Elten niet erg gelukkig
ZWARTE BLADZIJDE IN ONZE GESCHIEDENIS
Honderd jaar geleden
Nederland als bijna
de slavernij in Suriname af
schafte
laa tste
Ook in „de zelfkant
geen feeststemming
Verzoend
WINST PER SLAAF TWEEHONDERD GULDEN
«ToM sas? fiss r-KH'TvSzarsss r «rv -rs* ir" -
Na veertien Nederlandse jaren
op 1 juli officieel, 1 augustus in feite
Nieuwe boeken
voor de jeugd
ZATERDAG 29 JUNI 1963
HEIM INS REICH'
tionaliteit bezitten. Dit aantal betekent
een verdubbeling vergeleken met veer
tien jaar geleden, en het is te verwach
ten, dat het oorspronkelijk percentage
van 18 pet. Nederlanders zich na de
bestuursoverdracht geleidelijk zal her
stellen. De tweehonderd Eltenaren die
nu in ons land werken, zullen dit ver
moedelijk wel blijven doen, omdat in
de betreffende bedrijven, zoals de AKU
hun lonen aan de Duitse normen zul
len worden aangepast.
Zeer veel inwoners van Elten hebben
zich deze veertien jaar volkomen op de
Nederlandse verhoudingen georiënteerd,
in de stellige verwachting, dat de rege
ling een definitief karakter zou krijgen.
Mevrouw Roelevink bijvoorbeeld, die
een winkel in huishoudelijke artikelen
drijft, heeft tot haar vijftiende jaar voor
namelijk Duits gesproken, maar is zich
later op onze taal gaan toeleggen en
heeft zelfs in Arnhem hef midden
standsdiploma weten te behalen. Die
moeite had zij zich zeker niet gegeven,
als zij in de toekomst had kunnen kij
ken. „Het moest zo blijven", vindt ook
mevrouw Roelevink.
Maar al blijft het zo niet, Elten heeft
toch in ruime mate van het Neder
landse bestuur geprofiteerd: school ge
restaureerd, abdijkerk gerestaureerd,
wegennet uitgebreid en verbeterd,
straatverlichting van 9 tot 160 punten
uitgebreid, driehonderd woningen ge
bouwd, waarvan honderd door het
drostambt zelf, tesamen voor een be
drag van ruim drie miljoen gulden.
Duitsland betaalt deze som overigens
terug, evenals de uitgaven die na 1960
gedaan zijn, zoals voor riolering, zui
veringsinstallatie en andere openbare
voorzieningen.
De heer Welling karakteriseert de
houding van de Eltenaren onder de
gebeurtenissen a'ls volgt: in 1949 af
wachtend, niet vijandig; van 1949-
1963 meegaand en profiterend en in
1963: berustend. Inderdaad is nooit van
enige actie sprake geweest in dit ge
bied zelf. Wel is nu in de omtrek, op
Nederlandse bodem, enige beroering
gaande. De burgemeester van Lobith,
en mengeling van Nederlandse en Duitse opschriften in beide drostambten. De de heer J- N. M. Daalderop, rekent
Koningsstraat weldra Königsstrasse, en het bordje „Volledige vergunning"
verdwijnt weer.
namelijk op moeilijkheden met het
transport van de produkten der steen-
(Van onze verslaggevers)
In de drostambten Elten en Tuddern
zijn de voorbereidingen op de over
dracht van het bestuur aan de
Bondsrepubliek in voile gang. Men
wikkelt nog enkele zaken af, maar de
meeste administratieve handelingen
staan al geheel in het teken van de
komende „eommandowisseitog". Per 1
augustus zal de situatie zoals die vóór
23 april 1949 bestond, zijn hersteld, en
eigenlijk moeten we zeggen: op 31 de
cember 1937, wamt dat is de datum waar
van in het algemeen verdrag tussen bei
de landen sprake is. Nog verder in de
geschiedenis teruggaande komen we
terecht bjj het jaar 1816, toen met Prui
sen, en bij 1824, toen met Hannover ver
dragen werden gesloten, die het huidi
ge grensbeloop van heel onze natie heb
ben vastgesteld.
Elten en Tuddem dus „Heim ins
Reich". De Bondsrepubliek was al niet
lang na de bestuursoverdracht in 1949
begonnen met beide gebieden te be
schouwen als een soort Duitse Irreden
ta, en de pers van onze oosterburen
heeft diverse aanleidingen benut om het
Nederlandse bewind af te schilderen als
een uitermate onrechtvaardige zaak.
Met eer niet onaanzienlijke dosis hui
chelarij gewaagde men zelfs van het
„middeleeuwse karakter" dat de be
dongen .grenscorrecties aankleefde. Ze
zouden ook indruisen tegen het rechts
gevoel van de betrokken bevolkings
groepen. Nu heeft de verplaatsing der
grenspalen evenmin in ons eigen land
tot onverdeeld enthousiasme aanleiding
gegeven, een stemming die zich in de
beide Kamers der S t aten-G enera a 1
weerspiegelde toen deze zich over de
inlijving moest uitspreken. Vooral in de
Senaat verwierf de regeling maar een
krappe meerderheid. Van het na-oorlog-
se fanatisme om grote delen van Duits
land maar bij Nederland in te lijven,
een campagne die door zeer prominen
te figuren gesteund werd overigens,
was in 1949 al weinig overgebleven.
De annexatie van Elten en Tuddern,
benevens een aantal kleinere correc
ties, berustte echter voornamelijk op
zakelijke gronden. Behalve als kleine
vergoeding voor het geleden onrecht
dienden deze gebieden ook om wat on
handig getrokken grenslijnen recht te
trekken. Men kan de regeling van 1949,
destijds in Parijs ontworpen door de
„Commision de demarcation de la fron-
tière Germano-Néerlandaise", dan ook
moeilijk uitleggen als een emotioneel
streven naar gebiedsuitbreiding ten
koste van de vroegere bezetter, al gaf
zij ons land duidelijke voordelen.
RIJWIELHERSTELLER WITTENHORST
.negentig procent tegen.
De „Generalbereiniging" doet deze
voordelen weer teloor gaan. Het Panner-
dense eiland valt terug in zijn isole
ment en de „zak van Sittard" wordt
hersteld. Het merkwaardige feit doet
zich nu voor, dat alle buitenstaanders
eigenlijk wel gelukkig zijn met het terug
draaien van de klok, maar de direct
betrokkenen er heel anders over den
ken. Na veertien jaar zijn deze wel dus
danig aan de situatie gewend geraakt,
dat ze tegen de komende omschake
ling opzien. In economisch opzicht kun
nen ze er bovendien moeilijk beter van
worden, integendeel. Het gevoel blijkt
een minder grote rol te spelen dan men
zou denken.
In de eerste de beste winkel In Elten
die wij binnenliepen, bleek dit al direct.
„Waarom gebeurt dit nu midden in het
seizoen?" vroeg mevrouw Derksem ach
ter haar toonbank vol rookwaren, sou
venirs en snoep, intussen een aantal
kinderen die op schoolreis waren, kwis
tig „negerzoenen" verstrekkende, blijk
baar een gewilde lekkernij. Haar zaak
moet het voornamelijk van de toeris
ten hebben en... van haar vroegere en
toekomstige landgenoten, de Duitsers,
die in het goedkope Elten inkopen ko
men doen. Over een maand stijgen de
prijzen weer en is er voor de Duitser
geen enkele reden meer om met de
boodschappentas naar Elten te trekken.
Driehonderd inwoners van Elten werken
in Duitsland. Ook voor deze categorie
wordt het leven straks bijna dertig pro
cent duurder. De rijwielhandelaar Wit-
tenhorst, van geboorte en nationaliteit
Duitser, zei ons: „als er hier een stem
ming zou worden gehouden, zou negen
tig procent bij Nederland willen blij
ven. Ik zelf ook. Straks ga ik vier pro
cent omzetbelasting betalen, en ik mag
geen leerlingen meer zonder meester-
dlploma houden. Dat kost me tweedui
zend gulden extra."
Het zijn dus voornamelijk argumen
ten van materiële aard die de Eltena
ren zelf voor handhaving van de huidi
ge toestand doet kiezen. Maar hun oor
deel is nooit gevraagd, en dat is vol
gens Pfarrer Jansen, de (Duitse) pas
toor van Elten, maar goed ook". Een
referendum zou allerlei gezinsspannin
gen oproepen, bijvoorbeeld bij een „ge
mengd getrouwd" echtpaar, omdat de
meningen zo uiteen lopen". Een ge
mengd^ huwelijk is in het katholieke
Elten iets anders dan in overig Neder
land, namelijk een huwelijk waarbij de
ene partner de Nederlandse, de andere
de Duitse nationaliteit bezit. De heer
H. C. Welling, secretaris en plaatsver
vangend drost, vertelde ons, dat de
meeste in Elten gesloten huwelijken in
deze zin gemengd zijn.
In het ruim negentien km2 metende
Elten wonen ruim 3350 mensen, van
wie een goede 1100 de Nederlandse nar
Komplot in Ethiopië, door Johan
Hidding. (Uiig. Kok r— Kampen).
Als technisch assistent reist Edward
Smit met zijn oom naar het raadsel
achtig rijk: het oude Ethiopië waar
hij vele avonturen beleeft.
Sadako wil leven, door Karl Bruck
ner. (Uitg. Arbeiderspers Am
sterdam).
Tien jaren uit het leven van een
Japans meisje uit Hiroshima dat vier
jaar is als de atoombom valt en ten
gevolge hiervan op veertienjarige
leeftijd sterft. (Voor de oudere jeugd).
Het doek gaat open, door Annet van
Battum. (Uitg. Holland Amster
dam).
Na haar eindexamen komt Nettie
voor de zomervakantie terecht bij een
toneelgezelschap en leert hier een
geheel andere wereld kennen. CVoor
oudere meisjes).
fabrieken. De bedrijven in Lobith, Spijk
en Tolkamer produceren zo'n 200 mil
joen stenen per jaar, die tegenwoordig
alle per as worden vervoerd. Nu na de
grensverlegging van vijf tot twintig km het
isolement van Herwen en Aerdt wordt
hersteld, door het ontbreken van een
goede verbinding met rijksweg 12 t
het eiland van Pannerden, vreest cl
burgemeester ernstige stagnatie in cl:
afvoer.
Maar de „vriendschappelijke betrek
kingen tussen beide landen", waarvai.
in het tractaat wordt gewaagd, heb
ben voorrang. Elten en Tuddern gaai
terug naar het moederland, en dat be
tekent de afsluiting van een merk
waardige en niet bijster glorieuze ep;
sode in onze vaderlandse geschiedenis
Maandag 1 juli zullen de akten van
bekrachtiging in Bonn worden uitge
wisseld. Daarmee worden de grens
correcties ofticieël ongedaan gemaakt.
Zonder enig vertoon neemt de Bonds
republiek dan een maand later haar
vroegere gebied weer in bezit.
Ruim 800 particuliere woningen verrezen in de Zelfkant.
Honderd jaar geleden, op 1 juli
1863, liet Koning Willem Hl een de
creet uitvaardigen, waarbij de slaver
nij in de kolonie Suriname officieel
afgeschaft werd. Daarmee schaarde
Nederland zich als één der laatsten
in de rij van de landen, die (de meeste
reeds tientallen jaren eerder) deze
mensonterende handel op wettelijke
gronden verbood. Als een der laat
sten! Een triest rekord, maar niet
het enige, want gedurende de drie
eeuwen, dat liet kleine land aan de
Noordzee de slavernij tolereerde, wist
het in de aanpak vele trieste records
te vestigen. De wreedheid, waarmee
de gemiddelde slavenbezitter zijn
„eigendom" behandelde grenst aan
het onvoorstelbare. Engelsen en Por
tugezen, die in dit opzicht ook niet
brandschoon waren, gewaagden met
diepe walging van de excessieve
wreedheden, die in Suriname plaats
vonden.
De mishandeling van de zwarte me-
(Van onze verslaggever)
e officiële overdracht aan Duits
land van het drostambt Tuddern
het grootste van de in 1949
geannexeerde gebieden zal,
naar het zich thans laat aanzien, 1
augustus bijzonder geruisloos geschie
den. De meeste van de circa 6500 inwo
ners van de voormalige Zelfkant heb
ben niet de minste behoefte aan een
feestelijke herdenking van de „Heim-
ins-Reich-kehr". De 1200 aldaar woon
achtige Nederlanders, van wie er enke
le honderden naar ons land zullen ver
huizen, uiteraard niet; maar al even
min de overige 5300 inwoners.
De veertien jaar Nederlands bestuur
heeft hun woonstreek zichtbaar goed
gedaan. De pal na de grenscorrectie
van 23 april 1949 op muren en straten
gekalkte leuzen als „Deutsch wollen wir
bleiben" zijn allang verdwenen. Pro-
Nederlandse leuzen zijn er niet voor in
de plaats gekomen, omdat de bevolking
van de Zelfkant geen openlijke keuze
durft te doen, beducht als velen zijn
voor eventuele represailles van Duitse
zijde. Vooral aan de vooravond van de
terugkeer van de Zelfkant naar Duits
land laat vrijwel niemand zich verlei
den tot het uitspreken van een duidelijk
„pro" of „contra". Hoogstens geeft men
dit diplomatieke antwoord: „Wij willen
Europeanen blijven", waarmee de
Zelfkanters in feite alleen maar willen
aangeven dat zij voor handhaving van
de huidige „status quo" zijn. Een toe
stand, waarvan het grootste gedeelte
van de bevolking aanzienlijke voordelen
ondervindt, omdat de Zelfkant na 1949
de speciale aandacht geniet van twee
landen* Nederland én Duitsland.
Om een voorbeeld te noemen. Bij de
bouw van een eigen woning hebben de
Zelfkant-bewoners kunnen profiteren
van de Nederlandse premieregeling en
tegelijkertijd ook van Duitse crediet-
faciliteiten. Het gevolg: in de zeven tot
het drostambt Tuddem behorende kerk
dorpen zijn gedurende de voorbije veer
tien jaar maar liefst achthonderd nieu
we particuliere woningen verrezen. Er
zijn maar weinig gezinnen meer in de
voormalige Zelfkant, die niet de be
schikking hebben over een eigen wo
ning. Aan de oplossing van de woning
nood in deze streek in 1949 vertoonde
praktisch elk huis ernstige oorlogsscha
de zijn geen complexen woningwet
woningen te pas gekomen. Dank zij deze
opmerkelijke bouwaktiviteiten vertoont
de eertijds sterk verwaarloosde streek
van in totaal 42 vierkante kilometer
een riante aanblik.
Ook andere voorzieningen hebben
hiertoe bijgedragen. Het wegennet is
grondig verbeterd; aansluitingen op het
Limburgse waterleiding- en elektrici
teitsnet kwamen tot stand; rioleringen
werden aangelegd; openbare gebouwen
werden gemoderniseerd, uitgebreid en
in bepaalde gevallen totaal hersteld.
Kortom er heerst een nooit gekende
welvaart in deze streek, welke vóór de
annexatie maar een vergeten uithoek
was van „das grosze Vaterland". Even
tuele fanatieke nationalisten onder de
Zelfkanters zullen dit niet willen be
amen, maar de meeste middenstanders
en landbouwers weten wel beter. Bjj
een situatie als die van de annexatie
periode varen zij wel.
De Zelfkant-winkeliers zagen door het
opschuiven van de grens hun (Duitse)
klantenkring enorm uitgebreid. Boven
dien kregen zij er ook Nederlandse
klanten bij, die voorheen vanwege de
bestaande barrière en de duurte in
Duitsland er niet aan dachten bij hun
buurman-winkelier in de Zelfkant in
kopen te doen.
De landbouwers, aanvankelijk vanwe
ge de huns inziens al te lage graan
prijzen in Nederland fel gekant tegen
de annexatie, waren spoedig met hun
lot verzoend en wel van het moment af
dat zij toestemming kregen om hun
met vrij lage (Nederlandse) kosten ver
bouwde granen tegen de hoge Duitse
prijzen uit te voeren naar hun vroegere
vaderland.
Ook vele arbeiders profiteerden van
de annexatiesituatie, door in Duitsland
(hoge lonen) te gaan werken en in de
Zelfkant (goedkope levensomstandighe
den) te blijven wonen.
Niemand van hen die zich door de
overdracht gedupeerd voelen, weet of
aan Duitse zijde een bepaalde compen
satieregeling in het leven zal worden
geroepen. Nu de overdracht op hoog
niveau geregeld is, is Duitsland opval
lend karig met mededelingen over de
Zelfkant. Wel is zeker dat het bestuur
van de landdrost zal overgaan op een
Duitse regeringscommissaris, wiens
taak het onder meer is om de verkie
zingen van de zgn. Amtsrat (de zeven
tot het drostambt Tuddern behorende
gemeenten van vroeger vormen in
Duits verband het „Amt Selfkant") en
eventueel van de afzonderlijke gemeen
teraden alsmede van de burgemeesters
voor te bereiden.
Bevreesd voor het herstel van de
vroegere verbrokkeling van het gebied
in zeven gemeenten van elk nog geen
duizend inwoners, voert de bevolking
momenteel een aktie om van de Duitse
overheid gedaan te krijgen, dat het
zgn. „Amt Selfkant" als één gemeente
zal worden aangemerkt. Een andere
aktie om terwille van een vlot contact
met de Limburgse buren meer grens
overgangen in te richten dan vóór 1949,
is met succes bekroond. Het vroegere
aantal van drie is namelijk gestegen
tot zeven.
Aan de inrichting van deze nieuwe
g unskantoren, alle met gecombineerde
Drits-Nederlandse douanebezetting,
wordt hard gewerkt. Op dit moment
het enige voorteken van de aanstaande
overdracht.
Wat de ambtenaren betreft, zij maken
zie! weinig zorgen, want, zo vertelde
ons een van hen lachend, „ons wacht
geld is optimaal opgevoerd op de grote
rekening, die Nederland aan Duitsland
heeft gepresenteerd".
De door Nederland in de Zelfkant ge-
Investeerde bedragen maken op deze
rekening een post uit van circa zeven
miljoen. Van slechts één investering
zal Nederland ook na de overdracht
blijvend kunnen profiteren, namelijk de
door de Zelfkant aangelegde nieuwe
zuid-noordverbinding tussen de mijn
streek rond Heerlen en midden-Lim
burg.
Deze weg, beter bekend ais de weg
Schinveld - Koningsbosch, alsmede de,
dank zij de grenscorrecties gereali
seerde normalisatie van de Rode Beek
vormen voor ons land de enige souve
nirs aan veertien jaar Nederlands be
stuur in de Zelfkant...
demensen begon reeds tijdens het trans
port. In speciaal daartoe geconstru
eerde schepen, waar de nuttige ruimte
van de slavenverblijven dusdanig was
ingedeeld, dat bjj het stuwen van de
mensenlading de grens van het opti
male zonder al te veel moeite kon wor
den bereikt, vond de maandenlange
overtocht van de Afrikaanse kust naar
Guyana plaats. In gruwelijke stank en
hitte, met de doffe angst van het onge
wisse voor ogen, ziek van de slechte
voeding en de aanhoudende zweepsla
gen, gingen zij in bulkiadingen van
3.000 stuks, vrouwen en mannen ge
scheiden, maar allen geketend, de toe
komst tegemoet.
In Suriname aangekomen, kregen de
negers enige dagen tijd om op rust te
komen, want het is één der grondsla
gen van een goede verkooppolitiek, dat
de aangeboden waar in een zodanige
staat moet verkeren, dat ze acceptabel
is. Daarom werden de leverbaren van
de onleverbïren gescheiden, zulks on
der het strenge toezicht van een Euro
pese chirurgijn. Vervolgens vond er een
verdere selectie plaats, om het kwali
teitsverschil in de leverbare slaven te
accentueren. Negers, die ouder dan 35
jaar waren, brachten meestal niet veel
meer op, terwijl de verminkten en de
zieken in de laagste handelsklasse moes
ten worden gerubriceerd. Zelfs slaven,
die één of meer tanden misten of grijze
haren hadden, daalden snel in waarde.
Maar wat er dan ook na de strenge
selectie overbleef, mocht beschouwd
worden als het neusje van de zalm.
Hierna volgde de registratie, hetgeen
geschiedde door met een gloeiend ijzer
de naam van de maatschappij en
dat was in nagenoeg alle gevallen de
Westindische Compagnie in de borst
van de neger te branden. De „kwalita
tief hoogstaande" slaven werden dan
gedurende enkele dagen met veel zorg
omringd. De voeding was nu uitste
kend, en de huid werd zorgzaam met
vet en olie ingesmeerd, terwijl het stug
ge haar in allerlei „aantrekkelijke" fi
guren werd gemodelleerd.
Daarna kon de verkoop beginnen.
Meestal geschiedde zulks „en vendu".
Een goede en volwaardige neger kon
in Afrika reeds voor het civiele prijsje
van 30 verkregen worden.
In Suriname ging diezelfde neger
voor 300 tot 400 van de hand. Na
aftrek van kosten (vervoer, voeding,
verlies wegens sterfte), resteerde een
nettowinst van gemiddeld 150 tot
200. Het laat zich begrijpen, dat deze
lucratieve handel een hevige bloei be
leefde. Temeer, daar de schepen in het
driehoeksverkeer Europa-Afrika-Ameri-
ka altijd met volle ruimen konden va-
ren: Uit de thuishavens in Europa wer
den geweren, ijzerwaren, zout e.d. naar
Afrika meegenomen, die meestal tegen
slaven werden geruild. De „zwarte
waar" werd in Amerika afgeleverd en
de schepen werden daar wederom vol
gepropt met suiker, tabak en koffie,
zodat de thuisvaart wel altijd een rijke
buit verzekerde.
Het kan nooit de bedoeling zijn ge
weest van Pater Bartholomeus Las Ca-
sas, dat zijn suggestie om de Afrikaan-
meester op de hals te halen werd met
beide handen om een stok gebonden.
Dit geschiedde evenwel zodanig, dat de
knieën van het slachtoffer nog tussen
de beide armen konden worden gewron
gen. Over de dan strak gespannen rug
werden de zweepslagen toegediend. Op
verzoek van de verbolgen meester kon
dit ook in het openbaar gebeuren, het
geen dan geschiedde op de hoeken der
straten.
Bij dit alles bleef de levenshouding
van de negerslaaf apatisch. Hjj onder
wierp zich met passief geduld aan zijn
■dig lot. Voor zijn mees
ter was de slaaf een heiden, een halve
wilde, een tot het dierlijke verlaagd we
zen, die elke vorm van cultuur of reli
gie missen kon en slechts door arbeid
en zweepslagen tot beschaving gebracht
moest worden. Het bewijs voor deze
opvatting vonden de slavenhouders in
de levenshouding van de neger zelf.
Zijn godsdienst, welke gebaseerd was
op de fetisj-verering en het polytheïsme
waren even zovele bewijzen, dat de ne
ger op een zeer lage trap van geeste
lijke ontwikkeling stond. De slavenhou
ders hebben dan ook vrijwel nooit se
rieus pogingen in het werk gesteld om
de wanhoop en de wraak te verdrijven
door invoering van het christendom.
Het zou onjuist zijn te beweren, dat
de onmenselijke wreedheden, die de sla
ven in Suriname en elders hebben on
dervonden slechts voortsproten uit sa
disme.
Op de Surinaamse plantages immers
werden twee geheel verschillende we
reldbeschouwingen met elkaar gecon-
aangezien hij volgens het slavenrecht
geen vrouw kon bezitten. De slaaf had
er dan ook in het geheel geen baat bij
hard te werken en dit uitte zich in een
letargische houding van onverschillig
heid tijdens de arbeid. Hetgeen hem
echter vaak op gruwelijke straffen te
staan kwam.
Talrijken vluchtten dan ook en kozen
het ongewisse maar vrije leven in de
dichte Surinaamse oerwouden. Zij vorm
den de gehate Marrons, de weggelopen
slaven, die vanuit de beschutte duister
nis der tropische bossen strooptochten
naar de plantages ondernamen. Hun
terreur nam zulke dreigende vormen
aan, dat de koloniale regering zich ge
noodzaakt voelde om aan de samen
vloeiing van de Suriname- en Comme-
wijnerivier het sterke vestigingsfort
„Nieuw Amsterdam" te bouwen. Het is
het jaar 1734. Trots en fier wappert de
driekleur in de zwoele passaat-wind. En
onder de veilige beschutting van de
dikke stenen wallen van het fort wor
den maatregelen genomen en krijgslis
ten beraamd om het gevaar der Mar
rons te keren. De prijs op het hoofd
slechts het hoofd van een Marron
stijgt in enkele jaren tjjds van 5 tot
1500. De ongelukkigen, die in deze tijd
in handen van de gerechtigheid vielen
werden zeer wreed gestraft, omdat zij
de economie van het land zo grondig
in de war dreigden te sturen. En de
economie van Suriname beleefde in die
tijd inderdaad een ongekende bloei. Het
aantal plantages steeg tot ruim 400. De
produktie en de winst waren hoger dan
ooit. Het ging goed. Suriname bracht
zijn geld wei op.
Intussen groeide echter het stille ver
zet in de ondoordringbare wouden, waar
hoe langer hoe meer negers hun toe
vlucht zochten. Het verzet kreeg een
onheilspellend karakter, doordat man
nen als Bonni, Joli Coeur en Baron
tucht en orde wisten te scheppen in de
chaotische horde van slaven, die slechts
met haatgevoelens rondliepen. Deze
Marrons bouwden midden in een gron
deloos moeras een zware vesting, die
zij omheinden met driemans hoge pa
lissaden, waarbij zij geroofde kanon
nen en geweren in de schietgaten plaats
ten. Het kwam tot een openlijke oor
log tussen Marrons en de koloniale
krijgsmacht. Het fort „Cosaai" d.i.
Kom op! zoals de negers htm ves
ting hadden genoemd bleek aanvan
kelijk onneembaar. Onder bevel van de
Zwitserse officier Louis Fourgeaud werd
een bloedige en zware strijd gevoerd,
die ten lange leste in het voordeel van
de blanken werd beslist. Het bloedbad,
dat onder de slaven werd aangericht
was verschrikkelijk. En in de kerken
van Paramaribo werden dankdiensten
gehouden omdat de vijand verslagen
was. Maar nog was de kracht der Mar
rons niet gebroken. In 4832 stichten een
drietal jonge negers Codjo, Mentor
en Present op enkele plaatsen in de
stad brand, waardoor tenslotte half
Paramaribo in de as gelegd wordt.
Twee dagen later worden de booswich
ten gegrepen. De straf laat zich g<
makkelijk raden. In naam des Koning
ten gegrepen. De straf laat zich ge-
makkelijk raden. In naam des Konings
rechtdoende, veroordeelde het Koloniale
Gerechtshof de drie jongens om levend
verbrand te worden. Maar Nederland
kan zich niet langer permitteren de
slavenhandel in stond te houden.
Reeds in 1789 had de Franse revolu
tie een roes van „vrijheid, gelijkheid
en broederschap" in de wereld doen
ontstaan. En deze roep was hard en
oeg om ook aan de andere
drnnc nm óp Tnóinnpn tp hplnen die scnoien neen ter geiegenneia van ae de °feaan hartstochtelijk
drang om de indianen te nelpen, die (lfschaffi uan de s]avernij in Suriname weerklank te ontmoeten. Haïti, Frans
nn n rrnl c l-lltTo n n coli p 44u -X 1
gre?een,erZoTouwden uUgebïit. iAtijn De N.V. Koninklijke Begeer te Voor- j^end genoeg om ook' aan" de" andere
drang om de Indianen te helpen, die schoten heeft ter gelegenheid va.n de
tp enen male ongeschikt bleken voor afschaffing van de slavernij in Suriname weeI,
de ITTre Dlantavlarbeid en dfenten^ - °P 30 juni a.s. 100 jaar geleden - een e?. Engels Guyana schaften de slaver-
cie zware p-iantage-arDeia en aiemenge- w neslaaen welke in twee nU at maar pas in 1853 worden in Ne-
volge bp duizenden stierven, stelde lm yeaenicpennmg gestagen, weiKe m zwee der,and staatscommissies
voor negers uit Afrika te laten over uitvoeringen (goud en zilver) verkrijg- j problemen zullen bestuderen «'elke
komen. De slavenhandel was geboren baar zal zijn De diameter van de pen- samengaan met dl afs^ffi^ 'vM de
De mens verhandelde zijn medemem ning is in beide uitvoeringen 25 mm. slaverny jn de koionie, DecommLssie
als vee. Ongetwijfeld zullen er geweesi De voorzijde toont twee handen, waar- bepaalt, dat voor elke slaaf die óp
zijn, die een zwak woord van protest van de keten gebroken de keerzijde vryheid wordt gegeven een bedran van
tegen deze mensenroof hebben laten ho- oeeft de tekst weer welke gebruikt us 300 zaj worden neergeteld DezeTena-
ren, maar zulke protesten vonden geen voor de eerste kerkdienst na de ophef- was het sein Voor het slot-akkoord
weerklank. Het bezit van slaven bete- van de slavernij.
kende geld, macht en aanzien. Boven- Immers hoe meer slaven, hoe meer
dien werd het houden yan slaven ver- iiiliiinilHllllllliiiinmniniliHimilliiiilllllllllllllllllllllliiii geld! Het is kapitein Steenberghe, die
bfjbe1dtee^gStrgr^penr wltrbh°hetPvedr toonteerd. Die van de neger en die van de twijfelachtige eer geniet het laatste
haal van de vervloeking van de nako de,-bjfnte- De levensvisie van het kapi- bloedige hoofdstuk in de Surinaamse
melingen van Cham als bewijs gold tolistische Nederland wasSeent op het slavengeschiedenis te hebben gescbre-
wordteover hrt vSidTat Go? me- deSïomLe 'prXÈtiek december 1862 wordt hij aan
Noë sluit, staat: „Vervloekt zij Kana de u 'CthStrekt* het'h<H>" S^teld van een goed getraind le
an; gij zult de knecht der knechten zijr <'e 0i"ÏT UilAftA^HTf T-£i,,VT° A!E tertje. De opdracht luidt, zoveel mo-
TgoA vba?eslmGepn gKadAln ^rtto bteem to reLtie tot hrt veïpu^ *el«k Mar™8 de oerwouden op te
knecht TA' vAVpTs „prhrpjdp stuk is voor de man> die in stamver- sporen en levend terug te brengen. Im-
vattingen 'zou fe slavernii derhalve band leeft een v°Ikomen onbekend ge- mers, elke levende Marron betekende
een verschil in arbeidstempo, dat tori- tong heeft geduurd. Bant nog
Alle arbeid in Suriname geschiedde tant groot is. De drang tot verhoging waren de echo's van de schoten van
bij de inspiratie van de zweepslag van het produktie-tempo zal van de kaniteto Steenberehe niet werreëhd nf
Deze kastijding, die in vele variaties blanke uitgaan, omdat voor hem de AfTAu U T weggeebd of
werd gebezigd was het enige middel relatie tussen arbeid en opbrengst een reest-gebulder der kanonnen weer
om de volgzaamheid en de „werklust' levenszaak is. Voor de negerslaaf niet. galmde reeds over de rivier. Het was
van de slaaf veilig te stellen. De meest Immers zijn weekloon bestond uit niet i juli 1863. De slavernij was afgeschaft,
sadistische vorm was wel- de „Spaan- meer dan 2 pond vis en ongeveer 2 rw,
se bok", een in de slaventijd gelief- kilo bananen. Verder niets. De nood- emancipatie kon een aanvang ne-
koosd strafmiddel. De ongelukkige, die zaak om door hard werken zijn gezin men™.
het bestaan had zich de toorn van zijn te onderhouden was volkomen afwezig, ARMAND BRUNINGS
ELTEN EN TUDDERN