Opleiding tot
zee-officier
is nu sterk
gewijzigd
KOLONEL VAN DAPPEREN:
van de klas naar de „Doorman"
Driemanschap van specialisten neemt
leiding van Marine-Instituut over
H
m
0
Steken onder water zijn
veel gevaarlijker dan
gewone golf aanvallen
steen
'i^^^^nishiis in Haringvliet
Aanleg van de
stortebedden
is begonnen
0
n
m.
D
H
D
it
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1963
PAGINA .1
JÉ
Kolonel Van Dapperen.
Van de lessenaar in het klas
lokaal rechtstreeks naar de
commandobrug van Hr.
s- Karei Doorman. Deze voor
de leek ietwat wonderlijke over
gang maakt de kapitein-ter-zee
van Dapperen, tot voor kort
de commandant van het Konink-
Instituut voor de Marine,
^an september af zal hij het bevel
Voeren over het grootste schip
Van onze vloot, na meer dan drie
jaar geen zee meer onder de voe
ten te hebben gehad. Of het moet
geweest zijn in de' vrije uren, aan
boord van een der slanke „sport-
reilertjes" van de Marinejacht
club. Het marineleven kent deze
ingrijpende veranderingen meer.
Sterker nog, het is er op inge
steld. Het bijzondere van de kolo
nel v an Dapperen is dan ook niet
zijn toi ugkesr naar de varende
vlooi. Wel het feit dat hij het
laatste eenhoofdige bewind voer
de over de opleiding van onze
vaderlandse zee-officieren.
Krachtige studiewind
Het Koninklijk Instituut voor de Marine.
Hr. Ms. Karei Doorman.
Silfi
fg Wmlm
Hevige activiteit heerst ook in de bouwput voor de schutsluis. Beide bouwputten worden verbonden
door een baileybrug.
Bijna ongemerkt is het werk
aan de spuisluis in het Ha
ringvliet, sleutelpost in het
Delta-systeem, een nieuwe fase
ingegaan. Terwijl de constructie
van de blanke betonnen rugge-
graat, waaraan straks de 34 gren
dels als stalen ledematen zullen
worden bevestigd, in strakke
regelmaat vordert, wordt er aan
weerszijden van dit gigantische
waterbastion driftig gegraven.
Grote, destijds moeizaam aange
voerde, hoeveelheden zand ver
anderen weer van plaats, en er
ontstaan tientallen meters brede
kuilen. Is dit al het begin van het
einde? Zal heel het kunsteiland
binnenkort weer aan de golven
worden prijsgegeven? Zover is
het nog lang niet, pas over vüf
jaar zal heel dc- bouwput worden
weggemalen. En van dat ogenblik
af moet de hele betonconstructie
opgewassen zijn tegen de zich aan
beide kanten uitstrekkende wa
termassa's. De afgravingen nu
zijn het begin van de operatie om
de defensieve kracht van de spui
sluis te vergroten.
Kritisch
Onderdruk
Wervel na wervel komt gereed in de ruggegraat van het Haringvliet.
Dit najaar arriveren de eerste schuiven al. Rechts de afgravingen
ten behoeve van de stortebedden.
Raadsels
Invloed
Gedurende de driejarige ambtstermijn
van de kolonel heeft zich een ingrijpen
de onderwüsherzieniug aan het Konink
lijk Instituut voor de Marine voorge
daan. En daarmee paste men zich aan
t>U de toenemende eis van specialisa-
He en ontwikkeling, zoals die zich van
daag de dag ook op de vloot meer en
•neer doet gelden. Na de kolonel Van
Dapperen is de leiding van het K.I.M.
In een soort driemanschap uiteengeval-
*n> dat scherp op de ingrijpende onder-
'Jsheruieuwing is afgestemd. De com-
jj^ndeur J. H. Baron Mackay is be-
0„. tot vlagofficier, belast met de
taa^ W*Vorn,inK °P het K.I.M. Deze
"u is te veelzijdig geworden. Van-
j" dat de commandeur Mackay twee
kol Seilrs baast zich heeft gekregen. De
k °nol der mariniers A. F. van Velsen
enoemd tot de nieuwe commandant
bn het instituut. Deze functie is dus
®f nieuw. Maar wèl het feit dat die
Hu
e®n sterk adviserend karakter heeft
reken wat betreft de militaire
1 om ene vorming van de adelborsten
®b beroepsofficieren. De andere advi-
®Ur Is de kapitein ter zee van de tech-
bUche dienst prof. ir. W. Vinke. HU is
e eerste hoogleraar, die uit de kring
Van actief dienende beroepsofficieren
zeemacht voortkomt. Op 1 juli jl.
H*erd hij benoemd tot buitengewoon
hoogleraar aan de Technische Hoge
school te Delft in de afdeling werktuig
bouwkunde. HU zal deze functie met
die aan het instituut combineren.
Een duidelijke verandering in de top
van het K.I.M.die zich voortzet
in het studieleven van de adel
borsten. De studie zal ontegenzeg-
Ujk zwaarder worden, terwijl daar
naast ook het leven op het K.I.M. de
nodige veranderingen ondergaat. De
sportieve ontwikkeling zal een grotere
plaats in het korpsleven gaan innemen
en de oudste-jaars zullen een grotere
mate van vrijheid krijgen dan voorheen
het geval was. Voor hen zijn en wor
den op het ogenblik twee- en éénper
soonshutten in orde gemaakt op het
wachtschip Neptunus, dat precies tegen
over het K.I.M. is afgemeerd. In
plaats van op de gemeenschappelijke
zalen zullen zij hier zelf hun studie
uren kunnen indelen en zich meer kun
nen inleven op de situatie aan boord
van een schip, ook al heeft dat dan
heel vroeger zijn sporen verdiend en
vult heit zijn ongetwijfeld lange levens
avond als wachtschip. Anders dan vroe
ger is ook het feit dat de officiersop
leiding sterk is uitgebreid. De situa
tie dat de adelborst na drie jaar tot
officier kan worden beëdigd bluft be
staan. En ook het feit dat hij in aan
sluiting daarop een jaar vaarpraktu'k
gaat opdoen. Maar daarna kamt hu te
rug naar het K.I.M. om zjjn opleiding
te voltooien. Er waalt een krachtige
studiewind door de marinegelederen.
De koers daarvan is thans duidelijk
uitgestippeld.
Dat hieraan een fikse dosis Prak
tisch denkwerk vooraf ging, is duflde-
lijk. Daarvan heeft de kolonel van
Dapperen beslist zijn deel gehad, nu
is een man die allerlei facetten van
het marineleven heeft leren kennen.
Aanvankelijk was hjj bij de onderzee
dienst, waar hij de nodige werkelijke
acties heeft beleefd. In het stinkende
en lekkende „stalen lijf" van de
Zwaardvis heeft hjj felle patrouilles
meegemaakt in de Indische wateren.
Eerst als eerste officier en later als de
commandant van dat beroemde schip.
Hij leerde er als echte onderzeeboot
man de waarde van het teamwork
kennen. Samen een aanval trekken,
samen de triomf vieren van een ge
slaagde lancering en samen sidderen
en beven bij de vermaledijde diepte
bomaanvallen, het sinistere gekraak
van de drukwanden, het formidabele
getril van de instrumenten, de ge
jaagde ademhaling en het angstzweet
bij het wachten op een nieuwe ont
ploffing.
„Mijn grote belangstelling voor het
marinepersoneel moet uit die dagen
dateren," zei hij onlangs met een ver
legen glimlach. „De mannen met wie
ik samen mUn hachje riskeerde, ben
ik nooit vergeten." In de loop van
zijn verdere carrière heeft de kolo
nel Van Dapperen het onderzeeboot
wapen moeten loslaten. Marine-at
taché in Singapore tijdens de moei
lijkheden met Indonesië werd hij.
Daarna bet ogenschijnlijk dorre leven
op het Ministerie van Oorlog in Den
Haag, waar hij de marinemobilisatie
voorbereidde, een buitengewoon om
vangrijk schema, dat nog steeds ac
tueel is. Vervolgens commandant van
het fregat Hr. Ms. Van Ewijck, ge
volgd door de snelle, moderne jager
Hr. Ms. Drente. Terug op het Minis
terie. Personeelszaken. Zijn grote
voorkeur. In zijn drie jaar als de
commandant van het K.I.M., de laat
ste man die er alles regelde, heeft
hij zich hierin verder kunnen uitleven.
Nu dus weer terug naar de actieve
vloot. Terug ook naar de zeven zeeën,
waarvoor de kolonel het grootste res
pect hseft. Hu heeft ons dat bekend
aan boord van het marinejachtje Kijk
duin in de haven van Harwich, vlak
voor de jaarlijkse race naar Hoek van
Holland. Met dat kleine ding tegen de
elementen in, was iets waarvoor hij zelf
het grootste respect had, maar dat voor
hem tevens de Mem van het grote
avontuur inhield. Wjj hebben er uitge
breid over gesproken aan boord van
Hr Ms jager Drente, tudens een „hel
levaart" dwars door de enorme schuim-
rollers van de Atlantische Oceaan. Het
was gedurende een NAVO-vlootmanoeu-
vre waarbij de commandant dag en
'nacht in de weer moest z.jm We ont
moetten hem op de brug. hangend in
een vreemde stellage, die wp als het
niet zo'n serieuze zaak betrot, gerust
een kinderstoel hadden durven noemen.
7p efonrl pr zo hoog en reent en de
omgekëerdf gevechtshelm onder het
zitvlak, deed ons onn?^di^ y-P
aan het befaamde P°H®- bij
het liefst, rustig aehteroyer. me at en
toe de ogen dicht. ,Mat„nt meer
ook ietwat onwennig, want meer dan
ooit werd hij in d]e hef moderne
teerd met het feit dat ook het moderne
bovenwaterschip van de marine thans
wordt bestuurd vanuit een donkere, ge
sloten ruimte, het ,,van-de-brug-af-ge-
zien" heeft eigenlijk afgedaan. In deze
commandocentrale, met heel de warwin
kel van draden en leidingen, van nau
tische instrumenten als radio, radar en
sonar, plottafels en meetlatten, de vage
verlichting en geheimzinnige geluiden;
diepe behaaglijke zuchten, af en toe on
derbroken door het scherpe geping van
de sonar, wordt zo'n jager ook bij de
maximum snelheid van 36 mijl per uur
bestuurd. Worden de vier zware ka
nonnen van 12 cm gericht, de onderzee-
bootbestrijdingsraketten afgevuurd en de
bemanning van 283 koppen beschermd
tegen de gevaren die haar bedreigen.
Een hele organisatie. En dit vindt de
kolonel Van Dapperen terug aan boord
van de Karei Doorman. In sterk ver
grote vorm uiteraard, want het schip
is ook zoveel omvangrijker en thans
heeft hü meer dan vUftienhonderd man
onder zjjn hoede.
f na de jaren aan de wal deze over
gang hem niet te zwaar zal val
len? Een beslist „nee", is het
antwoord op deze vraag, die iede
re leek op de lippen ligt. „De organisa
tie, zowel op de wal als aan boord, i»
uniform. Het apparaat om het schip te
besturen is kant en klaar en tot in de
puntjes georganiseerd. Je moet het appa
raat leiden. En dan zie ik deze over
gang van de wal naar een groot varend
schip als een verademing. Een samen
spel van zoveel verschillende groeperin
gen als op de „Doorman"' vind je ner
gens anders bij de Marine. De enorme
spanning die daarvan uit gaat is ge
weldig interessant en vormt tegelijker
tijd de ziel van heel dit markante schip.
Natuurlijk, het is groot als ik er strak*
in september op kom. Erg groot zelfs.
Maar ik geloof in de woorden van de
kolonel Maas. die ik ga aflossen: „De
Karei Doorman is een schip dat voor
zün commandant met de dag kleiner
wordt."
H. Th.
V
1'
Mijlpalen in de marinecarrière van
e kapitein ter zee J. van Dapperen,
Om tiend met het grote avontuur van
e Onderzeeboot Hr. Ms. Zwaardvis en
I,"L.S'°t£e de hevelvoering op het Konink-
y Instituut der Marine, het laatste
°ofdige bewind over dit
"Wfituut
een
otter dit opleidings
der adelborsten. Vier wapen-
•ahildjes houden deze herinneringen
kolonel Van Dapperen levendig,
traks zal daar het wapen van de
Doormanbijkomen.
-
ok zonder dat men precies weet,
dat bij iedere getijbeweging on
geveer 260 miljoen kubieke me
ter water het Haringvliet In- dan
wel uitstroomt, is het wel voor
stelbaar, dat het kunststuk in de
ze brede stroom aan grote drukken
moet kunnen weerstaan. Het is nog
niet eens zozeer het geweld van het
water, de rechtstreekse golfaanvallen
die het meest geducht worden, maar
het zijn de „steken onder water"
waartegen maatregelen nodig zijn.
Met andere woorden, de Deltadienst
wil voorkomen, nat aan rivier- en zee
zijde grondverschuivingen optreden
die de stabiliteit van de ruim één kilo
meter lange sluis m gevaar zouden
brengen. Waterstaatsmensen spreken
in dit verband graag van „wervel*
en neren' waarmee bepaalde water
bewegingen worden aangeduid. Het
staat wel vast, dat deze verschijnse
len zich ook zullen voordoen bij het
werk In het Haringvliet, en het is dus
zaak de gevolgen zoveel mogelijk te
beperken. Zeer uitgebreide proefne-
mingen zijn gedaan in het "Pe^wd"-
laboratorium De Voorst m d® nkundi-
oostpolder en in het W5ter^rkdi ike
ge lab te Delft, waarbij de ^ülnr>tst
situatie zeer getrouw werd na^
Het beste middel tegen ongewenste bo
dembewegingen in de puurt v
sluis bleek een uitgebreid t h.
de zeebodem aan twee
dekken met een dikke Mag stoen.
„Stortebedden" worden <*e^jke
voorzieningen ln waterstaats,jatgon
genoemd.
Wanneer kunnen nu dergelijke ont
grondingen optreden? In.,u!den waar
bij zeer hoge stroomsnelheden, v aar-
in het Haringvliet, ook na ae af
grendeling, nog sprake kan ^eij
kritieke periode is voorts Jgggn het
einde van de operatie 4?rieelhoek™P
wanneer het Rak van Scheemoek zal
worden gesloten en de sluis
de hele getijbeweging te verstouwen
krijgt. Aan beide kanten zullen dan
aanvallen op de bodemgorden onder
nomen. Ook tijdens ïjsg1ajjf "jet ge
vaar van ontgrondingen aanwezig De
spuisluizen zullen dan immers geheel
open moeten staan >'001, verwer
king der ijsvlaktes, ideale omstandig
heden voor het ontstaan van „wervels
en neren" aan de zeezijde, temeer
daar het zeer fijne zand waaruit de
bodem nabij do sluis is samengesteld,
gemakkelijk in beweging komt. Bo-
demversterking was dus noodzakelijk,
alleen waren er nog een paar vragen:
hoe breed moesten de „stortebedden"
worden en hoe zwaar de stenen?
e talloze proeven hadden om te
beginnen aangetoond, dat een
zuiver horizontale versterkings-
laag met een ruw uiteinde het
beste zou voldoen. Dit laatste hangt
weer samen met het turbulentiepa
troon van de golven, ook al een ver
schijnsel dat ln de berekeningen moest
worden opgenomen. De deskundigen
stelden vast, dat een stortebed van
150 meter aan de rivierzijde en een
soortgelijke voomening van 180 meter
aan de zeekant, bij een diepte van
13,5 meter beneden N.A.P. de beste
waarborgen boden tegen de gevrees
de attaques onder water. De kracht
van wervelstraten kan zo hevig zijn,
dat zelfs de zwaarste stenen daarte
gen geen weerstand vermogen te bic
den. Door de onderdrukken worden zij
eenvoudig van hun plaats gezogen.
Met name kunnen zich dergelijke ha
chelijke situaties voordoen wanneer
één der sludsopeningen door bijvoor
beeld ijsgang geblokkeerd is. De Del
tadienst bereidt zich in dit soort zaken
steeds op de meest ongunstige toe
stand voor, en daarom worden die
stortebedden bepaald niet kinderach
tig van opzet. Eerst komt er een
kwartmeter grindzand, daarop ver
moedelijk een afdekking van kunst-
weefsel, vervolgens iets grover grind
ter dikte van 35 centimeter, en daar
op een laag van tachtig centimeter
zware en iets lichtere stortsteen. Het
gewicht van de zware, uit België te
I betrekken, stortsiteen ligt per blok tus-
nauwkeurig in het oog gehouden. In
het inmiddels in ruwbouw voltooide be
dieningsgebouw, waarin ook het KN
MI een waarnemingspost wil vestigen,
zal een computer worden opgesteld
om het ingewikkelde proces der bere
keningen te versnellen.
sen de 300 en 1000 kilogram. Dat moet
voldoende zUn om zelfs de meest woes
te golfbeweging van haar kracht te
beroven.
et verschijnsel van de zeegolf
stelt de natuuronderzoeker ove
rigens nog altijd voor raadsels.
Het gedrag van de zee is een
van de meest onberekenbare, en toch
een van de belangrijkste elementen in
onze strijd tegen net water, een strijd
die desondanks in een beslissend sta
dium is gekomen. De onzekerheid op
het gebied van de hydrodynamica
brengt de Deltabouwer er toe zijn
werkstukken af te stemmen op een
samenloop van de meest ongunstige
omstandigheden, althans d'ie omstan
digheden welke hij bij de modelproe-
ven kan bereiken. Maar er is nog
kortsluiting. Men kan de verkregen ge
gevens nog onvoldoende toetsen aan
de werkelijkheid. De sluis in het Ha
ringvliet biedt de wetenschap echter
de kans dit gemis geheel of gedeelte
lijk te compenseren, een kans die de
studiedienst van de Deltadienst met
beide handen wil aangrijpen. Er be
staan al vele plannen tot meting en
registratie van de golfslag, de stroom
snelheid, de sterkte van de golfstoten
de turbulentie etc. Men kan dan met
een een duidelijker beeld krijgen van
de krachten die op de constructie in
werken, en de gegevens omtrent deze
belastingen zijn weer van groot belang
voor de verdere waterbouwkundige
projecten, in het Deltagebied en daar
buiten. Ook zal men daarna met meer
zekerheid kunnen vertrouwen op de
uitkomsten van het modelonderzoek.
Tegelijk worden de gedragingen van
de betonconstructie en de spui schui
ven onder het geweld van het water
e twee kunstmatige eilanden tus
sen Voorne en Goeree, een voor
de spuisluis en een voor de al
ras vorderende schutsluis, bei
de verbonden door een bailey
brug, hebben niet nagelaten invloed op
de waterbeweging uit te oefenen. Hier
en daar ligt de bodem al op 25 meter
diepte in plaats van de 12 meter bij
het begin van het werk. De kunstwer
ken zullen, zo is berekend, een ge
middelde golfdruk van 220 ton per
strekkende meter moeten weerstaan.
Aan de betonnen drempels en storte
bedden is het te danken dat deze
waarden niet verder zullen oplopen,
al zou de constructie zelfs nog niet
wijken onder een belasting van 600
ton.
Hoe omvangrijk het aanleggen van
de steenbedden is, moge blijken uit
de tijdsduur die de mannen van de
Deltadienst denken nodig te hebben
voor het gedeelte „in den droge", na
melijk drie
reiw; pui ucu vuv^v
aar. In 1966 en volgende
aren verdwijnt volgens het schema de
ele bouwput en aient de voltooiing
van de verdedigingslinie in het water
te geschieden. En twee jaar later, in
1968 dus, laat men de betonnen kolos
in het Haringvliet met een gerust hart
aan zichzelf over. Noch het bruisend
watergeweld aan de oppervlakte, noch
de onzichtbare neren en wervels mag
het gelukken een zwakke stee in deze
robuste vestingmuur te ontdenkken
HANS STEVENS