Stamhoofd Boualam pleitte
nog immer zonder succes
Kampen worden haarden van
bederf en sociale onrust
2
Bijna 5000 minder
jarigen in Parijs en
omgeving
VOLOP JABO
GRATIS GELEGO - 'f Hollandse Huis
BRIEVEN
van lezers
Uit STAD
en STREE
Niet uit het volk voort
gekomen
Meer dan de helft
Wat met de trouwe
hondgenoten
Oorspronkelijk 'n soort
burgerivaeht
PAGINA 15
De Harki's zijn niet helemaal te vergelijken met onze Ambonnezen.
Hun positie was enigszins anders. Het lot echter, dat hen na het ver
drag van Evian trof, is vrijwel hetzelfde. In hun eigen land waren ze
hun leven niet meer zeker, moesten ze elk ogenblik verwachten,
slachtoffer te worden van de wraak der overwinnaars. Inderdaad zijn
tienduizenden er met hun gezinnen vaak op afschuwelijke wijze om
het leven gebracht. Het vorige jaar meldde het blad „Le Monde",
dat er va nmaart tot november 1962 in Algerië meer dan tienduizend
harki's „geliquideerd" waren, alle overeenkomsten van Parijs met
de nieuwe regering te Algiers ten spijt. Dit cijfer sloeg op een betrek
kelijk korte periode. Inmiddels, door een dergelijk bericht werd ook
van Franse zijde toegegeven, hoezeer er door het snelle terugtrekken
der Franse troepen tegenover de trouwe Harki's een misslag was
begaan. Men had hen aanvankelijk vrijwel aan hun lot overgelaten,
vertrouwend op Ben Bella's geruststellende verklaring en vermoede
lijk tevens, omdat men eigenlijk niet goed raad wist met het pro
bleem. Het overbrengen der Harki's, wier gezinnen evenmin veilig
waren, zou een enorme uitgave gevraagd hebben, welke na die ten
behoeve der honderdduizenden répatriés niet gewettigd leek. Zulks
temeer, omdat te Parijs in regeringskringen en in het parlement velen
afkerig van een hulpverlening op grote schaal waren, vanwege de
slechte naam, welke de Harki's zich in de meedogenloze strijd tegen
de rebellen verworven hadden. Hen naar Frankrijk te halen, was
praktisch onmogelijk. Ze zouden er in de bevolking opgenomen moe
ten worden, evenals de répatriés, die reeds een bijna onoplosbaas
probleem vormden.
Politieposthuis
Kinderen in verkeer
Opvailend- dat. tweed de
mode-ontwerpers ieder jaar-
weer inspireert tot de meest
fraaie najaarsmantels, Na
tuurlijk vindt u deze mo
detien bij- Lippits. In de
rijke herfsttinten die de
engelse, schotse en terse
tweedy zo beroemd maakte.
IN HEEL HET GROTE
PARIJS zijn in 1962
„slechts" twee kinderen
van acht en tien jaar
verdwenen. Maar in dit
jaar heeft men voor heel
Frankrijk een stijgend
aantal misdaden, op kin
deren gepleegd, moeten
registreren.
Hierover maakt de
politie zich bezorgd en
uiteraard ook de ouders
van kleine kinderen, die
men toch niet altijd
thuis of dichtbij zich
kan houden. Er gaat
bijna geen week voorbij,
of er wordt de verdwij
ning van een meisje of
een jongetje gemeld.
Soms wordt het lijkje ge
vonden. Dan blijkt het,
dat het om een geval als
dat van de kleine Marcel
Nivard gaat, hetwelk
Rotterdam en de rest van Nederland zozeer in opschudding heeft
gebracht. Een andere maal wordt het verdwenen kind uit een
riviertje opgevist. Ook dan bestaan er redenen om aan te nemen,
dat er misdrijf in het spel is geweest. Menigmaal komt het inmiddels
ook voor, dat de kinderen verdwaald waren of wetens en willens van
huis waren weggelopen. In deze examentijd bovendien is het weg
lopen van een kind, uit vrees voor een komend examen, of omdat het
gezakt is, een nogal eens voorkomend verschijnsel. In zo'n geval
gaat het dus om minderjarigen; meisjes en jongens van veertien
vijftien jaar worden soms dusdanig door vrees voor straf aan
gegrepen, dat ze tot een wanhoopsdaad gedreven worden.
De elfjarige Thierry Desouch.es. Leeft
hij nog?
Ff ankrijks .Ambonnezen' in nood
„IN DIT LAND IS GEEN PLAATS MEER voor de
haat," verklaarde Ben Bella bij zijn ambtsaanvaar
ding. Maar de Bachaga (stamhoofd) Boualam heeft
hem juist ter gelegenheid van de eerste verjaar
dag van de grondvesting der Algerijnse republiek,
ten deze op heftige wijze in gebreke gesteld. De
Bachaga Boualam was vóór de opstand een der
voornaamste en meest toegewijde medewerkers der
Fransen in Algerijë. Hy had als religieus, politiek
en militair leider van een welvarende streek in
het zuidwesten groot gezag, niet alleen onder zijn
stamgenoten, de Beni Boudoeanes, maar ook bij
een aantal andere stammen. Hij woont nu op een
boerderij in de Camnrgue Zuid-Frankrijk) waar
hij met wat er van zijn gezin en familie overbleef
een zoon sneuvelde, dertien verwanten werden
tijdens de opstand en daarna door het F.L.N. om
gebracht een nieuw bestaan heeft gevonden.
Daar wierp hy zich op als de grote pleitbezorger
van de Harki's, Frankrijks Ambonnezen, waarbij
hij een belangrijke rol heeft gespeeld. Het vorige
jaar hebben we in een artikel het een en ander
medegedeeld over de massavlucht der Harki's,
Frankrijks Mohammedaanse soldaten in Algerijë.
Bij duizenden waren ze tot diep uit het binnenland
naar de Algerijnse havens gekomen, met vrouw en
kinderen, om aan de moordcommando's van het
F.L.N. te ontkomen. In Marseille waren ontvangst
centra voor hen ingericht, vanwaar ze naar kam
pen werden overgebracht. Daar vonden ze voor-
'««ig ,-ust. Maar geen vaderlandEvenmin als
heel wat der honderdduizenden répatriés, die niet
langer in Algerië wensten te blijven en hoopten in
Frankrijk een nieuwe toekomst te kunnen op
bouwen.
FRANKRIJK HEEFT EEN KWA
DE erfenis uit Algerië overgehou
den.' de Harki's, Mohammedaanse
soldaten, die de Franse vlag trouw
bleven en tegen Ben Bella c.s.
vochten.. Dertig duizend hunner
hebben in Frankrijk een toevlucht
gezocht, waar ze een waar pro
bleem vormen. Tienduizenden ble
ven achter. Velen hunner zijn ter
dood gebracht. De anderen wacht
zo goed als zeker de dood. Althans
indien Frankrijk zijn verantwoor
delijkheid voor hun lot niet er
kent. Een hunner voornaamste
leiders, de Bachaga Balouam,
heeft zich thans tot hun pleitbe
zorger opgeworpen. Hij was een
der felste voorstanders van een
„Algerie Francaise", lid voor Or-
léansville van het Fra»?se parle
ment en zelfs vice-president van de
Assemblée. Tegelijkertijd is er in
Frankrijk zelf de aandacht op ge
vestigd, dat de daarheen gevluchte
Harki's een sociaal probleem aan
het worden zijn. Frankrijks Am
bonnezen passen zich niet aan. zo
als de bedoeling was.
ten? De Bachaga Boualam ontkent zulks.
Weliswaar ontvingen ze een zij het
gering soldij, maar ze bleven volgens
hem feitelijk burgers. Ze kregen slechts
lichte wapens en moesten zich met hun
jachtgeweren vergenoegen en met hun
mes, het traditionele wapen in de Alge
rijnse grensgebieden. Pas later werden
voor hen handgranaten beschikbaar ge
steld. Het waren intussen, naar de Ba
chaga Boualam uitdrukkelijk vaststelt,
voornamelijk de Harki's, die al of niet
in nauwe samenwerking met de „pa
ra's" van generaal Massu, in de strijd
tegen de rebellen .het spits afbeten. Hun
aantal van 100.000 werd indirect aange
vuld door andere Mohammedaanse hulp
troepen. Omstreeks 1960 bedroeg het to-
tale aantal Mohammedaanse strijders
onder de Franse vlag niet minder dan
250.000. En dit. terwijl het aantal Fran
se soldaten in Algerië volgens de Bacha
ga Boualam nooit de 40.000 overschreden)
heeft.
heel het land verspreid. De rest wordt
in de gelegenheid gesteld, zich zoveel
mogelijk aan de Franse verhoudingen
aan te passen en waar mogelijk, hun
eigenlijke beroep van landbouwer uit te
oefenen. In een bebossingsplan voor de
Pyreneeën werden ettelijke duizenden
ingeschakeld, waarvan gezegd mag wor
den, aldus de officiële woordvoerders,
c'-it ze in de gemeenschap der bergbe
woners zijn opgenomen. Ze wonen dicht
bij de dorpen, hun kinderen gaan met
de dorpskinderen op school. De volwas
senen leren elkander in de dorpsherber
gen en bij het spel kennen
De werkelijkheid is evenwel anders.
Volgens een reportage, welke dezer da
gen in „Témoignages Chrétiens" ver
scheen, is het probleem der Harki's.
die Fransen van nationaliteit zijn ge
bleven, want ze zijn op Frans grondge
bied geboren en hebben Frankrijk met
de wapenen gediend, nog verre van op
gelost. Het is de man, door wie de
reportage na een nauwkeurig onderzoek
geschreven werd, gebleken, dat b.v. bij
de herbebossing de verblijven der Har
ki's ettelijke kilometers van de dorpen
vandaan liggen en er bijna geen con
tact niet de bewoners bestaat. De Har
ki's blijven aan hun lot overgelaten.
Men heeft hen naar door de bewoners
verlaten dorpen in verschillende stre
ken van Frankrijk getransporteerd.
Daar leven ze volkomen afgezonderd,
als 'n soort D.P.'s, als ontwortelden.
Geen sprake van dat ze er in 't Franse
volk opgaan wat toch de bedoeling der
regering zou zijn. In de kampen en de
Gewapende Algerijnse grensbewoners.
Uit hen onstonden de Mohammedaanse
hulptroepen, de Harki's.
herbevolkte dorpen heersen al de
zelfde toestanden als in de „douars"
(kampementen) van het Algerijnse ma-
quis en er vinden dingen plaats, die
in een beschaafd land niet geduld kun
nen worden. Wat in Algerië nolens vo-
lens getolereerd werd, moet in Frank
rijk als onduldbaar beschouwd worden,
aldus de schrijver van de reportage,
voor wie vooral de toestanden op zede
lijk gebied een gruwel bleken. De kam
pen en dorpen worden haarden van ze
denbederf en broedplaatsen van sociale
onrust.
Op het Franse platteland, waar men
de Harki's in een eigen verband het
leven, zoals ze in Algerië dit veelal ver
van de civilisatie leidden, laat voort
zetten, worden ze nu al voor „Ben Bel
la's" uitgescholden. Ze zijn op weg, er
een soort Zigeuners te worden, weigeren
elk vast dienstverband bij de boeren
of veehouders en ontwikkelen zich,
dank zij de jachtgeweren, die ze moch
ten behouden, tot gevaarlijke stropers.
De conclusie ligt voor de hand, al wordt
in regeringskringen optimistisch over
het probleem der Harki's gesproken, in
werkelijkheid neemt het allengs ernsti
ger vormen aan. Deze mensen, tegen
over wie Frankrijk een ereschuld heeft,
dreigen te verpauperen en tot a-sociale
elementen te verworden, zo waarschuw
de de „Témoignages Chrétiens".
OBSERVATOR
A dvertentie)
DE WAGON IS WEER
BINNEN.
DUBBEL BOUCLÉ - VERZETBOUCLÉ
Verder alle soorten VLOERBEDEKKING van de bekende merken.
A. W. v. GRAAS - TEL. 21379 - L. VEERSTRAAT 25 33 - HAARLEM
Advertentie)
Plaatsing van ingezonden stukken
(„Brieven van Lezers") betekent niet
noodzakelijk een bewijs van instemming,
doch betekent slechts dat de hoofd
redactie het ingezonden stuk ter kennir
van de lezers wil brengen. Het feit vas
de plaatsing onttrekt zich echter niet
aan de verantwoordelijkheid der hoofd
redactie, die zich dan ook voorbehoudt
een ontvangen stuk zonder opgave van
redenen terug te eenden. In het alge-
meen is ondertekening met naam en
adres vereist, tenzij in een zeer bijeon
der geval de hoofdredactie dwingende
redenen aanwezig acht tn* deze regel
af te wijken.
Haarlem heeft een begrotingstekort.
B. en W. willen dit tekort dekken
door nieuwe belastingen, verhoging
van belastingen, verhoging van tarie
ven. Dit zou te begrijpen zijn als het niet
anders kon. Zouden de leden van de
gemeenteraad niet eens meer op de uit
gaven willen letten? Als ik lees dat
voor de verbouwing van een politie
posthuisje, dat naar ik meen bestaat uit
twee kamers en een w.c. 28.000,- no
dig is, dan geloof ik dat er hier iets
niet klopt. Het is volgens mij niet mo
gelijk dit bedrag te besteden aan zo'n
klein pand. Tenzij men de muren met
goud bekleedt. Voor dit bedrag kan
men een i geheel nieuw gebouwtje neer
zetten. Een aannemer in Brabant kan
er zelfs twee bungalows voor plaatsen.
Is er niemand in de raad die hier eens
opheldering vraagt of ons, ingezetenen
eens uit de doeken doet waar dat geld
precies voor nodig is? Ik meen dat wij
daar recht op hebben alvorens wjj meer
belasting gaan betalen. De laatste ja
ren heb ik meer over dergelijke uitga
ven gelezen o.a. 18.000,- voor een ka
mer in het stadhuis op te knappen,
40.000 voor verbouwing van een wo
ning voor een concierge, 18.000 voor
een bruggewaöhtershuisje, 120.000,-
voor een houten bruggetje Gravenste-
nenbrug). Kapitale bedragen worden
uitgegeven voor antieke bouwsels. Wat
heeft het niet gekost om de stinkende
Bakenessergracht te behouden? Als men
voor kleine werken al zoveel geld weg
smijt hoe zal dat dan gaan bp' grotere
werken?
Ik meen dat wij, ingezetenen, er recht
op hebben dat een accountant al deze
uitgaven eens kritisch gaat bekijken.
Verhoging van tarieven en belastingen
kunnen B. en W. ons niet verkopen als
niet uit de doeken wordt gedaan waar
om zulke enorme bedragen gemoeid
zijn met dergelijke kleine werken.
H.
(Volledige naam en adres ter redactie
bekend)
(Blijkens het voorstel van B. en W.
aan de raad behelst de verbouwing
van het kennelijk door u bedoelde poli
tieposthuis nl. dat op het Leidse-
plein a. het scheppen van een be
hoorlijke werkruimte voor de posthuis
commandant door uitbreiding van diens
huidige ,,cdl", b. uitbreiding van het
gebouw met een stallingruimte voor
twee scooters. Het kritisch bekijken van
gemeentelijke uitgaven is de eigen taak
van de raad. Accountants kunnen
slechts narekenen of de cijfers klop
pen; de raad geeft zijn oordeel over
de gerechtvaardigdheid van de bedra
gen RED ACTIE)
Onlangs ontvingen we van de gemeen
te Haarlem een foldertje, te dit folder
tje wordt de ouders geleerd hoe ze
hun kinderen aan het verkeer moeten
laten deelnemen. Zouden de geachte
samenstellers ook een oplossing weten
hoe te handelen bij de St. Antonius-
school aan de Zijlvest? Ze moeten
CLARAKLINIEK Ten behoeve van
enkele aankopen voor de Clarakliniek
in Zandvoort vragen B. en W. van
Haarlem de raad een krediet van
13.750 beschikbaar te stellen. Een
deel van het krediet zal worden ge
bruikt voor de aanschaf van een wa
gen, waarmee tijdens transport de war
me maaltijden voor de patiënten op
temperatuur kunnen worden gehouden.
AANKOOP PAND B. en W. vra
gen de raad een krediet van 38.610
te voteren voor de aankoop van een
huis aan de Rijksstraatweg, dat te zij
ner tijd gesloopt zal moeten worden,
mede ten behoeve van de toekomstige
profielwijzigiging van de Rijksstraat
weg.
maar eens gaan kijken hoe de kinde
ren daar, kris kras tussen vrachtwa
gens door lopend, hun school kunnen
binnengaan.
Jac. R.
Die onberedeneerde vrees wordt ver
moedelijk mede veroorzaakt door de
hardheid van vele ouders. Er zijn in
Frankrijk kranten, die er een aparte ru
briek op na houden: „Onze kinderen-
martelaren", waarin men telkens weer
lezen kan, hoe een vader of een moeder
zich op een schier ondenkbare wijze aan
zijn kinderen vergreep in een vlaag van
woede of zelfs met langdurige kwellin-
vennelijk te koelen bloede begaan,
zij het dan gedreven door jaloezie of
wraakzucht.
Intussen zijn het uiteraard vooral
de geregeld voorkomende verdwijningen
van jonge kinderen, welke de gemoe
deren bezighouden en waartegen de
publieke opinie maatregelen eist. En
kele bladen hebben een enquête inge
steld, teneinde na te gaan, onder welke
omstandigheden kinderen het slachtof
fer van ongure elementen worden. In
een dezer bladen werd erop gewezen,
dat de droevige voorvallen bijna uitslui
tend op zon- en feestdagen plaatsvinden.
De conclusie lag voor de hand. Op zon
en feestdagen komen lieden op straat,
die anders aan hun werk gebonden zijn.
Men heeft dus meestal niet met recidi
visten te doen, doch met gelegenheids-
misdadigers, hetgeen de opsporing uit-
terst moeilijk maakt. De politie beschikt
dan gewoonlijk over te weinig aanwijzin
gen, ze kan haar registers niet naslaan,
in de hoop, het een of andere bij haar in.
geschreven staand individu op grond
van wellicht een heel vage, maar toch in
een bepaalde richting wijzende aandui
ding aan de tand te kunnen voelen. Ze
kan over het algemeen weinig meer
doen, dan de ouders juist in deze vakan-
tietijd de allergrootste voorzichtigheid
aanbevelen.
Een statistiek, hei hele land betreffen
de, is nog niet gepubliceerd. Inmiddels
is evenwel hetgeen de prefectuur van
Parijs omtrent het verdwijnen van min
derjarigen bekend gemaakt heeft, wel
een pregnante illustratie van een ver
schijnsel, hetwelk op zichzelf reden ge
noeg tot bezorgdheid geeft, aangezien
het ook in andere grote steden gesigna
leerd wordt.
In 1962, aldus het rapport van de pre
fectuur, werden 4557 verdwijningen van
minderjarigen aangegeven. Voor 1959
bedroeg dit getal 2692, voor 1960 3224,
voor 1961 3640. Alle aangiften werden
door de brigade ter bescherming van
minderjarigen nauwkeurig onderzocht.
In het rapport wordt aangetekend, dat
de sterke vermeerdering vooral in
1962 in belangrijke mate te wijten valt
aan de omstandigheid, dat de brigade
zich niet alleen bezighield met minder
jarigen, onder de 18 jaar, maar tevens
met die van 18 tot 21 jaar.
Het cijfer 4557 betreft niet alleen de
stad Parijs, maar tevens het departe
ment van de Seine, omdat het meren
deel der minderjarigen dat daar van
huis wegliep, vermoedelijk naar Parijs
toog, in navolging van zoveel ouderen,
voor wie de Lichtstad nog steeds een
soort „beloofd land" is waar ze overi
gens meestal teleurgesteld en vaak door
het roze leven opgeslokt worden.
De moeder van een achtjarig meisje,
dat het slachtoffer van een maniak
werd.
De helft van de minderjarigen, waar
van de meerderheid weer door jongens
en meisjes tussen de 18 en de 21 wordt
gevormd, keert blijkens de gegevens bin
nen acht-en-veertig uur naar huis terug
Ze worden er door de politie heen ge
bracht of zoeken uit eigen beweging de
gesmade huiselijke haard weer op. Vijf
en-twintig procent kon na veertien da
gen opgespoord worden en tien procent
na een maand Van vijf procent ver
mocht de politie de verblijfplaats niet
achterhalen, maar het mag worden
aangenomen, dat ze bij familie of beken
den zijn beland, die hen niet bij de poli
tie aanmeldden. Ze keerden eventueel
na enige tijd terug of vonden ergens een
betrekking, waarbij in de meeste geval
len de kans, dat. b.v. de meisjes in de
prostitutie zijn terechtgekomen, gering
moet zijn, aangezien de politie ten deze
een strenge controle uitoefent De prefec
tuur meent daarom te mogen constate
ren, dat van verdwijning als gevolg van
misdaad slechts in zeer geringe mate
sprake kan zijn.
Dat jaarlijks evenwel ongeveer vijf
duizend minderjarigen te Parijs en om
geving het ouderlijke huis ontlopen, is
overigens een feit hetwelk te denken
•geeft temeer daar dit cijfer, zoals be
reids aangestipt ook voor de rest van
het land als min of meer maatgevend
mag worden aangemerkt. Het is een
probleem, waarin, wat de minderjarige
meisjes betreft de handel in blanke sla
vinnen zijn niet te loochenen aandeel
heeft naar telkens opnieuw uit de recht
bankverslagen blijkt. In Parijs en om
geving verliest men in ieder geval elk
spoor van vijf procent van 4557 minder
jarigen. Het gaat hier dus om enkele
honderden. Voor het hele land kan men
gerust van duizenden spreken
En om nog eens op het verdwijnen van
jonge kinderen terug te komen, sinds 31
mei van dit jaar zijn te Parijs twee kin
deren verdwenen, een meisje van acht
Marie-France Pelletier, welks lijkje men
enkele weken later in een rivier vond en
een jongetje van elf, jaar, Thierry De-
souches, waarvan men nog steeds niet
wee:, of het leeft of dood is. Als een
groot bezwaar is naar voren gebracht
dat te Parijs, wanneer er des zondags
avonds een aangifte is gedaan, pas
's maandags daarop het onderzoek ter
hand wordt genomen. Hierdoor acht men
dit in menig geval al bij voorbaat tot
mislukking gedoemd.
De politie stelt zich overigeiM op het
standpunt, er beter aan te doen, geen al
te grote ruchtbaarheid aan dergelijke
verdwijningen te geven. Ze vreest aan
de ene kant de mogelijkheid, dat de
eventuele dader erdoor op zijn hoede
wordt gebracht, aan de andere kant pu
bliciteit juist de oorzaak van 'n misdrijf
kan worden, vanwege de angst van da
ontvoerder, ontdekt te worden.
K. H.'
Wat moest Frankrijk met meer dan
honderdduizend Mohammedanen doen?
Wapenbroeders waren ze geweest, deze
Harki's. Inderdaad, zeer velen waren
oud-soldaten, die in Frankrijk gevochten
hadden of geholpen, het te bevrijden.
Duizenden dienden in de geallieerde le
gers, vochten in Italië. Tijdens de or
ganisatie van de grote invasies op de
Italiaanse kusten en aan de Rivièra ble
ken deze Algerijnse hulptroepen van
even grote waarde als het Vreemdelin
genlegioen. Maar deze mensen naar
Frankrijk halen? Neen
Deze veteranen vormden later het ka
der voor de Harki's en andere koloniale
hulptroepen, waarmede de Fransen ge
poogd hebben, Algerië Frans te doen
blijven. Niet helemaal ten onrechte
wordt beweerd, dat ze het leeuwe-aan-
deel in de acties tegen de fellagha's heb
ben gehad en beter geschikt waren voor
het vechten in het Algerijnse „maquis"
dan de geregelde troepen: Franse re
kruten, wier opleiding totaal onvoldoen
de was voor een guerrilla-oorlog, zoals
deze in de opstandige grensgebieden ge
voerd werd. Slechts de befaamde „pa
ra's" konden met hen vergeleken wor
den. Voornamelijk, omdat ze de strijd-
methoden der Harki's en hun sobere le
venswijze volgden, geen veldkeukens
achter zich aansleepten en zich verge
noegden met wat brood.
De Bachaga Boualam heeft in 'n boek,
getiteld „De Harki's in dienst van Frank
rijk" gepoogd, hun recht te doen we
dervaren en van Parijs de erkenning te
verkrijgen, in welke mate ze Frankrijk
tot steun zijn geweest. Hij schildert er in,
hoe het wapen der Harki's ontstaan is
en wat ze gepresteerd hebben. Vermoe
delijk zal dit boek van de „aartsverra-1
der", zoals de Bachaga Boualam door
de voormalige rebellen genoemd wordt,
de zaak der Harki's in Algerië geen goed
doen en de haat tegen hen meer dan
ooit doen oplaaien, de huidige regeer
ders doen voortgaan op de weg van het
uitroeien der handlangers der Fransen.
Zijn boek is overigens in de eerste
plaats een aanklacht tegen Parijs. Het
inspireert zich op een uitspraak, het vo
rige jaar door een bekend Frans gene
raal gedaan en waarin deze zei, dat het
lot der Harki's de eer van Frankrijk
aantast. Het mag de trouwe bondgeno
ten niet aan hun lot overlaten. In Frank
rijk niet en in Algerië niet Maar, zo
constateert de Bachaga Boualam, er
er waren ten tijde van het verdrag van
Evian honderdduizend Harki's bij het
Franse leger dn Algerië ingedeeld.
Slechts dertigduizend zijn behouden in
Frankrijk aangekomen. Tienduizenden
werden al vermoord. Wanneer zal Parijs
voor die andere tienduizenden opkomen?
De Bachaga Boualam erkent zijdelings
dat de Harki's even onmeedogend zijn ge-
De Bachaga Boualam. Hij wil de Harki's
in Algerië redden.
weest als de fellagha's, de ongeregelde
commando's der rebellen, wier stroop-
ochten vooral gedurende de eerste ja
ren van de opstand dood en verderf in
de grensgebieden verspreidden Het was
juist daar, dat de eerste „Harka's" of
wel eenheden van Harki's gevormd wer-
Dit. boeren en handwerkslieden, die
"Jl, vrlJ willig tot een soort burger
wacht verenigden, teneinde hun dorpen
hun vrouwen en kinderen, hun vee en
hun oogsten te beschermen.
Een aantal Franse commandanten,
bevelhebbers over vooruitgeschoven
posten, zag de waarde van deze burger
wachten in en poogde, ze als hulptroe
pen te organiseren. Maar in het hoofd
kwartier voelde men hiervoor aanvan
kelijk niet veel. Men wees hun verzoe
ken af, vanwege het gebrek aan de nodi
ge financiën. Het was tenslotte De Gaulle
die een decreet tekende, waarbij het moJ
gelijk werd gemaakt, dat inlandse troe
peneenheden, tot een totaal van honderd
duizend man, bij het geregelde leger
konden worden ingedeeld. De eerste offi
ciële „Harka" werd in 1958 opgericht.
Werden de Harki's hierdoor huursolda-
Hij concludeert hieruit, dat het F.L.N.
en de andere revolutionaire organisaties
nimmer het Algerijnse volk „en masse"
achter zich hebben gehad en de revolu
tie niet uit het volk is voortgekomen.
Om zijn stelling, dat de Harki's vooral
van onschatbare waarde voor de Fran
sen zijn geweest, te verstevigen, brengt
hij nog naar voren, dat een brigade Har
ki's, voornamelijk uit oud-strijders be
staande, in Parijs het Franse gezag ge
holpen heeft bij het in toom houden der
onbetrouwbare Algerijnse elementen, die
georganiseerd door het F.L.N., in heel
heit land zoveel onrust hebben gezaaid.
Ook hierdoor zal hij Algiers niet vriende
lijker tegenover de Harki's stemmen...!
En tenslotte de Harki's te Frankrijk.
Het zijn er, zoals gezegd, ongeveer der
tigduizend. „De tijd der door mili
tairen beheerde kampen Is voor velen
hunner voorbij". Pers, radio en televisie
in Frankrijk betogen om strijd, hierbij
van regeringswege geïnspireerd, dat
het probleem vrijwel |s opgelost. De
Harki's zouden zo niet geassimileerd,
dan toeh op bevredigende wijze in het
Franse bestel opgenomen zijn. Duizenden
konden na een herscholing ln het ar
beidsproces worden opgenomen en over
Vrouwen en kinderen van Harki's in
een Frans kamp bij Perpignan, waar 'n
groot aantal dezer Mohammedaanse
soldaten van Frankrijk en hun gezin
nen is ondergebracht.