Schilderijen en beelden uit een periode van 150 jaar onafhankelijkheid KUNST; SINDS 1813 Expositie in Amsterdams Stedelijk DE LACHENDE LENS katholieke onderwijzers De Amateur fotograaf CONGRESSEREN IN LONDEN Friese knokploeg bezet vredig het zeiljacht Friso Tovenaar bant voetbalvloek uit Expositie van Rode Kruis-postzegels John Powell overleden Cousteau: Militaire hases op zeebodem Met poedertjes Seminarie van Mainz Verplichte stage voor theologiestudenten op openbare scholen ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1963 PAGINA 13 Ter gelegenheid van de onaf hankelijkheids-feesten 1813- 1963 welke uiteraard met gepaste ingetogenheid gevierd gillen worden, is er in het Am sterdams Stedelijk Museum een entoonstelling ingericht over 150 Jaar Nederlandse kunst. Het is en zeer omvangrijke tentoonstd- nS geworden, waaraan een groot antal kunsthistorici heeft mee gewerkt. Bij alle beweringen tht het moeilijk te zeggen dat met de na-Napoleontische tijd n nieuw tijdperk begint, daar- °r had de Empire-stijl uit het erste keizerrijk te sterk zijn empei op de kunst gedrukt. Ty- tend is oorspronkelijk wel de j uggave van kunstschatten aan vele Westeuropese landen, e door de troepen van Napoleon i ^"en leeggeroofd. Daar wordt de catalogus niet over gespro- en- Karrevrachten vertrokken J" uh het Louvre en de grote eesters werden onder gejuich in e steden binnengehaald. In Ant- erPen spanden leerlingen van de Cademie de paarden uit en trok- an de wagens de stad binnen. De muziek speelde „Ou peut-on être mieux". Toen de ontreddering an het Louvre een feit was hield e directeur een treffende lijk- rede, waarin hij zei: „Ongehoorde omstandigheden hadden een on metelijk monument opgericht, niet minder buitengewone om standigheden hebben het zojuist omver geworpen. Het was nodig Europa te overwinnen om deze roreeen samen te stellen; het is Se°?? geweest dat geheel Europa <wn aaneensloot om het te ver- een dergelijke confrontatie van de pogingen van de menselijke geest uit alle eeuwen, die chapelle- ardente, waar het talent voort durend beoordeeld werd door het talent, dat licht tenslotte, dat voortdurend oplaaide uit de wrij ving van de goede eigenschappen ls thans uitgedoofd en voor goed!" Catcher van Esser Zelfportret van Jan Sluyters Corporatie van Couzijn Vruchten der aarde van Corneille Boekwinkel van Jelgershuis mmwfms? '"""tiiiiiiiiiniDiiiiminniniiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM "■iiiiiiiiniiiiii, iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiinitiiiiiiiiiiiiiii doorgHp' ti;id heelt de wonden door de oorlog geslagen, de ver- Strooide volkeren herstellen zich- maar een dergelijke verzameling! hoÜjn dergelijke toespraak van de be- \vn,.|/r v.an Goerings geroofde kunst- denuw? bij de teruggave in 1945 is on- jiori uaar geweest; de goede heer De- het T°n trouwens niet' vermoeden dat Lou ivre ook zonder rooftochten Mondriaan, waarmee maar gezegd wil zijn dat alles betrekkelijk is. Het is niet te veel gezegd, dat de gesmade collectie van 1939 een teken aan de wand zou worden voor de opstelling van thans. Dat thans is uiteraard de Cobra-groep met Banner en La taster. De Hage naars zijn vertegenwoordigd met Ber- serlk, Nanninga, Jan van Heel, Weste- rik, Ouborg Bouthoorn, Hussem. Zelfs Friso ten Holt en Groenestein mogen meedoen. Hier treden we in de opvat ting omtrent de hedendaagse kunst, waarvoor als leidraad het manifest vai Constant geldt: „De problemati sche periode is ten einde in de ontwik keling van de moderne kunst en wordt opgevolgd door een experimentele pe riode. Dat wil zeggen dat uit de on dervinding (experience), die wordt op gedaan in deze staat van ongebonden vrijheid, de wetten worden afgeleid, waaraan de nieuwe creativiteit zal ge hoorzamen". (Reflex 1) Bij 150 jaar kunst blijkt 10 jaar al weer geschiede nis te kunnen zijn. Het is goed denk baar dat een kunstenaar een dergelijke warhoofderij met enthousiasme kan bezingen, maar men moet niet verder faan dan de uitspraak als tijdsbeeld te ezien, want ieder experiment houdt de nodige problematiek in zich en ieder kunstwerk is een experiment, iedere aanzet van een schilderij, iedere con structie van een beeld. Alles wat ver groeid is met de dingen, stenaar verworven heeft, uit routine ontstaat, is waardeloos. Zelf. de felle uitbarstingen der veel ge roemde moderne schilders worden waardeloos als ze, ondanks alle bra voure, uit routine gaan ontstaan. Men kan een pleidooi houden voor de kansen die jonge kunsthistorici in de musea moeten krijgen. Men moet hen waarschuwen voor de axio ma's die zij zich eigen maken mens is onafhankelijker dan die open blijft staan voor iedere we ontwikkeling, al ljjkt deze nog zo reactionair. Nog sterker komt de DEN HAAG, 17 aug. in het post- museum zullen ter gelegenheid van de uitgifte van de nieuwe Rode-Kruisze- géls en ter herinnering aan het hon derdjarig bestaan van het internatio nale Rode Kruis alle Nederlandse ontwerpen voor Rode-Kruispostzegels van 1927 af tot heden, worden tentoon- g6De expositie duurt van 20 augustus tot en met 30 september. rwART OTTESVILLE, 10/8. De bekende Amerikaanse componist en pianist John Powell is gisteren overleden. H« was 8°Poweil die zijn debuut als pianist in 1007 in Pariis maakte, had een uitge breid oeuvre Vooral bekend is zijn symfonie op volksliederen van Vrnginia, in 1947 in Detroit voor het eerst uit gevoerd. spoedig weer een glorieuze herople ving zou kermen. Toch laaien de ran cunes tegenover Napoleons confisca ties nog steeds op gezette tijden pp en vooral Italiaanse kunsthistorici P'p- gen nogal eens venijnige artikelen te schrijven over het Franse bezit, aat eigenlijk in Italiaanse musea thuis hoort. In 1813 de vrijheid ook voor Neder land. Tolstoi zou zijn „Oorlog en vre de" vele jaren later schryven en na het Wener Congres toont de kunst weinig felle reacties op het doorstane oorlogsgeweld. Buiten de fusillade en de „desastros de la guerra" van de Spanjaard Goya vinden we niet zo heel veel Schreef Sandberg nog onlangs in het „museumjournaal" in verband met zijn ervaringen van direct na de bevrijding over het ongeduld waarmee hij uitzag naar het moment, dat de belevenissen van oorlog en bezetting ■hun neerslag in de samenleving en in de kunst zouden vinden... de eerste de cennia van de negentiende eeuw spre ken nauwelijks over een weergave in de kunst van alle doorstane oorlogs ellende. Nederland schijnt de handen vol te hebben met het herstel van de goederen- en geldstroom uit de kolo niën en met de ruzie over de ingelijfde Zuiderburen die wat ongelukkig in het nieuwe koninkrijk geklemd zaten. Het monument op het plein 1813, dat pas veel later werd opgericht, tekent de onmacht der beeldhouwers. Wèl wordt er een soort nationale figuur ontdekt: Jan Salie. Hildebrand spreekt over hem bij het wonder van de nieuwe beurs (Zocher), maar ofschoon dit per sonage een wonderlijke rol speelt in de negentiende eeuw, blijft hij een idool van vervreemding, waarop het onge noegen gemakkelijk kon worden afge schoven. Hoe vreedzaam het huiselijk leven henen glijdt wordt prachtig gedemon streerd in het portret dat P. C. Won der vervaardigde van de familie Willem Jacob de Bruyn de Neve. In die tijd verdwijnen er via kunst veilingen enkele prachtige collecties uit ons land. Willem II zou zelfs een groot deel van bezittingen van het Koninklijk Huis verkopen, maar ook moet gezegd worden dat door per soonlijk ingrijpen van Willem I. Ver meers beroemde gezicht op Delft en Rembrandts „anatomische les" voor ons land behouden bleven, enkoop lie den stelden zich garant om de ver zameling-Van der Hoop binnen de grenzen te houden. Wanneer Arie Söheffer zijn triomfen in Parijs viert en tijdelijk Delacroix voorbij streeft, weten we dat in Frankrijk ook niet altijd de goede smaak zegeviert. De Romantiek heeft in Nederland dan al een eigen gezicht met als groot ste figuur W. J. J. Nuyen met een dramatisch gezicht op de wal van Duinkerken. Daarna komt er die he le rij van schilders als Bosboom, Kar- sen, Rochussen, J. Weissenbruch, Bilders en Roelofs, Bakker Korff en B. C. Koekoek. De Haagse Kunsthandelaar Pieter A. Scheen doet al jarenlang verwoe de pogingen om deze schooi meer in de belangstelling te brengen en met succes. Hoewel er in die jaren vrij veel export van schilderijen is, voor al naar Engeland en Amerika, zou toch slechts één meester een inter nationale befaamdheid krijgen: J. B. Jongkind. Hij zou door zijn groei naar luminisme een voorloper der Impressionisten worden. Een sterk beeld van de Haagse School geeft de tentoonstelling niet, of schoon met name Thijs Maris goed vertegenwoordigd is. Misschien zou deze groep ook meer geïsoleerd ge bracht moeten zijn. Nu wordt zij te s A et aantal geestige foto's is heeJ zeldzaam. Humor met een came ra is kennelijk erg moeilijk. De meest voorkomende foto met een glimlach is de zgn. candidfoto, waarbij de mens in zijn soms geestige momen ten is betrapt. Candidfotografie is het terrein voor de mens die weet wanneer hjj WEL. en wanneer hij per se NIET zijn camera moet laten werken. Het vergt een extra oog, een blindelings en onopval lend kunnen bedienen van het toestel. Persfotografen werken vaak met tele lenzen, maar ze zijn beslist niet nood zakelijk. Wie op dagen dat er veel men sen op straat zijn, met een camera uitgaat, heeft kans. Of die kans benut wordt, hangt weer af van de man achter het toestel. Bijgaande foto is geen candidshot; het is veeleer iets zien, waar waarschijnlijk iedereen langs gelopen zou zijn. De Amsterdamse fotograaf Lou van Kol- lem merkte op een wandeling langs een veemarkt opeens dit biologisch wonder tje, een koe met een paardekop. Ook met de allersimpelste camera had deze foto gemaakt kunnen worden, desnoods ■"net een kartonnen box. Probeert u deze zomer eens iets aparts te maken. U gaat wellicht een keer naar strand of bos, kijk dan goed om u heen. Wellicht maakt u de plaat van uw leven. MARSEILLE, 16 aug. (UPI) De rianse diepzeeduiker en oceanograaf Jacques-Yves Cousteau, heeft in Mar- Üiri il'j teru8 van een verblijf van een maand op de :eebodem, voorgesteld ,lases zouden kunnen wor den geïnstalleerd op de bodem van de oceaan. en-- een Kroep duikers en n zt)n teruggekeerd van een rUhI 7le Van zeven maanden naar de „in „o ,en de ftidische Oceaan, waar hloif a" van ben een maand lang 5®?? doorgebracht in een onderzees „üüi °P meter diepte. Twee duikers onder do" Zel£s enige tüd op 24 meter onaer de zeespiegel. ^WiJ-Kotea. Een woordvoerder Xf" de militaire junta, die momenteel Hat bestuurt, heeft meegedeeld ?x"President Syngman Rhee naar wu T^"d ^an terugkeren als hij dat Pa L- leider van de junta, generaal ma J*eeft opdracht gegeven Syng- "*an bee bloemen te sturen, „uit entelijkheid voor zijn verdiensten voor de zaak van de Koreaanse onaf hankelijkheid". (Reuter) sterk overstraald door het geweld van Breitner en Isaac Israëls. Van Looy, Witsen, Verster en Suze Robertson sluiten zich hierbij aan. Vincent van Gogh is uiteraard een hoofdstuk apart. Hij is vertegenwoor digd met achttien doeken uit verschil lende Nederlandse musea. Praotisch de gehele tentoonstelling stamt overigens uit Nederlandse musea en particuliere collecties. Slechts een enkel doek is uit het buitenland gekomen, zoals Schef- fers „dood van Gericault", dat het Louvre afstond. Het is overigens een juweel in zijn nogal middelmatig oeu vre. Het voordeel van eigen bezit is, dat men hierdoor toont wat ons land rijk is, maar een nadeel is, dat hier mee wel de v|B|g van de minste 'weer stand is bewandeld en dat men bijna alleen bekende werken tegen komt. De tentoonstelling schijnt op zeer korte termijn tot stand te zijn gekomen; een langere voorbereiding had mogelijk groter verrassingen gegeven, vooral bjj de topfiguren. Ook de wonderlijke periode van het symbolisme, die in figuren als Derkin deren Thorn Prikker, Van Konijnen burg, Roland Holst en Toorop zulke typische vertegenwoordigers gekend heeft, is er niet geheel uitgekomen. Misschien komt het doordat juist deze stijlperiode ter verdere Illustratie drin gend behoefte had aan grafiek en ce- ramische producten. Bij de lfunst uit de laatste decen nia wreekt zich direct het gebrek aan afstand, maar wel heel typerend is, dat de collecties, waarmee het Stedelijk Museum vol hing in de jaren vlak voor de wereldoorlog, op deze expositie bijna niet vertegenwoor digd zijn. Uiteraard zijn figuren als Jan Sluyters, John Raedecker, Char ley Toorop en de Neo-realisten ver tegenwoordigd, maar verder is er toch een ernstige miskenning van de kunst uit de dertiger jaren. Een dergelijke omissie kan men wel als particulier kunstcriticus maken, men kan zelfs als museum-directeur be weren dat een dergelijk tijdperk voor hem oninteressant is omdat hij de kunstwaarde er niet van wil erken nen. Maar in een historisch over zicht hadden toch De Larense en de Bergense School, de groep der Am sterdamse Joffers en de Limburgers aanwezig behoren te zijn. Nu kan men tegenwerpeh dat dan de ten toonstelling nog veel groter was ge worden, maar ja... is dat zo erg bij een dergelijke manifestatie. Men had er desnoods het hele museum voor moeten ontruimen. Een goed inge richte tentoonstelling kan juist op dit punt ook de zwakheden der Ne derlandse kunst op boeiende wijze vastleggen. Men kan zich voorstel len dat Sandberg bij het begin van zijn beleid de molentjes op de eerste plaats het museum heeft uitgeworpen. Nu komen ze weer terug en wel bjj... Jongkind of bij het vroege werk van vooringenomenheid tot uiting in de beeldhouwkunst op de expositie, die waarlijk als aanhangsel is te beschou wen. De beeldhouwkunst te brengen, ook die van de negentiende eeuw, lijkt mij een grote opgaaf, waarop men zich volledig zou moeten concen treren. Inderdaad is de negentiende eeuw zeer armoedig geweest, maar waarom zou men geen beeld van deze armoedigheid kunnen tonen, juist het typische classicisme en de neo-gothiek hebben een zeer bepaal de expressie gegeven en om een en kele naam te noemen: Pier Pander had in het overzicht met mogen ont breken. Maar bij het samenstellen is men toch al weer van een vreemde vooronderstelling uitgegaan. Een ci taat van dr. L. Gans uit de catalo gus: „Toch zijn er m de sculptuur na 1950 veel gemeenschappelijke ele menten aan te wijzen. In het werk van alle beeldhouwers uit de nieuwe richtingen is afgezien van de mense lijke gestalte. Ook herkenbare objec ten komen niet meer voor. Ik acht dr. L. Gans erg hoog maar hoe een dergelijke regel uit zijn pen heeft kunnen vloeien is nu) een raadsel. Heel het oeuvre van de grootste beeldhouwers, als Upchitz, Henry Moore, Marino Marim is volledig her kenbaar en de menselijke gestalte is voortdurend aanwezig. Al zou men zo ver willen gaan in de negatie van de Nederlandse beeldhouwkunst, dat zn slechts uit epigonen der grote in ternationale figuren bestaat- een stel ling die overigens belachelijk is dan nog zou men zoiets met beweren. Of meent men nu werkelijk dat de Nederlandse beeldhouwkunst alleen door Couzijn, Tajiri, Volten en Visser vertegenwoordigd wordt. Waarom heeft men dan ook beelden van Es ser, Andriessen, Wezelaar en Charlot te van Pallandt geëxposeerd? Louter als voorbeelden zoals het met moet, zoals de verleden tijd het aangeeft? Kom nu, in die verengende gedach tegang is het onmogelijk mee te gaan. Henri van de Velde, de bouwer van het museum Kröller Müller heeft van zichzelf gezegd: Je suis une nature vi brant dans une réaction spontanée. Langzamerhand krijg ik de moed om met eèn zekere trots in parodie hierop te zeggen: Je suis une nature vibrante et réactionnaire spontané. Het erge is, dat het nogal parman tige driemanschap dat in 1813 de terug keer van Willem I moest voorberei den, er ook zo over zou denken, indien zij hun sterfelijk bestaan hadden kun nen verlengen. MAKn/S VAN BEEK LONDEN 16 aug. (KNP) - internationale congres van f' Londen onderwijzers, dat momenteel te wordt gehouden en waaraan 250 verte genwoordigers van katholieke o ,ejdooi organisaties deelnemen, gevoerd voor de doorvoering) aanzien mocratische opvattingen ten van het onderwijs. Dr. Lorenzo Giorelli be^!Le©eiiwijre een eind moet komen «an d ge botsing tussen de opvoeding «ooir de staat en de vrijheid van <ie ouders, bei der rechten, die gehandhaafd en geres pecteerd dienen te worden. „Het is van wezenlük ba'aa? -- zo betoogde de Italiaanse desKunaige, aat een oplossing wordt jonden tussen de gecentraliseerde en doo de staat geordonneerde planning ener Uds en de vrijheid van keuze van onderwijs, dde het natuurlijke recht vaa de. is. Willen wij onze democratie handhaven dan moet die oplössing komen. De sa menwerking tussen ouders en onderwij zers vormt het onderweirp van het hui dige congres. De paus heeft in een brief aan de voorzitter tegr.Beck de deelnemers doen weten, dat hij zeer in genomen is met deze besprekingen. Bo vendien sprak hjj de verwachting uit, dat de besprekingen conform de leer van de kerk zouden verlopen, zoals die in verschillende encyclieken uiteengezet was. Het belangrijkste punt daarin is, dat de ouders en de kerk beiden recht bezitten inzake de opvoeding en het on derwijs der kinderen. De bespreking van dit onderwerp wordt in katholieke onderwijskringen bijzonder urgent ge acht, omdat de tendens in de tegenwoor dige onderwijswetgeving eerder gaat in de richting van centralisatie van het onderwijs op nationaal en internatio naal gebied en daardoor steeds meer aan de greep van de ouders wordt ont trokken. Wat de verantwoordelijkheid van de ouders betreft, legde mgr. Beck er de nadruk op, dat veel ouders tegen woordig hun eigen verantwoordelijkheid maar al te licht opnemen, zodat een bedreiging voor het kind ontstaat. Bij het uitoefenen van de ouderrechten ech ter zullen de onderwijzers de nodige 'P te brengen. „De onderwijzer kan het gezin niet zelftucht dienen op vervangen zo betoogde de bisschop, deskundige van het Engelse episcopaat voor onderwijs kwesties. „Maar ook de samenwerking tussen onderwijzers en geestelijkheid is belangrijk", vervolgde hij, „want in de hedendaagse wereld kan de kerk bh het uitoefenen van haar zending de leken en in het bijzon der de anderwhzers niet missen. Over heel de wereld blijft de katholieke onderwijzer de rechterhand van de bisschop en van de parochieclerus. Tenslotte heeft de hertog van Graven het congres gewezen op de situatie in de Verenigde Staten, die hij voorbeeldig noemde ten aanzien van samenwer king tussen ouders en onderwijzers en geestelijkheid. Ook wees hij op de noodzaak, dat katholieke kinderen naar katholieke scholen worden gezonden. In de amorele wereld van tegenwoor dig blijkt dit meer dan ooit nodig voor de principiële vorming van de jeugd. De minister 'ran onderwijs sir Ed Boyle heeft de deelnemers aan het congres een ontvangst aangeboden. Het lagerhuislid H. Delargay heeft de minister daarvoor bijzonder gedankt, terwijl zoals hjj zeide een jaar geleden de minister van gezondheid geweigerd had het internationaal con gres van katholieke medici te ont moeten. (Van onze correspondent) LEEUWARDEN, 17 aug. Vanuit het Friese waterspor! centrum Grouw vertrok gisteren het zeiljacht Friso van de provinciale staten van f ries land, met aan boord een gezelschap „overvallers Het waren vertegenwoordigers van de friese „knokploeg" die in de oorlog de suc cesvolle overval op de strafgevange nis van Leeuwarden uitvoerden, als mede de producent en een groep ac teurs, betrokken bij de Nederlandse speelfilm „De overval". Het gezelschap maakte deze rond vaart op uitnodiging van het provin ciaal bestuur. Naast het jacht Friso en een aantal andere zeilschepen voer ook nog de nieuwe Lemster- aak mee van de heer P. Oberman, in de oorlog beter bekend onder de naam Piet Kramer. Op de samenkomst van de „over vallers" waren ook nog aanwezig de heer A. Algra uit Sneek, voorzitter van de verêniging „Friesland 1940-1945" en de gedeputeerde mr. D. H. Okma, die destijds een leidende rol heeft vervuld in het Friese verzetsleven. JOHANNESBURG 17 aug. Dankzij een Afrikaanse tovenaar is voor de „blanke" voetbalclub West Rand United althans voor het ogenblik het degrada tiespook verdwenen. West Rand United, uitkomend in de eerste divisie van de Zuidafrikaanse voetbalbond, had vijf maanden lang geen enkele thuiswedstrijd gewonnen en stond onderaan op de ranglijst. Toen begon het gerucht de ronde te doen, dat een Afrikaanse tovenaar de ploeg had vervloekt omdat de gemeente raad van Florida, een plaats bij Johan nesburg, waar zich het terrein van de club bevindt, inheemsen de toegang tot de tribunes had verboden. Door die vloek zou de club geen thuiswedstrijd kunnen winnen zolang het verbod zou gelden. Een Indische supporter van de club, Ronnie Naidoo, kwam vertelien, dat hy een tóvenaar kende die iets had om de vloek uit te schakelen. De ploeg vond het een goede grap en verzocht Naidoo het betreffende poeder mee te brengen De vorige week kwam Naidoo aandragen met elf poedertjes in zilver- navier Vóór de wedstrijd moesten de spelers de pakjes in hun voetbalschoen stoppen en na de wedstrijd moest het poeder op het veld worden uitgestrooid. Er werd precies zo gehandeld en met 8-3 gewonnen.Deze week werd het nog eens geprobeerd. West Rand United won met 2-0 en staat nu op de een na onderste plaats van de ranglijst. MAINZ, 17 aug. (KNP) Met in- fang van september wordt hier voor e theologiestudenten van het semina rie een verplichte stage op de open bare scholen ingevoerd. De studenten zullen in de vakantieperioden tussen het achtste of negende semester wor den toegevoegd aan een leraar op een der openbare scholen. Deze praktijk periode is, met het oog op hun later godsdienstonderwijs, bedoeld om de studenten in aanraking te brengen met de onderwijsmethoden der scholen. De regeling is door het bisdom Mainz ge troffen in overeenstemming met de overheid van Hessen en Rijnland-Palts.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 13