parellellen. Hieronder volgen
een aantal citaten uit Kennedy's rede
en uit „Pacem in terris" ter illustra
tie van deze treffende gelijkenis:
De Amerikaanse president zei in zijn
toespraak in Washington: „Totale oor
log is zinloos in een tijdperk waarin
grote mogendheden grote en betrekke
lijk onkwetsbare nucleaire strijdkrach
ten op de been kunnen houden."
Paus Joannes verklaarde:
„Steeds sterker wordt in onze tijd de
overtuiging dat eventuele conflicten
tussen de volkeren niet door de wa
pens, maar door onderhandelingen en
overeenkomsten moeten worden opge
lost. Het is waar dat deze overtuiging
in het algemeen gegroeid is uit de ge
dachte aan de verschrikkelijke vernieti
gingskracht van de moderne wapens
en uit de vrees voor de rampen en de
ontzettende verwoesting, die deze wa
pens zouden veroorzaken. Daarom is het
bijna ondenkbaar dat in ons atoomtijd
perk de oorlog nog het geschikte mid
del zou kunnen zijn om de geschonden
réchten te herstellen."
Over de kostbare bewapeningswed
loop merkte Kennedy op:
„Het is een essentiële voorwaarde
voor liet behoud van de vrede dat wij
jaarlijks miljarden dollars uitgeven aan
wSpe.ns> alleen met de bedoeling, dat
wil die nooit zullen behoeven te gebrui
ken. Maar hel aanleggen van deze voor
raden, die slechts kunnen vernietigen
en nooit kunnen scheppen is niet de
enige, laat staan de meest doeltreffen
de manier om de vrede te bewaren.
Ik spreek derhalve van de vrede als
het noodzakelijkerwijs logische einddoel
van denkende mensen."
In „Pacem in terris" wordt gecon
stateerd: „dat de volken..." „enorme
kapitalen steken in de bewapening Zij
beweren, dat zy dit doen en er is
geen reden hen niet te geloven niet
om anderen aan te vallen, maar om
anderen van een aanval te weerhouden.
Toch mogen wij vertrouwen dat de
volken door contacten en onderhande-
lmgen beter gaan beseffen hoe zij met
(Advertentie)
De kortste en voordeligste
opleiding geeft
(Bekende Schriftelijke Cursus)
Gok voor H.B.S. A en B en Gymnasium
elkaar door de band van de menselij
ke natuur zijn verbonden..."
In de Amerikaanse boodschap leest
men vervolgens:
„Sommigen zeggen, dat het nutte
loos is te spreken over de wereld
vrede of de wereldrechtsorde of alge
mene ontwapening en dat het nutte
loos zal blijven zolang de leiders van
de Sovjet-Unie nog geen positievere
houding hebben aangenomen. Ik hoop
dat zij dat wel zullen doen. Ik geloof
dat wij hen daarbij kunnen helpen.
Maar ik geloof ook, dat wij onze
eigen houding moeten herzien, als in
dividuen en als volk. Want onze hou
ding is even beslissend als de hun
ne.
„Zowel de Verenigde Staten en hun
bondgenoten als de Sovjet Unie en
haar bondgenoten hebben een groot
wederzijds belang bij een rechtvaar
dige en waarachtige vrede en bij een
stopzetten van de bewapeningswed
loop".
En Paus Joannes verklaarde: „Dat
de ware en bestendige vrede onder de
volken niet moet steunen op het even
wicht in de bewapening, maar alleen
op het wederzijds vertrouwen. Wij per
soonlijk geloven dat dit mogelijk is,
want het gaat hier niet alleen over een
eis van het gezond verstand, maar ook
over een uiterst wenselijke en heilza
me zaak. Het gaat op de eerste plaats
over een eis van het gezond verstand,
want allen zijn het er over eens, dat
de betrekkingen tussen de staten".,
„niet door wapengeweld geregeld moe
ten worden, maar volgens de normen
van de rede".
Met spijt constateerde Kennedy, dat
de V.S. en de Sovjet-Unie „grote be
dragen besteden aan een massale be
wapening, bedragen die beter gebruikt
zouden kunnen worden voor het bestrij
den van onwetendheid, armoede en
ziekte".
In de encycliek, wordt „niet zonder
grote droefheid" vastgesteld dat in de
economisch sterkere landen de burgers
zware lasten moeten dragen voor de
vervaardiging van verschrikkelijke oor
logswapenen, terwijl andere landen de
hulpmiddelen moeten missen voor hun
economische en sociale vooruitgang".
Kennedy hield een pleidooi voor „ver
sterking van de Verenigde Naties om
deze organisatie tot een doeltreffend
instrument voor de vrede te maken
en om haar uit te bouwen tot een wer
kelijke bescherming van de wereld".
In het Pauselijk document wordt ook
op waarderende wijze gesproken over
de V.N.„Het voornaamste doel van
de Organisatie van de Verenigde Na
ties is, de vrede onder de volken te
handhaven en te consolideren". En de
encycliek vervolgt: „Het is daarom on
ze vurige wens, dat de Organisatie van
de Verenigde Naties er steeds beter in
moge slagen haar structuur en midde
len aan te passen aan de omvang en
de verhevenheid van haar taak".
Andere punten van overeenkomst tus
sen de Amerikaanse toespraak en de
encycliek:
„Het Communistische streven het
eigen politieke en economische stelstei
aan anderen op te leggen is de voor
naamste oorzaak van de spanningen in
de wereld. Er kan immers geen twij
fel aan bestaan dat de vrede sterker
zou staan als alle landen zich zouden
onthouden van inmenging in de zaken
van andere landen". (Kennedy).
„De wederzijdse betrekkingen tussen
de politieke gemeenschappen moeten ge
baseerd zijn op vrijheid. Dit houdt in
dat geen enkele natie iets mag onder
nemen, wat een onderdrukking van an
dere naties of een onrechtvaardige in
menging in haar aangelegenheden be
tekent". (Paus Joannes).
Kennedy: „Meer begrip tussen de
Sovjets en onszelf zal noodzakelijk zijn
en de groei van het begrip zal meer
contacten en gesprekken vereisen."
Paus Joannes: „Toch mogen wij ver
trouwen dat de volken door contacten
en onderhandelingen beter gaan besef
fen, hoe zjj met elkaar door de band
van de menselijke natuur zijn verbon
den."
Kennedy: „Een regering of sociaal
stelsel mag nog zo slecht zijn, dat wil
nog niet zeggen dat de bevolking niet
deugt".
Paus Joannes: „Toch moet men altijd
onderscheid maken tussen de dwaling
en de dwalenden..."
Tenslotte spreken zowel Kennedy als
Paus Joannes over de noodzaak van
een stopzetting van de kernproeven,
terwijl zy beiden het accent leggen op
de menselijke rechten als basis voor
de vrede. Waar de president van Ame
rika noemt: „Het recht om ons leven
zonder vrees voor vernietiging te lei
den," zegt de encycliek: Ieder mens
heeft recht op het leven, op de integri
teit van zijn lichaam en op de midde
len voor een menswaardig bestaan."
Uit het bovenstaande moge blijken
dat de opvattingen van de Ame
rikaanse regering en die van de
Heilige Stoel over een der meest
brandende vraagstukken van deze tijd
vele raakpunten hebben, al is de bena
deringswijze wel eens verschillend, om
dat president Kennedy als staatsman
sprak, terwijl Paus Joannes dat als
geestelijk leider deed.
Kennedy's toespraak, die getiteld was
ub vciemgue ivaues bi sieeus oeier w ixenneay s loespraax, cue getiteld was
Advertentie
Door verlies van kostbaarheden, waardevolle
documenten enz. kunnen vaak de vruchten van
Jarenlange arbeid op slag worden vernietigd. In
de kluizen van de Kas-Assoclatle zijn ze evenwel
veilig bewaard. Deze zijn ook ruim genoeg om
bezittingen van enige omvang op te bergen.
Gaat U met vakantie, naar het buitenland op een
zakenreis of voor enige tijd op familiebezoek,
maak dan gebruik van de kluizen van de Kas-
Assoclatle. Ook vooralle gebruikelijke bankzaken
kunt U van onze diensten gebruik maken.
KAS-ASSOCIATIE N.V.
Spulstraat 172, Amsterdam
VOLLEDIGE BANKSERV1CE MET GOUDOMRANDE ZEKERHEID
BETALEN BEWAREN BEHEREN
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 29 juni Zullen het
Rijksinstituut voor Drinkwatervoorzie
ning en de Centrale Commissie voor
Drinkwatervoorziening die maandag in
de Rolzaal op het Binnenhof alhier hun
vijftigste verjaardag vieren, de vijfen
zestig nog wel halen? Over tien jaar
namelijk zullen alle denkbare percelen
in Nederland, op een hoogst super-
onrendabele uitzondering na, aangeslo
ten zijn aan een waterleiding.
Het instituut, een uitvoerend li
chaam, en de commissie, die raad
geef aan de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid, zullen niet
met pensioen gaan. als ze de leeftijd
van vijfenzestig hebben bereikt. De
beide lichamen beginnen zich nu al
zorgen te maken over het werk dat
hen tegen die tijd wacht. In het jaar
2000 zo staat in het gedenkboek „Vijf
tig jaar drinkwater" te lezen, zullen
de Nederlanders vier keer zo veel
drinkbaar water nodig hebben als nu.
En de Nederlander gebruikt nu al
per dag ongeveer twee maal zijn
eigen gewicht aan water. Dat be
tekent, dat alle Nederlanders bij el
kaar in één jaar een plas zo groot
als hun vadefland uit de kraan laten
stromen die hun grote tenen juist-
overspoelt.
Het is wel voor te stellen dat er
nog heel wat voorzieningen moeten
worden getroffen om aan de voor
waarde te kunnen voldoen dat bij de
komende eeuwwisseling diezelfde plas
tot aan de enkels reikt.
Een halve eeuw geleden stonden
het instituut en de commissie voor
heel andere vraagstukken. Zestig
steden hadden toen al een eigen
drinkwatervoorziening. Amsterdam
was daarin als goede hoofdstad voor
gegaan. Maar niet dan, nadat de
toestand daar al lang onhoudbaar
was geworden. Voordat Engelse in
genieurs de stad in 1853 van een
waterleiding vanuit de Noord-Hol
landse duinen voorzagen, moesten de
hoofdstedelingen het eeuwen lang
stellen met het water van de Amstel
dat door de grachten dicht by hult
kwam.
Aanvankelijk was de kwaliteit van
het water voor het brouwen van bier
nog dragelijk. Maar met de toeneming
der bevolking werd de toestand steeds
slechter. Men trachtte er verbetering
in te brengen door bijvoorbeeld te ver
bieden „huisjes" boven de grachten te
bouwen. Andermaal werd verboden
vuil in de grachten te gooien.
Zuiver water is intussen ook niet
alles. Ir. J. Jager zegt in het gedenk
boek, dat de mens by de verstrekking
van zuiver drinkwater vrij spoedig
minder bestendig tegen besmettelijke
ziekten wordt dan voorheen bij een
primitieve, individuele watervoorzie-
nin het geval was. Aan de andere
kant staat het feit, dat het bacteriolo
gisch peil van „eigen" water soms van
bedenkelijk inferieure kwaliteit is.
Daarom zal er in de komende tien
jaar toch hard worden gewerkt om de
tachtigduizend percelen die nu nog van
leidingwater zijn verstoken, aan te
sluiten.
(Advertentie)
7 BELEGGING van kas-
en geldmiddelen op
termijn.
Interess. mogelijkheden
met 100 waarborg.
CV "entevergoeding tot
7 per jaar.
Vragen om Inlichtingen worden strikt ver
trouwelijk behandeld door: M. A. C. Pruys
van der Hoeven, Bedrijfsadviseur. Scholten-
straat 25. Leiden. Tel 0171023797.
„Vrede, het belangrijkste op aarde",
kon beschouwd worden als een uitwer
king van een thema uit zijn inaugurale
rede van 20 januari 1961 en als een
variatie op zijn rede voor de Verenigde
Naties van september 1961. Wellicht
werd de Amerikaanse president geïn
spireerd door „Pacem in terris", maar
zijn visie op het vredesvraagstuk is in
de twee en een half jaar van zijn re
gering niet wezenlijk veranderd, al
heeft hij zijn praktische politiek voort
durend aangepast aan de zich wijzigen
de omstandigheden.
De opvattingen van Joannes XXIII
stoelen voor een belangrijk deel op die
van zijn voorganger Pius XII (met na
me op diens vermaarde kerstboodschap
pen) maar ook op uitspraken van Leo
XIII. Dit feit sterkt ons in onze over-
tuiging dat Paus Paulus VI in zijn vre-
desbeleid, op zyn beurt, zal voortbou
wen op het werk van de vorige Pau
sen. Kennedy's bewondering voor de
laatste encycliek van Paus Joannes
wordt door diens opvolger gedeeld, en
men mag verder aannemen dat Paus
Paulus VI Kennedy's toespraak van 10
juni met instemming gelezen heeft. Zo
zou het gesprek tussen Paus en pre
sident van 2 juli aanstaande van grote
betekenis kunnen zijn, en niet alleen
omdat Kennedy de eerste katholieke
president van de Verenigde Staten is.
H. BRONKHOKST
(Van een medewerker)
We kregen van een vriend, die be
weert tot onze trouwe lezers te
behoren, een laconiek briefje
van ongeveer de volgende in
houd: „Wat zet jij plotseling een on
schuldig gezicht door de laatste we
ken alleen maar over onpolitieke zaken
te schrijven. Dacht je dat het mij en
andere lezers niet interesseert hoe
„onze sociale commentator" over de
huidige politieke situatie denkt? Die
politieke situatie heeft toch zeker ook
een sociale kant. Laat je mening eens
horen."
We willen hier graag het volgende
op antwoorden. In de bijna zeventien
jaar dat we deze rubriek hebben mo
gen verzorgen, hebben we ons steeds
op het standpunt geplaatst, dat het
ging om een zienswijze op de sociale
kanten van diverse zaken. Het was
noch is derhalve onze taak politieke
beschouwingen in de engere zin te ge
ven. Meer dan eens hebben we welis
waar kritiek geoefend op politieke ge
beurtenissen, sociale wetten hier be
sproken, standpunten of uitlatingen van
politieke partijen bekeken, enz. maar
dan hield dat vrijwel steeds verband
met wat wij als een sociale aangelegen
heid zagen.
Meer dan eens ook hebben we op
deze plaats een pleidooi gevoerd voor
een zich vrü opstellen van de politiek
ten opzichte van het sociale organisa
tieleven en natuurlijk ook omgekeerd.
Een vakcentrale als de K.A.B. b.v.
mag en moet zich soms wel met de
politiek bemoeien, eenvoudig omdat de
politiek zich met haar bemoeit.
Maar wat zij niet mag (althans naar
onze mening en in haar eigen belang)
dat is zich helemaal vereenzelvigen
met een politieke partij. Zij mag na
tuurlijk gerust proberen invloed te oefe
nen. Wie doet dat niet? Maar zij mag
niet en nooit op de stoel van die partij
gaan zitten, met andere woorden zij
kan geen verantwoordelijkheid nemen
voor het doen en laten van een politieke
party, en dus mag zij dat dan ook niet.
Het omgekeerde is eveneens het geval.
Niemand zal ooit een politieke partij
het recht ontzeggen om sociale verlan
gens van vakorganisaties, politiek on
haalbaar te verklaren.
In het algemeen al is het antwoord
op de vraag of een politieke party re
kening wenst te houden met de verlan
gens zoals die in de vakbeweging zyn
gegroeid, uitsluitend voor verantwoor-
deiykheid van die party. En als we
nog een stapje verder gaan dan dient
naar onze mening een soortgeiyke ver
houding te bestaan tussen de- regering
en de sociale organisaties.
Laten we deze theorie eens toepas
sen op de huidige politieke situa
tie. K.A.B. en N.V.V. maakten
samen een program van sociale
wensen en de derde bonafide vakcen
trale, het C.N.V., deed dat afzonderlyk.
Alle drie zonden zy hun verlangens zo
wel naar alle leden van het parlement
en we mogen wel aannemen ook naar
de kabinets-informateur. Het is ons
uiteraard niet bekend of, en in welke
mate, bij de eerste formatiepoging met
deze sociale wensen werd rekening ge
houden. Wel ligt het min of meer voor
de hand dat er zowel naar deze wens-
lüst is gekeken als naar die door de
agrariërs en door middenstanders op
tafel is gelegd. Mogen we verschenen
persberichten geloven, dan zou juist in
de sector van de sociale politiek een
van de moeiiyke punten gelegen heb
ben by de formatiepoging-De Kort.
Wat daar ook van zy, duidelijk zal
zyn dat sociale organisaties grote be
langstelling hebben voor ieder re
geringsprogram. In bijna diezelfde or
de ligt ook de belangstelling van deze
maatschappeiyke organen voor de vraag
welke regeringspartuen samen zullen
gaan trachten dat regeringsprogram te
verwerkelijken. Men kent immers de
beginselen en de eigen politieke pro
gramma's van de verschillende partyen
en het is zonder meer duidelijk, dat
men in de ene party wel en in de an
dere weinig of helemaal geen vertrou
wen heeft als het gaat om de vraag
of er kans is iets van het eigen sociaal
program verwezenlykt te krygen.
Nu is met name de laatste weken
aan de vakbeweging verweten, dat het
een ongeoorloofde druk zou uitoefenen
op de politieke partüen in het alge
meen, en op de kabinetsformateur in
het byzonder. We hebben ons daar nog
al over verwonderd. In tal van kranten
immers kan men een pleidooi lezen
voor een regeringscombinatie, zoals we
die de laatste vier jaar hebben gekend.
Daarmee bedoelen deze publikaties
uiteraard invloed uit te oefenen zowel
op de leiding van politieke partyen als
op de formateur. Waarom zou dan aan
grote georganiseerde groepen binnen
ons volk verboden moeten worden wat
van andere zyde als de meest normale
zaak van de wereld wordt beschouwd?
De vraag derhalve of sociale orga
nisaties invloed mogen proberen uit te
oefenen is voor ons geen vraag, het is
een vanzelfsprekende zaak. Of en in
hoeverre een formateur daarmee reke
ning wenst te houden is zün zaak. Ook
al behouden daarna degenen die gepro
beerd hebben beïnvloedend te werken
het volste recht kritiek te oefenen op
de uiteindelyke beslissing. Kritiek is nu
eenmaal onmisbaar als waardeschep-
pend element.
We willen ook wel zeggen, begrip te
hebben voor de richting, waarin de in
vloed van de vakbeweging gaat. Als we
een optelsom maken van de gebeurte
nissen' in de laatste zes weken en we
denken dan tevens terug aan heel de
sociale politiek van na de oorlog, dan
ligt daar de verklaring van onze voor
keur. We hebben al eerder op deze
plaats geschreven, dat naar onze me
ning de socialisten tot aan de fakkel
dragersdag van 1957 constructief aan
het regeringsbeleid hebben meegedaan, v.
Daarna hebben ze een bepaald slechte
vertoning gegeven. De oppositie was
dikwpls beneden de maat. Maar als
het om werkeiy-k grote zaken ging, was
het tot tweemaal toe de P.v.d.A., die
de regering redde en niet de V.V.D.
Laten we maar denken aan de Mam
moetwet en aan de Algemene Kinder
bijslagwet.
De socialisten verloren by de ver
kiezingen vyf zetels, ofwel iets
minder dan tien procent van hun
zetelaantal. De liberalen verloren
drie van de 19 zetels, ofwel bijna 17
procent. Kan men nu in redelijkheid
volhouden, dat dus de kiezers zouden
hebben gezegd, dat de beleidslijn van
het kabinet de Quay moet worden
voortgezet met dezelfde regeringscom
binatie?
Afgezien daarvan kunnen er redenen
zyn, die beleidsiyn voort te zetten,
uiteraard met versterkte aandacht voor
bijvoorbeeld de woningbouw. Ten aan
zien van de sociale politiek waren we
over de laatste vier jaar best te spre
ken. Een voortzetting derhalve van het
beleid De Quay in dit opzicht kunnen
we alleen maar toejuichen.
Maar nu komt de vraag of het moge-
ïyk is deze beleidslyn dus met in
begrip van een verstevigd woningbouw
beleid te realiseren met de V.V.D.
of is het misschien beter, wanneer dat
met de P.v.d.A. zou gebeuren? Met de
V.V.D. heeft de coalitie een meerder
heid van 92 stemmen In de kamer. Met
de P.v.d.A. veel meer, maar dat is al
niet meer van beslissende betekenis.
Bij de beoordeling van de vraag, of
de P.v.d.A. de meest geschikte partner
is, doen we verstandig die vervelende
fakkeldragersdag en wat daarop is ge
volgd niet te vergeten. Maar aan de
andere kant mogen we ook gerust den
ken aan de sterke relatie P.v.d.A.-NW
en de gevolgen van deze combinatie
in het sociale leven van alle dag. Ook
sociale rust is een landsbelang van de
eerste orde.
En of men het nu vervelend vindt of
niet, we hebben nu eenmaal gemerkt,
dat het in de oppositie zijn van de
P.v.d.A. ongewenste gevolgen kan heb
ben. Niet dat een soort angst of een
uit de weg gaan voor dreigen motief
mag zyn bij het nemen van een zo be-
langryke beslissing, maar wel de vraag,
of op sociaal vlak een verantwoorde,
meer progressieve, politiek kan worden
gevoerd, dan byvoorbeeld met de WD,
waarvan we eveneens de laatste jaren
nogal enkele vervelende dingen hebben
ondervonden. We denken byvoorbeeld
ook aan de vraag, of er geen ernstige
conflictsituatie met de V.V.D. zou ont
staan, wanneer deze party voor de keu
ze zou wnrden gesteld van of een struc
turele belastingverlaging of een ietwat
ruime bybetaling uit de algemene mid
delen ten behoeve van sociale verzeke
ringswetten. Er zijn natuurlyk nog tal
van andere argumenten aan te voeren,
maar misschien is onze briefschrijven
de vriend voorlopig tevreden gesteld.
'■t.pf'chnvpw"
MA'*
.een fraaie buitenplaats.
Twee foto's op de vleugel In u
koepelkamer: één van prinset
Irene, beschermvrouwe, en één
van Eduard van Beinum, ideële
inspirator en naamgever van het In
ternationaal Toonkunstenaars Centrum
Eduard van Beinum, dat hans zijn pied-
a-terre gevonden heeft in de buiten
plaats Queekhoven aan «de Vecht.
De vleugel-attentie van een sympa
thiserende relatie en de harp ac;
centueren de nieuwe bestemming van
de achthoekige koepelkamer, die door
zyn hoge ruitjesvensters een prachtig
uitzicht biedt op de gazons en de eeu
wenoude bomen in het omringende
ptrk. Medaillons tegen het plafond
omrankt met speelse bladertakken
kristallen luchters, een ideale acous
tiek, dit alles leek de koepelkamer
vóór te bestemmen tot een heeriyk
concertzaaltje Phia Berghout, vice
voorzitster van de stichting en gast
vrouwe van huize Queekhoven, is het
enthousiasme over dit pas verworve:
bezit dan ook van het gelaat af ti
lezen als zy in tegenwoordigheid vit
mevrouw S. van Beinum-Jansen, de
weduwe van de grote dirigent, mr.
T. Bijleveld, burgemeester van Breu-
k len. en het voltallige bestuur der
stichting, Queekhoven aan de pers
bet „Eduard van Beinumhuis"
voorstelt en haar toekomstplannen bt
kend maakt.
„Sinds de stichting in november
1960 is opgericht, hebben wjj ons doel
nagestreefd, weekendbijeenkomsten en
cursussen te organiseren, nationaal en
internationaal, ter verbetering van de
contacten tussen musici onderling en
met andere kunstenaars. Vierhon
derdveertig deelnemers van veertien
nationaliteiten zijn betrokken geweesl
by studiedagen voor harp, zang, pia
no, barok, „hout", gitaar en luit. Dis
cussies tussen dichters en componis
ten, choreografen en componisten
hebben zeer verhelderend gewerkt en
zullen zeker volgend seizoen worden
herhaald.
Men leert eikaars wensen en moei-
ïykheden kennen, zoekt gezameniyk
naar oplossingen en nieuwe methodes.
Beslist opzienbarend achten sommi
gen (ook in het buitenland, met name
in Amerika) de experimenten in de
ademhalingstechniek, die onder lei
ding van dr. H. J. Nidecker uit Basel
en dr. A. Bouhuys uit Leiden zijn
uitgevoerd. Tenslotte komen er in het
nieuwe seizoen studiedagen voor altvio
listen, studenten in de muziekweten-
;chap en violisten (speciaal ter beoe
fening van kamermuziek, daar hebben
:e in de routine-sleur van alledag geen
(Üd en geen ruimte voor!). Die laat
ste opmerking brengt Phia Berghout
meteen naar dat andere doel, dat nog
niet verwezeniykt kon worden zolang
de bpee nkomsten nog in incictentepl
niMHW !>M||J>fm|MR»»HUIUH>ilHU»llllHllHHIIllHin
g kozen plaatsen werden gehouden.
N" er een eigen home is, zal het
mogeiyk zyn, uitvoerende kunste
naars zowel als componisten in staat
te stellen uit de rompslomp van het
dagelijks bestaan zich enige tijd
in de landeiyke rust van Queekhoven
terug te trekken om uit te blazen en
of zich volledig op hun arbeid te kun
nen concentreren. Met de verwezen-
lyicing van al deze plannen zal aan
bet landgoed (hoofdgebouw, twee bij
gebouwen en vpf hectare park) nog
geen volledige bezetting gegeven zyn.
De stichting stelt zich dan ook voor
het eveneens aan derden ter beschik
king te stellen voor het houden van
conferenties, recepties en vergaderin
gen, zoals dat ook het geval was in
bet verleden, toen de N.V. Hoogovens
3 IJmuiden nog de eigenares was.
De ligging van Queekhoven ig een-
zaal, gemakkelijk te bereiken met
irivé- of openbare vervoermiddelen.
Joor de indeling van de hoofd- en
bijgebouwen (in één daarvan zal Phia
Berghout zich metterwoon vestigen)
zyn bijeenkomsten variërend van klei-
tot middelgrote groepen mogelijk.
De huishoudelijke diensten worden
verricht door een permanente staf
zo nodig versterkt met „losse krach
ten" vrijwilligers-muziekstuden-
ten! Voor de artistieke leiding zal het
bestuur worden geassisteerd door een
raad van advies, samengesteld uit
muzikale autoriteiten uit geheel Ne
derland, ruim veertig leden in totaal.
D- eerstkomende officiële gebeurte
nis zal zyn de derde internationale
hrrpweek, waarin achtenvijftig har
pisten uit acht landen Queekhoven
cum annexis in één grote hemelza-"
zullen omtoveren!
e kleurige geruite Schotse rok
jes van doedelzakspelers (Pi
pes) en tamboers (Drums)
zijn al lang vertrouwde ver
schijningen geworden op de
NAVO-TAPTOE te Arnhem. Zij ho
ren er eenvoudig bij. Daarom zal
men ook op de komende taptoe weer
geboeid kunnen luisteren naar de
wat vreemd-eentonige en desondanks
aantrekkelijke klanken van Schotse
militaire muziek. Want militairen
zijn „The Pipes and Drums of the
2, Battalion of the Black Watch (Re-
val Highland Regiment of Canada)"
in hart en nieren. De musici beho
ren tot een van de oudste en be
roemdste regimenten, die er in de
wereld bestaan.
Reeds In 1725 werd dit regiment in
Brittannië opgericht. Het vocht
in 1743 met de Nederlanders tegen
Frankrijk en redde in 1795 bij Gel-
dermalsen een deel van een regi
ment dragonders. De oude en tradi
tionele banden tussen Schotland en
Canada leidden In 1862 tot oprich
ting van een zusterregiment in Ca
nada, dat toestemming kreeg om de
beroemde „MacKenzie tartan" te
dragen. Ook in de jongste geschiede
nis onderscheidde zich „The Black
Watch", de zwarte garde. Zij be
vocht onderscheidingen tijdens de
Boerenoorlog en in de twee wereld
oorlogen.
„The Pips and Drums of the 2. Battalion of the Black Watch (Royal Highland
Regiment of Canada").