7 ft 2 Alfredo Sprookjesprinsesje wilde met een kabouter trouwen KANGEROE en KOALA Maarten Harpertz. Tromp dk DE EERLOZE KRIJG De oorlog van de Zeven Bronnen X n DC ..GREENHORN m 'scuEEimSi $0' m Frans Hals uit Stockholms museum gestolen Twee Spaanse anarchisten terechtgesteld Uit de pers Süoedi-Arabië REGERING KOOPT SLAVEN VRIJ m "'{Pa ZATERDAG 17 AUGUSTUS 1963 7T000 JAAR. LANS WISSELDE DE BAARD Het staal voor de mesjes komt in bandvorm van Mgr. Bekkers over zijn T.V.-toespraak ERIC DE NOORMAN 34, Bij de eerste tekenen van de lente is Eric de Noorman met een grote troep van zijn trouwe volge lingen in tweeëntwintig langschepen uitgevaren. Het heeft wel wat voeten in de aarde gehad, vóór dit grote leger bij elkaar gebracht was, vooral omdat de voorbereidingen nog tijdens de winterperiode ge maakt moesten worden. Maar de Yarls, op wie hij een beroep gedaan heeft, zijn toch allen gekomen met hun schepen en hun mannen. Ook Svein Lang tand, de Saksische kampvechter en Axe, Erics pleegzoon, hebben het bevel over een oorlogsschip „ekregen. Olaf de berenjager, de vader van Erwins vrouw, is benoemd tot onderbevelhebber, hetgeen Eric met evenveel zorg vervult als Olaf met trots. Maar ja, de Yarl kan recht op de titel laten gelden. Min of meer om Olafs gebrek aan hersens aan te vullen heeft Eric zijn eigen legeraanvoerder daar aan boord geplaatst. En zo zal het dan nog wel mee vallen Met een tevreden hoofdknik wendt Eric zich tot Artor, de Britse held, die zich bij hen aan boord bevindt. „De reis gaat voorspoedig," zegt hij, „We zullen morgen de kust van Brittannië in zicht krij gen." Scherp onderzoekend kijkt Artor de Noorse koning aan. „Wilt ge niet eerst proberen, uw zoon..." begint hij voor de zoveelste maal. Erics ge zicht verstrakt. „De plannen staan vast," antwoordt hij kort. „Ik waardeer het, dat ge ondanks het leed, dat Erwin u aangedaan heeft, zo voor hem opkomt, maar zwaarder dan het lot van Erwin telt dat van geheel Brittannië. Mijn zoon vaart zijn eigen koers. Wij de onze. Het is nu eenmaal zo, dat één van de twee zal moeten wijken. Het is niet anders." Op dat moment klinkt de schrille kreet van de uitkijk. Ogenblikkelijk spieden Erics ogen langs de kim. Fronsend staart hij naar de zeilen die ver in het zuiden opdoemen. „Bij Thor, dat is een kolossale vloot," mompelt hij. „Wie kunnen het zijn, die daar varen?" e/J ivaardm niet de nee ndor.1 MIJN z/ezo iia zal nee/de munb! Ine sturen De MIJNE/ KARL MAY n 82. Tenslotte riep Sam wanhopig: „Loop dan voor mijn part mét je kop tegen de muur. Ik zal er geen woord meer over vuil maken, maar als er één ons bij dat gevecht wil bedriegen, schiet ik hem een kogel uit mijn Liddy door de kop, als ik me niet vergis..." Nu werd het volgende afgesproken. Op een open ruimte zou een acht, als twee cirkels in elkaar, in het zand worden getrokken. Elk der beide tegenstanders zou in één van deze cirkels gaan staan en deze ook niet gedurende het gevecht mogen verlaten. De strijd zou niet eerder beslist zijn, voor één der beide vechters dood was, doch de dode mocht niet door zijn makkers worden gewroken. Nadat we het over deze voorwaarden eens waren geworden werd Tangua van zijn boeien ontdaan en wij rookten de calumet. Daarop werden ook de beide anderen losgemaakt en de vier roodhuiden gingen terug naar hun makkers, om hen in te lich ten. De hoofdopzichter en de andere landmeters maakten mij allerlei verwijten, maar ik stoorde mij er niet aan. Sam nam mij apart en zei bezorgd: „Je had toch wel wat anders kunnen bedenken, kerel. Ik heb het altijd wel gezegd, je bent een lichtzinnig mens. Maar nu moet je het met de dood bekopen!" COPtNHAGil» •■t 'IV.t'.l PA w PARFUMè WX'A'AVAV. MOCO Ver weg, in het land waar sprook jes nog heel gewone dingen zijn, leefde eens 'n prinses, die ht in haar hoofd gezet had, om te trou wen met een kabouter. Annemieke zo heette de prinses, was 'n beetje klei ner dan de andere prinsessen van .KOALA Deze vreemde namen van diersoorten komen jullie waarschijnlijk toch niet zo onbekend voor. De kangoeroe (buidel dier) wordt echter met uitsterven be dreigd, tenzij er maatregelen worden genomen dit dier te beschermen en daar is men nu in Australië een actie voor begonnen. De kangoeroe wordt gedood om zijn vlees en de laatste jaren zijn de ex portcijfers voor kangoeroevlees gedaald van ruim 2,5 min kilo in 1961 tot nog iets minder dan 1,2 min kilo in 1962, hetgeen erop wijst, dat men bezig is de kangoeroe uit te roeien. Een ander Australisch dier, waarvan 2Us;?. f n.el vermindert, is de vrien- aoro nnr7oJ eer- Dit heeft echter an- in de Ausfrn rr De koala, die thuishoort offer v» r 1Sche rimboe, is een slacht- schaving d?e6 rïch verbreide.nde be- heeft JL'u rampen met zich mee den r,i? Facbt hls bosbranden, vijan- do o'-uia zietw,5 tde nieuw ingevoerde vos en deze is' 1 z'et er dus treurig uit voor oo v€e-ren.. docb men zal er wel iets ke dat van uitsterven geen spra- .KANGOEROE. sprookjesland en daardoor zal het wel gekomen zijn. De koning en de koningin vonden het helemaal geen leuke gedachte, dat hun mooie Annemieke bruiloft zou gaan vieren met zo'n klein kaboutertje. Alle aardige, vrolijke prinsen uit de buurt hadden ze al eens naar hun kasteel laten komen. Maar de prinses wilde er niets van weten. Nog niet al was hun koets van zuiver goud. En al droegen ze kleren vol edelstenen en parels. En al waren ze dan ook nog zo lief en vriendelijk voor Annemieke, „néé zei ze elke keer. Die prinsen zijn allemaal veel te groot voor mij. Ik wil trouwen met een aardig, klein kaboutertje. Ten einde raad liet de koning een boodschap brengen aan de kabouters, of een van hen maar eens naar het kasteel wilde komen. Tjongejonge, zeiden de kabouters, naar het kasteel van een echte men senkoning, dat willen we wel. Daarom trokken ze hun zondagse pakjes aan, kamden hun baardjes en wreven hun schoenen. Zo kwamen ze in een lange stoet naar het kasteel. Wat moeten we nu? riep de koning verschrikt, toen hij al die kleine man netjes zag. Maar prinses Annemieke klapte in de handen en riep: o, wat enig. Nu ga ik het liefste kaboutertje uitzoeken en daarmee gaan we brui loft houden. De kaboutertjes huppelden opgewon den door de grote zalen van het kas teel. Met hun vijven konden ze wel m één stoel zitten. En met hun tienen konden ze slapen in één mensenbed en dan had ieder nog ruimte genoeg. Het is hier mooi! zeiden ze tegen el kaar. Het is te hopen, dat we hier een hele poos mogen logeren. Zo'n buiten kansje overkomt een kabouter niet iedere dag. Ze smulden van het lekke re eten, dat de kok voor ze klaarmaak te, ze gleden baantje door de gladde gangen van marmer en roetsten om laag van de gouden leuningen, die langs de trap waren aangebracht. An nemieke was zó vrolijk, als een kleine sprookjesprinses maar kan zijn. Maar op een dag vertelde ze: een van jullie kies ik uit om met me te trouwen. En toen was het plotseling uit met de pret. Het leek wel of de kabouters daarvan schrokken. Ze werden "peens allemaal bleek en stil. En al heel gauw zei de een: ik moet eerfs gaan, want ik moet nog in mijn tuintje wer ken. En de ander vertelde: ik moet mijn huisje nog opschilderen vóór de winter. En hij ging ook. En de derde ging en de vierde ging. Ze gingen alle maal. En prinses Annemieke bleef verdrietig achter in het kasteel. Ze had het al begrepen: kabouters willen niet trouwen met een sprookjesprinses. Wat nu? dacht de koning verschrikt. Alle prinsen hebben we weggestuurd en alle kabouters zijn uit zichzelf al weggegaan. Zouden we dan nooit brui loft kunnen houden voor ons mooie prinsesje Annemieke? Terwijl de koning daarover heel be zorgd zat na te denken, kwam er een vreemd kaboutertje over de weg. Hij zag er heel anders uit dan de andere kabouters. Hij had ook geen lange baard. Niemand had hem ooit eerder gezien. Waarom lopen jullie zo haastig? vroeg hij aan de kabouters, die op een holletje naar hun land terug gin gen. In dat kasteel, wezen de kabouters, woont een sprookjesprinses, die met een kabouter trouwen wil. Nee, dat is niets voor ons. Stel je voor, dan zou den we ooit koning moeten worden. Mensenkoning, verschrikkelijk. Wij willen ons vrije leventje nog niet rui len voor de aardigste sprookjesprinses van de wereld. Meteen holden ze weer verder. Maar de kabouter maakte rechtsomkeer en liep regelrecht naar het kasteel. Kan ik de prinses spreken, vroeg hij aan de poortwachter. Die ging dadelijk Annemieke roepen en wat keek ze op, toen het vreemde ka boutertje zei: Lieve, mooie prinses, ik wil graag met u trouwen. Ik zal heel lief en goed voor u zijn. We zullen heel gelukkig worden. Prinses Anne mieke bedacht zich niet lang en na drie weken werd de bruiloft gevierd. Het werd wel een beetje 'n vreemde vertoning. Op de stoel waar de kabou ter op moest zitten, waren zeven dikke kussens gelegd. En ook in het rijtuig, op het plaatsje naast de prinses. An ders zou de kabouter negens boven uit kunnen kijken. Aan het diner waren voor de kabouter heel kleine gouden poppelepeltjes klaargelegd. En poppe- vorkjes en poppemesjes. En een poppe- bordje ook. De prinses was heel ge- gin vonden het maar zo-zo. Als dat lukkig maar de koning en de konin- maar goed afloopt, dachten ze. Onze dochter met een kabouter! Och-och toch! Midden onder het eten gebeurde het al: de stapel kussens, waarop het kaboutertje had plaatsgenomen, begon te schuiven, en daar tuimelde de brui degom achterover en kwam onder de tafel terecht. Help, help, riep prinses Annemieke verschrikt. Alle gasten sprongen van hun stoelen en de koningin viel helemaal flauw. Waar is hij geble ven? huilde de prinses. Ze kroop on der de tafel en zag nog juist, hoe een van de gasten met zijn grote voet haar kaboutertje ondersteboven trapte. Toen begon de sprookjesprinses nog harder te huilen. Arm kaboutertje! Riep ze. Als het zó moet gaan, zullen we heel ongelukkig worden," Het is erg dom van me geweest om met een kabouter te willen trouwen. Had ik toch maar een van die aardige prinser uitgeko zen! Een beetje verkreukt en hijgend kwam het kaboutertje onder de grote voet vandaan. Hij ging rechtop, mid den m de zaal staan en stak een klein zilveren^ pilletje in de mond. Daarna telde hij tot drie en meteen verander de hij in een echte prins. Je hebt het gezegd, lachte hij tegen de prinses. Je wilde toch maar liever met een prins trouwen? Hier ben ik dan. Ken je me nog? Je heb me vroe ger eens weggestuurd. Daarom heb ik me door een fee in een kabouter laten betoveren. Maar nu is de betovering verbroken. Laat maar gauw die kus- ses Annemieke waren geweldig ver- dan kan het diner verder gaan, want ik heb honger. De koning, de koningin en vooral prin ses Annemieke aren geweldig ver rast. Het werd een prachtig bruilofts feest. Het sprookjesprinsesje leefde nog lang en gelukkig. En ze heeft er nooit spijt van gehad, dat ze niet met een kabouter is getrouwd. De mensen van sprookjesland lachten er eens om en vergaten het weer. Och, in het land van de sprookjes zijn zulke dingen eigenlijk heel gewoon! LEA SMULDERS 10 augustus is het 310 jaren geleden dat Maarten Harpentszoon Tromp in een der hevigste zeeslagen uit onze ge schiedenis, bij Terheyde (Hoek van Hol land) sneuvelde. Bestevaer Tromp is de naam die de matrozen aan hem gaven en betekent eigenlijk „hun aller vader"-. Hij was een van de bekendste vlootvoogden uit de zeventiende eeuw. Op zijn achtste jaar voer hij reeds op zee, op het schip van zijn vader. Toen hij 26 jaar was, werd hij kapitein van een Hollands oorlogsschip. Vele zeeslagen heeft hij meegemaakt. O.m. versloeg hij de Duin kerker kapers en de Spanjaarden bij Duins. (Dat was een vreselijke strijd. De scheepskanonnen vlogen door ont ploffingen rood-gloeiend de lucht in). Bestevaer Tromp werd opperbevel hebber van de Nederlandse vloot. In het jaar 1652 werd hij met 150 schepen uitgezonden, om onze koopvaarders te gen de Engelsen te beschermen. Er was toen een rijke vloot uit de Middellandse zee-landen op komst. Die moest Tromp afhalen en veilig thuis brengen. Bij Do ver lag een Engelse vloot en haar be velvoerende admiraal stond er op, dat Tromp eerbiedig de vlag zou strijken en beleefdheidssaluutschoten zou lossen. Doch Tromp maakte daar helemaal geen haast mee: het gevolg was, dat de Engelsen begonnen te schieten. Tromp gaf hun echter de volle laag. Dit feit leidde tot de eerste Engelse zee oorlog. Van de vloot van Maarten Harpertsz. wordt vermeld, dat zij enige dagen in Het Kanaal kruiste met een bezem aan de grote mast, daarmee te kennen ge vende, dat hij besloten had de zee schoon te vegen van Engelsen. In 1653 sneuvelde hij dan in de zee slag bjj Terheyde. Op zijn praalgraf in de kerk te Delft staat onder zijn naam gebeiteld: „Sieraad van het Nederland se volk, de geliefde zijner medeburgers, de schrik der vijanden, de verbazing van de Oceaan." O AieësiAL ENIGE^ALBN PER ffiJW VAN VpRM ONDER INVLOED VAN /AODE, HYGIËNE, "RELIGIE EN ....POLITIEK. WINNAAR. VAN HANN/BALj ZOU ALS EERSTE EEN STALEN SCHEERMESGEBRUIKT HEBBEN ROAEIN X>E BAARD DER FARAO'S WAS SLECHTS EEN VOOR GEBONDEN VORSTELIJK ERETEKEN. STAALBAND HARPIN6S0VEN 770'C. I POLIJSTEN C.HARLEA\AGNE PONSMACHINE SPOEL- H0U0ER STOCKHOLM, 17 aug. (UPI, AFP) De „Dagens Nyheter" meldt, dat donderdag j.l. een schilderij van Frans Hals uit het Nationale Museum van Stockholm is gestolen. Men vermoedt, dat een bezoeker het schilderij, dat „Portret van een jonge man" heet en waarvan de waarde door sommige kenners op ruim zeventigdui zend gulden wordt geschat, onder zijn colbertjas het museum uit heeft ge smokkeld. Eerst moet hij de staal draad hebben doorgeknipt, waarmee het schilderij aan de muur was beves tigd. Dt Zweedse politie heeft de interna tionale politie-organisatie „Interpol" verzocht haar te helpen bij het achter halen van het schilderij en het arreste ren van de dief. De juiste waarde van het (kleine) schilderij staat niet vast, omdat enke le kunstkenners betwijfelen of het wel van Frans Hals zelf is. Het zou ook van zfjn leerlinge Judith Ley ster kun nen zjjn volgens hen. MADRID, 17 aug. (UPI) Twee ter- doodveroordeelde Spanjaarden, Fran cisco Granado Gata en Joaquin Delga- do Martinez zijn vanmorgen bjj zons opgang terechtgesteld door een vuurpe loton. De twee mannen, beiden dertig jaar oud en_ afkomstig uit Frankrijk, waar heen zij na de Burgeroorlog met hun ouders gevlucht waren en waar Mar tinez de Franse nationaliteit aannam, waren door een militaire rechtbank schuldig bevonden aan het plaatsen van bommen die 32 mensen verwond den. Zij gaven toe anarchisten te zijn. Zij werden vanmorgen omstreeks half vijf onder strenge politiebewaking uit de gevangenis van Carabanchel bui ten Madrid overgebracht naar een oefenterrein van de artillerie, acht ki lometer ten westen van Madrid en daar neergeschoten door een peloton, bestaande uit een luitenant, twee ser geanten en twaalf soldaten van een in- fanterieregiment. DJEDDAH, 17 aug. (AFP) De regering van Saoedi-Arabië heeft alle slaven in het centrale deel van het land van hun „meesters" vrijgekocht, aldus blijkt uit een gisteren door het ministerie van voorlichting uitgegeven communi qué. De gemiddelde koopwaarde bedroeg ruim 12.000 gulden. Slaven voor wie <le eigenaren geen geldelijke vergoeding hebben aangevraagd worden als vrij beschouwd zonder dat voor hen een ver goeding wordt uitgekeerd. Voor 1682 sla ven werd om een vergoeding verzocht. !ZE EEUW I loEEEUW 19® EEUW DE SLECHTS WEINIG AAN HET SCHEERMES, TOT KING C. G/LETTE IN 1896 HET VEILIG HEIDSSCHEERMES UITVOND. DEWALSERLL IN HET BAND WORDEN GATEN EN BREEK- LUNEN GEPONST. HET WORDT GEHARD EN GEPOLIJST. DE AFGEBROKEN, MET NAAM BE STEMPELDE EN GE GLANSDE MESJES WORDEN GESLEPEN, AFGEBRAAMD, AANGEZET, MICROSCOPISCH GECON TROLEERD EN VERPAKT. SLUP- avachinE AFBRAMEN EN AANZETTEN Nu KENT MEN OOK HET EUEKe TRISOH& SCHÊER.APPARAAT. Opneming in deze rubriek is niet noodzakelijk een bewijs va* m- stemming In De Nieuwe Linie heeft drs. J, Arts S.J. enige alinea's weergegeven uit het antwoord, dat mgr. Bekkers in de Analecta van zijn bisdom heeft ge geven op bezwaren uit de kring van de geestelijkheid tegen de „vaagheid" van zijn televisierede van 21 maart. Wij citeren uit De Nieuwe Linie: Over die „vaagheid" spreekt mgr. Bekkers verder in zijn Nabeschouwing. Hij begint met te zeggen dat er op het ogenblik een vrij grote onzekerheid is ook op verschillende punten die het hu- welijk raken. „Ik kan dat allerduidelijkst demonstre ren met .,de pil", waarover ik in mijn TV-toespraak expressis verbis (met zo veel woorden) niet gesproken heb. Over de ongeoorloofdheid van de pil be ter: tabiet voor contraceptieve doel einden, zijn reeds op al te lichtvaardige wijze uitspraken gedaan. Daarbij is naar mij voorkomt, iets vergeten, nl. de vraag of deze progestatieve hormoon preparaten zonder meer op één lijn ge plaatst kunnen worden met de gewone bekende „middelen De bisschop wil niet een oordeel uit spreken over zulke kwesties, maar wijst erop dat alles niet even zeker is, en dat er dus reden is tot een zekere „vaagheid". Zo is er ook iets aan de hand met het begrip „natuurwet". Het begrip „na tuurwet" is momenteel met erg duide lijk, zegt mgr. Bekkers. „Als weten schap schijnt alleen de moraal het be grip nog te hanteren, maar intussen ko men er steeds meer argumenten, dat er inderdaad slechts sprake is van een begrip, van een abstractie En zo zijn dan ook redeneringen van uit de biologische gegevens niet meer zo zeker als zij vroeger schenen te zijn. „Daarentegen bieden het nieuwe mens beeld en de nieuwe inzichten omtrent de sexualiteit, hoe verguisd ze dan ook mogen worden door traditioneel denken de wetenschappers, merkwaardig ge noeg wél aansprekende argumenten". De bisschip wil en kan niet de zegs man zijn van de juistheid of onjuist heid van deze dingen. Hp wil slechts constateren: dat ei" beslist onzekerheid is, een niet-weten. Van bisschop en priesters mag dan geen overhaaste stel- lingname gevraagd worden, zegt hij. Maar behalve deze onzekerheid van de dag-van-vandaag, is er ook een on zekerheid die altijd bestaan heeft. En dat is deze: van de ene kant zijn er al tijd normen, van de andere kant is het nooit helemaal precies te vertellen hoe die normen in ieder apart geval moeten gelden. Want ieder mens is weer an ders, en ieder echtpaar is ook telkens anders. M/JNE "ZM/JM MANNEN ZJJN TEUN IN STB EEZ- UJJA mannen ZULLEN VE/Z reEZZEN/, /VUTTEN NA. ZAL. DEMNNE VSTUZEN TVAAiZCM vouuj MANNEN r ine ZONNEN BE7B/Z MUM MANNEN //AAe BESPoeE STUREN MET DEZE BCOD-\VOOZ MN SCNAR/ ALLEEN 3BNAZEN! CAT/S EU/ST, U/AT ZE VERWETEN WORDT TER— (NUL. MÉT DE M/JNE- OMDATOEEN VAN ONS VER TROUWEN HEEFT IN DE AM DEZEN. MOETEN INE IEDER EEN VAM gONZE MANNEN AANUJ/JZEN, EN D/E MOETEN Samen VertrenjcenI/n. refen op vulde, gatze allemaal moegenocntena. net er AANBREKEN VAM DE DAG, tZAAEA/JN! WAT LATER DEM!JU BOF NIEMAND En de bisschop vervolgt: „Ja, maar de goddelijke wet dan? Op het stuk van huwelijksproblemen die erg in het leven ingrijpen, is de pries terlijke opvatting wel eens deze: Beste mensen, God vraagt nooit het onmoge lijke, en jullie kunt dit probleem dus aan... Voor.wat God betreft is dit zeker waar, maar voor wat ons betreft, die menen te moeten uitmaken wat God vraagt...? De kwestie is actueel. Wie van ons durft af te palen, wat God vraagt?" Dit alles noemt de bis schop de vaagheid van het wèl weten en tóch niet weten, het kennen van de norm, maar het niet kennen van het enige, onherhaalbare, individuele leven. Maar dat betekent niet dat er niet heel veel zekers te zeggen valt. En dan somt mgr. Bekkers dingen op die hij in zijn TV-toespraak genoemd heeft, en die toch echte zekerheden zijn, bij voor beeld i Dat de liefde de bedding Is waar doorheen het hele hele huwelijk beleefd m£ftD™trmiddelen noch techniek ooit in staat zullen zijn het huwelijksgeluk vei lig te stellen (kan een geoorloofdver- kfaring van de pil de oplossing van heel de problematiek zijn, vraagt hij.) Dat wéét hebben van de kinderre geling tot de noodzakelijke bagage van ieder jong paar behoort. Dat de mens, zo goed als op alle andere levensgebieden, óók op het ge bied van de gezinsvorming en huwelijks, beleving zélf verantwoordelijk is. Dat de mens nooit het ideaal be reikt, maar een leven lang nodig heeft om te groeien. Vooral dat het geweten de laatste norm van het eigen handelen Is. En dat is, wat mgr. Bekkers het meest ter harte gaat: het geweten van de mensen, en de vorming van het ge weten. „Gewetensvorming is, zo zegt hij, meen ik niet een kwestie van schema's en verordeningen bieden, maar is het voeden van een instantie in de mens, die mee-weet, mee-voelt, mee-waardeert, die mee-veroordeelt, en die ook uit spreekt zonder dat de mens de inwen dige stem tot zwijgen kan brengen". Tot zover mgr. Bekkers in zijn Na beschouwing op de TV-toespraak van 21 maart. Wij hebben maar enige ali nea's weergegeven, zodat de indruk van het geheel misschien niet helemaal overkomt. Tof zover het citaat uit De Nieuwe Linie. De volledige tekst van de Analecta kon ons nog niet ter beschik king worden gesteld. Inmiddels laat De Nieuwe Linie de bisschop ver klaren: „Het kan all maar goed zijn als er prettig en verstandig ver der gediscussieerd wordt over deze zo belangrijke vragen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 15