7
ft
2
Alfredo
Sprookjesprinsesje wilde met
een kabouter trouwen
KANGEROE
en KOALA
Maarten Harpertz. Tromp
dk
DE EERLOZE KRIJG
De oorlog van de Zeven Bronnen
X
n
DC ..GREENHORN
m
'scuEEimSi
$0'
m
Frans Hals uit
Stockholms
museum gestolen
Twee Spaanse
anarchisten
terechtgesteld
Uit de pers
Süoedi-Arabië
REGERING KOOPT
SLAVEN VRIJ
m
"'{Pa
ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1963
7T000 JAAR. LANS WISSELDE DE BAARD
Het staal voor de mesjes komt in bandvorm van
Mgr. Bekkers
over zijn T.V.-toespraak
ERIC DE NOORMAN
34, Bij de eerste tekenen van de lente is Eric de
Noorman met een grote troep van zijn trouwe volge
lingen in tweeëntwintig langschepen uitgevaren. Het
heeft wel wat voeten in de aarde gehad, vóór dit
grote leger bij elkaar gebracht was, vooral omdat de
voorbereidingen nog tijdens de winterperiode ge
maakt moesten worden. Maar de Yarls, op wie hij
een beroep gedaan heeft, zijn toch allen gekomen
met hun schepen en hun mannen. Ook Svein Lang
tand, de Saksische kampvechter en Axe, Erics
pleegzoon, hebben het bevel over een oorlogsschip
„ekregen. Olaf de berenjager, de vader van Erwins
vrouw, is benoemd tot onderbevelhebber, hetgeen
Eric met evenveel zorg vervult als Olaf met trots.
Maar ja, de Yarl kan recht op de titel laten gelden.
Min of meer om Olafs gebrek aan hersens aan te
vullen heeft Eric zijn eigen legeraanvoerder daar
aan boord geplaatst. En zo zal het dan nog wel mee
vallen Met een tevreden hoofdknik wendt Eric zich
tot Artor, de Britse held, die zich bij hen aan boord
bevindt. „De reis gaat voorspoedig," zegt hij, „We
zullen morgen de kust van Brittannië in zicht krij
gen." Scherp onderzoekend kijkt Artor de Noorse
koning aan. „Wilt ge niet eerst proberen, uw
zoon..." begint hij voor de zoveelste maal. Erics ge
zicht verstrakt. „De plannen staan vast," antwoordt
hij kort. „Ik waardeer het, dat ge ondanks het leed,
dat Erwin u aangedaan heeft, zo voor hem opkomt,
maar zwaarder dan het lot van Erwin telt dat van
geheel Brittannië. Mijn zoon vaart zijn eigen koers.
Wij de onze. Het is nu eenmaal zo, dat één van de
twee zal moeten wijken. Het is niet anders." Op dat
moment klinkt de schrille kreet van de uitkijk.
Ogenblikkelijk spieden Erics ogen langs de kim.
Fronsend staart hij naar de zeilen die ver in het
zuiden opdoemen. „Bij Thor, dat is een kolossale
vloot," mompelt hij. „Wie kunnen het zijn, die daar
varen?"
e/J ivaardm niet de
nee ndor.1 MIJN
z/ezo iia zal
nee/de
munb!
Ine sturen
De
MIJNE/
KARL MAY
n
82. Tenslotte riep Sam wanhopig: „Loop dan
voor mijn part mét je kop tegen de muur. Ik zal er
geen woord meer over vuil maken, maar als er één
ons bij dat gevecht wil bedriegen, schiet ik hem een
kogel uit mijn Liddy door de kop, als ik me niet
vergis..." Nu werd het volgende afgesproken. Op
een open ruimte zou een acht, als twee cirkels in
elkaar, in het zand worden getrokken. Elk der beide
tegenstanders zou in één van deze cirkels gaan staan
en deze ook niet gedurende het gevecht mogen
verlaten. De strijd zou niet eerder beslist zijn, voor
één der beide vechters dood was, doch de dode
mocht niet door zijn makkers worden gewroken.
Nadat we het over deze voorwaarden eens waren
geworden werd Tangua van zijn boeien ontdaan en
wij rookten de calumet. Daarop werden ook de
beide anderen losgemaakt en de vier roodhuiden
gingen terug naar hun makkers, om hen in te lich
ten. De hoofdopzichter en de andere landmeters
maakten mij allerlei verwijten, maar ik stoorde mij
er niet aan. Sam nam mij apart en zei bezorgd: „Je
had toch wel wat anders kunnen bedenken, kerel.
Ik heb het altijd wel gezegd, je bent een lichtzinnig
mens. Maar nu moet je het met de dood bekopen!"
COPtNHAGil»
•■t 'IV.t'.l
PA
w
PARFUMè
WX'A'AVAV.
MOCO
Ver weg, in het land waar sprook
jes nog heel gewone dingen zijn,
leefde eens 'n prinses, die ht in
haar hoofd gezet had, om te trou
wen met een kabouter. Annemieke zo
heette de prinses, was 'n beetje klei
ner dan de andere prinsessen van
.KOALA
Deze vreemde namen van diersoorten
komen jullie waarschijnlijk toch niet zo
onbekend voor. De kangoeroe (buidel
dier) wordt echter met uitsterven be
dreigd, tenzij er maatregelen worden
genomen dit dier te beschermen en daar
is men nu in Australië een actie voor
begonnen.
De kangoeroe wordt gedood om zijn
vlees en de laatste jaren zijn de ex
portcijfers voor kangoeroevlees gedaald
van ruim 2,5 min kilo in 1961 tot nog
iets minder dan 1,2 min kilo in 1962,
hetgeen erop wijst, dat men bezig is de
kangoeroe uit te roeien.
Een ander Australisch dier, waarvan
2Us;?. f n.el vermindert, is de vrien-
aoro nnr7oJ eer- Dit heeft echter an-
in de Ausfrn rr De koala, die thuishoort
offer v» r 1Sche rimboe, is een slacht-
schaving d?e6 rïch verbreide.nde be-
heeft JL'u rampen met zich mee
den r,i? Facbt hls bosbranden, vijan-
do o'-uia
zietw,5 tde nieuw ingevoerde vos en
deze is' 1 z'et er dus treurig uit voor
oo v€e-ren.. docb men zal er wel iets
ke dat van uitsterven geen spra-
.KANGOEROE.
sprookjesland en daardoor zal het wel
gekomen zijn.
De koning en de koningin vonden het
helemaal geen leuke gedachte, dat hun
mooie Annemieke bruiloft zou gaan
vieren met zo'n klein kaboutertje. Alle
aardige, vrolijke prinsen uit de buurt
hadden ze al eens naar hun kasteel
laten komen. Maar de prinses wilde er
niets van weten. Nog niet al was hun
koets van zuiver goud. En al droegen
ze kleren vol edelstenen en parels. En
al waren ze dan ook nog zo lief en
vriendelijk voor Annemieke, „néé zei
ze elke keer. Die prinsen zijn allemaal
veel te groot voor mij. Ik wil trouwen
met een aardig, klein kaboutertje.
Ten einde raad liet de koning een
boodschap brengen aan de kabouters,
of een van hen maar eens naar het
kasteel wilde komen.
Tjongejonge, zeiden de kabouters,
naar het kasteel van een echte men
senkoning, dat willen we wel. Daarom
trokken ze hun zondagse pakjes aan,
kamden hun baardjes en wreven hun
schoenen. Zo kwamen ze in een lange
stoet naar het kasteel.
Wat moeten we nu? riep de koning
verschrikt, toen hij al die kleine man
netjes zag. Maar prinses Annemieke
klapte in de handen en riep: o, wat
enig. Nu ga ik het liefste kaboutertje
uitzoeken en daarmee gaan we brui
loft houden.
De kaboutertjes huppelden opgewon
den door de grote zalen van het kas
teel. Met hun vijven konden ze wel m
één stoel zitten. En met hun tienen
konden ze slapen in één mensenbed en
dan had ieder nog ruimte genoeg.
Het is hier mooi! zeiden ze tegen el
kaar. Het is te hopen, dat we hier een
hele poos mogen logeren. Zo'n buiten
kansje overkomt een kabouter niet
iedere dag. Ze smulden van het lekke
re eten, dat de kok voor ze klaarmaak
te, ze gleden baantje door de gladde
gangen van marmer en roetsten om
laag van de gouden leuningen, die
langs de trap waren aangebracht. An
nemieke was zó vrolijk, als een kleine
sprookjesprinses maar kan zijn. Maar
op een dag vertelde ze: een van jullie
kies ik uit om met me te trouwen.
En toen was het plotseling uit met de
pret. Het leek wel of de kabouters
daarvan schrokken. Ze werden "peens
allemaal bleek en stil. En al heel
gauw zei de een: ik moet eerfs gaan,
want ik moet nog in mijn tuintje wer
ken. En de ander vertelde: ik moet
mijn huisje nog opschilderen vóór de
winter. En hij ging ook. En de derde
ging en de vierde ging. Ze gingen alle
maal. En prinses Annemieke bleef
verdrietig achter in het kasteel. Ze had
het al begrepen: kabouters willen niet
trouwen met een sprookjesprinses.
Wat nu? dacht de koning verschrikt.
Alle prinsen hebben we weggestuurd
en alle kabouters zijn uit zichzelf al
weggegaan. Zouden we dan nooit brui
loft kunnen houden voor ons mooie
prinsesje Annemieke?
Terwijl de koning daarover heel be
zorgd zat na te denken, kwam er een
vreemd kaboutertje over de weg. Hij
zag er heel anders uit dan de andere
kabouters. Hij had ook geen lange
baard. Niemand had hem ooit eerder
gezien. Waarom lopen jullie zo haastig?
vroeg hij aan de kabouters, die op
een holletje naar hun land terug gin
gen.
In dat kasteel, wezen de kabouters,
woont een sprookjesprinses, die met
een kabouter trouwen wil. Nee, dat is
niets voor ons. Stel je voor, dan zou
den we ooit koning moeten worden.
Mensenkoning, verschrikkelijk. Wij
willen ons vrije leventje nog niet rui
len voor de aardigste sprookjesprinses
van de wereld. Meteen holden ze weer
verder. Maar de kabouter maakte
rechtsomkeer en liep regelrecht naar
het kasteel. Kan ik de prinses spreken,
vroeg hij aan de poortwachter. Die
ging dadelijk Annemieke roepen en
wat keek ze op, toen het vreemde ka
boutertje zei: Lieve, mooie prinses, ik
wil graag met u trouwen. Ik zal heel
lief en goed voor u zijn. We zullen
heel gelukkig worden. Prinses Anne
mieke bedacht zich niet lang en na
drie weken werd de bruiloft gevierd.
Het werd wel een beetje 'n vreemde
vertoning. Op de stoel waar de kabou
ter op moest zitten, waren zeven dikke
kussens gelegd. En ook in het rijtuig,
op het plaatsje naast de prinses. An
ders zou de kabouter negens boven
uit kunnen kijken. Aan het diner waren
voor de kabouter heel kleine gouden
poppelepeltjes klaargelegd. En poppe-
vorkjes en poppemesjes. En een poppe-
bordje ook. De prinses was heel ge-
gin vonden het maar zo-zo. Als dat
lukkig maar de koning en de konin-
maar goed afloopt, dachten ze. Onze
dochter met een kabouter! Och-och
toch! Midden onder het eten gebeurde
het al: de stapel kussens, waarop het
kaboutertje had plaatsgenomen, begon
te schuiven, en daar tuimelde de brui
degom achterover en kwam onder de
tafel terecht. Help, help, riep prinses
Annemieke verschrikt. Alle gasten
sprongen van hun stoelen en de koningin
viel helemaal flauw. Waar is hij geble
ven? huilde de prinses. Ze kroop on
der de tafel en zag nog juist, hoe een
van de gasten met zijn grote voet haar
kaboutertje ondersteboven trapte. Toen
begon de sprookjesprinses nog harder
te huilen. Arm kaboutertje! Riep ze.
Als het zó moet gaan, zullen we heel
ongelukkig worden," Het is erg dom
van me geweest om met een kabouter
te willen trouwen. Had ik toch maar
een van die aardige prinser uitgeko
zen!
Een beetje verkreukt en hijgend
kwam het kaboutertje onder de grote
voet vandaan. Hij ging rechtop, mid
den m de zaal staan en stak een klein
zilveren^ pilletje in de mond. Daarna
telde hij tot drie en meteen verander
de hij in een echte prins.
Je hebt het gezegd, lachte hij tegen
de prinses. Je wilde toch maar liever
met een prins trouwen? Hier ben ik
dan. Ken je me nog? Je heb me vroe
ger eens weggestuurd. Daarom heb ik
me door een fee in een kabouter laten
betoveren. Maar nu is de betovering
verbroken. Laat maar gauw die kus-
ses Annemieke waren geweldig ver-
dan kan het diner verder gaan, want
ik heb honger.
De koning, de koningin en vooral prin
ses Annemieke aren geweldig ver
rast. Het werd een prachtig bruilofts
feest. Het sprookjesprinsesje leefde nog
lang en gelukkig. En ze heeft er nooit
spijt van gehad, dat ze niet met een
kabouter is getrouwd. De mensen van
sprookjesland lachten er eens om en
vergaten het weer. Och, in het land
van de sprookjes zijn zulke dingen
eigenlijk heel gewoon!
LEA SMULDERS
10 augustus is het 310 jaren geleden
dat Maarten Harpentszoon Tromp in
een der hevigste zeeslagen uit onze ge
schiedenis, bij Terheyde (Hoek van Hol
land) sneuvelde.
Bestevaer Tromp is de naam die de
matrozen aan hem gaven en betekent
eigenlijk „hun aller vader"-. Hij was
een van de bekendste vlootvoogden uit
de zeventiende eeuw. Op zijn achtste
jaar voer hij reeds op zee, op het
schip van zijn vader. Toen hij 26 jaar
was, werd hij kapitein van een Hollands
oorlogsschip. Vele zeeslagen heeft hij
meegemaakt. O.m. versloeg hij de Duin
kerker kapers en de Spanjaarden bij
Duins. (Dat was een vreselijke strijd.
De scheepskanonnen vlogen door ont
ploffingen rood-gloeiend de lucht in).
Bestevaer Tromp werd opperbevel
hebber van de Nederlandse vloot. In
het jaar 1652 werd hij met 150 schepen
uitgezonden, om onze koopvaarders te
gen de Engelsen te beschermen. Er was
toen een rijke vloot uit de Middellandse
zee-landen op komst. Die moest Tromp
afhalen en veilig thuis brengen. Bij Do
ver lag een Engelse vloot en haar be
velvoerende admiraal stond er op, dat
Tromp eerbiedig de vlag zou strijken en
beleefdheidssaluutschoten zou lossen.
Doch Tromp maakte daar helemaal
geen haast mee: het gevolg was, dat
de Engelsen begonnen te schieten.
Tromp gaf hun echter de volle laag.
Dit feit leidde tot de eerste Engelse zee
oorlog.
Van de vloot van Maarten Harpertsz.
wordt vermeld, dat zij enige dagen in
Het Kanaal kruiste met een bezem aan
de grote mast, daarmee te kennen ge
vende, dat hij besloten had de zee
schoon te vegen van Engelsen.
In 1653 sneuvelde hij dan in de zee
slag bjj Terheyde. Op zijn praalgraf in
de kerk te Delft staat onder zijn naam
gebeiteld: „Sieraad van het Nederland
se volk, de geliefde zijner medeburgers,
de schrik der vijanden, de verbazing
van de Oceaan."
O AieësiAL ENIGE^ALBN PER ffiJW
VAN VpRM ONDER INVLOED VAN /AODE,
HYGIËNE, "RELIGIE EN ....POLITIEK.
WINNAAR. VAN HANN/BALj ZOU ALS EERSTE EEN
STALEN SCHEERMESGEBRUIKT HEBBEN
ROAEIN
X>E BAARD DER FARAO'S
WAS SLECHTS EEN VOOR
GEBONDEN VORSTELIJK
ERETEKEN.
STAALBAND
HARPIN6S0VEN 770'C. I POLIJSTEN
C.HARLEA\AGNE
PONSMACHINE
SPOEL-
H0U0ER
STOCKHOLM, 17 aug. (UPI, AFP)
De „Dagens Nyheter" meldt, dat
donderdag j.l. een schilderij van Frans
Hals uit het Nationale Museum van
Stockholm is gestolen.
Men vermoedt, dat een bezoeker het
schilderij, dat „Portret van een jonge
man" heet en waarvan de waarde door
sommige kenners op ruim zeventigdui
zend gulden wordt geschat, onder zijn
colbertjas het museum uit heeft ge
smokkeld. Eerst moet hij de staal
draad hebben doorgeknipt, waarmee
het schilderij aan de muur was beves
tigd.
Dt Zweedse politie heeft de interna
tionale politie-organisatie „Interpol"
verzocht haar te helpen bij het achter
halen van het schilderij en het arreste
ren van de dief.
De juiste waarde van het (kleine)
schilderij staat niet vast, omdat enke
le kunstkenners betwijfelen of het wel
van Frans Hals zelf is. Het zou ook
van zfjn leerlinge Judith Ley ster kun
nen zjjn volgens hen.
MADRID, 17 aug. (UPI) Twee ter-
doodveroordeelde Spanjaarden, Fran
cisco Granado Gata en Joaquin Delga-
do Martinez zijn vanmorgen bjj zons
opgang terechtgesteld door een vuurpe
loton.
De twee mannen, beiden dertig jaar
oud en_ afkomstig uit Frankrijk, waar
heen zij na de Burgeroorlog met hun
ouders gevlucht waren en waar Mar
tinez de Franse nationaliteit aannam,
waren door een militaire rechtbank
schuldig bevonden aan het plaatsen
van bommen die 32 mensen verwond
den. Zij gaven toe anarchisten te zijn.
Zij werden vanmorgen omstreeks
half vijf onder strenge politiebewaking
uit de gevangenis van Carabanchel bui
ten Madrid overgebracht naar een
oefenterrein van de artillerie, acht ki
lometer ten westen van Madrid en
daar neergeschoten door een peloton,
bestaande uit een luitenant, twee ser
geanten en twaalf soldaten van een in-
fanterieregiment.
DJEDDAH, 17 aug. (AFP) De
regering van Saoedi-Arabië heeft alle
slaven in het centrale deel van het land
van hun „meesters" vrijgekocht, aldus
blijkt uit een gisteren door het ministerie
van voorlichting uitgegeven communi
qué.
De gemiddelde koopwaarde bedroeg
ruim 12.000 gulden. Slaven voor wie
<le eigenaren geen geldelijke vergoeding
hebben aangevraagd worden als vrij
beschouwd zonder dat voor hen een ver
goeding wordt uitgekeerd. Voor 1682 sla
ven werd om een vergoeding verzocht.
!ZE EEUW
I loEEEUW
19® EEUW
DE SLECHTS
WEINIG AAN
HET SCHEERMES,
TOT KING C.
G/LETTE IN
1896 HET VEILIG
HEIDSSCHEERMES
UITVOND.
DEWALSERLL IN HET BAND WORDEN GATEN EN BREEK-
LUNEN GEPONST. HET WORDT GEHARD EN GEPOLIJST.
DE AFGEBROKEN,
MET NAAM BE
STEMPELDE EN GE
GLANSDE MESJES
WORDEN GESLEPEN,
AFGEBRAAMD, AANGEZET,
MICROSCOPISCH GECON
TROLEERD EN VERPAKT.
SLUP-
avachinE
AFBRAMEN EN
AANZETTEN
Nu KENT MEN OOK HET EUEKe
TRISOH& SCHÊER.APPARAAT.
Opneming in deze rubriek is niet
noodzakelijk een bewijs va* m-
stemming
In De Nieuwe Linie heeft drs. J,
Arts S.J. enige alinea's weergegeven
uit het antwoord, dat mgr. Bekkers in
de Analecta van zijn bisdom heeft ge
geven op bezwaren uit de kring van
de geestelijkheid tegen de „vaagheid"
van zijn televisierede van 21 maart.
Wij citeren uit De Nieuwe Linie:
Over die „vaagheid" spreekt mgr.
Bekkers verder in zijn Nabeschouwing.
Hij begint met te zeggen dat er op het
ogenblik een vrij grote onzekerheid is
ook op verschillende punten die het hu-
welijk raken.
„Ik kan dat allerduidelijkst demonstre
ren met .,de pil", waarover ik in mijn
TV-toespraak expressis verbis (met zo
veel woorden) niet gesproken heb. Over
de ongeoorloofdheid van de pil be
ter: tabiet voor contraceptieve doel
einden, zijn reeds op al te lichtvaardige
wijze uitspraken gedaan. Daarbij is
naar mij voorkomt, iets vergeten, nl. de
vraag of deze progestatieve hormoon
preparaten zonder meer op één lijn ge
plaatst kunnen worden met de gewone
bekende „middelen
De bisschop wil niet een oordeel uit
spreken over zulke kwesties, maar wijst
erop dat alles niet even zeker is, en
dat er dus reden is tot een zekere
„vaagheid".
Zo is er ook iets aan de hand met het
begrip „natuurwet". Het begrip „na
tuurwet" is momenteel met erg duide
lijk, zegt mgr. Bekkers. „Als weten
schap schijnt alleen de moraal het be
grip nog te hanteren, maar intussen ko
men er steeds meer argumenten, dat
er inderdaad slechts sprake is van een
begrip, van een abstractie
En zo zijn dan ook redeneringen van
uit de biologische gegevens niet meer
zo zeker als zij vroeger schenen te zijn.
„Daarentegen bieden het nieuwe mens
beeld en de nieuwe inzichten omtrent
de sexualiteit, hoe verguisd ze dan ook
mogen worden door traditioneel denken
de wetenschappers, merkwaardig ge
noeg wél aansprekende argumenten".
De bisschip wil en kan niet de zegs
man zijn van de juistheid of onjuist
heid van deze dingen. Hp wil slechts
constateren: dat ei" beslist onzekerheid
is, een niet-weten. Van bisschop en
priesters mag dan geen overhaaste stel-
lingname gevraagd worden, zegt hij.
Maar behalve deze onzekerheid van
de dag-van-vandaag, is er ook een on
zekerheid die altijd bestaan heeft. En
dat is deze: van de ene kant zijn er al
tijd normen, van de andere kant is het
nooit helemaal precies te vertellen hoe
die normen in ieder apart geval moeten
gelden. Want ieder mens is weer an
ders, en ieder echtpaar is ook telkens
anders.
M/JNE "ZM/JM MANNEN
ZJJN TEUN IN STB EEZ-
UJJA
mannen
ZULLEN VE/Z
reEZZEN/,
/VUTTEN NA.
ZAL. DEMNNE
VSTUZEN
TVAAiZCM vouuj
MANNEN r ine
ZONNEN BE7B/Z
MUM MANNEN
//AAe BESPoeE
STUREN MET
DEZE BCOD-\VOOZ MN
SCNAR/ ALLEEN
3BNAZEN!
CAT/S
EU/ST, U/AT
ZE VERWETEN
WORDT TER—
(NUL. MÉT DE
M/JNE-
OMDATOEEN VAN ONS VER
TROUWEN HEEFT IN DE
AM DEZEN. MOETEN INE IEDER EEN VAM
gONZE MANNEN AANUJ/JZEN, EN D/E MOETEN
Samen VertrenjcenI/n. refen op vulde,
gatze allemaal moegenocntena. net
er AANBREKEN VAM DE DAG, tZAAEA/JN!
WAT LATER
DEM!JU BOF
NIEMAND
En de bisschop vervolgt:
„Ja, maar de goddelijke wet dan?
Op het stuk van huwelijksproblemen die
erg in het leven ingrijpen, is de pries
terlijke opvatting wel eens deze: Beste
mensen, God vraagt nooit het onmoge
lijke, en jullie kunt dit probleem dus
aan... Voor.wat God betreft is dit zeker
waar, maar voor wat ons betreft, die
menen te moeten uitmaken wat God
vraagt...? De kwestie is actueel.
Wie van ons durft af te palen, wat
God vraagt?" Dit alles noemt de bis
schop de vaagheid van het wèl weten
en tóch niet weten, het kennen van de
norm, maar het niet kennen van het
enige, onherhaalbare, individuele leven.
Maar dat betekent niet dat er niet
heel veel zekers te zeggen valt. En dan
somt mgr. Bekkers dingen op die hij in
zijn TV-toespraak genoemd heeft, en die
toch echte zekerheden zijn, bij voor
beeld i
Dat de liefde de bedding Is waar
doorheen het hele hele huwelijk beleefd
m£ftD™trmiddelen noch techniek ooit in
staat zullen zijn het huwelijksgeluk vei
lig te stellen (kan een geoorloofdver-
kfaring van de pil de oplossing van heel
de problematiek zijn, vraagt hij.)
Dat wéét hebben van de kinderre
geling tot de noodzakelijke bagage van
ieder jong paar behoort.
Dat de mens, zo goed als op alle
andere levensgebieden, óók op het ge
bied van de gezinsvorming en huwelijks,
beleving zélf verantwoordelijk is.
Dat de mens nooit het ideaal be
reikt, maar een leven lang nodig heeft
om te groeien.
Vooral dat het geweten de laatste
norm van het eigen handelen Is.
En dat is, wat mgr. Bekkers het
meest ter harte gaat: het geweten van
de mensen, en de vorming van het ge
weten. „Gewetensvorming is, zo zegt hij,
meen ik niet een kwestie van schema's
en verordeningen bieden, maar is het
voeden van een instantie in de mens,
die mee-weet, mee-voelt, mee-waardeert,
die mee-veroordeelt, en die ook uit
spreekt zonder dat de mens de inwen
dige stem tot zwijgen kan brengen".
Tot zover mgr. Bekkers in zijn Na
beschouwing op de TV-toespraak van
21 maart. Wij hebben maar enige ali
nea's weergegeven, zodat de indruk van
het geheel misschien niet helemaal
overkomt.
Tof zover het citaat uit De Nieuwe
Linie. De volledige tekst van de
Analecta kon ons nog niet ter beschik
king worden gesteld. Inmiddels laat
De Nieuwe Linie de bisschop ver
klaren: „Het kan all maar goed
zijn als er prettig en verstandig ver
der gediscussieerd wordt over deze
zo belangrijke vragen."