Stroom van produhten
moet afzet vinden
en dwindt hen binnen te daan
KR UIDENIER WORDT VAN
ALLE KANTEN BEDREIGD
ondernemer
FOLSGARE strydt tegen
ontvolking
Culturele UITWISSELINGEN
tussen Nederland en Italië
Nieuwe opbloei op
bijna verdorde grond
sg.ntt'aft'B
V akman wordt
mmm.
DINSDAG 9 JULI 1963 PAGINA 11
Het Friese gehucht Folsgare,
op een paar kilometer van
Sneek, telt rond zijn een
voudig kerkje meer grafzerken
dan woningen; het aantal doden
overtreft dat der levenden aan
zienlijk, en tot voor kort zag het
er naar uit, dat ook deze eeuwen
oude nederzetting niet zou kun
nen ontkomen aan de doem waar
onder zoveel noordelijke buurt
schappen gebukt gaan: de geleide
lijke terugval in een staat van ver
kalking en afsterving tot onder de
gevreesde marge van het be
staansminimum. Maar Folsgare
lijkt deze dodendans te ontsprin
gen. Op het laatste nippertje mo
biliseerden de tweehonderd in
woners hun krachten om te voor
komen, dat hun dorp binnen
afzienbare tijd nog slechts zou
bestaan uit smadelijk verlaten
huizen, en een lege, onnutte kerk,
omringd door talrijke, maar zel
den bezochte doden. Binnen twee
maanden begint het heiwerk voor
vier nieuwe woningen, geen in
drukwekkend getal, maar Fols
gare heeft ruim dertien jaar ge
teerd op zijn oude, schamele hui-
zenvoorraad, en de terugkeer van
metselaars en timmerlieden naar
dit verloren gewaande dorp, wordt
daar beschouwd als de belangrijk
ste gebeurtenis van het laatste
decennium, als een voorzichtig
begin van hernieuwde bloei op
bijna verdorde grond.
ABEL JONGSMA
leegloop stuiten
Éénderde van de hele woning
voorraad in Wymbritseradeel be
staat uit één- en tweekamerwonin
gen, en de situatie in Folsgare
maakt daar geen uitzondering op.
Jonge mensen nemen met deze
toestand geen genoegen en trek
ken weg, naar de stad.
9$9 9 9 9
In ieder nummer van ieder kruide
niersvakblad staan wel een paar
foto's met als onderschrift: „Het
was feest in G. toen de heer P. zijn
levensmiddeienbedrijf heropende on
der grote belangstelling. De opper
vlakte werd met 30 m2 uitgebreid.
Het interieur is van de Fa. K."
Dan is er wéér een winkel gemo
derniseerd. Er is t.l.-verlichting ge
komen, en er zijn rekken voor de
„speciale aanbiedingen". De kruide
nier staat voortaan niet meer achter
de toonbank, maar zweeft ergens op
de achtergrond en helpt de onhandige
mannen, die niet weten waar de ma
caroni staat. Er zit een juffrouw bij
de deur, achter de kassa aan het
eind van een met buizen afgezet
gangetje. Zij wacht op de klanten, die
hun keus hebben gedaan en moeten
afrekenen.
In de vakken liggen stukjes zeep,
in drieën gebundeld met een was
handje: „Speciale aanbieding". Kaar
ten bij de pakjes soep: „Voor vjjf
merkjes een soepkom a 1,23." Een
rek met flesjes bier: „Bij twee fles
sen 10 zegels extra." De bonen zijn
verpakt in zakjes met een cellofaan-
venstertje, witte en bruine. De kaas
in plastic verpakking met een eti
ketje: „Jonge Goudse 240 gram",
„belegen Edammer 315 gram." Met de
prijs erbij. De juffrouw slaat het aan
op de kassa, rekent af en geeft er
zegeltjes bij.
De kruidenier is dood, leve de krui
denier Geen tijd meer voor een
praatje en de huisvrouw hoeft ook
niet meer aan te komen met een
boodschappenboekje waarin ze, aan
de hand van de keukenvoorraad, alle
bestellingen heeft geschreven. „Pakt
U maar een mandje, mevrouw." En
de kruidenier rekent er op, dat me
vrouw de kassa zal passeren met
méér dan zjj had opgeschreven.
Want: „O ja, laat ik nog een pak
koekjes nemen" en „Hé, er is een
goedkope aanbieding tomatenpuree."
Mevrouw heeft nog geen idee wat zé
met die puree moet doen, maar „het
komt altyd van pas en het eet geen
brood."
Kom naar de supermart
Toen de detailhandel zich na de oor
log enigszins van de schok had her
steld en toen aan de rantsoenering een
einde was gekomen z«n met grote
snelheid de nieuwste, uit de tAS. over
gewaaide, distributiemethoden toege
past. De kruidenier is daarbij voorop
gegaan. Op de golf van een steeds
stijgend welvaartspeil en onder ae
druk van een zwellende stroom fa-
brieksproducten, die een afzetmarkt
moeten vinden, moet de kruidenier
verkopen of ondergaan. Nog steeds
verdwenen er ieder jaar winkels zon
der een spoor achter te laten. Zij heb
ben de strijd niet vol kunnen houden
of er was geen opvolger, die er
„brood in zag". Op 1 januari 1961 wa
ren er nog 23,594 vestigingen in de
branche. Een jaar later waren het er
nog maar 23.491. Een achteruitgang
dus met 103 vestigingen. Maar op
het moment verdwijnen er méér bak
kers per jaar dan het jaar dagen telt.
Hoe dat moet gaan als de conjunc
tuur zou teruglopen, durft niemand te
voorspellen. Wél hebben de kruide
niers al vaker voor hete vuren ge
staan.
Men kan wel zeggen, dat een krui
denierszaak met een omzet van 50
60.000 gulden er niet meer uitkomt. De
bruto-winst, het verschil tussen in- en
verkoopprijs, is zoiets als 15 A 17 pet.
maar daar moeten de exploitatiekos
ten nog af.
Het boekhoudbureau van een organi
satie heeft uitgerekend dat met een
jaaromzet van 53.873 (een voorbeeld
uit de groep met een omzet van 40.000-
70.000) de netto winst 4.259 be
draagt. Waardeert men het loon van
de ondernemer en overige niet-betaai-
de krachten (vrouw en kinderen) op
5.649. aldus dit bureau, dan teert hij
dus jaarlijks 1.390 op het geïnvesteer
de vermogen in. Hij mag dan ten op
zichte van een werknemer met een
zelfde inkomen het voordeeltje hebben
dat hij zijn suiker, zijn rijst en jam
en andere artikelen in eigen zaak te
gen inkoopsprijs kan krijgen, maar hij
moet óók de gewone prijs betalen aan
zijn melkboer en zijn bakker. Hj] kent
:één werkgeversbijdrage in het zie-
.enfonds, géén werkloosheidsverzeke
ring, géén ziektewet en géén vakantie
toeslag. Hij heeft zijn zelfstandigheid,
maar betaalt daarvoor de prijs van het
risico.
Pas ais een kruidenier in een wat
hogere omzetklasse valt, ziet het er
financiee' wat gunstiger voor hem
uit. Is zijn omzet b.v. 103.385 (dat
is ca. f 350 omzet per dag, iedere
dag weer, maar met zondagen en
verplichte vakantiesluiting niet mee
gerekend) dan komt hij volgens het
zelfde boekhoudbureau aan een netto
winst van 8.440, te verdelen in
6.715 dernemersloon en f 1.725
als resultaat van zijn onderneming.
Als hij dus iedere werkdag van ne
gen uur ieder uur 4 klanten heeft
die ieder voor een tientje kopen
en hoeveel zijn er niet, die alleen
maar een pond zout en twee pakjes
margarine moeten hebben? dan
bereikt zijn netto winst nog niet het
Peil, dat bij werknemers „welstands-
grens" heet.
Nog één voorbeeld: Bij een jaar
omzet van 270.695 (en het zijn er
Piet zo héél veel, die f 900 per dag
halen) is de netto-winst f 10.065.
He kruidenier is wel verplicht de
huisvrouw onder druk te zetten en
hfar met alle gepaste en soms wel
•ons ongepaste methoden te verlei
den tot kopen. Het is een moderne va
riant van het bijbelse: „En dwingt hen
binnen te gaan..." Maar het is niet de'
gast, di zonder bruiloftskleed ver
schijnt,. ..die wordt buitengeworpen
„waar geween is en geknars van tan
den". Het kan de kruidenier niet sche
len wie er bij hem binnenkomt en hoe
hij of zij gekleed gaat. Als er iemand
is, die kans loopt te worden buitenge
worpen, dan is hjj het zélf.
Van de klant wordt alleen maar ver
wacht, dat hij koopt en helpt de omzet
cijfers omhoog te drukken. Déarom de
„speciale aanbiedingen" daérom de ex
tra vakken die in het eerst zo ruime
interieur worden neergezet, zodat moe
ders met kinderwagens er haast niet
door kunnen. Daarom de nieuwe arti
kelen, de borstels en de kousen, de
plastic afwasteiltjes en de schrijfbe
hoeften, de mottenballen en de kleer-
haakjes. Daarom ook verkoopt de
kruidenier verse groenten en voorver
pakt vlees en melk en bier (en de
melkboer kruidenierswaren). Op het
Departement van Economische Zaken
noemt men dat „parallellisatie" en
„assortimentsverbreding."
Het is :iet alleen voldoende, dat de
klant koopt maar hij moet ook terug
komen. De concurrentie in de branche
is groot, vooral sinds het grootbedrijf,
eeruggesteund door een groter be
drijfskapitaal, zich met vernieuwde
kracht 'n Je strijd heeft geworpen. Tij
dens de oorlog was het marktaandeel
persoonlijke band, maar hy
minder veroorloven.
Het grootbedrijf kwam van de oorlog
terug met zijn kapitaal, met zijn ei„en
fabrieken, met zijn specialisten voor
bedrijfsleiding, boekhouding en recla
me. Met zijn deskundigen ook, die tll-
dig op de hoogte zijn van gemeente
lijke uitbreidingsplannen en geplande
winkelcentra en die kunnen zorgen
voor de financiering. De concurrentie
wordt steeds scherper en steeds duiken
weer nieuwe verkoopmethoden op: de
zelfbedieningszaak, de supermart en
de (kleinere) „superette". De „dis
countzaak" waar met grote kortingen
wordt gewerkt, maar waar winkelin
richting en service nauwelijks aan de
allerbescheidenste eisen voldoen. Als
contrast daarmee het gespecialiseerde
kleinbedrijf, waar men altijd „iets an
ders" kan kopen, waar het meer ex
clusieve artikel in vele soorten voorra
dig is, maar waar dan ook met een
ruimere marge wordt gerekend. Dr. A.
C. R. Dreesmann, de onlangs gepro
moveerde directeur van een warenhuis
concern schrijft in zijn proefschrift:de
dynamiek van de detailhandel heeft het
élan van een estafetteloop, waarbij
steeds weer nieuwe jonge detailhan
delsvormen de fakkel van oudere en
meer vermoeide ondernemingsvormen
overnemen.
De kruidenier heeft nog -net een an
dere concurrentie te maken. nl. die
tussen de fabrikanten onderling. Wij
schreven hierboven al, dat de zwel
lende goederenstroom uit de fabrie
ken een afzetmarkt moet vinden. De
detaillist kan daar voordeel van heb
ben. Hem wordt een aantrekkelijke
premie aangeboden als hij wel zo
goed wil zijn een bepaald artikel in
zjjn zaak te pousseren. De fabrikan
ten zorgen wel voor de reclameac
ties: „Drie pakken voor de prijs van
twee". Maar het is niet alles goud
wat er blinkt. In een bepaalde opzet
wordt hij gedwongen de .aanwezige
voorraad met een zeer geringe winst
te verkopen en zijn magazijn vol te
laten stoppen met "lauwe voorraad.
In ieder'geval moet hij 's avonds en
in het weekend merkjes opplakken en
zegelboekjes tellen. Zegels, die zijn uit
gevonden als middel om de klanten
aan de zaak te binden, maar die al heel
gauw door iedere winkelier werden ge
geven. Waardoor het beoogde effect
verloren ging omdat iedere huisvrouw
wei boekjes voor vijf, zes verschillende
soorten zegels heeft, maar waardoor
ook vaak half-volgeplakte boekjes in
een la blijven liggen en onder het stof
van jaren vergrijzen.
Het lijkt met dat alles vaak een won-
derj dat de zelfstandige kruidenier de
strijd volhoudt. Ten dele is dat te dan
ken aan de juist in deze branche wijd
verspreide vormen van samenwerking:
Spar en Sperwer, VIVO, ENKABé, Gros-
co en hoe ze verder heten. Die orga
nisatie kan een deel van zjjn taak over
nemen. Al is niet ieder „zelfstandig
filiaalbedrijf" zo zelfstandig als het Üjkt
en worden ze soms beheerst door een
of enkele grote grossiers. Ten dele is
het ook te danken aan de welvaart,
waaraan ieder deel heeft, al profiteert
de ene bedrijfsvorm méér dan de ande
re. Ten dele ook aan de eigen aard
van het middenstandsbedrijf, waar men
ki
Zelfbediening
Folsgare maakt met nog 28 dorpen
rnd!oiJlteVan, de gemeente Wymbritse-
in af» en l'ggen midden
ctaHeroÜf. maar danken aan hun
held f£v gemeenteluke zelfstandig-
„emèentPh1,?; 1 te,„ verklaren dat het
Ip™ i s.van, Wymbritseradeel ge-
vmf he}\&»,S?eek' vlak in de buürt
on ourip hulp" s uan Sneek zeif, en dus
tphpsturpn onSo grond. De gemeen-
deel tonen zi>h ?ne?k en Wymbritsera-
buren maar hohh algemeen goede
Meenbelan»0„ natuurlijk elk hun
Sruisen m. c elkaar wel eens
ziin'etint°tegensf^rle"" aangewezen^
De heer J de Blauw, die het dualis
me op zich heeft genoden van beurte
lings alsi gemeenteambtenaarAan Wym
britseradeel en als raadsüd Snede
te moeien optreden, legde oris dat ina
der uit. De stad Sneek trav als kern
gemeente industrieën aan te trekken
in biedt de daarbij behorende werkne
mers moderne woningen aan. zip be
schikt in deze kwaliteit lna™ers over
extra contingenten. Het £.®voi£ daarvan
is, dat jonge mensen uit de omtrek
ziel. tot de nieuwe werkgelegenheden
voelen aangetrokken en, bp gebrek aan
redelijke huisvesting in net eigen dorp.
zich metterwoon, ofschoon niet uit vol
le overtuiging, in Sneek vestigen.
Want in hun hart zouden ze die
moderne galerijwoning onmiddellijk
willen prijsgeven voor een goed be
woonbaar huis in hun geboorteplaats
de bromfiets overbrugt de afstan
den wei maar ze hebben geen keus.
In heel Wymbritseradeel mochten vo
rig jaar zegge en schrijve zes wo
ningen worden gebouwd; met kunst
en vliegwerk kon dat getal tot tien
worden uitgebreid, maar wat bete
kent dit nog? Hit laar baadt de ge
meente in weelde, want zp heeft niet
minder dan 22 woningen toegewezen
gekregen. Gezien het feit, dat er
behoefte bestaat aan tachtig stuks,
zal het nog moeilijk genoeg zijn een
goede verdeling tot stand te bren
gen.
Er moest, zo zegt de heer De Blauw,
in Den Haag meer belangstelling be
staan voor de wensen van het platte
land. Door een stad of grote gemeente
te bevoorrechten, kweekt men het pro
ces van de ontvolking in de omtrek.
Hij schat, dat ongeveer duizend per
sonen graag de ruim 41.000 inwoners
van Wymbritseradeel zouden willen
versterken, wanneer zij er maar rede
lijk zouden kunnen wonen,
Folsgare betekende op het algemene
beeld van Wymbritseradeel tot voor
kori geen uitzondering. Geen gezin, of
men heeft wel een zoon, broer of zwa
ger in het verre buitenland: emigran
ten die het dierbare heitelan verruil
den tegen een ongewis lot in den
vreemde. Voor een Fries, die als geen
ander gehecht is aan zijn geboorte
grond, waar pake en oërpal.e hebben
geleefd, is zo'n besluit niet dan in uiter
ste nood genomen. Wymbritseradeel
heeft van Friesland naar verhouding
het hoogste kwantum emigranten gele
verd, en ook Folsgare droeg zijn deeJ
bij. De leefbaarheid van do streek
ging er door die exodus sterk op ach
teruit. Daarom bleef het niet bij het
vertrek van alleen overtollige krach
ten in de agrarische sector, maar ook
andere jonge gezinnen verhuisden naar
de stad, omdat daar moderne woningen
beschikbaar waxen. Ze deden het niet
een zozeer vanwege het meerdere ver
tier dat een grotere gemeenschap nu
eenmaal te bieden heeft. Ongeveer één
derde gedeelte van de woningvoorraad
in Wymbritseradeel bestaat uit één- en
tweekamerwoningen, en er is maar heel
w :nig nieuwbouw gepleegd na de oor
log De aanwezige tegenkrachten, zo
als de familieband en werk ter plaat
se, zijn te gering om de stroom te ke
ren.
Voor Folsgare brak eind vorig jaar
het gevreesde ogenblik aan, dat door
de voortgaande ontvolking het plaatse
lijk schooltje wegens gebrek aan het
vereiste aantal leerlingen dreigde te
worden gesloten. Toen ontwaakte er
eensklaps zoiets als burgerzin. Had men
tot dan toe de uittocht van dorpsge
noten met een zekere berusting gadege
slagen, de dreigende opheffing van de
school riep Folsgare op uit zijn apathie,
vooral door toedoen van de jonge, on
derlegde en ondernemende boer Abel
Jongsma, die jarenlang met lede
ogen, maar enigszins afzijdig het ver
schralingsproces van Folsgare had ge
volgd, maar zich, toen hij eenmaal tot
voorzitter van de vereniging „Dorpsbe
langen" was gekozen, daadwerkelijk
voor het behoud van zijn geboorteplaats
inzette. Er moesten, kort en goed, in
Folsgare weer eens woningen gebouwd
worden, meende hij, dan zouden de
mensen vanzelf wel komen. Met mede
werking van de heer De Blauw zette
hij een pian op. Ze stelden zich in ver
binding met het Bouwfonds Nederland
se Gemeenten, dat er alles voor voelde
in Folsgare activiteit te ontwikkelen.
Het plaatselijk bestuur van de Ned. Her
vormde Kerk maakte ook een mooi
gebaar en verkocht een lap weiland
voor een zeer laag bedrag, zodanig, dat
de kandidaten voor een bouwfondswo
ning in Folsgare de grond bouwrijp kun
nen kopen voor een prijs tussen 50 cent
en één gulden per meter. Een aantal
bewoners verklaarde zich bereid belan
geloos het nodige grondwerk te ver
richten. Nu ja, belangeloos... Men heeft
er juist alle belang bij, dat zich ein
delijk weer eens nieuw leven vestigt in
Folsgare. Het kostte overigens weinig
moeite een viertal gegadigden te vin
den. De moeilijkheid school veeleer in
de selectie, want, zo vertelde ons de
heer Jongsma, de toeloop was bijzon
der groot. Vele vroegere inwoners van
Folsgare thans verspreid over een
groot deel van de wereld, bleek bet
heimwee naar hun geboortegrond te
sterk en zij schreven in op het aanbod.
Ze waren bereid hun nieuwe leven ginds
af te breken voor een spoedige terug
keer naar het vaderland. Ongeveer
tweehonderd reflectanten meldden zich
aan bij de heer Jongsma, zodat de ac
tie althans in dit opzicht een succes
genoemd kan worden. Minder is hij te
spreken over de prijs van de gekozen
woning, het type „Sering" van het
Bouwfonds, waarvan de bouwkosten wel
ongeveer f 25.000 zullen gaan bedragen.
Dat is enkele duizenden guldens meer
dan men eerst had gedacht. Aangezien
de nieuwe bewoners van Folsgare hun
huis in eigendom zullen bezitten, be
tekent deze prijsverhoging een fikse
tegenvaller. Maar nu eenmaal de groot
ste moeilijkheden overwonnen zijn, zal
men onder de laatste lootjes evenmin
bezwijken. Folsgare gaat weer bouwen.
HANS STEVENS
Het volgend jaar zal de gehele we
reld herdenken dat in 1564 Michel
angelo stierf en Galilei geboren
werd. Op verzoek van de Ita
liaanse regering zullen hier te lande cul-
turele en wetenschappelijke instanties
aandacht aan deze gedenkwaardige da
ta wijden. Genoemde herdenkingen wor
den gecoördineerd door het Italiaans
Cultureel Insti'uut te 's-Gravenhage en
door het ministerie van Onderwijs, Kun
sten en wetenschappen.
De?e herdenkingen vormden één van
de agendapunten van de vergadering,
welke de gemengde commissie ter uit
voering van het Nederlands-Italiaanse
culturele verdrag kort geleden in Rome
heeft gehouden. Op deze bijeenkomst
heeft men verder aandacht besteed aan
de ontwikkeling van de culturele insti
tuten in beide landen, resp.: het Ita
liaans Cultureel Instituut in Den Haag
en het Nederlands Historisch Instituut
in Rome.
Wat de samenwerking ter verbreiding
van de Italiaanse taai en cultuur in
Nederland en van de Nederlandse taal
en cultuur in Italië betreft, kan wor
den meegedeeld, dat mejuffrouw G. van
Woudenberg thans benoemd is tot ge
woon iectrice in de Nederlandse taal en
cultuurgeschiedenis aan de universiteit
van Rome, waardoor zij in het Italiaans
onderwijs is geïntegreerd. Bovendien is
de Belg dx. Van Ertsvelde benoemd
tot buitengewoon hoogleraar in de Ne
derlandse taal en letterkunde aan de
universiteit van Padua. De laatste be
noeming is mede een gevolg van de Ne
derlands-Belgische samenwerking tot
verbreiding van de Nederlandse taal en
cultuur in het buitenland. De groeiende
belangstelling voor onze taal en cul
tuur in Italië gaat daar uit van de uni
versitaire kringen.
De Italianen hebben verder veertig
studietoelagen aan Nederlanders toege
kend voor onderzoekingen op het ge
bied der geestes- en exacte wetenschap
pen en Z.W.O. gaf dertien studietoela
gen aan Italianen voor onderzoekingen
op het terrein der Bètavakken. Op de
begroting van net ministerie van O., K.
en W. komt thans een aantal beurzen
voor om Nederlanders in de gelegen
heid te stellen in Rome archeologie en
kunstgeschiedenis te gaan studeren,
waarbij de bursalen dan huisvesting
krijgen in het Nederlands Historisch
Instituut.
Wat de tentoonstellingen aangaat,
zullen er uitwisselingen plaats hebben
van moderne Italiaanse en Nederland
se schilderkunst. De museumdirecteu
ren Hammacher, Van Ebbinge Wubbe
en De Wilde hebben een keuze gemaakt
uit het werk van jonge Italiaanse schil
ders, Jat in Rotterdam, Eindhoven en
Groningen geëxposeerd zal worden.
Het betreft hier werk van thans wijlen
Sironi met daar om heen schilderijen
van nog levende kunstenaars. Omge
keerd zal werk van de nu overleden
Van der Leek en van een aantal jonge
Nederlandse kunstenaars in 1964 in Ro
me, Bari en Milaan worden tentoonge
steld. De keuze uit de laatstbedoelde
werken zal gedaan worden door eni
ge Italianen, die daartoe de volgend-"
maand naar Nederland komen.
in moeilijke tijden niet zo gauw het hoofd
Iaat hangen .en bereid is de buikriem
wat aan te halen.
Ondanks al die gunstige factoren is
het echter de kwaliteit van de onder
nemer, juist als ondernemer, die de
doorslag geeft. Een kruidenierbehoeft
niet meer in één oogopslag zout van
aardappelmeel en tarwegries van boek-
weitemeel (als dat nog bestaat) te kun
nen onderscheiden. Hij krijgt alles keu
rig verpakt van de fabriek en de ge
bruiksaanwijzing staat erop gedrukt. Hij
moet in de eerste plaats zakenman zijn:
zfjn inkoop kunnen bepalen, weten wat
een te grote voorraad van een bepaald
artikel kost, zijn boekhouding behoorlijk
kunnen houden of weten, dat een goe
de boekhouder „zichzelf betaalt" en
'n goede advertentie voor het weekblaad
je op kunnen stellen. In al die dingen
moet hij zijn eigen specialist zijn, die
in zijn beperkte sfeer kan wedijveren met
de specialisten van het grootbedrijf.
Dat is vx)r een deel „feeling", voor
een veel groter deel echter een kwestie
van opleiding en voorlichting. Daaraan
ontbreekt nog veel. De cijfers over het
percentage zelfstandige ondernemers,
dat een voortgezette opleiding be
halve middenstandsonderwijs en vakdi
ploma's heeft gehad, zijn schrikba-
rend Jaag' ^'et; voor niets pleiten de
verschillende middenstandsorganisaties
voor betere opleiding en hebben zij zelfs
eigen cursussen ingesteld.
In de komende jaren zullen ook de
zwakke broeders, die het tot nu toe heb
ben uitgehouden, afvallen. Een gelukkige
enkeling is misschien vaak door toe-
uj omstandigheden in staat, zijn
bedruf tot een „selecte" speciaalzaak
te maken.
DRS. F. LöRTZER