Geen sprake van rassenwaan K NEGENENNEGENTIG PROCENT DER INHEEMSEN: ANALFABEET EN NIET-KIESGERECHTIGD Portugals „beschavingswerk" in Angola gaat wel vooruit, maar met een slakkegang formele hervormingen verbloemen de werkelijkheid Kapitein Galvao fan POFfnJGAL. ^Madeira? jKaapverdische Oamas Maeai Port. Gufneo gjhgmg; ^Angola: kaartje toont hetgeen er nog over is van het in de zeventiende euio reeds danig ingeschrompelde Portugese imperium. Angola en °zambique zijn de belangrijkste Afrikaanse „overzeese provincies", de Indonesische archipel is de helft van Timor nog Portugees, 7haar Goa, Damao en Dioe zijn inmiddels Indisch geworden, ook al ^schouwt Salazar deze kleine gebieden nog steeds als „ten onrechte Portugees Guinee in Afrika is sinds een half jaar eveneens toneel van een guerilla tegen de Portugezen. ,Jlustig" is het alleen op de AzorenMadeira en de Kaapverdische Eilanden. Salazar gaat zijn eigen gang. De thans vierenzeventig- j. jarige minister-president, rie sinds 1928 Portugal dictato- aal regeert, laat zich door nie- j^and de les lezen of de wet voor- drijven. Zeker niet door de verenigde Naties. Wanneer twee- ehdertig Afrikaanse landen Portu- aanklagen in de V.N. en Sala- Zars stand houden in Afrika „een êevaar voor de vrede" noemen, ph houdt de Portugese regerings- e'her een van zijn zeldzame rede- Voeringen in het openbaar en keert hij de beschuldiging om: "e V.N. zijn een bedreiging van p vrede en van het ordelijk be gaan van de naties geworden inds de massale toetreding van prikaanse en Aziatische nieuwe anden". Het enige nieuws in die opspraak van 12 augustus lijkt e Verklaring, dat de „al aan de =arig zijnde hervormingen en jaministratieve decentralisatie" k" de „overzeese provincies" jollen worden voortgezet. Maar d J? v emhallage van deze me- «n f z°hanig. dat men er be- ïst geen concessie in mag zien onf t-\ e*sen van de wereld- P nie. De reorganisaties zijn im- ers „al aan de gang". Angolaanse vluchtelingen op de binnenplaats van het protestantse zendingshospitaal te Kimpese, een vierhonderd kilometer van Leopoldstad in de Congo. „Weg met dictator Salazar" „Eenheid om te blijven leven" en „Afrika zal vrij zijn" staat er te lezen op borden big een betoging in Accra, de hoofdstad van Ghana, tegen Saiazars toeslaan in Angola. Een Angolaanse verzetsstrijder tijdens een schietoefening. De guerilla tegen de Portugezen te over het algemeen goed georga niseerd. ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1963 UN) T Y iAzoren [Mozambique: van de Portugese vrijwillige politie verwijderen een boom, die door Angolaanse guerilla's dwars over een weg geplaatst is een gebied, waar veel Tcoffie-plantages zijn. m central?* bevat de verklaring over de- hervorl ook al n'et, omdat zulke aanirek?nH^e? *?ed5. eind augustus 1961 roe?S. J?dlRd zqn. Wanneer Salazar uit- r znn geen Angolezen klopt voorzover dit heit staatsburgerschap betreft van de bevolking in het over zeese „Portugal", die sinds twee jaar in haar geheel de Portugese nationaliteit bezit, en ongeacht ras, godsdienst of cultuur gelijke politieke rechten als de moederlandse Portugezen. Bovendien werden er toen hervormingen van de rechtspraak, van de arbeidsverhoudin gen en van het grondbezit aangekon digd en werd de toezegging gedaan, dat de weg geopend zou worden voor ruime inschakeling van inheemsen in het plaat selijk bestuur. In 1951 was er al een andere stap gezet op de weg naar wat men met goe de wil een formele „dekolonisatie" kan noemen: de koloniën kregen de status van „overzeese provincies" en de Por tugese grondwet bepaalt sindsdien: „als samenstellende bestanddelen van de Portugese staat zijn de overzeese pro vincies in onderlinge solidariteit met het moederland verbonden". Tegenstanders van Portugal zien echter in de formele status-verandering slechts een manoeu vre om dreigende VN-inmenging „ille gaal" te maken. Het staat yvel vast, dat de Portu gese regering streeft naar „bescha ving van de overzeese bezittingen Enkele weken geleden, tijdens het de bat in de Veiligheidsraad kondigde de minister van buitenlandse zaken, dr. Alberto Franco Nogueira, zelfs aan, dat volgende maand zowel in Loean- da, hoofdstad van Angola, als in Lou- rengo Marques, de hoofdstad van Mo zambique, universiteiten geopend zul len worden. Het Portugese beschavlngs-program- ma wordt echter met een slakkengang afgewerkt Salazar is ook voor het Portugese moederland tegenstander van stormachtige sociale ontwikkelingen en zweert bij de geleidelijkheid en dit tempo staat onmiskenbaar in schrille tegenstelling tot het veelal opzienbarend enthousiasme, dat de jonge Afrikaanse landen aan de dag leggen bij hun dorst naar kennis en culturele verheffing. Men kan zich afvragen, of de toestand In Angola of Mozambique nu wel zoveel slechter is dan de staat, waarin de ande re Afrikaanse kolonisatoren hun bezit tingen hebben achtergelaten. De ge dachten gaan dan uit naar wat (met enige overdrijving) het Ooingo-drama is genoemd: de chaotische toestand en de excessen na het vertrek van de Belgen. Het feit, dat er in 1954 al illegale vak bewegingen voor inheemsen in Angola bestonden en dat er thans twee voorna me rebellen-groeperingen gereed staan om bij een vertrek (lees verdrijving) van de Portugese overheersers de macht over te nemen, kan niet anders dan pleiten voor de aanvankelijke tolerantie van de Portugezen (wel veroorzaakt door een onderschatting van het natio nalisme) en voor het peil van sociaal bewustzijn. Maar het feit, dat 99 procent van de inheemse bevolking van Angola analfabeet is doet in de netelige kwestie van vergelijkingen de balans ten gunste van de Belgen omslaan. Bij de blanken trouwens merendeels Portugezen is volgens officiële gegevens 20 procent analfabeet, welk percentage hetzelfde is als dat van het moederland. Deze percentages zouden echter volgens Portugese tegenstanders van het regi- me-Salazar in hoge mate geflatteerd zijn: in het moederland zou alleen al 45 procent van de Portugezen analfa beet zijn, en het regime zou ook hier snelle ontwikkeling afremmen om de mensen niet te snel wijs en potentieel opstandig te maken. Immers, analfa beten zijn in Portugal geen volwaardi ge staatsburgers. Zij zijn verstoken van het actief en passief kiesrecht, tenzij ze aan eisen van maatschappelijke wel stand beantwoorden, die hen uit dien hoofde aanzienlijk maakt. Hoe het zij, een en ander pleit niet voor de Portuge se onderwas-politiek. In zijn jongste redevoering gewaagde Salazar van de Portugese „beschavings missie", die een „Heilige Erfenis" van het voorgeslacht is, en van de „multi- raciale samenleving" in de overzeese provincies. Op beide punten heeft hij, althans formeel, gelijk. Met de Spanjaar den zijn de Portugezen de oudste kolo nisatoren van de moderne geschiede nis en beide volkeren beschouwen de materiële rijkdommen, welke hun kolo niën opleverden slechts als geschenken des hemels voor hun primaire plicht: de verkondiging van het Evangelie. Men gelieve hierbij de opvattingen van die tijd in aanmerking te nemen. Bij de Hollanders en de Engelsen, die een eeuw lat-r begonnen te koloniseren, speelde de zucht naar gewin de enige rol. Geloofs verkondiging werd zeker niet aangemoe digd. En wat de samenleving van ver schillende rassen betreft: in volkomen tegenstelling tot Verwoerds Zuidafri- kaanse Boeren hebben de Portugezen nimmer ook maar de neiging gevoeld to. rassenwaan. Eeuwenlang overheerst door Moren, als het Iberisch schiereiland is geweest, kwamen de Portugezen en Spanjaarden al vroeg in aanraking met de Afrikaan se cultuur (ook die van het legendarisch- Middeleeuwse goudland Ghana) en ze hebben die nooit als minderwaardig be schouwd. Net zo min als trouwens de Spaanse conquistadores de nog aanmer kelijk meer spectaculaire beschavin gen, welke ze aantroffen in Mexico en Peru. En evenals de conquistadores streefden de Portugezen bewust naar rassenvermenging, voorzover het de bo venlaag betrof van de exotische samen levingen, welke ze in hun koloniën aan troffen. Negervorsten werden geker stend, zwarte prinsessen werden als brui den „geschonken" aan hooggeplaatste koloniale officieren. Er zijn aanzienlijke Portugese geslachten, die trots van zul ke afstammingen gewagen. Barbaren verheffen tot Portugezen, dat was stellig het ideaal van de Por tugese veroveraars en volgens deze ideële traditie hebben ze hun onder worpen volkeren sindsdien bestuurd, zjj het dan dat de opvattingen steeds meer onder het stof van eeuwen ge raakten. Om de barbaren de waardig heid van de arbeid volgens christelijke normen bij te brengen waren alle in heemsen lange tijd verplicht tot „he rendiensten", zes maanden gedwongen arbeidsdienst per jaar, voor de over heid of voor derden, dit ook als sub stituut van het „beschaafdere" belas ting betalen. „Wingewesten" zijn de Portugese ko loniën in werkelijkheid wel maar, al weer, formeel niet geweest, getuige bij voorbeeld een resolutie van de „Con- selho da India" uit 1612: „Indië en de andere landen overzee, met wier be stuur deze raad bemoeienis heeft, zijn niet gescheiden, noch onderscheiden van het koninkrijk... daar zij onderworpen zijn aan dezelfde wetten en dezelfde privileges genieten als genoemd konink rijk, zodat hij, die geboren is in Goa, Brazilië of Angola even Portugees is, als hij, die geboren is in Lissabon". Opvattingen, die modern aandoen. Men kan zich zelfs afvragen, wat er eigen lijk eind augustus 1961 nog te veranderen viel ten aanzien van het Portugees staatsburgerschap van de bevolking overzee. enmerkend voor Saiazars Portugal en dit geldt merkwaardigerwijs ook voor de opvattingen van Ver woerd, de Afrikaanse „bondge noot" van de Portugese leider is echter het curieuze verschil tussen ideologie en de werkelijkheid. Bij Ver woerd is het merkwaardig, dat hy ter- wijl hij de strikte maatschappelijke scheiding van de rassen ook geografisch tot principe heeft verheven, tegelijkertijd Zuid-Afrika intensief industrialiseert, waardoor de integratie van een groot gedeelte van de negers weer noodzake lijk wordt. Waar moeten anders de goed kope arbeidskrachten vandaan komen? Voor wat Portugal betreft: in de vier eneenhalve eeuw, dat het land in Ango la zijn beschavings-missie vervult, is het aantal „assimrlados" (volledig beschaaf de inheemsen) nog niet hoger gestegen dan twee procent. Overigens bestaat sinds 1961 het instituut van de assimila- dos formeel niet meer. By de laatste hervorming kwam het Statuut voor de Indigenato (inlander) te vervallen, dat voor assimilatie met alleen het belei- den van de ohnstelpke godsdienst voor schreef, maar ook een examen, waaruit kennis van de Portugese taal en alge mene ontwikkeling moesten blijken, bene vens uiterlijke kentekenen van Westerse of daarmee gelijk te stellen beschaving. Dat de „culturele" eisen thans verval len zijn en voor het 8enot van Portu gese burgerrechten slechts kennis van lezen en schrijven dan wel een inkomen op aanzienlijk niveau voorgeschreven zijn is in theorie een verbetering Van de positie van de inheemse bevolking. Maar in de praktijk is er sinds de afschaffing van het instituut der assimilados niets veranderd: het maakt geen yerschii of men twee procent van de inheemsen burgerrecht toekent of allen, maai- dan voor zover ze lezen en .schrijven kunnen, wanneer 99 procent analfabeet is. Daar komt by, dat destijds veel inheemsen konden bedanken voor de assimilado- status omdat zulks hogere belasting en militaire dienstplicht met zich mee bracht. Zulke faciliteiten zijn er nu met meer by. Tegelqk met de hervormingen in de overzeese provincies kondigde de Portu gese regering twee jaar geleden aan, dat de vestiging op grote school van Portugezen, vooral in Angola, met kracht aangemoedigd zou worden. In het bijzonder tracht men thans dienst plichtige militairen, die in verband met de oorlogstoestand op grote schaal naar Angola worden gezonden, ertoe over te halen zieh in Angola blijvend te vesti gen. Hier doet zich het opmerkelijke feit voor, dat hervormingsmaatregelen, die aangekondigd worden ten gunste van de inheemse bevolking, als het ware weer te niet worden gedaan door de gelijktijdige aankondiging van een ver sterking van de niet-inheemse bevolking. Diverse faciliteiten, zoals op het gebied van de kredietverstrekking, maken net voor Portugese dienstplichtigen, die An gola overleefd hebben, zeer aantrekke- ,j£r blqven. De Portugese koloniale Er P°°St sinds Salazar aan de macht kwam de vorming van een groep „poor whites" te verhinderen. In de laat ste 20 jaar is de blanke bevolking van Angola van 45.000 tot 170.000 toegeno- naein. Daarnaast leven er in dit gebied, dat zevenendertig maal zo groot als Nederland is, vier miljoen negers en 25.000 mulatten, gemengdbloedlgen. „Angola is een schepping van Portu gal en bestaat niet zonder ons ver klaart Salazar in zqn jongste rede. wat het eerste betreft, dit is moeilijk ie o-ntk nnen. De blanke samenleving in riant aangelegde steden maakt een wei- varende indruk. De produktie van de koffieplantages is aanzienlijk en neemt et voorname plaats in de Portugese economie in. De bewering van Saiazars tegenstanders dat de Portugese inkom sten uit de overzeese gebieden jaariqKs 90 miljoen dollar gemiddeld zouden be dragen, en het gemiddeld t,e ?r'jY,an jaarlijks 57 miljoen op Portugals handels balans zouden compenseren, vindt mins- sabon geen bevestiging uiteraara me,. Ook wat de zwarte bevolking va .AP?0" ta betreft kan men wel van een Portu- schepping" spreken.^oen^ Diego Afrika's kusten gelokt werden (ook door toedoen van hun opperhoofden) kan men de vestiging van de Bantoes verklaren in Angola. Cao inT483 dë Congomonding ontdekte moet het gebied slechts d°or .Bosjes mannen bevolkt zjjn geweest. J->e Portu gezen zqn echter de eerste Westerse sla venhandelaars geweest en de Bosjesman nen waren als slaven volkomen onge- en commissie van de I.L.O., de internationale arbeidsorganisatie, heeft in maart vorig jaar na uit voerig onderzoek ter plaatse ver klaard, dat er in Angola geen sprake is van gedwongen arbeid en dat de klacht daarover van Ghana ongegrond is. De grieven van de inheemse bevol king richten zich echter nog steeds te gen de contract-arbeid, die in ongun stige omstandigheden nauwelijks van gedwongen arbeid te onderscheiden is, en voorts tegen de bijzonder slechte sociale en hygiënische toestanden bij de plantage-arbeid. Het rapport, dat in 1947 over de so ciale toestanden in Angola werd uitge bracht door de toenmalige inspecteur van koloniën kapitein Henrique de Malto Galvao, dezelfde, die eind 1950 net Portugese schip „Santa Maria" kaapte spreekt in dit opzicht onver bloemde taal. De regering stopte het onmiddellijk in de doofpot, zond Gal vao met pensioen en liet hem, toen hij „lastiig" bleef, arresteren. In 1953 werd Galvao wegens hoogverraad veroor deeld. In 1959 ontsnapte hij en liet hij Min rapport publiceren. Daaruit blijkt, dat er althans in 1947 nog sprake was van gedwongen arbeid van inheemsen, dat er in het geheel geen medische ver- 2°rgin.g was, dat de sterfte onder de volwassen autochtonen 40 procent en bij de kinderen 60 procent bedroeg. Op grote schaal sloegen de negers op de vlucht, naar Rhodesië of Zuid-Afrika, O*?1- ze weliswaar slachtoffers werden Tf" de apartheid, maar althans iets menswaardiger nog konden leven. Men moet aannemen, dat de regering in Lis boon zich toch wel iets aan dat rap port gelegen heeft laten liggen, aange- 'f" de integriteit van de I.L.O.-com missae moeilijk betwijfeld kan worden Galvao met de „San- e-ev^f w de stoot te hebben ge- fn bet uitbreken van de opstand is 0,°.:a\ *->e autoriteiten werden er crtHuïaai? 1961 verrast doordat op ver- rSSLië? Plaatsen in het land „onge- uitbraken onder de ïn- Massale arrestaties van lei- ?rs,en potentiële leiders van rebellen eraen gevolgd door een golf van sa- A*. a?e ,en aanslagen op voor het econo- „Gij leven vitale punten. Kort daarop volgde het beruchte bloedbad, door de r-ortugezen aangericht bij de gevange- n,s van Loeanda, waar de bevolking initiatief over" krachten. van de Portugese strijd- de gearresteerde leiders te be vrijden. Omdat er zich destijds een zes- etfi buitenlandse journalisten in de stad bevond, staat zeker in dit geval ue wreedheid van het Portugese optre- .buiten kijf. Voor het overige be schuldigen op hun beurt de Portugezen nun tegenstanders van wreedheden en in Portugese bioscopen zijn filmjour naals vertoond, die dit moesten staven, ■tegenover elkaar stonden aanvankelijk .on sen 40.000 man Portugese strijdkra ren. en een guerrilla van 5.000 tot 15.000 "ton, naar schatting. Het aantal Por tugese militairen zou sindsdien ongeveer verdrievoudigd zijn en de autoriteiten beweren thans, de opstand „onder con trole" te hebben. Dat er nog gevoch ten wordt biykt echter uit de periodie ke regeringscommuniqué's. Volgens het rwarhw i interview van 17 juli dit jaar van de schikt en onverkoopbaar. ,®en- Portugese minister van defensie, gene den de Bantoes zicih veel draai Gomes de Arauio (waarin deze als neer men bedenkt, dat tot aan het eind van de achttiende eeuw ^eanda de voornaamste slaven-verschepingshaven van Afrika was en de geschikte neger- u-+__ «uil van net Angolese gronageoiea stammen destyds met alienei ten naar Maar „de terroristen nemen zelden het raai Games de Araujo (waarin deze als eerste autoriteit toegaf, dat er ook in Portugees Guinee sprake is van guerril la) bezetten de rebellen nog twee pro cent van het Angolese grondgebied Tragisch voor de opstandelingen is hun onderlinge verdeeldheid in een strijd, die gemeenschappelijk ge streden zou moeten worden. Dat er verschillende guerrilla-groeperingen zi„ i ligt, gezien de uitgestrektheid en verdere omstandigheden van Angola voor de hand. De Angolese rebellen zijn echter in twee groeperingen ver deeld, die vrijwel iedere samenwerking weigeren en die duidelijke klimaatsver schillen vertonen. De grootste en oudste (opgericht in 1954) zou die van de 36-jarige oud-on derwijzer Holden Roberto zijn, die in Leopoldstad een regering-in-baLling- schap gevormd heeft, welke door de meeste onafhankelijke Afrikaanse lan den erkend is. Roberto (dit is zijn fa milienaam, Holden is de naam van een Amerikaanse methodisten-predikant, die hem doopte) is enkele jaren geleden ontvangen door president Kennedy, hij geniet de sympathie van de landen van de Brazzaville-groep en dit beweren zijn tegenstanders alle vertrouwen van Wall Street. Hq zou 'n soort Tsjom- be zijn, maar zijn nationalisme zou op het niet-financdële vlak feller zijn dan dat van de Katangaanse leider. De U.P.A. (Uniao das Populacaos de An gola) weigert iedere samenwerking met blanke tegenstanders van het regime- Salazar en heeft aangekondigd er naar te zullen streven het Portugees als „lin gua franca" uit Angola te bannen. Tegenover Holden Roberto's U.P.A. (waarvan nog opgemerkt kan worden, dat de meest op de voorgrond treden de aanhangers allen protestant zijn) staat de M.P.L.A., merkwaardigerwijs de indtialen van een beweging met een Franse naam: Mouvement populaire <je libération de l'Angola, in 1956 opgericht en iets kleiner dan de U.PA. Mario Pinto d'Andrade, de leider van de M.P.L.A. is zelf een Bantoe, maar zijn beweging telt ook blanke aanhangers, vrijwel allen zijn katholiek en wat be- langrijker is, d'Andrade geniet alle steun van de Afrikaanse landen van de Ca- sablanca-groep. Is één van Roberto's voornaamste ac tie-bureaus in New York gevestigd, die van d'Andrade bevinden zich in Cairo en in Algiers. De M.P.L.A. werkt voorts nauw samen met de beweging van ge neraal Humberto Delgado, de oppositie kandidaat bij de Portugese presidents verkiezingen van 1958. Delgado's F.P. L.N., Frente Patriotica de Libertacao Nacional heeft zich in mei van dit jaar tijdens een geheim congres „in een West- europese hoofdstad" uitgesproken voor zelfbeschikkingsrecht voor de overzeese provincies en daarmee voldaan aan de voorwaarde, welke d'Andrade stelde aan samenwerking. Daarop verleende Ben Bella in Algiers gastvrijheid aan de beweging van Delgado, die er een centrum voor anti-Salazar-activiteiten heeft gevestigd. De Portugese generaal, ex-ehef van de luchtmacht van zijn land en ex-vertegenwoordiger van Lissabon bij de N.A.V.O., heeft voorts een be langrijke adviserende taak bij de Al gerijnse luchtmacht gekregen. Voor Sa- azar is het een uitgemaakte zaak, dat deze groep van zijn tegenstanders „in communistisch vaarwater" is geraakt. Iets welwillender kan Salazar mis- sc'jen denken over Holden Roberto's beweging. Dit zou men kunnen afleiden uit het feit, dat Salazar en Yoülou, des tijds nog president van de Congo-Braz zaville, „on speaking terms" waren. Youlou was als het ware de leider van De Gaulles Afrikaanse vazallen van de Brazzaville-groep, die stellig geneigd was tot desgewenst gematigder optre den in de V.N. Youlou is inmiddels van het Afrikaans-politieke toneel verdwe- n i en op de conferentie van Dakar is beslaten tot geleidelijke versmelting van de Brazzaville-groep met de grotere organisatie voor Afrikaanse eenheid. Diezelfde conferentie besloot tot diplo matieke breuk met Portugal en tot eco nomische boycot-maatregelen jegens dat land. Youlou, die zieh zo vee] voor stelde van zijn bemiddelaarsrol, kreeg slechts van Salazar de schriftelijke ver zekering, dat er eind dit jaar in Ango la verkiezingen zullen worden gehouden. Verkiezingen, waaraan slechts één pro cent van de inheemse bevolking kan deelnemen. E.-W. van OPZEELAN'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 9