Maakt u gereed voor directe
ontmoeting met de mensheid
I
Vooruitzichten tweede periode
Zwaartepunt der besprekingen
Dr. G. C. Berkouwer (waarnemer)^
Geen
begrip.
maar een
concrete zaak van dichtbij
w:
w
ZEVENTIEN
SCHEMA'S
(door voorganger als opvolger gewenst)
m
P3
Providentieel
Vooruitstrevend
Vernieuwing
Eigen wijze
M
B
N
tt
Liturgische week
kalender
ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1963
PAGINA 13
55
55
mm
Dat Paulus VI het Concilie
voortzet en zelfs de datum van de
hervatting der zittingen alleen
maar met de duur der sedis vaca-
tio periode verschuift, kan beslist
geen verbazing wekken. In over
grote meerderheid waren zowel
het Concilie als de leden van het
H. College voor het doorgaan van
Vaticanum II en de keuze op het
conciaaf van een kardinaal, die
lauw tegenover de voortzetting
van het Concilie zou staan, be
hoorde dan ook tot de praktische
onmogelijkheden. Wel werd ter
stond na de dood van Paus Joan
nes gedacht, dat de volgende zit
tingsperiode der kerkvergadering
eerst in 1964 zou plaats hebben:
een stuk van het voorbereidings-
werk was nog niet klaar en het
jou praktisch zijn, als de Concilie
vaders wat meer tijd hadden om
de hun toegezonden (nieuwe)
schemata niet alleen te bestude
ren, maar tevens om tijdig hun
opmerkingen te kunnen inleveren
by het secretariaat. Paus Paulus
VI heeft echter haast gemaakt
om verschillende redenen, psy
chologische, tactische en tech
nische.
55
Dr. O. O. BERKOUWER
waarnemer
ry en overzicht van de 17
H onderwerpen, welke aan
de Concilievaders vóór de
tweede zittingsperiode verzon
den zijn.
1. De Goddelijke Openbaring.
2. Over de Kerk.
8. Over de H. Maagd Maria,
Moeder van de Kerk.
if. Over de bisschoppen en hun
diocesen.
5. Over de Oosterse Kerken
6. Over de Missies.
7. Over het Oecumenisme.
8. Over de clerici.
9. Over het verkrijgen van de
volmaaktheid.
10. Over het lekenapostolaat.
11. Over de heilige liturgie.
12. Over de zielzorg.
13. Over het huwelijksrecht,
llf. Over de vorming van de
kandidaten voor het pries
terschap.
15. Over de katholieke scholen.
16. Over de sociale communica
tiemiddelen.
17. Over de taak van de Kerk
in de hedendaagse wereld.
Paus Paulus VI
over Concilie:
ZOUDEN WIJ DE DOOR
PAUS JOANNES GEBAANDE
WEGEN OOIT VERLATEN?
ï>«ïi
ïiif:
(Van onze Romeinse correspondent)
Maar hij kondigde voor deze keer
een korte vergadertijd aan van twee
maanden, terwijl dan nog tussen 30
september en 4 december een aantal
gewone en buitengewone feestdagen val
len, waarop geen bijeenkomsten plaats
vinden. Dat het tweede vatikaanse con
cilie in 1964 zijn sessies zal doorzetten,
staat officieel al vast en over het einde
der kerkvergadering kan niemand zich
nog een voorstelling maken.
Het is waar, dat het concilie zich zelf
In zijn eerste zittingsttjd gestalte heeft
gegeven. Paus Joannes volgde, be
schermde en leidde deze groei, dit zoe
ken naar eigen vorm. Toen bleek we
derom hoe een gewichtige rol en ten
slotte doorslaggevende positie de paus
in een concilie inneemt. Voor de ver
wachtingen omtrent het verdere ver
loop en de richting van Vaticanum II
is net daarom van het grootste belang
te weten, hoe Joannes' opvolger, de I
nieuwe leidsman der Kerk,
wat h\j wil.
denkt en
Als hoog curiaal functionaris, later
een der twee pro-staatssecretarissen,
had mgr. Montini in Rome de naam
tot de open en progressieve richting ten
vatikane te behoren. Toen in het begin
der jaren vijftig de behoudsgezinde
groep de overhand kreeg, bleef mgr.
Tardini als pro-staatssecretaris gehand
haafd terwijl Pius XII Montini belastte
met de gewichtigste Italiaans-kerkelijke
post: hij werd hoofd van het aartsbis
dom Milaan en metropoliet der Lom
bardische kerkprovincie. In tien jaar
vestigde hij zich er een naam van een
wijs, maar streng bestuurder en van
een sociaal bewogen mens. Hy zoent
en kreeg toegang tot alle kringen: in
tellectuelen en kunstenaars, onderne
mers en industriëlen, ambachtslieden
en arbeiders, bij wie hl) dra de „bis
schop der arbeiders" heette.
Hij trad in een dialoog met de ver
tegenwoordigers der moderne wereld
en deed er een ervaring op, die naar
zijn eigen woorden in zijn jongste toe
spraak tot de pastoors van Rome,
providentieel was. Maakt u gereed,
zei Paulus VI tot de zielzorgers van
de eeuwige stad, voor een directe ont
moeting met de mensheid, met ge
lovigen en ..lorvtani" (degenen, die
veraf staan).
HU werd de eerste door paus Joan
nes gecreëerde kardinaal. Montini wist,
dat hij tot de roos der toekomstige
papabiles behoorde. Daarom vermeed
hij alle extra ruchtbaarheid rond zijn
naam. Men heeft wel gezegd, dat hij
op het concilie de „grote afwezige"
was, de man die zich wel driemaal
bedacht alvorens zich uit te spreken.
In werkelijkheid heeft kardinaal Mon
tini meer over het concilie geschre
ven en gesproken, dan enige andere
Italiaanse bisschop. Tijdens de kerk
vergadering wachtte, vooral bij de
botsing der meningen, heel de we
reldpers op Montini's denkbeelden,
maar deze vermeed alle sensatie.
Toch liet hij de vaders zonder iemand
te stoten weten waar hij stond. Men
herinnert zich zijn bijzonder warme
en luisterrijke ontvangst van kardi
naal Alfrink in Milaan bi) het jubi
leum van het katholieke dagblad
Italia, toen de Utrechtse aartsbisschop
op Montini's uitnodiging de feestrede
hield. Met het overzicht van zijn idee-
en en zijn stellingname in de spelen
de conciliaire vraagstukken wachtte
hij tot 5 december en daarmee ver
meed hjj ophef, vette koppen in de
kranten en triomfantelijke of venijni
ge commentaren. Het was toen al be
kend genoeg, dat hij, als men het in
„partijen" wil uitdrukken, tot de
vooruitstrevenden behoorde. De goe
de paus Jan stierf. Op zijn sterfbed,
dat hij tot „een plaats der verkondi
ging en een altaar" maakte, heeft
de paus gezegd, dat hij als zijn op
volger Montini hoopte. (Dit ls geen
pieuze achteraf-legende, ik heb de ge
tuigenis ervan uit de eerste hand).
Op 7 juni herdacht kardinaal Montini
in zijn domkerk de overleden opperher
der en sprak over „de erfenis, die zijn
graf niet kan vasthouden, de geest door
Joannes in onze tijd geblazen, die de
dood niet kan verstikken." En verder:
„Joannes heeft ons de richting aange
geven, die wij, als wij wijs zijn, ons
niet alleen moeten herinneren, maar
vooral volgen." „Zouden wij ooit de
door paus Joannes ook voor de toe
komst zo magistraal uitgepaalde wegen
kunnen verlaten?" De zeer eminente
heren kardinalen gingen woensdag 19
juni 1963 in de late namiddag in con
clave. Montini was een der laatsten,
die te Rome waren aangekomen. Over
zijn denkbeelden en zijn rustige positie
keuze bestond bij niemand meer enige
twijfel
Kerk en wereld zagen met vertrou
wen het pontificaat van Paulus VI te
gemoet, toen na nauwelijks anderhalve
dag conclave het H. College Jan Bap
tist Montini had aangewezen tot opvol
ger van de Joodse visser Simon Jonas-
zoon en de Bergamese boerentelg An-
gelo Roncalli.
Als paus heeft papa Montini die
zelfde kerk en wereld laten weten,
hoe hij het Vaticanum II ziet. Daar
heeft, zo menen wij uit 's pausen ge-
dachtengang te kunnen opmaken
iedereen recht op.
Het belangrijkste deel van ons pon
tificaat, zo zei de H. Vader in zijn
radioboodschap op 22 juni jl., wordt
opgeëist door de voortzetting van het
tweede concilie van het Vatikaan".
Het is ook uit andere toespraken dui
delijk, dat de paus hiermee niet al
leen de kerkvergadering als zodanig
bedoelt, maar evenzeer de goede en
juiste toepassing en tenuitvoerleg
ging der besluiten van het concilie.
„Dit zal het voornaamste werk zijn,
waaraan wij onze krachten voortaan
zullen wijden". Van het concilie ver
hoopt Paulus VI een vernieuwing van
de Kerk en nog niet lang geleden
sprak hjj in Milaan ook het in som
mige kringen nogal gevreesde woord
„hervorming der Kerk". Verder ziet
hij uit naar een herziening van het
kerkelijk wetboek en het voortgaan
van de arbeid om volgens de richt
lijnen der sociale encyclieken de
rechtvaardigheid beter te doen door
dringen in de politieke en maatschap
pelijke verhoudingen, een rechtvaar
digheid, die gevestigd is op waar
heid, vrijheid en wederzijds respect
van rechten en plichten. Dan sprak
de paus steeds in verband met het
concilie over het werk van de vrede
onder de volkeren, over de eenheid
aller christenen.
De homilie bij de pauskroning wordt,
met de predikatie voor de Romeinen
bij de inbezitneming van de Sint Jans
kathedraal, de programmarede van een
pontificaat genoemd en het is een ge
woonte om in nog nauwkeuriger om
schrijving zo'n program samen te vat
ten in de eerste encycliek van een
nieuwe paus. Bij zijn kroning zei de
H. Vader: „Zoals wij reeds aankondig
den, zullen wij het oecumenisch conci
lie voortzetten. Wij vragen God, dat
deze grote gebeurtenis de Kerk in haar
geloof moge bevestigen, haar morele
krachten moge versterken, haar vor
men vernieuwen en aan de eisen van
de tijd aanpassen. Zij moge zich dan
zo aan haar christenbroeders, die ge
scheiden zijn van de volmaakte een
heid, vertonen dat een gelukkige her
eniging in waarheid en liefde van het
mystiek lichaam der ene universele
Kerk voor hen gemakkelijk en aantrek
kelijk worde".
Daarna sprak de paus van de drie
voudige dialoog, die aan de gang is:
binnen de kerk, met de orthodoxe en
de reformatorische christenen en met
de hedendaagse wereld, waarna hij in
het bijzonder nog over het bevorderen
van het wederzijds begrip, van liefde en
vrede tussen de volkeren gewaagde.
Pas in november zal de Paus zUn
Intocht naar de Sint Jan van Late-
ranen maken en daar zjjn visie en
voornemens nader uiteenzetten, aan
zijn eerste encycliek is hij bezig.
Maar reeds is het duidelijk, dat hij,
natuurlijk op eigen wijze en wellicht
met enkele nieuwe gezichtspunten uit
gesproken de weg gaat, die naar zijn
woorden, paus Joannes „zo meester
lijk uitpaalde."
In een schrijven aan de kardinaal-
deken Tisserant, gedateerd 12 sep
tember 1963, gaf Paulus VI een over
zicht over de stand van zaken van
het concilie en een bericht, welke
nieuwe technische maatregelen hij ge
troffen had, met het verzoek om deze
beschikkingen, verlangens en wensen
te willen bekend maken aan de con
cilievaders en, omdat deze brief een
officieel document was, aan iedereen.
Ons t>eperkend tot 's pausen zicht
op het concilie halen wij uit dit schrij
ven aan, dat het concilie een pasto
raal karakter draagt en blijft dra
gen. Voorts volgt de H. Vader, de
doelstellingen van deze kerkvergade
ring nogmaals opsommend, de ge-
dachtengang en de intenties van paus
Joannes, zoals die vanaf de eerste
aankondiging van het concilie tot aan
zijn dood groeiden en scherpere vor
men aannamen: de bloei van het le
ven in de Kerk, het bijdragen tot en
het bespoedigen van de eenheid on
der de christusgelovigen, het bevor
deren van de vrede en de geestelijke
vooruitgang en welvaart onder alle
mensen.
Hiermede is het beeld wel rond, al
moet menige kleurige en anecdotische
trek binnen het geraamde bestek on
vermeld blijven. Wij brengen u alleen
nog in herinnering de opzienbarende
toespraak die de H. Vader, zelf vanaf
zijn 25e jaar tot zijn 55e curielid, za
terdag 21 september tot zijn naaste
medewerkers en functionarissen gehou
den heeft (zie ons blad van 23 dezer).
Het tweede Vaticanum zal Joannitisch
zijn en de oude man, die als paus in
de wereld verscheen als een kerugma-
tisch teken en een macht der goed
heid, was kort voor zijn dood en ge
louterd door vreselijk lichamelijk Hjden
blij zpn regiem misschien te mogen
overdragen in Paulinische handen.
TAAK DER KERK IN
MODERNE WERELD
en mag wel zeggen, dat net
verloop van de eerste zitting
vol verrassingen is geweest en
door niemand voorspeld kon
worden. Geen wonder dat ik mij
wat huiverig voel, nu een prognose
van mij gevraagd wordt over de
tweede zitting.
Ook hierbij doet men wellicht het
beste zijn aandacht eerst te richten
naar degene bü wie de hoogste lei
ding van het Concilie berust, paus
Paulus VI. Het lijdt geen twijfel
dat doel en richting van het Con
cilie dezelfde blijven als door zpn
voorganger zijn vastgesteld. Paus
Paulus heeft hierbij de steun van het
enorme morele gezag van de grote
Joannes. Men verwacht echter meer
van de nieuwe Paus: een aangepast
reglement, hervorming van verou
derde strukturen en goede benoe
mingen; zo vatte prof. H. Schmidt
op een persconferentie, 25 juli te
Utrecht gehouden, de taak van deze
Paus ten aanzien van het Concilie
samen. Wat Paulus VI juist deze
laatste weken gedaan heeft vertoont
een verrassende overeenkomst met
de verwachtingen door prof. Schmidt
geformuleerd: het reglement is in
grijpend veranderd door de benoe
ming van een Moderamen van vier
kardinalen, waardoor een meer doel
bewuste en krachtige leiding moge
lijk wordt; en als de Curie behalve
eerbiedwaardig, ook verouderd ge
noemd mag worden, dan is het door
de Paus aangekondigde plan tot her
vorming wel een heel spoedige rea
lisering van het tweede en derde
programmapunt. Maar daarover
vindt men elders in dit nummer
meer.
Vervolgens de bisschoppen en an
dere Concilievaders. Voor hen ligt
de situatie aanmerkelijk gunstiger
dan in oktober vorig jaar. De eerste
zitting heeft hun een ruime ervaring
verschaft: hun kennis van de noden
en mogelijkheden in de Kerk is ver
ruimd; in de interimperiode hebben
ze door een betere communicatie on
derling, mondeling en schriftelijk,
door studie en overleg met deskun
digen zich degelijker kunnen voorbe
reiden op de dingen die komen gaan.
Het valt echter moeilijk te voorspel
len of de verhoudingen in het Con
cilie dezelfde zullen zijn als de vorige
keer. Is de wil tot vernieuwing, die
de grote meerderheid bezielde, in de
tussentijd, toen zp weer geconfron
teerd werden met de gecompliceerde
taak die het bestuur van een dio
cees is, versterkt, gelijk gebleven of
verzwakt?
ovendien, een bereidheid tot aan
passing op praktisch vlak, zoals
op het gebied van de liturgie, is
niet altijd een garantie, dat men
ook bij de dieperliggende theologische
vraagstukken met de nieuwe ontwikke
ling is meegegaan. Maar ook hier kan
het Concilie buiten de Sint Pieter en
het Concilie der theologen een onbe
rekenbare invloed uitoefenen.
Daarvoor is echter nodig dat men
zich niet in de eenmaal ingenomen
stellingen ingraaft of een zelfgekozen
isolement handhaaft. Zo is het een be
langrijke vraag, of de Italiaanse bis
schoppenconferentie als geheel (rond
vierhonderd leden) zich zal blijven af
sluiten voor iedere invloed van buiten.
Maar er zpn ook episcopaten van an
dere landen die in de eerste periode
de voorkeur hebben gegeven aan een
„splendid isolation". Veel hangt hier
af van de leidende figuren onder de
Concilievaders. Ook de tpd lijkt voor
alsnog een gunstige factor: persoon
lijke contacten moeten groeien en
denkgewoonten veranderen slecht6
langzaam. Men kan daarom blij zijn
met de berichten over een derde en
eventueel vierde zitting.
Tenslotte is er de agenda voor de
tweede zitting. Officieel staat nog niets
vast over de volgorde waarin de ont
werpen behandeld zullen worden. Door
het werk van de Coördinatiecommissie
is de stof, waarvoor men aanvankelijk
ruim zeventig schema's had geprojec
teerd, nu ondergebracht in zeventien.
Veert'ien zpn er aan de bisschoppen
toegestuurd. Behalve het ontwerp over
de Missies en het beroemde schema 17,
handelend over de taak van de Kerk
in de hedendaagse wereld, ontbreekt
nog de geamendeerde tekst van het
Liturgieschema. Hieraan is juist dezer
dagen de laatste hand gelegd door de
liturgische commissie, die enkele da
gen vóór de opening in Rome is bij
eengekomen. De amendementen wor
den dan in de komende zitting stuk
voor stuk aan het Concilie ter goed
keuring voorgelegd, daarna worden de
afzonderlijke hoofdstukken en tenslotte
de gehele Constitutie in stemming ge
bracht. Na de aanvaarding kan het
stuk in een plechtige zitting onder
voorzitterschap van de Paus als eerste
besluit van Vaticanum II gepromul-
geerd worden.
am men aanvankelijk aan, dat het
schema ever de goddelijke Open
baring een groot deel van de
tweede uitrusting in beslag zou
nemen, thans schijnt wel vast te staan,
dat het van de agenda voor deze perio
de is afgevoerd. Het is een stuk met
een lange en bewogen geschiedenis,
die haar sporen in de tekst heeft na-
Met grote aandacht
opnieuw naar Rome
anneer in de verschillende over
wegingen ever de naderende
voortzetting van hit 2e Vatikaan
se Concilie ook aandacht ge
schonken wordt aan „het Concilie en
de waarnemers", dan ligt daarin de
vraag besloten: hoe gaan ze weer naar
Rome in welke stemming, met welke
verwachtingen? Het antwoord op die
vragen (die éne vraag!) is niet ge
makkelijk te geven. Allereerst omdat
de stemming van „de waarnemers"
als groep nauwelijks te fixeren valt,
maar ook omdat zulk een „stemming"
een reactie betekent op een nog ta
melijk gecompliceerde en nog onover
zichtelijke situatie. Ook wie in de
tussenperiode getracht heeft de iitera-
tuur over de eerste zitting te volgen
en deze tracht te beoordelen in ver
band met z'n eigen ervaringen, zal
toch nog met een gevoel van onzeker
heid naar Rome gaan, omdat hij leeft
in het besef, dat z'n verwachting ten
nauwste verbonden is met veel, dat
nu nog „sub secreto" ls.
Toch heb ik sterk het gevoel, dat
het standpunt van die Rooms-Katholie-
ke.i juist is, die zeggen, dat de be
slissingen reeds in de eerste samen
komst (tot 8 dec. toe) gevallen zijn.
Ze zijn niet concreet geworden in be
slissingen of decreten, maar dat er
veel gebeurd is, valt niet te ontken
nen. Men leze het oordeel van Joseph
Ratzinger in zijn: „Die erste Sitzungs-
periode des zweiten Vatikanischen Kon-
ziifl. Ein Rückbliek" (1963), die
vooral op de betekenis van het niet
negatieve, afwerende, veroordelende,
maar positieve, bouwende, open ka
rakter, op de attitude van het Concilie
de aandacht vestigt en in de eerste
zittingen het einde ziet van een anti-
modernistische, integralistische neuro
se.
Natuurlijk raakt deze attitude ook de
waarnemers. Niet, dat zij hierin zien
een radicale front-verandering of een
nivellering of relativering van de R.-K.
overtuiging, maar het imponderabele
en verrassende van een gewijzigde
attitude is iets, dat ook de waarne
mers voortdurend bezighoudt, omdat
nu zichtbaar wordt, met hoeveel soort
gelijke problemen (ik denk aan grote
wereldproblemen èn de houding der
Kerk en niet minder aan theologische
vragen in verband met het Schrift-
vraagstuk) b.v. R.-Katholicisme èn Pro
testantisme gelijkelijk geconfronteerd
blijken te zijn. Dat alles is in talloze
zeldzaam open contacten en gesprek
ken in Rome telkens weer duidelijk
geworden en mede daardoor was
„waarnemen" niet maar de houding
van een toeschouwer (in Amerika ge-
bruikt men wel eens de uitdrukking:
balcony-attitude": men ziet de op
tocht aan zioh voorbijgaan zonder er
zelfs maar uit de verte deel aan te
nemen). Het ging veel meer om wer
kelijke aandacht, omdat er voortdu
rend herkenningsmomenten waren van
uit de problemen zelf en vanuit een
nieuwe bezinning op het bijbels evan
gelie, dat zich altijd weer in de ge
schiedenis met een ongelofelijke eviden
tie aan ons (allen!!!) opdringt en zich
met de weerstanden bezig houdt op een
uniek-kritisohe wijze. Juist daarom is
het opnieuw naar Rome gaan (van de
waarnemers) niet te vangen onder het
dilemma: optimisme of pessimisme
Ze zijr. er zich allen van bewust, dat
wat in 1962 geschiedde de attitude
en de structuur van de besprekingen
niet gebruikt kan worden om logicis-
tisch lijnen te trekken naar de toe
komst. De boeiende dynamiek van
actie en reactie speelt ook in de Kerk
e enorme rol en de veel gebruikte
qualificeringen: conservatief pro
gressief blijken bij scherpe analyse
zeer gecompliceerd te zynDat is in
het Protestantisme èn in het Katholi
cisme het geval en men moet in de
geschiedenis op allerlei ingrijpende
verschuivingen voorbereid zijn.
Ik heb telkens de indruk dat ook voor
vele R.-Katholieken nog niet altijd dui
delijk is, wat nu precies aan de hand is
en er is een grote begeerte naar voor
lichting, omdat men er zelf bij be
trokken is. Dat „waarnemers" in de
gelegenheid zijn dit alles in gesprek
en ontmoeting zelf van zeer nabij mee
te maken, betekent, dat voor hen het
„Vatikaans Concilie" niet is een ver
begrip (zoals het eerste, alleen via
bronnen te benaderen) maar een con
crete zaak van dichtbij, boeiend, niet
het minst vanwege de spanningen, die
ver boven het intern-R.-K.-kerkelijke
uitgaan.
Speculaties zijn altijd onvruchtbaar.
Ze moeten getransponeerd of vervan
gen worden door een besef van mede
verantwoordelijkheid (in open gesprek
en erkenning van eigen kerkproble-
men). En als men mij persoonlijk
vraagt een indruk vast te leggen, dan
zou ik me willen aansluiten bij hen,
die van oordeel zijn, dat de eerste
periode van het Vatikaans Concilie
nauwelijks meer ongedaan gemaakt
kan worden, Joannes XXIII is niet
meer en velen hebben zich afge
vraagd of dat de voortgang van het
Concilie sterk zou bepalen. Zo juist las
ik het boek van Paul Lescoud (Pro-
fesseur a l'Université de Paris) over:
Qi' est ie pape Paul VI? Ik heb de
indruk, dat de nieuwe paus, weer een
ander mens dan zijn voorganger, voor
al met dat probleem van de continuï
teit bezig zal zijn, wellicht met ten
nieuwe voorzichtigheid en zorg in de
spanningen en groeperingen. Maar dat
de romende zittingen structureel gewij-
zigi. zullen zijn, lijkt me historisch
en vanuit allerlei evidenties zeer
onwaarschijnlijk. Ik geloof dat in alle
variatie alle waarnemers met grote
aandacht opnieuw naar Rome gaan.
Dr. O. C. BERKOUWER
gelaten. Door de meerderheid van
het Concilie in november 1962 afge
wezen, werd het door paus Joanne*
ter herziening toevertrouwd aan een
gemengde commissie, samengesteld
uit leden van de theologische com
missie en van het secretariaat voor
de Eenheid. Na meerdere, soms be
wogen werkvergaderingen is men
gereed gekomen met een nieu
we tekst, die wel bijna noodzakelijk
een compromis-karakter moet dra
gen. Het betreft hier de oecumenisch
zo belangrijke kwestie van de ver
houding Schrift-Overlevering-kerkelijk
leergezag. Het is goed mogelijk, dat
geen van beide richtingen met het
resultaat tevreden is, zodat er belang
rijke amendementen te verwachten zijn.
Temeer omdat op de achtergrond de
opvatting omtrent aard en doel van
de Openbaring Gods een belangrijke
rol speelt, een thema waarover even
eens diepgaande verschillen bestaan
tussen de „oude" en de „nieuwe"
theologie. Deze verschillen liggen op
wetenschappelijk-theologisch niveau,
maar zij werken noodzakelijk door
in de verkondiging, katechese en
pastoraal.
Intussen is medegedeeld, dat wel
het schema De Ecclesia op de
agenda wordt geplaatst. Volgens
sommige berichten in de pers zal dit
zelfs het eerst in behandeling geno
men worden. De theologische com
missie is na de fundamentele en felle
kritiek van de Vaders op het aan
vankelijke ontwerp opnieuw aan het
werk gegaan. Van de vele schaduw-
schema's die reeds :n december in
Rome circuleerden heeft men als
basis gekozen het ontwerp van mgr.
Philips, zelf lid van de theologische
commissie. Het stuk bestaat uit vier
hoofdstukken, waarvan de laatste
twee pas kortgeleden aan de bis
schoppen zijn toegestuurd. De be
langrijkste kwesties die aan de orde
zullen komen zijn de verhouding
episcopaat-primaat en de theologi
sche plaatsbepaling van de leken in
de Kerk. Beide zjjn uitermate ge
wichtig, als men ze beziet vanuit het
doel van Vaticanum II, vernieuwing
en aanpassing van de Kerk in pas
toraal opzicht. Men is algemeen
overtuigd, dat hier het zwaartepunt
van heel het Concilie komt te liggen.
T ie de lijst van de 17 schemata
nagaat, ontdekt nog vele ande
re belangwekkende titels. Zij
kunnen in geen geval alle in de
tijd van twee maanden worden afge
werkt; het is niet eens zeker of alle
zonder uitzondering überhaupt aan de
beurt komen. Men kan ook constate
ren. dat een zaak van zo grote im
portantie als de tolerantie of gods
dienstvrijheid op de lijst ontbreekt.
Toch behoeft men hieruit niet onmid
dellijk tot een definitieve beslissing in
afwijzende zin te concluderen. Immers
ook in de komende periode kan Vati
canum H verrassingen te zien geven.
Ook nu mogen wij hopen en bidden
dat de Geest daar zal waaien: en dan
gaat het altijd net anders dan wij men
sen verwachten.
F. HAARSMA
illinium
IIIIIIIIIIIINIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllU
Zondag 29 september H. Aartsengel
Michael: eigen Mis; 2e geb. v. d. 17e
zondag na Pinksteren: credo; pref. V. d.
H. Drie-eenheid wit—
Maandag: H. Hieronymus, belijder-kerk
leraar: Mis In medio wit
Dinsdag: Mis v. d. zondag: 2e geb. H. Reml-
gius groen
Haarlem en Rotterdam: H. Bavo, belijder;
eigen Mis; 2e geb. H. Remigius —wit—
Woensdag: H. H. Engelbewaarders: eigen
Mis wit—
Donderdag: H. Theresia van Lisieux, maagd;
eigen Mis wit
Vrijdag: H. Franciscus, belijder: eigen Mis
—wit— ofwel vanwege Eerste vrijdag:
Votiefmis ter ere v. h. H. Hart; 2e geb.
H. Franciscus —wit
Zaterdag Mis v. d. H. Maagd Maria op
zaterdag; 2e geb. H. H. Placidus en gez.;
pref. v. d. H. Maagd Maria —wit-
Rotterdam: H.H. Ewalden, martelaren;
Mis Intret; 2e geb. H. H. Placidus en gez.
rood—
Zondag 6 oktober 18e zondag na Pink
steren; eigen Mis; credo; pref. v. d. H.
Drie-eenheid —groen