Elten niet erg gelukkig ZWARTE BLADZIJDE IN ONZE GESCHIEDENIS Honderd jaar geleden Nederland als bijna de slavernij in Suriname af schafte laa tste Ook in „de zelfkant geen feeststemming Verzoend WINST PER SLAAF TWEEHONDERD GULDEN «ToM sas? fiss r-KH'TvSzarsss r «rv -rs* ir" - Na veertien Nederlandse jaren op 1 juli officieel, 1 augustus in feite Nieuwe boeken voor de jeugd ZATERDAG 29 JUNI 1963 HEIM INS REICH' tionaliteit bezitten. Dit aantal betekent een verdubbeling vergeleken met veer tien jaar geleden, en het is te verwach ten, dat het oorspronkelijk percentage van 18 pet. Nederlanders zich na de bestuursoverdracht geleidelijk zal her stellen. De tweehonderd Eltenaren die nu in ons land werken, zullen dit ver moedelijk wel blijven doen, omdat in de betreffende bedrijven, zoals de AKU hun lonen aan de Duitse normen zul len worden aangepast. Zeer veel inwoners van Elten hebben zich deze veertien jaar volkomen op de Nederlandse verhoudingen georiënteerd, in de stellige verwachting, dat de rege ling een definitief karakter zou krijgen. Mevrouw Roelevink bijvoorbeeld, die een winkel in huishoudelijke artikelen drijft, heeft tot haar vijftiende jaar voor namelijk Duits gesproken, maar is zich later op onze taal gaan toeleggen en heeft zelfs in Arnhem hef midden standsdiploma weten te behalen. Die moeite had zij zich zeker niet gegeven, als zij in de toekomst had kunnen kij ken. „Het moest zo blijven", vindt ook mevrouw Roelevink. Maar al blijft het zo niet, Elten heeft toch in ruime mate van het Neder landse bestuur geprofiteerd: school ge restaureerd, abdijkerk gerestaureerd, wegennet uitgebreid en verbeterd, straatverlichting van 9 tot 160 punten uitgebreid, driehonderd woningen ge bouwd, waarvan honderd door het drostambt zelf, tesamen voor een be drag van ruim drie miljoen gulden. Duitsland betaalt deze som overigens terug, evenals de uitgaven die na 1960 gedaan zijn, zoals voor riolering, zui veringsinstallatie en andere openbare voorzieningen. De heer Welling karakteriseert de houding van de Eltenaren onder de gebeurtenissen a'ls volgt: in 1949 af wachtend, niet vijandig; van 1949- 1963 meegaand en profiterend en in 1963: berustend. Inderdaad is nooit van enige actie sprake geweest in dit ge bied zelf. Wel is nu in de omtrek, op Nederlandse bodem, enige beroering gaande. De burgemeester van Lobith, en mengeling van Nederlandse en Duitse opschriften in beide drostambten. De de heer J- N. M. Daalderop, rekent Koningsstraat weldra Königsstrasse, en het bordje „Volledige vergunning" verdwijnt weer. namelijk op moeilijkheden met het transport van de produkten der steen- (Van onze verslaggevers) In de drostambten Elten en Tuddern zijn de voorbereidingen op de over dracht van het bestuur aan de Bondsrepubliek in voile gang. Men wikkelt nog enkele zaken af, maar de meeste administratieve handelingen staan al geheel in het teken van de komende „eommandowisseitog". Per 1 augustus zal de situatie zoals die vóór 23 april 1949 bestond, zijn hersteld, en eigenlijk moeten we zeggen: op 31 de cember 1937, wamt dat is de datum waar van in het algemeen verdrag tussen bei de landen sprake is. Nog verder in de geschiedenis teruggaande komen we terecht bjj het jaar 1816, toen met Prui sen, en bij 1824, toen met Hannover ver dragen werden gesloten, die het huidi ge grensbeloop van heel onze natie heb ben vastgesteld. Elten en Tuddem dus „Heim ins Reich". De Bondsrepubliek was al niet lang na de bestuursoverdracht in 1949 begonnen met beide gebieden te be schouwen als een soort Duitse Irreden ta, en de pers van onze oosterburen heeft diverse aanleidingen benut om het Nederlandse bewind af te schilderen als een uitermate onrechtvaardige zaak. Met eer niet onaanzienlijke dosis hui chelarij gewaagde men zelfs van het „middeleeuwse karakter" dat de be dongen .grenscorrecties aankleefde. Ze zouden ook indruisen tegen het rechts gevoel van de betrokken bevolkings groepen. Nu heeft de verplaatsing der grenspalen evenmin in ons eigen land tot onverdeeld enthousiasme aanleiding gegeven, een stemming die zich in de beide Kamers der S t aten-G enera a 1 weerspiegelde toen deze zich over de inlijving moest uitspreken. Vooral in de Senaat verwierf de regeling maar een krappe meerderheid. Van het na-oorlog- se fanatisme om grote delen van Duits land maar bij Nederland in te lijven, een campagne die door zeer prominen te figuren gesteund werd overigens, was in 1949 al weinig overgebleven. De annexatie van Elten en Tuddern, benevens een aantal kleinere correc ties, berustte echter voornamelijk op zakelijke gronden. Behalve als kleine vergoeding voor het geleden onrecht dienden deze gebieden ook om wat on handig getrokken grenslijnen recht te trekken. Men kan de regeling van 1949, destijds in Parijs ontworpen door de „Commision de demarcation de la fron- tière Germano-Néerlandaise", dan ook moeilijk uitleggen als een emotioneel streven naar gebiedsuitbreiding ten koste van de vroegere bezetter, al gaf zij ons land duidelijke voordelen. RIJWIELHERSTELLER WITTENHORST .negentig procent tegen. De „Generalbereiniging" doet deze voordelen weer teloor gaan. Het Panner- dense eiland valt terug in zijn isole ment en de „zak van Sittard" wordt hersteld. Het merkwaardige feit doet zich nu voor, dat alle buitenstaanders eigenlijk wel gelukkig zijn met het terug draaien van de klok, maar de direct betrokkenen er heel anders over den ken. Na veertien jaar zijn deze wel dus danig aan de situatie gewend geraakt, dat ze tegen de komende omschake ling opzien. In economisch opzicht kun nen ze er bovendien moeilijk beter van worden, integendeel. Het gevoel blijkt een minder grote rol te spelen dan men zou denken. In de eerste de beste winkel In Elten die wij binnenliepen, bleek dit al direct. „Waarom gebeurt dit nu midden in het seizoen?" vroeg mevrouw Derksem ach ter haar toonbank vol rookwaren, sou venirs en snoep, intussen een aantal kinderen die op schoolreis waren, kwis tig „negerzoenen" verstrekkende, blijk baar een gewilde lekkernij. Haar zaak moet het voornamelijk van de toeris ten hebben en... van haar vroegere en toekomstige landgenoten, de Duitsers, die in het goedkope Elten inkopen ko men doen. Over een maand stijgen de prijzen weer en is er voor de Duitser geen enkele reden meer om met de boodschappentas naar Elten te trekken. Driehonderd inwoners van Elten werken in Duitsland. Ook voor deze categorie wordt het leven straks bijna dertig pro cent duurder. De rijwielhandelaar Wit- tenhorst, van geboorte en nationaliteit Duitser, zei ons: „als er hier een stem ming zou worden gehouden, zou negen tig procent bij Nederland willen blij ven. Ik zelf ook. Straks ga ik vier pro cent omzetbelasting betalen, en ik mag geen leerlingen meer zonder meester- dlploma houden. Dat kost me tweedui zend gulden extra." Het zijn dus voornamelijk argumen ten van materiële aard die de Eltena ren zelf voor handhaving van de huidi ge toestand doet kiezen. Maar hun oor deel is nooit gevraagd, en dat is vol gens Pfarrer Jansen, de (Duitse) pas toor van Elten, maar goed ook". Een referendum zou allerlei gezinsspannin gen oproepen, bijvoorbeeld bij een „ge mengd getrouwd" echtpaar, omdat de meningen zo uiteen lopen". Een ge mengd^ huwelijk is in het katholieke Elten iets anders dan in overig Neder land, namelijk een huwelijk waarbij de ene partner de Nederlandse, de andere de Duitse nationaliteit bezit. De heer H. C. Welling, secretaris en plaatsver vangend drost, vertelde ons, dat de meeste in Elten gesloten huwelijken in deze zin gemengd zijn. In het ruim negentien km2 metende Elten wonen ruim 3350 mensen, van wie een goede 1100 de Nederlandse nar Komplot in Ethiopië, door Johan Hidding. (Uiig. Kok r— Kampen). Als technisch assistent reist Edward Smit met zijn oom naar het raadsel achtig rijk: het oude Ethiopië waar hij vele avonturen beleeft. Sadako wil leven, door Karl Bruck ner. (Uitg. Arbeiderspers Am sterdam). Tien jaren uit het leven van een Japans meisje uit Hiroshima dat vier jaar is als de atoombom valt en ten gevolge hiervan op veertienjarige leeftijd sterft. (Voor de oudere jeugd). Het doek gaat open, door Annet van Battum. (Uitg. Holland Amster dam). Na haar eindexamen komt Nettie voor de zomervakantie terecht bij een toneelgezelschap en leert hier een geheel andere wereld kennen. CVoor oudere meisjes). fabrieken. De bedrijven in Lobith, Spijk en Tolkamer produceren zo'n 200 mil joen stenen per jaar, die tegenwoordig alle per as worden vervoerd. Nu na de grensverlegging van vijf tot twintig km het isolement van Herwen en Aerdt wordt hersteld, door het ontbreken van een goede verbinding met rijksweg 12 t het eiland van Pannerden, vreest cl burgemeester ernstige stagnatie in cl: afvoer. Maar de „vriendschappelijke betrek kingen tussen beide landen", waarvai. in het tractaat wordt gewaagd, heb ben voorrang. Elten en Tuddern gaai terug naar het moederland, en dat be tekent de afsluiting van een merk waardige en niet bijster glorieuze ep; sode in onze vaderlandse geschiedenis Maandag 1 juli zullen de akten van bekrachtiging in Bonn worden uitge wisseld. Daarmee worden de grens correcties ofticieël ongedaan gemaakt. Zonder enig vertoon neemt de Bonds republiek dan een maand later haar vroegere gebied weer in bezit. Ruim 800 particuliere woningen verrezen in de Zelfkant. Honderd jaar geleden, op 1 juli 1863, liet Koning Willem Hl een de creet uitvaardigen, waarbij de slaver nij in de kolonie Suriname officieel afgeschaft werd. Daarmee schaarde Nederland zich als één der laatsten in de rij van de landen, die (de meeste reeds tientallen jaren eerder) deze mensonterende handel op wettelijke gronden verbood. Als een der laat sten! Een triest rekord, maar niet het enige, want gedurende de drie eeuwen, dat liet kleine land aan de Noordzee de slavernij tolereerde, wist het in de aanpak vele trieste records te vestigen. De wreedheid, waarmee de gemiddelde slavenbezitter zijn „eigendom" behandelde grenst aan het onvoorstelbare. Engelsen en Por tugezen, die in dit opzicht ook niet brandschoon waren, gewaagden met diepe walging van de excessieve wreedheden, die in Suriname plaats vonden. De mishandeling van de zwarte me- (Van onze verslaggever) e officiële overdracht aan Duits land van het drostambt Tuddern het grootste van de in 1949 geannexeerde gebieden zal, naar het zich thans laat aanzien, 1 augustus bijzonder geruisloos geschie den. De meeste van de circa 6500 inwo ners van de voormalige Zelfkant heb ben niet de minste behoefte aan een feestelijke herdenking van de „Heim- ins-Reich-kehr". De 1200 aldaar woon achtige Nederlanders, van wie er enke le honderden naar ons land zullen ver huizen, uiteraard niet; maar al even min de overige 5300 inwoners. De veertien jaar Nederlands bestuur heeft hun woonstreek zichtbaar goed gedaan. De pal na de grenscorrectie van 23 april 1949 op muren en straten gekalkte leuzen als „Deutsch wollen wir bleiben" zijn allang verdwenen. Pro- Nederlandse leuzen zijn er niet voor in de plaats gekomen, omdat de bevolking van de Zelfkant geen openlijke keuze durft te doen, beducht als velen zijn voor eventuele represailles van Duitse zijde. Vooral aan de vooravond van de terugkeer van de Zelfkant naar Duits land laat vrijwel niemand zich verlei den tot het uitspreken van een duidelijk „pro" of „contra". Hoogstens geeft men dit diplomatieke antwoord: „Wij willen Europeanen blijven", waarmee de Zelfkanters in feite alleen maar willen aangeven dat zij voor handhaving van de huidige „status quo" zijn. Een toe stand, waarvan het grootste gedeelte van de bevolking aanzienlijke voordelen ondervindt, omdat de Zelfkant na 1949 de speciale aandacht geniet van twee landen* Nederland én Duitsland. Om een voorbeeld te noemen. Bij de bouw van een eigen woning hebben de Zelfkant-bewoners kunnen profiteren van de Nederlandse premieregeling en tegelijkertijd ook van Duitse crediet- faciliteiten. Het gevolg: in de zeven tot het drostambt Tuddem behorende kerk dorpen zijn gedurende de voorbije veer tien jaar maar liefst achthonderd nieu we particuliere woningen verrezen. Er zijn maar weinig gezinnen meer in de voormalige Zelfkant, die niet de be schikking hebben over een eigen wo ning. Aan de oplossing van de woning nood in deze streek in 1949 vertoonde praktisch elk huis ernstige oorlogsscha de zijn geen complexen woningwet woningen te pas gekomen. Dank zij deze opmerkelijke bouwaktiviteiten vertoont de eertijds sterk verwaarloosde streek van in totaal 42 vierkante kilometer een riante aanblik. Ook andere voorzieningen hebben hiertoe bijgedragen. Het wegennet is grondig verbeterd; aansluitingen op het Limburgse waterleiding- en elektrici teitsnet kwamen tot stand; rioleringen werden aangelegd; openbare gebouwen werden gemoderniseerd, uitgebreid en in bepaalde gevallen totaal hersteld. Kortom er heerst een nooit gekende welvaart in deze streek, welke vóór de annexatie maar een vergeten uithoek was van „das grosze Vaterland". Even tuele fanatieke nationalisten onder de Zelfkanters zullen dit niet willen be amen, maar de meeste middenstanders en landbouwers weten wel beter. Bjj een situatie als die van de annexatie periode varen zij wel. De Zelfkant-winkeliers zagen door het opschuiven van de grens hun (Duitse) klantenkring enorm uitgebreid. Boven dien kregen zij er ook Nederlandse klanten bij, die voorheen vanwege de bestaande barrière en de duurte in Duitsland er niet aan dachten bij hun buurman-winkelier in de Zelfkant in kopen te doen. De landbouwers, aanvankelijk vanwe ge de huns inziens al te lage graan prijzen in Nederland fel gekant tegen de annexatie, waren spoedig met hun lot verzoend en wel van het moment af dat zij toestemming kregen om hun met vrij lage (Nederlandse) kosten ver bouwde granen tegen de hoge Duitse prijzen uit te voeren naar hun vroegere vaderland. Ook vele arbeiders profiteerden van de annexatiesituatie, door in Duitsland (hoge lonen) te gaan werken en in de Zelfkant (goedkope levensomstandighe den) te blijven wonen. Niemand van hen die zich door de overdracht gedupeerd voelen, weet of aan Duitse zijde een bepaalde compen satieregeling in het leven zal worden geroepen. Nu de overdracht op hoog niveau geregeld is, is Duitsland opval lend karig met mededelingen over de Zelfkant. Wel is zeker dat het bestuur van de landdrost zal overgaan op een Duitse regeringscommissaris, wiens taak het onder meer is om de verkie zingen van de zgn. Amtsrat (de zeven tot het drostambt Tuddern behorende gemeenten van vroeger vormen in Duits verband het „Amt Selfkant") en eventueel van de afzonderlijke gemeen teraden alsmede van de burgemeesters voor te bereiden. Bevreesd voor het herstel van de vroegere verbrokkeling van het gebied in zeven gemeenten van elk nog geen duizend inwoners, voert de bevolking momenteel een aktie om van de Duitse overheid gedaan te krijgen, dat het zgn. „Amt Selfkant" als één gemeente zal worden aangemerkt. Een andere aktie om terwille van een vlot contact met de Limburgse buren meer grens overgangen in te richten dan vóór 1949, is met succes bekroond. Het vroegere aantal van drie is namelijk gestegen tot zeven. Aan de inrichting van deze nieuwe g unskantoren, alle met gecombineerde Drits-Nederlandse douanebezetting, wordt hard gewerkt. Op dit moment het enige voorteken van de aanstaande overdracht. Wat de ambtenaren betreft, zij maken zie! weinig zorgen, want, zo vertelde ons een van hen lachend, „ons wacht geld is optimaal opgevoerd op de grote rekening, die Nederland aan Duitsland heeft gepresenteerd". De door Nederland in de Zelfkant ge- Investeerde bedragen maken op deze rekening een post uit van circa zeven miljoen. Van slechts één investering zal Nederland ook na de overdracht blijvend kunnen profiteren, namelijk de door de Zelfkant aangelegde nieuwe zuid-noordverbinding tussen de mijn streek rond Heerlen en midden-Lim burg. Deze weg, beter bekend ais de weg Schinveld - Koningsbosch, alsmede de, dank zij de grenscorrecties gereali seerde normalisatie van de Rode Beek vormen voor ons land de enige souve nirs aan veertien jaar Nederlands be stuur in de Zelfkant... demensen begon reeds tijdens het trans port. In speciaal daartoe geconstru eerde schepen, waar de nuttige ruimte van de slavenverblijven dusdanig was ingedeeld, dat bjj het stuwen van de mensenlading de grens van het opti male zonder al te veel moeite kon wor den bereikt, vond de maandenlange overtocht van de Afrikaanse kust naar Guyana plaats. In gruwelijke stank en hitte, met de doffe angst van het onge wisse voor ogen, ziek van de slechte voeding en de aanhoudende zweepsla gen, gingen zij in bulkiadingen van 3.000 stuks, vrouwen en mannen ge scheiden, maar allen geketend, de toe komst tegemoet. In Suriname aangekomen, kregen de negers enige dagen tijd om op rust te komen, want het is één der grondsla gen van een goede verkooppolitiek, dat de aangeboden waar in een zodanige staat moet verkeren, dat ze acceptabel is. Daarom werden de leverbaren van de onleverbïren gescheiden, zulks on der het strenge toezicht van een Euro pese chirurgijn. Vervolgens vond er een verdere selectie plaats, om het kwali teitsverschil in de leverbare slaven te accentueren. Negers, die ouder dan 35 jaar waren, brachten meestal niet veel meer op, terwijl de verminkten en de zieken in de laagste handelsklasse moes ten worden gerubriceerd. Zelfs slaven, die één of meer tanden misten of grijze haren hadden, daalden snel in waarde. Maar wat er dan ook na de strenge selectie overbleef, mocht beschouwd worden als het neusje van de zalm. Hierna volgde de registratie, hetgeen geschiedde door met een gloeiend ijzer de naam van de maatschappij en dat was in nagenoeg alle gevallen de Westindische Compagnie in de borst van de neger te branden. De „kwalita tief hoogstaande" slaven werden dan gedurende enkele dagen met veel zorg omringd. De voeding was nu uitste kend, en de huid werd zorgzaam met vet en olie ingesmeerd, terwijl het stug ge haar in allerlei „aantrekkelijke" fi guren werd gemodelleerd. Daarna kon de verkoop beginnen. Meestal geschiedde zulks „en vendu". Een goede en volwaardige neger kon in Afrika reeds voor het civiele prijsje van 30 verkregen worden. In Suriname ging diezelfde neger voor 300 tot 400 van de hand. Na aftrek van kosten (vervoer, voeding, verlies wegens sterfte), resteerde een nettowinst van gemiddeld 150 tot 200. Het laat zich begrijpen, dat deze lucratieve handel een hevige bloei be leefde. Temeer, daar de schepen in het driehoeksverkeer Europa-Afrika-Ameri- ka altijd met volle ruimen konden va- ren: Uit de thuishavens in Europa wer den geweren, ijzerwaren, zout e.d. naar Afrika meegenomen, die meestal tegen slaven werden geruild. De „zwarte waar" werd in Amerika afgeleverd en de schepen werden daar wederom vol gepropt met suiker, tabak en koffie, zodat de thuisvaart wel altijd een rijke buit verzekerde. Het kan nooit de bedoeling zijn ge weest van Pater Bartholomeus Las Ca- sas, dat zijn suggestie om de Afrikaan- meester op de hals te halen werd met beide handen om een stok gebonden. Dit geschiedde evenwel zodanig, dat de knieën van het slachtoffer nog tussen de beide armen konden worden gewron gen. Over de dan strak gespannen rug werden de zweepslagen toegediend. Op verzoek van de verbolgen meester kon dit ook in het openbaar gebeuren, het geen dan geschiedde op de hoeken der straten. Bij dit alles bleef de levenshouding van de negerslaaf apatisch. Hjj onder wierp zich met passief geduld aan zijn ■dig lot. Voor zijn mees ter was de slaaf een heiden, een halve wilde, een tot het dierlijke verlaagd we zen, die elke vorm van cultuur of reli gie missen kon en slechts door arbeid en zweepslagen tot beschaving gebracht moest worden. Het bewijs voor deze opvatting vonden de slavenhouders in de levenshouding van de neger zelf. Zijn godsdienst, welke gebaseerd was op de fetisj-verering en het polytheïsme waren even zovele bewijzen, dat de ne ger op een zeer lage trap van geeste lijke ontwikkeling stond. De slavenhou ders hebben dan ook vrijwel nooit se rieus pogingen in het werk gesteld om de wanhoop en de wraak te verdrijven door invoering van het christendom. Het zou onjuist zijn te beweren, dat de onmenselijke wreedheden, die de sla ven in Suriname en elders hebben on dervonden slechts voortsproten uit sa disme. Op de Surinaamse plantages immers werden twee geheel verschillende we reldbeschouwingen met elkaar gecon- aangezien hij volgens het slavenrecht geen vrouw kon bezitten. De slaaf had er dan ook in het geheel geen baat bij hard te werken en dit uitte zich in een letargische houding van onverschillig heid tijdens de arbeid. Hetgeen hem echter vaak op gruwelijke straffen te staan kwam. Talrijken vluchtten dan ook en kozen het ongewisse maar vrije leven in de dichte Surinaamse oerwouden. Zij vorm den de gehate Marrons, de weggelopen slaven, die vanuit de beschutte duister nis der tropische bossen strooptochten naar de plantages ondernamen. Hun terreur nam zulke dreigende vormen aan, dat de koloniale regering zich ge noodzaakt voelde om aan de samen vloeiing van de Suriname- en Comme- wijnerivier het sterke vestigingsfort „Nieuw Amsterdam" te bouwen. Het is het jaar 1734. Trots en fier wappert de driekleur in de zwoele passaat-wind. En onder de veilige beschutting van de dikke stenen wallen van het fort wor den maatregelen genomen en krijgslis ten beraamd om het gevaar der Mar rons te keren. De prijs op het hoofd slechts het hoofd van een Marron stijgt in enkele jaren tjjds van 5 tot 1500. De ongelukkigen, die in deze tijd in handen van de gerechtigheid vielen werden zeer wreed gestraft, omdat zij de economie van het land zo grondig in de war dreigden te sturen. En de economie van Suriname beleefde in die tijd inderdaad een ongekende bloei. Het aantal plantages steeg tot ruim 400. De produktie en de winst waren hoger dan ooit. Het ging goed. Suriname bracht zijn geld wei op. Intussen groeide echter het stille ver zet in de ondoordringbare wouden, waar hoe langer hoe meer negers hun toe vlucht zochten. Het verzet kreeg een onheilspellend karakter, doordat man nen als Bonni, Joli Coeur en Baron tucht en orde wisten te scheppen in de chaotische horde van slaven, die slechts met haatgevoelens rondliepen. Deze Marrons bouwden midden in een gron deloos moeras een zware vesting, die zij omheinden met driemans hoge pa lissaden, waarbij zij geroofde kanon nen en geweren in de schietgaten plaats ten. Het kwam tot een openlijke oor log tussen Marrons en de koloniale krijgsmacht. Het fort „Cosaai" d.i. Kom op! zoals de negers htm ves ting hadden genoemd bleek aanvan kelijk onneembaar. Onder bevel van de Zwitserse officier Louis Fourgeaud werd een bloedige en zware strijd gevoerd, die ten lange leste in het voordeel van de blanken werd beslist. Het bloedbad, dat onder de slaven werd aangericht was verschrikkelijk. En in de kerken van Paramaribo werden dankdiensten gehouden omdat de vijand verslagen was. Maar nog was de kracht der Mar rons niet gebroken. In 4832 stichten een drietal jonge negers Codjo, Mentor en Present op enkele plaatsen in de stad brand, waardoor tenslotte half Paramaribo in de as gelegd wordt. Twee dagen later worden de booswich ten gegrepen. De straf laat zich g< makkelijk raden. In naam des Koning ten gegrepen. De straf laat zich ge- makkelijk raden. In naam des Konings rechtdoende, veroordeelde het Koloniale Gerechtshof de drie jongens om levend verbrand te worden. Maar Nederland kan zich niet langer permitteren de slavenhandel in stond te houden. Reeds in 1789 had de Franse revolu tie een roes van „vrijheid, gelijkheid en broederschap" in de wereld doen ontstaan. En deze roep was hard en oeg om ook aan de andere drnnc nm óp Tnóinnpn tp hplnen die scnoien neen ter geiegenneia van ae de °feaan hartstochtelijk drang om de indianen te nelpen, die (lfschaffi uan de s]avernij in Suriname weerklank te ontmoeten. Haïti, Frans nn n rrnl c l-lltTo n n coli p 44u -X 1 gre?een,erZoTouwden uUgebïit. iAtijn De N.V. Koninklijke Begeer te Voor- j^end genoeg om ook' aan" de" andere drang om de Indianen te helpen, die schoten heeft ter gelegenheid va.n de tp enen male ongeschikt bleken voor afschaffing van de slavernij in Suriname weeI, de ITTre Dlantavlarbeid en dfenten^ - °P 30 juni a.s. 100 jaar geleden - een e?. Engels Guyana schaften de slaver- cie zware p-iantage-arDeia en aiemenge- w neslaaen welke in twee nU at maar pas in 1853 worden in Ne- volge bp duizenden stierven, stelde lm yeaenicpennmg gestagen, weiKe m zwee der,and staatscommissies voor negers uit Afrika te laten over uitvoeringen (goud en zilver) verkrijg- j problemen zullen bestuderen «'elke komen. De slavenhandel was geboren baar zal zijn De diameter van de pen- samengaan met dl afs^ffi^ 'vM de De mens verhandelde zijn medemem ning is in beide uitvoeringen 25 mm. slaverny jn de koionie, DecommLssie als vee. Ongetwijfeld zullen er geweesi De voorzijde toont twee handen, waar- bepaalt, dat voor elke slaaf die óp zijn, die een zwak woord van protest van de keten gebroken de keerzijde vryheid wordt gegeven een bedran van tegen deze mensenroof hebben laten ho- oeeft de tekst weer welke gebruikt us 300 zaj worden neergeteld DezeTena- ren, maar zulke protesten vonden geen voor de eerste kerkdienst na de ophef- was het sein Voor het slot-akkoord weerklank. Het bezit van slaven bete- van de slavernij. kende geld, macht en aanzien. Boven- Immers hoe meer slaven, hoe meer dien werd het houden yan slaven ver- iiiliiinilHllllllliiiinmniniliHimilliiiilllllllllllllllllllllliiii geld! Het is kapitein Steenberghe, die bfjbe1dtee^gStrgr^penr wltrbh°hetPvedr toonteerd. Die van de neger en die van de twijfelachtige eer geniet het laatste haal van de vervloeking van de nako de,-bjfnte- De levensvisie van het kapi- bloedige hoofdstuk in de Surinaamse melingen van Cham als bewijs gold tolistische Nederland wasSeent op het slavengeschiedenis te hebben gescbre- wordteover hrt vSidTat Go? me- deSïomLe 'prXÈtiek december 1862 wordt hij aan Noë sluit, staat: „Vervloekt zij Kana de u 'CthStrekt* het'h<H>" S^teld van een goed getraind le an; gij zult de knecht der knechten zijr <'e 0i"ÏT UilAftA^HTf T-£i,,VT° A!E tertje. De opdracht luidt, zoveel mo- TgoA vba?eslmGepn gKadAln ^rtto bteem to reLtie tot hrt veïpu^ *el«k Mar™8 de oerwouden op te knecht TA' vAVpTs „prhrpjdp stuk is voor de man> die in stamver- sporen en levend terug te brengen. Im- vattingen 'zou fe slavernii derhalve band leeft een v°Ikomen onbekend ge- mers, elke levende Marron betekende een verschil in arbeidstempo, dat tori- tong heeft geduurd. Bant nog Alle arbeid in Suriname geschiedde tant groot is. De drang tot verhoging waren de echo's van de schoten van bij de inspiratie van de zweepslag van het produktie-tempo zal van de kaniteto Steenberehe niet werreëhd nf Deze kastijding, die in vele variaties blanke uitgaan, omdat voor hem de AfTAu U T weggeebd of werd gebezigd was het enige middel relatie tussen arbeid en opbrengst een reest-gebulder der kanonnen weer om de volgzaamheid en de „werklust' levenszaak is. Voor de negerslaaf niet. galmde reeds over de rivier. Het was van de slaaf veilig te stellen. De meest Immers zijn weekloon bestond uit niet i juli 1863. De slavernij was afgeschaft, sadistische vorm was wel- de „Spaan- meer dan 2 pond vis en ongeveer 2 rw, se bok", een in de slaventijd gelief- kilo bananen. Verder niets. De nood- emancipatie kon een aanvang ne- koosd strafmiddel. De ongelukkige, die zaak om door hard werken zijn gezin men™. het bestaan had zich de toorn van zijn te onderhouden was volkomen afwezig, ARMAND BRUNINGS ELTEN EN TUDDERN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 9