Schilderijen en beelden
uit een periode van 150 jaar
onafhankelijkheid
KUNST;
SINDS
1813
Expositie in
Amsterdams
Stedelijk
DE LACHENDE LENS
katholieke onderwijzers
De Amateur fotograaf
CONGRESSEREN IN LONDEN
Friese knokploeg
bezet vredig het
zeiljacht Friso
Tovenaar bant
voetbalvloek uit
Expositie van Rode
Kruis-postzegels
John Powell overleden
Cousteau:
Militaire hases
op zeebodem
Met poedertjes
Seminarie van Mainz
Verplichte stage voor
theologiestudenten op
openbare scholen
ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1963
PAGINA 13
Ter gelegenheid van de onaf
hankelijkheids-feesten 1813-
1963 welke uiteraard met
gepaste ingetogenheid gevierd
gillen worden, is er in het Am
sterdams Stedelijk Museum een
entoonstelling ingericht over 150
Jaar Nederlandse kunst. Het is
en zeer omvangrijke tentoonstd-
nS geworden, waaraan een groot
antal kunsthistorici heeft mee
gewerkt. Bij alle beweringen
tht het moeilijk te zeggen dat
met de na-Napoleontische tijd
n nieuw tijdperk begint, daar-
°r had de Empire-stijl uit het
erste keizerrijk te sterk zijn
empei op de kunst gedrukt. Ty-
tend is oorspronkelijk wel de
j uggave van kunstschatten aan
vele Westeuropese landen,
e door de troepen van Napoleon
i ^"en leeggeroofd. Daar wordt
de catalogus niet over gespro-
en- Karrevrachten vertrokken
J" uh het Louvre en de grote
eesters werden onder gejuich in
e steden binnengehaald. In Ant-
erPen spanden leerlingen van de
Cademie de paarden uit en trok-
an de wagens de stad binnen. De
muziek speelde „Ou peut-on être
mieux". Toen de ontreddering
an het Louvre een feit was hield
e directeur een treffende lijk-
rede, waarin hij zei: „Ongehoorde
omstandigheden hadden een on
metelijk monument opgericht,
niet minder buitengewone om
standigheden hebben het zojuist
omver geworpen. Het was nodig
Europa te overwinnen om deze
roreeen samen te stellen; het is
Se°?? geweest dat geheel Europa
<wn aaneensloot om het te ver-
een dergelijke confrontatie van de
pogingen van de menselijke geest
uit alle eeuwen, die chapelle-
ardente, waar het talent voort
durend beoordeeld werd door het
talent, dat licht tenslotte, dat
voortdurend oplaaide uit de wrij
ving van de goede eigenschappen
ls thans uitgedoofd en voor
goed!"
Catcher van Esser
Zelfportret van Jan Sluyters
Corporatie van Couzijn
Vruchten der aarde van Corneille
Boekwinkel van Jelgershuis
mmwfms?
'"""tiiiiiiiiiniDiiiiminniniiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM
"■iiiiiiiiniiiiii, iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiinitiiiiiiiiiiiiiii
doorgHp' ti;id heelt de wonden
door de oorlog geslagen, de ver-
Strooide volkeren herstellen zich-
maar een dergelijke verzameling!
hoÜjn dergelijke toespraak van de be-
\vn,.|/r v.an Goerings geroofde kunst-
denuw? bij de teruggave in 1945 is on-
jiori uaar geweest; de goede heer De-
het T°n trouwens niet' vermoeden dat
Lou
ivre ook zonder rooftochten
Mondriaan, waarmee maar gezegd
wil zijn dat alles betrekkelijk is. Het
is niet te veel gezegd, dat de gesmade
collectie van 1939 een teken aan de
wand zou worden voor de opstelling
van thans.
Dat thans is uiteraard de Cobra-groep
met Banner en La taster. De Hage
naars zijn vertegenwoordigd met Ber-
serlk, Nanninga, Jan van Heel, Weste-
rik, Ouborg Bouthoorn, Hussem. Zelfs
Friso ten Holt en Groenestein mogen
meedoen. Hier treden we in de opvat
ting omtrent de hedendaagse kunst,
waarvoor als leidraad het manifest
vai Constant geldt: „De problemati
sche periode is ten einde in de ontwik
keling van de moderne kunst en wordt
opgevolgd door een experimentele pe
riode. Dat wil zeggen dat uit de on
dervinding (experience), die wordt op
gedaan in deze staat van ongebonden
vrijheid, de wetten worden afgeleid,
waaraan de nieuwe creativiteit zal ge
hoorzamen". (Reflex 1) Bij 150 jaar
kunst blijkt 10 jaar al weer geschiede
nis te kunnen zijn. Het is goed denk
baar dat een kunstenaar een dergelijke
warhoofderij met enthousiasme kan
bezingen, maar men moet niet verder
faan dan de uitspraak als tijdsbeeld te
ezien, want ieder experiment houdt de
nodige problematiek in zich en ieder
kunstwerk is een experiment, iedere
aanzet van een schilderij, iedere con
structie van een beeld. Alles wat ver
groeid is met de dingen,
stenaar verworven heeft,
uit routine ontstaat, is waardeloos.
Zelf. de felle uitbarstingen der veel ge
roemde moderne schilders worden
waardeloos als ze, ondanks alle bra
voure, uit routine gaan ontstaan.
Men kan een pleidooi houden voor
de kansen die jonge kunsthistorici
in de musea moeten krijgen. Men
moet hen waarschuwen voor de axio
ma's die zij zich eigen maken
mens is onafhankelijker dan
die open blijft staan voor iedere
we ontwikkeling, al ljjkt deze nog zo
reactionair. Nog sterker komt de
DEN HAAG, 17 aug. in het post-
museum zullen ter gelegenheid van de
uitgifte van de nieuwe Rode-Kruisze-
géls en ter herinnering aan het hon
derdjarig bestaan van het internatio
nale Rode Kruis alle Nederlandse
ontwerpen voor Rode-Kruispostzegels
van 1927 af tot heden, worden tentoon-
g6De expositie duurt van 20 augustus
tot en met 30 september.
rwART OTTESVILLE, 10/8. De bekende
Amerikaanse componist en pianist John
Powell is gisteren overleden. H« was
8°Poweil die zijn debuut als pianist in
1007 in Pariis maakte, had een uitge
breid oeuvre Vooral bekend is zijn
symfonie op volksliederen van Vrnginia,
in 1947 in Detroit voor het eerst uit
gevoerd.
spoedig weer een glorieuze herople
ving zou kermen. Toch laaien de ran
cunes tegenover Napoleons confisca
ties nog steeds op gezette tijden pp
en vooral Italiaanse kunsthistorici P'p-
gen nogal eens venijnige artikelen te
schrijven over het Franse bezit, aat
eigenlijk in Italiaanse musea thuis
hoort.
In 1813 de vrijheid ook voor Neder
land. Tolstoi zou zijn „Oorlog en vre
de" vele jaren later schryven en na
het Wener Congres toont de kunst
weinig felle reacties op het doorstane
oorlogsgeweld. Buiten de fusillade en
de „desastros de la guerra" van de
Spanjaard Goya vinden we niet zo heel
veel Schreef Sandberg nog onlangs in
het „museumjournaal" in verband
met zijn ervaringen van direct na de
bevrijding over het ongeduld waarmee
hij uitzag naar het moment, dat de
belevenissen van oorlog en bezetting
■hun neerslag in de samenleving en in
de kunst zouden vinden... de eerste de
cennia van de negentiende eeuw spre
ken nauwelijks over een weergave in
de kunst van alle doorstane oorlogs
ellende. Nederland schijnt de handen
vol te hebben met het herstel van de
goederen- en geldstroom uit de kolo
niën en met de ruzie over de ingelijfde
Zuiderburen die wat ongelukkig in het
nieuwe koninkrijk geklemd zaten. Het
monument op het plein 1813, dat pas
veel later werd opgericht, tekent de
onmacht der beeldhouwers. Wèl wordt
er een soort nationale figuur ontdekt:
Jan Salie. Hildebrand spreekt over
hem bij het wonder van de nieuwe
beurs (Zocher), maar ofschoon dit per
sonage een wonderlijke rol speelt in de
negentiende eeuw, blijft hij een idool
van vervreemding, waarop het onge
noegen gemakkelijk kon worden afge
schoven.
Hoe vreedzaam het huiselijk leven
henen glijdt wordt prachtig gedemon
streerd in het portret dat P. C. Won
der vervaardigde van de familie
Willem Jacob de Bruyn de Neve.
In die tijd verdwijnen er via kunst
veilingen enkele prachtige collecties
uit ons land. Willem II zou zelfs een
groot deel van bezittingen van het
Koninklijk Huis verkopen, maar ook
moet gezegd worden dat door per
soonlijk ingrijpen van Willem I. Ver
meers beroemde gezicht op Delft en
Rembrandts „anatomische les" voor
ons land behouden bleven, enkoop lie
den stelden zich garant om de ver
zameling-Van der Hoop binnen de
grenzen te houden. Wanneer Arie
Söheffer zijn triomfen in Parijs viert
en tijdelijk Delacroix voorbij streeft,
weten we dat in Frankrijk ook niet
altijd de goede smaak zegeviert. De
Romantiek heeft in Nederland dan
al een eigen gezicht met als groot
ste figuur W. J. J. Nuyen met een
dramatisch gezicht op de wal van
Duinkerken. Daarna komt er die he
le rij van schilders als Bosboom, Kar-
sen, Rochussen, J. Weissenbruch,
Bilders en Roelofs, Bakker Korff en
B. C. Koekoek.
De Haagse Kunsthandelaar Pieter
A. Scheen doet al jarenlang verwoe
de pogingen om deze schooi meer in
de belangstelling te brengen en met
succes. Hoewel er in die jaren vrij
veel export van schilderijen is, voor
al naar Engeland en Amerika, zou
toch slechts één meester een inter
nationale befaamdheid krijgen: J. B.
Jongkind. Hij zou door zijn groei
naar luminisme een voorloper der
Impressionisten worden.
Een sterk beeld van de Haagse
School geeft de tentoonstelling niet, of
schoon met name Thijs Maris goed
vertegenwoordigd is. Misschien zou
deze groep ook meer geïsoleerd ge
bracht moeten zijn. Nu wordt zij te
s A
et aantal geestige foto's is heeJ
zeldzaam. Humor met een came
ra is kennelijk erg moeilijk. De
meest voorkomende foto met een
glimlach is de zgn. candidfoto, waarbij
de mens in zijn soms geestige momen
ten is betrapt.
Candidfotografie is het terrein voor
de mens die weet wanneer hjj WEL. en
wanneer hij per se NIET zijn camera
moet laten werken. Het vergt een
extra oog, een blindelings en onopval
lend kunnen bedienen van het toestel.
Persfotografen werken vaak met tele
lenzen, maar ze zijn beslist niet nood
zakelijk. Wie op dagen dat er veel men
sen op straat zijn, met een camera
uitgaat, heeft kans. Of die kans benut
wordt, hangt weer af van de man
achter het toestel.
Bijgaande foto is geen candidshot; het
is veeleer iets zien, waar waarschijnlijk
iedereen langs gelopen zou zijn. De
Amsterdamse fotograaf Lou van Kol-
lem merkte op een wandeling langs een
veemarkt opeens dit biologisch wonder
tje, een koe met een paardekop. Ook
met de allersimpelste camera had deze
foto gemaakt kunnen worden, desnoods
■"net een kartonnen box.
Probeert u deze zomer eens iets aparts
te maken. U gaat wellicht een keer
naar strand of bos, kijk dan goed om u
heen. Wellicht maakt u de plaat van
uw leven.
MARSEILLE, 16 aug. (UPI) De
rianse diepzeeduiker en oceanograaf
Jacques-Yves Cousteau, heeft in Mar-
Üiri il'j teru8 van een verblijf van een
maand op de :eebodem, voorgesteld
,lases zouden kunnen wor
den geïnstalleerd op de bodem van de
oceaan.
en-- een Kroep duikers en
n zt)n teruggekeerd van een
rUhI 7le Van zeven maanden naar de
„in „o ,en de ftidische Oceaan, waar
hloif a" van ben een maand lang
5®?? doorgebracht in een onderzees
„üüi °P meter diepte. Twee duikers
onder do" Zel£s enige tüd op 24 meter
onaer de zeespiegel.
^WiJ-Kotea. Een woordvoerder
Xf" de militaire junta, die momenteel
Hat bestuurt, heeft meegedeeld
?x"President Syngman Rhee naar
wu T^"d ^an terugkeren als hij dat
Pa L- leider van de junta, generaal
ma J*eeft opdracht gegeven Syng-
"*an bee bloemen te sturen, „uit
entelijkheid voor zijn verdiensten
voor de zaak van de Koreaanse onaf
hankelijkheid". (Reuter)
sterk overstraald door het geweld van
Breitner en Isaac Israëls. Van Looy,
Witsen, Verster en Suze Robertson
sluiten zich hierbij aan.
Vincent van Gogh is uiteraard een
hoofdstuk apart. Hij is vertegenwoor
digd met achttien doeken uit verschil
lende Nederlandse musea. Praotisch de
gehele tentoonstelling stamt overigens
uit Nederlandse musea en particuliere
collecties. Slechts een enkel doek is uit
het buitenland gekomen, zoals Schef-
fers „dood van Gericault", dat het
Louvre afstond. Het is overigens een
juweel in zijn nogal middelmatig oeu
vre. Het voordeel van eigen bezit is,
dat men hierdoor toont wat ons land
rijk is, maar een nadeel is, dat hier
mee wel de v|B|g van de minste 'weer
stand is bewandeld en dat men bijna
alleen bekende werken tegen komt. De
tentoonstelling schijnt op zeer korte
termijn tot stand te zijn gekomen; een
langere voorbereiding had mogelijk
groter verrassingen gegeven, vooral
bjj de topfiguren.
Ook de wonderlijke periode van het
symbolisme, die in figuren als Derkin
deren Thorn Prikker, Van Konijnen
burg, Roland Holst en Toorop zulke
typische vertegenwoordigers gekend
heeft, is er niet geheel uitgekomen.
Misschien komt het doordat juist deze
stijlperiode ter verdere Illustratie drin
gend behoefte had aan grafiek en ce-
ramische producten.
Bij de lfunst uit de laatste decen
nia wreekt zich direct het gebrek
aan afstand, maar wel heel typerend
is, dat de collecties, waarmee het
Stedelijk Museum vol hing in de jaren
vlak voor de wereldoorlog, op deze
expositie bijna niet vertegenwoor
digd zijn. Uiteraard zijn figuren als
Jan Sluyters, John Raedecker, Char
ley Toorop en de Neo-realisten ver
tegenwoordigd, maar verder is er
toch een ernstige miskenning van
de kunst uit de dertiger jaren. Een
dergelijke omissie kan men wel als
particulier kunstcriticus maken, men
kan zelfs als museum-directeur be
weren dat een dergelijk tijdperk voor
hem oninteressant is omdat hij de
kunstwaarde er niet van wil erken
nen. Maar in een historisch over
zicht hadden toch De Larense en de
Bergense School, de groep der Am
sterdamse Joffers en de Limburgers
aanwezig behoren te zijn. Nu kan
men tegenwerpeh dat dan de ten
toonstelling nog veel groter was ge
worden, maar ja... is dat zo erg bij
een dergelijke manifestatie. Men had
er desnoods het hele museum voor
moeten ontruimen. Een goed inge
richte tentoonstelling kan juist op
dit punt ook de zwakheden der Ne
derlandse kunst op boeiende wijze
vastleggen. Men kan zich voorstel
len dat Sandberg bij het begin van
zijn beleid de molentjes op de eerste
plaats het museum heeft uitgeworpen.
Nu komen ze weer terug en wel bjj...
Jongkind of bij het vroege werk van
vooringenomenheid tot uiting in de
beeldhouwkunst op de expositie, die
waarlijk als aanhangsel is te beschou
wen. De beeldhouwkunst te brengen,
ook die van de negentiende eeuw,
lijkt mij een grote opgaaf, waarop
men zich volledig zou moeten concen
treren. Inderdaad is de negentiende
eeuw zeer armoedig geweest, maar
waarom zou men geen beeld van
deze armoedigheid kunnen tonen,
juist het typische classicisme en de
neo-gothiek hebben een zeer bepaal
de expressie gegeven en om een en
kele naam te noemen: Pier Pander
had in het overzicht met mogen ont
breken. Maar bij het samenstellen is
men toch al weer van een vreemde
vooronderstelling uitgegaan. Een ci
taat van dr. L. Gans uit de catalo
gus: „Toch zijn er m de sculptuur
na 1950 veel gemeenschappelijke ele
menten aan te wijzen. In het werk
van alle beeldhouwers uit de nieuwe
richtingen is afgezien van de mense
lijke gestalte. Ook herkenbare objec
ten komen niet meer voor. Ik acht
dr. L. Gans erg hoog maar hoe een
dergelijke regel uit zijn pen heeft
kunnen vloeien is nu) een raadsel.
Heel het oeuvre van de grootste
beeldhouwers, als Upchitz, Henry
Moore, Marino Marim is volledig her
kenbaar en de menselijke gestalte is
voortdurend aanwezig. Al zou men zo
ver willen gaan in de negatie van
de Nederlandse beeldhouwkunst, dat
zn slechts uit epigonen der grote in
ternationale figuren bestaat- een stel
ling die overigens belachelijk is
dan nog zou men zoiets met beweren.
Of meent men nu werkelijk dat de
Nederlandse beeldhouwkunst alleen
door Couzijn, Tajiri, Volten en Visser
vertegenwoordigd wordt. Waarom
heeft men dan ook beelden van Es
ser, Andriessen, Wezelaar en Charlot
te van Pallandt geëxposeerd? Louter
als voorbeelden zoals het met moet,
zoals de verleden tijd het aangeeft?
Kom nu, in die verengende gedach
tegang is het onmogelijk mee te gaan.
Henri van de Velde, de bouwer van
het museum Kröller Müller heeft van
zichzelf gezegd: Je suis une nature vi
brant dans une réaction spontanée.
Langzamerhand krijg ik de moed om
met eèn zekere trots in parodie hierop
te zeggen: Je suis une nature vibrante
et réactionnaire spontané.
Het erge is, dat het nogal parman
tige driemanschap dat in 1813 de terug
keer van Willem I moest voorberei
den, er ook zo over zou denken, indien
zij hun sterfelijk bestaan hadden kun
nen verlengen.
MAKn/S VAN BEEK
LONDEN 16 aug. (KNP) -
internationale congres van f' Londen
onderwijzers, dat momenteel te
wordt gehouden en waaraan 250 verte
genwoordigers van katholieke o ,ejdooi
organisaties deelnemen,
gevoerd voor de doorvoering) aanzien
mocratische opvattingen ten
van het onderwijs.
Dr. Lorenzo Giorelli be^!Le©eiiwijre
een eind moet komen «an d ge
botsing tussen de opvoeding «ooir de
staat en de vrijheid van <ie ouders, bei
der rechten, die gehandhaafd en geres
pecteerd dienen te worden.
„Het is van wezenlük ba'aa? -- zo
betoogde de Italiaanse desKunaige, aat
een oplossing wordt jonden tussen
de gecentraliseerde en doo de staat
geordonneerde planning ener Uds en de
vrijheid van keuze van onderwijs, dde
het natuurlijke recht vaa de. is.
Willen wij onze democratie handhaven
dan moet die oplössing komen. De sa
menwerking tussen ouders en onderwij
zers vormt het onderweirp van het hui
dige congres. De paus heeft in een
brief aan de voorzitter tegr.Beck de
deelnemers doen weten, dat hij zeer in
genomen is met deze besprekingen. Bo
vendien sprak hjj de verwachting uit,
dat de besprekingen conform de leer
van de kerk zouden verlopen, zoals die
in verschillende encyclieken uiteengezet
was. Het belangrijkste punt daarin is,
dat de ouders en de kerk beiden recht
bezitten inzake de opvoeding en het on
derwijs der kinderen. De bespreking
van dit onderwerp wordt in katholieke
onderwijskringen bijzonder urgent ge
acht, omdat de tendens in de tegenwoor
dige onderwijswetgeving eerder gaat in
de richting van centralisatie van het
onderwijs op nationaal en internatio
naal gebied en daardoor steeds meer
aan de greep van de ouders wordt ont
trokken.
Wat de verantwoordelijkheid van de
ouders betreft, legde mgr. Beck er
de nadruk op, dat veel ouders tegen
woordig hun eigen verantwoordelijkheid
maar al te licht opnemen, zodat een
bedreiging voor het kind ontstaat. Bij
het uitoefenen van de ouderrechten ech
ter zullen de onderwijzers de nodige
'P te brengen.
„De onderwijzer kan het gezin niet
zelftucht dienen op
vervangen
zo betoogde de bisschop,
deskundige van het Engelse episcopaat
voor onderwijs kwesties. „Maar ook de
samenwerking tussen onderwijzers en
geestelijkheid is belangrijk", vervolgde
hij, „want in de hedendaagse wereld
kan de kerk bh het uitoefenen van
haar zending de leken en in het bijzon
der de anderwhzers niet missen. Over
heel de wereld blijft de katholieke
onderwijzer de rechterhand van de
bisschop en van de parochieclerus.
Tenslotte heeft de hertog van Graven
het congres gewezen op de situatie in
de Verenigde Staten, die hij voorbeeldig
noemde ten aanzien van samenwer
king tussen ouders en onderwijzers en
geestelijkheid. Ook wees hij op de
noodzaak, dat katholieke kinderen naar
katholieke scholen worden gezonden.
In de amorele wereld van tegenwoor
dig blijkt dit meer dan ooit nodig
voor de principiële vorming van de
jeugd.
De minister 'ran onderwijs sir Ed
Boyle heeft de deelnemers aan het
congres een ontvangst aangeboden.
Het lagerhuislid H. Delargay heeft de
minister daarvoor bijzonder gedankt,
terwijl zoals hjj zeide een jaar
geleden de minister van gezondheid
geweigerd had het internationaal con
gres van katholieke medici te ont
moeten.
(Van onze correspondent)
LEEUWARDEN, 17 aug. Vanuit
het Friese waterspor! centrum Grouw
vertrok gisteren het zeiljacht Friso
van de provinciale staten van f ries
land, met aan boord een
gezelschap „overvallers Het waren
vertegenwoordigers van de friese
„knokploeg" die in de oorlog de suc
cesvolle overval op de strafgevange
nis van Leeuwarden uitvoerden, als
mede de producent en een groep ac
teurs, betrokken bij de Nederlandse
speelfilm „De overval".
Het gezelschap maakte deze rond
vaart op uitnodiging van het provin
ciaal bestuur. Naast het jacht Friso
en een aantal andere zeilschepen
voer ook nog de nieuwe Lemster-
aak mee van de heer P. Oberman,
in de oorlog beter bekend onder de
naam Piet Kramer.
Op de samenkomst van de „over
vallers" waren ook nog aanwezig de
heer A. Algra uit Sneek, voorzitter van
de verêniging „Friesland 1940-1945" en
de gedeputeerde mr. D. H. Okma, die
destijds een leidende rol heeft vervuld
in het Friese verzetsleven.
JOHANNESBURG 17 aug. Dankzij
een Afrikaanse tovenaar is voor de
„blanke" voetbalclub West Rand United
althans voor het ogenblik het degrada
tiespook verdwenen.
West Rand United, uitkomend in de
eerste divisie van de Zuidafrikaanse
voetbalbond, had vijf maanden lang geen
enkele thuiswedstrijd gewonnen en stond
onderaan op de ranglijst.
Toen begon het gerucht de ronde te
doen, dat een Afrikaanse tovenaar de
ploeg had vervloekt omdat de gemeente
raad van Florida, een plaats bij Johan
nesburg, waar zich het terrein van de
club bevindt, inheemsen de toegang tot
de tribunes had verboden. Door die
vloek zou de club geen thuiswedstrijd
kunnen winnen zolang het verbod zou
gelden.
Een Indische supporter van de club,
Ronnie Naidoo, kwam vertelien, dat hy
een tóvenaar kende die iets had om
de vloek uit te schakelen. De ploeg
vond het een goede grap en verzocht
Naidoo het betreffende poeder mee te
brengen De vorige week kwam Naidoo
aandragen met elf poedertjes in zilver-
navier Vóór de wedstrijd moesten de
spelers de pakjes in hun voetbalschoen
stoppen en na de wedstrijd moest het
poeder op het veld worden uitgestrooid.
Er werd precies zo gehandeld en met
8-3 gewonnen.Deze week werd het
nog eens geprobeerd. West Rand United
won met 2-0 en staat nu op de een na
onderste plaats van de ranglijst.
MAINZ, 17 aug. (KNP) Met in-
fang van september wordt hier voor
e theologiestudenten van het semina
rie een verplichte stage op de open
bare scholen ingevoerd. De studenten
zullen in de vakantieperioden tussen
het achtste of negende semester wor
den toegevoegd aan een leraar op een
der openbare scholen. Deze praktijk
periode is, met het oog op hun later
godsdienstonderwijs, bedoeld om de
studenten in aanraking te brengen met
de onderwijsmethoden der scholen. De
regeling is door het bisdom Mainz ge
troffen in overeenstemming met de
overheid van Hessen en Rijnland-Palts.