Maakt u gereed voor directe ontmoeting met de mensheid I Vooruitzichten tweede periode Zwaartepunt der besprekingen Dr. G. C. Berkouwer (waarnemer)^ Geen begrip. maar een concrete zaak van dichtbij w: w ZEVENTIEN SCHEMA'S (door voorganger als opvolger gewenst) m P3 Providentieel Vooruitstrevend Vernieuwing Eigen wijze M B N tt Liturgische week kalender ZATERDAG 28 SEPTEMBER 1963 PAGINA 13 55 55 mm Dat Paulus VI het Concilie voortzet en zelfs de datum van de hervatting der zittingen alleen maar met de duur der sedis vaca- tio periode verschuift, kan beslist geen verbazing wekken. In over grote meerderheid waren zowel het Concilie als de leden van het H. College voor het doorgaan van Vaticanum II en de keuze op het conciaaf van een kardinaal, die lauw tegenover de voortzetting van het Concilie zou staan, be hoorde dan ook tot de praktische onmogelijkheden. Wel werd ter stond na de dood van Paus Joan nes gedacht, dat de volgende zit tingsperiode der kerkvergadering eerst in 1964 zou plaats hebben: een stuk van het voorbereidings- werk was nog niet klaar en het jou praktisch zijn, als de Concilie vaders wat meer tijd hadden om de hun toegezonden (nieuwe) schemata niet alleen te bestude ren, maar tevens om tijdig hun opmerkingen te kunnen inleveren by het secretariaat. Paus Paulus VI heeft echter haast gemaakt om verschillende redenen, psy chologische, tactische en tech nische. 55 Dr. O. O. BERKOUWER waarnemer ry en overzicht van de 17 H onderwerpen, welke aan de Concilievaders vóór de tweede zittingsperiode verzon den zijn. 1. De Goddelijke Openbaring. 2. Over de Kerk. 8. Over de H. Maagd Maria, Moeder van de Kerk. if. Over de bisschoppen en hun diocesen. 5. Over de Oosterse Kerken 6. Over de Missies. 7. Over het Oecumenisme. 8. Over de clerici. 9. Over het verkrijgen van de volmaaktheid. 10. Over het lekenapostolaat. 11. Over de heilige liturgie. 12. Over de zielzorg. 13. Over het huwelijksrecht, llf. Over de vorming van de kandidaten voor het pries terschap. 15. Over de katholieke scholen. 16. Over de sociale communica tiemiddelen. 17. Over de taak van de Kerk in de hedendaagse wereld. Paus Paulus VI over Concilie: ZOUDEN WIJ DE DOOR PAUS JOANNES GEBAANDE WEGEN OOIT VERLATEN? ï>«ïi ïiif: (Van onze Romeinse correspondent) Maar hij kondigde voor deze keer een korte vergadertijd aan van twee maanden, terwijl dan nog tussen 30 september en 4 december een aantal gewone en buitengewone feestdagen val len, waarop geen bijeenkomsten plaats vinden. Dat het tweede vatikaanse con cilie in 1964 zijn sessies zal doorzetten, staat officieel al vast en over het einde der kerkvergadering kan niemand zich nog een voorstelling maken. Het is waar, dat het concilie zich zelf In zijn eerste zittingsttjd gestalte heeft gegeven. Paus Joannes volgde, be schermde en leidde deze groei, dit zoe ken naar eigen vorm. Toen bleek we derom hoe een gewichtige rol en ten slotte doorslaggevende positie de paus in een concilie inneemt. Voor de ver wachtingen omtrent het verdere ver loop en de richting van Vaticanum II is net daarom van het grootste belang te weten, hoe Joannes' opvolger, de I nieuwe leidsman der Kerk, wat h\j wil. denkt en Als hoog curiaal functionaris, later een der twee pro-staatssecretarissen, had mgr. Montini in Rome de naam tot de open en progressieve richting ten vatikane te behoren. Toen in het begin der jaren vijftig de behoudsgezinde groep de overhand kreeg, bleef mgr. Tardini als pro-staatssecretaris gehand haafd terwijl Pius XII Montini belastte met de gewichtigste Italiaans-kerkelijke post: hij werd hoofd van het aartsbis dom Milaan en metropoliet der Lom bardische kerkprovincie. In tien jaar vestigde hij zich er een naam van een wijs, maar streng bestuurder en van een sociaal bewogen mens. Hy zoent en kreeg toegang tot alle kringen: in tellectuelen en kunstenaars, onderne mers en industriëlen, ambachtslieden en arbeiders, bij wie hl) dra de „bis schop der arbeiders" heette. Hij trad in een dialoog met de ver tegenwoordigers der moderne wereld en deed er een ervaring op, die naar zijn eigen woorden in zijn jongste toe spraak tot de pastoors van Rome, providentieel was. Maakt u gereed, zei Paulus VI tot de zielzorgers van de eeuwige stad, voor een directe ont moeting met de mensheid, met ge lovigen en ..lorvtani" (degenen, die veraf staan). HU werd de eerste door paus Joan nes gecreëerde kardinaal. Montini wist, dat hij tot de roos der toekomstige papabiles behoorde. Daarom vermeed hij alle extra ruchtbaarheid rond zijn naam. Men heeft wel gezegd, dat hij op het concilie de „grote afwezige" was, de man die zich wel driemaal bedacht alvorens zich uit te spreken. In werkelijkheid heeft kardinaal Mon tini meer over het concilie geschre ven en gesproken, dan enige andere Italiaanse bisschop. Tijdens de kerk vergadering wachtte, vooral bij de botsing der meningen, heel de we reldpers op Montini's denkbeelden, maar deze vermeed alle sensatie. Toch liet hij de vaders zonder iemand te stoten weten waar hij stond. Men herinnert zich zijn bijzonder warme en luisterrijke ontvangst van kardi naal Alfrink in Milaan bi) het jubi leum van het katholieke dagblad Italia, toen de Utrechtse aartsbisschop op Montini's uitnodiging de feestrede hield. Met het overzicht van zijn idee- en en zijn stellingname in de spelen de conciliaire vraagstukken wachtte hij tot 5 december en daarmee ver meed hjj ophef, vette koppen in de kranten en triomfantelijke of venijni ge commentaren. Het was toen al be kend genoeg, dat hij, als men het in „partijen" wil uitdrukken, tot de vooruitstrevenden behoorde. De goe de paus Jan stierf. Op zijn sterfbed, dat hij tot „een plaats der verkondi ging en een altaar" maakte, heeft de paus gezegd, dat hij als zijn op volger Montini hoopte. (Dit ls geen pieuze achteraf-legende, ik heb de ge tuigenis ervan uit de eerste hand). Op 7 juni herdacht kardinaal Montini in zijn domkerk de overleden opperher der en sprak over „de erfenis, die zijn graf niet kan vasthouden, de geest door Joannes in onze tijd geblazen, die de dood niet kan verstikken." En verder: „Joannes heeft ons de richting aange geven, die wij, als wij wijs zijn, ons niet alleen moeten herinneren, maar vooral volgen." „Zouden wij ooit de door paus Joannes ook voor de toe komst zo magistraal uitgepaalde wegen kunnen verlaten?" De zeer eminente heren kardinalen gingen woensdag 19 juni 1963 in de late namiddag in con clave. Montini was een der laatsten, die te Rome waren aangekomen. Over zijn denkbeelden en zijn rustige positie keuze bestond bij niemand meer enige twijfel Kerk en wereld zagen met vertrou wen het pontificaat van Paulus VI te gemoet, toen na nauwelijks anderhalve dag conclave het H. College Jan Bap tist Montini had aangewezen tot opvol ger van de Joodse visser Simon Jonas- zoon en de Bergamese boerentelg An- gelo Roncalli. Als paus heeft papa Montini die zelfde kerk en wereld laten weten, hoe hij het Vaticanum II ziet. Daar heeft, zo menen wij uit 's pausen ge- dachtengang te kunnen opmaken iedereen recht op. Het belangrijkste deel van ons pon tificaat, zo zei de H. Vader in zijn radioboodschap op 22 juni jl., wordt opgeëist door de voortzetting van het tweede concilie van het Vatikaan". Het is ook uit andere toespraken dui delijk, dat de paus hiermee niet al leen de kerkvergadering als zodanig bedoelt, maar evenzeer de goede en juiste toepassing en tenuitvoerleg ging der besluiten van het concilie. „Dit zal het voornaamste werk zijn, waaraan wij onze krachten voortaan zullen wijden". Van het concilie ver hoopt Paulus VI een vernieuwing van de Kerk en nog niet lang geleden sprak hjj in Milaan ook het in som mige kringen nogal gevreesde woord „hervorming der Kerk". Verder ziet hij uit naar een herziening van het kerkelijk wetboek en het voortgaan van de arbeid om volgens de richt lijnen der sociale encyclieken de rechtvaardigheid beter te doen door dringen in de politieke en maatschap pelijke verhoudingen, een rechtvaar digheid, die gevestigd is op waar heid, vrijheid en wederzijds respect van rechten en plichten. Dan sprak de paus steeds in verband met het concilie over het werk van de vrede onder de volkeren, over de eenheid aller christenen. De homilie bij de pauskroning wordt, met de predikatie voor de Romeinen bij de inbezitneming van de Sint Jans kathedraal, de programmarede van een pontificaat genoemd en het is een ge woonte om in nog nauwkeuriger om schrijving zo'n program samen te vat ten in de eerste encycliek van een nieuwe paus. Bij zijn kroning zei de H. Vader: „Zoals wij reeds aankondig den, zullen wij het oecumenisch conci lie voortzetten. Wij vragen God, dat deze grote gebeurtenis de Kerk in haar geloof moge bevestigen, haar morele krachten moge versterken, haar vor men vernieuwen en aan de eisen van de tijd aanpassen. Zij moge zich dan zo aan haar christenbroeders, die ge scheiden zijn van de volmaakte een heid, vertonen dat een gelukkige her eniging in waarheid en liefde van het mystiek lichaam der ene universele Kerk voor hen gemakkelijk en aantrek kelijk worde". Daarna sprak de paus van de drie voudige dialoog, die aan de gang is: binnen de kerk, met de orthodoxe en de reformatorische christenen en met de hedendaagse wereld, waarna hij in het bijzonder nog over het bevorderen van het wederzijds begrip, van liefde en vrede tussen de volkeren gewaagde. Pas in november zal de Paus zUn Intocht naar de Sint Jan van Late- ranen maken en daar zjjn visie en voornemens nader uiteenzetten, aan zijn eerste encycliek is hij bezig. Maar reeds is het duidelijk, dat hij, natuurlijk op eigen wijze en wellicht met enkele nieuwe gezichtspunten uit gesproken de weg gaat, die naar zijn woorden, paus Joannes „zo meester lijk uitpaalde." In een schrijven aan de kardinaal- deken Tisserant, gedateerd 12 sep tember 1963, gaf Paulus VI een over zicht over de stand van zaken van het concilie en een bericht, welke nieuwe technische maatregelen hij ge troffen had, met het verzoek om deze beschikkingen, verlangens en wensen te willen bekend maken aan de con cilievaders en, omdat deze brief een officieel document was, aan iedereen. Ons t>eperkend tot 's pausen zicht op het concilie halen wij uit dit schrij ven aan, dat het concilie een pasto raal karakter draagt en blijft dra gen. Voorts volgt de H. Vader, de doelstellingen van deze kerkvergade ring nogmaals opsommend, de ge- dachtengang en de intenties van paus Joannes, zoals die vanaf de eerste aankondiging van het concilie tot aan zijn dood groeiden en scherpere vor men aannamen: de bloei van het le ven in de Kerk, het bijdragen tot en het bespoedigen van de eenheid on der de christusgelovigen, het bevor deren van de vrede en de geestelijke vooruitgang en welvaart onder alle mensen. Hiermede is het beeld wel rond, al moet menige kleurige en anecdotische trek binnen het geraamde bestek on vermeld blijven. Wij brengen u alleen nog in herinnering de opzienbarende toespraak die de H. Vader, zelf vanaf zijn 25e jaar tot zijn 55e curielid, za terdag 21 september tot zijn naaste medewerkers en functionarissen gehou den heeft (zie ons blad van 23 dezer). Het tweede Vaticanum zal Joannitisch zijn en de oude man, die als paus in de wereld verscheen als een kerugma- tisch teken en een macht der goed heid, was kort voor zijn dood en ge louterd door vreselijk lichamelijk Hjden blij zpn regiem misschien te mogen overdragen in Paulinische handen. TAAK DER KERK IN MODERNE WERELD en mag wel zeggen, dat net verloop van de eerste zitting vol verrassingen is geweest en door niemand voorspeld kon worden. Geen wonder dat ik mij wat huiverig voel, nu een prognose van mij gevraagd wordt over de tweede zitting. Ook hierbij doet men wellicht het beste zijn aandacht eerst te richten naar degene bü wie de hoogste lei ding van het Concilie berust, paus Paulus VI. Het lijdt geen twijfel dat doel en richting van het Con cilie dezelfde blijven als door zpn voorganger zijn vastgesteld. Paus Paulus heeft hierbij de steun van het enorme morele gezag van de grote Joannes. Men verwacht echter meer van de nieuwe Paus: een aangepast reglement, hervorming van verou derde strukturen en goede benoe mingen; zo vatte prof. H. Schmidt op een persconferentie, 25 juli te Utrecht gehouden, de taak van deze Paus ten aanzien van het Concilie samen. Wat Paulus VI juist deze laatste weken gedaan heeft vertoont een verrassende overeenkomst met de verwachtingen door prof. Schmidt geformuleerd: het reglement is in grijpend veranderd door de benoe ming van een Moderamen van vier kardinalen, waardoor een meer doel bewuste en krachtige leiding moge lijk wordt; en als de Curie behalve eerbiedwaardig, ook verouderd ge noemd mag worden, dan is het door de Paus aangekondigde plan tot her vorming wel een heel spoedige rea lisering van het tweede en derde programmapunt. Maar daarover vindt men elders in dit nummer meer. Vervolgens de bisschoppen en an dere Concilievaders. Voor hen ligt de situatie aanmerkelijk gunstiger dan in oktober vorig jaar. De eerste zitting heeft hun een ruime ervaring verschaft: hun kennis van de noden en mogelijkheden in de Kerk is ver ruimd; in de interimperiode hebben ze door een betere communicatie on derling, mondeling en schriftelijk, door studie en overleg met deskun digen zich degelijker kunnen voorbe reiden op de dingen die komen gaan. Het valt echter moeilijk te voorspel len of de verhoudingen in het Con cilie dezelfde zullen zijn als de vorige keer. Is de wil tot vernieuwing, die de grote meerderheid bezielde, in de tussentijd, toen zp weer geconfron teerd werden met de gecompliceerde taak die het bestuur van een dio cees is, versterkt, gelijk gebleven of verzwakt? ovendien, een bereidheid tot aan passing op praktisch vlak, zoals op het gebied van de liturgie, is niet altijd een garantie, dat men ook bij de dieperliggende theologische vraagstukken met de nieuwe ontwikke ling is meegegaan. Maar ook hier kan het Concilie buiten de Sint Pieter en het Concilie der theologen een onbe rekenbare invloed uitoefenen. Daarvoor is echter nodig dat men zich niet in de eenmaal ingenomen stellingen ingraaft of een zelfgekozen isolement handhaaft. Zo is het een be langrijke vraag, of de Italiaanse bis schoppenconferentie als geheel (rond vierhonderd leden) zich zal blijven af sluiten voor iedere invloed van buiten. Maar er zpn ook episcopaten van an dere landen die in de eerste periode de voorkeur hebben gegeven aan een „splendid isolation". Veel hangt hier af van de leidende figuren onder de Concilievaders. Ook de tpd lijkt voor alsnog een gunstige factor: persoon lijke contacten moeten groeien en denkgewoonten veranderen slecht6 langzaam. Men kan daarom blij zijn met de berichten over een derde en eventueel vierde zitting. Tenslotte is er de agenda voor de tweede zitting. Officieel staat nog niets vast over de volgorde waarin de ont werpen behandeld zullen worden. Door het werk van de Coördinatiecommissie is de stof, waarvoor men aanvankelijk ruim zeventig schema's had geprojec teerd, nu ondergebracht in zeventien. Veert'ien zpn er aan de bisschoppen toegestuurd. Behalve het ontwerp over de Missies en het beroemde schema 17, handelend over de taak van de Kerk in de hedendaagse wereld, ontbreekt nog de geamendeerde tekst van het Liturgieschema. Hieraan is juist dezer dagen de laatste hand gelegd door de liturgische commissie, die enkele da gen vóór de opening in Rome is bij eengekomen. De amendementen wor den dan in de komende zitting stuk voor stuk aan het Concilie ter goed keuring voorgelegd, daarna worden de afzonderlijke hoofdstukken en tenslotte de gehele Constitutie in stemming ge bracht. Na de aanvaarding kan het stuk in een plechtige zitting onder voorzitterschap van de Paus als eerste besluit van Vaticanum II gepromul- geerd worden. am men aanvankelijk aan, dat het schema ever de goddelijke Open baring een groot deel van de tweede uitrusting in beslag zou nemen, thans schijnt wel vast te staan, dat het van de agenda voor deze perio de is afgevoerd. Het is een stuk met een lange en bewogen geschiedenis, die haar sporen in de tekst heeft na- Met grote aandacht opnieuw naar Rome anneer in de verschillende over wegingen ever de naderende voortzetting van hit 2e Vatikaan se Concilie ook aandacht ge schonken wordt aan „het Concilie en de waarnemers", dan ligt daarin de vraag besloten: hoe gaan ze weer naar Rome in welke stemming, met welke verwachtingen? Het antwoord op die vragen (die éne vraag!) is niet ge makkelijk te geven. Allereerst omdat de stemming van „de waarnemers" als groep nauwelijks te fixeren valt, maar ook omdat zulk een „stemming" een reactie betekent op een nog ta melijk gecompliceerde en nog onover zichtelijke situatie. Ook wie in de tussenperiode getracht heeft de iitera- tuur over de eerste zitting te volgen en deze tracht te beoordelen in ver band met z'n eigen ervaringen, zal toch nog met een gevoel van onzeker heid naar Rome gaan, omdat hij leeft in het besef, dat z'n verwachting ten nauwste verbonden is met veel, dat nu nog „sub secreto" ls. Toch heb ik sterk het gevoel, dat het standpunt van die Rooms-Katholie- ke.i juist is, die zeggen, dat de be slissingen reeds in de eerste samen komst (tot 8 dec. toe) gevallen zijn. Ze zijn niet concreet geworden in be slissingen of decreten, maar dat er veel gebeurd is, valt niet te ontken nen. Men leze het oordeel van Joseph Ratzinger in zijn: „Die erste Sitzungs- periode des zweiten Vatikanischen Kon- ziifl. Ein Rückbliek" (1963), die vooral op de betekenis van het niet negatieve, afwerende, veroordelende, maar positieve, bouwende, open ka rakter, op de attitude van het Concilie de aandacht vestigt en in de eerste zittingen het einde ziet van een anti- modernistische, integralistische neuro se. Natuurlijk raakt deze attitude ook de waarnemers. Niet, dat zij hierin zien een radicale front-verandering of een nivellering of relativering van de R.-K. overtuiging, maar het imponderabele en verrassende van een gewijzigde attitude is iets, dat ook de waarne mers voortdurend bezighoudt, omdat nu zichtbaar wordt, met hoeveel soort gelijke problemen (ik denk aan grote wereldproblemen èn de houding der Kerk en niet minder aan theologische vragen in verband met het Schrift- vraagstuk) b.v. R.-Katholicisme èn Pro testantisme gelijkelijk geconfronteerd blijken te zijn. Dat alles is in talloze zeldzaam open contacten en gesprek ken in Rome telkens weer duidelijk geworden en mede daardoor was „waarnemen" niet maar de houding van een toeschouwer (in Amerika ge- bruikt men wel eens de uitdrukking: balcony-attitude": men ziet de op tocht aan zioh voorbijgaan zonder er zelfs maar uit de verte deel aan te nemen). Het ging veel meer om wer kelijke aandacht, omdat er voortdu rend herkenningsmomenten waren van uit de problemen zelf en vanuit een nieuwe bezinning op het bijbels evan gelie, dat zich altijd weer in de ge schiedenis met een ongelofelijke eviden tie aan ons (allen!!!) opdringt en zich met de weerstanden bezig houdt op een uniek-kritisohe wijze. Juist daarom is het opnieuw naar Rome gaan (van de waarnemers) niet te vangen onder het dilemma: optimisme of pessimisme Ze zijr. er zich allen van bewust, dat wat in 1962 geschiedde de attitude en de structuur van de besprekingen niet gebruikt kan worden om logicis- tisch lijnen te trekken naar de toe komst. De boeiende dynamiek van actie en reactie speelt ook in de Kerk e enorme rol en de veel gebruikte qualificeringen: conservatief pro gressief blijken bij scherpe analyse zeer gecompliceerd te zynDat is in het Protestantisme èn in het Katholi cisme het geval en men moet in de geschiedenis op allerlei ingrijpende verschuivingen voorbereid zijn. Ik heb telkens de indruk dat ook voor vele R.-Katholieken nog niet altijd dui delijk is, wat nu precies aan de hand is en er is een grote begeerte naar voor lichting, omdat men er zelf bij be trokken is. Dat „waarnemers" in de gelegenheid zijn dit alles in gesprek en ontmoeting zelf van zeer nabij mee te maken, betekent, dat voor hen het „Vatikaans Concilie" niet is een ver begrip (zoals het eerste, alleen via bronnen te benaderen) maar een con crete zaak van dichtbij, boeiend, niet het minst vanwege de spanningen, die ver boven het intern-R.-K.-kerkelijke uitgaan. Speculaties zijn altijd onvruchtbaar. Ze moeten getransponeerd of vervan gen worden door een besef van mede verantwoordelijkheid (in open gesprek en erkenning van eigen kerkproble- men). En als men mij persoonlijk vraagt een indruk vast te leggen, dan zou ik me willen aansluiten bij hen, die van oordeel zijn, dat de eerste periode van het Vatikaans Concilie nauwelijks meer ongedaan gemaakt kan worden, Joannes XXIII is niet meer en velen hebben zich afge vraagd of dat de voortgang van het Concilie sterk zou bepalen. Zo juist las ik het boek van Paul Lescoud (Pro- fesseur a l'Université de Paris) over: Qi' est ie pape Paul VI? Ik heb de indruk, dat de nieuwe paus, weer een ander mens dan zijn voorganger, voor al met dat probleem van de continuï teit bezig zal zijn, wellicht met ten nieuwe voorzichtigheid en zorg in de spanningen en groeperingen. Maar dat de romende zittingen structureel gewij- zigi. zullen zijn, lijkt me historisch en vanuit allerlei evidenties zeer onwaarschijnlijk. Ik geloof dat in alle variatie alle waarnemers met grote aandacht opnieuw naar Rome gaan. Dr. O. C. BERKOUWER gelaten. Door de meerderheid van het Concilie in november 1962 afge wezen, werd het door paus Joanne* ter herziening toevertrouwd aan een gemengde commissie, samengesteld uit leden van de theologische com missie en van het secretariaat voor de Eenheid. Na meerdere, soms be wogen werkvergaderingen is men gereed gekomen met een nieu we tekst, die wel bijna noodzakelijk een compromis-karakter moet dra gen. Het betreft hier de oecumenisch zo belangrijke kwestie van de ver houding Schrift-Overlevering-kerkelijk leergezag. Het is goed mogelijk, dat geen van beide richtingen met het resultaat tevreden is, zodat er belang rijke amendementen te verwachten zijn. Temeer omdat op de achtergrond de opvatting omtrent aard en doel van de Openbaring Gods een belangrijke rol speelt, een thema waarover even eens diepgaande verschillen bestaan tussen de „oude" en de „nieuwe" theologie. Deze verschillen liggen op wetenschappelijk-theologisch niveau, maar zij werken noodzakelijk door in de verkondiging, katechese en pastoraal. Intussen is medegedeeld, dat wel het schema De Ecclesia op de agenda wordt geplaatst. Volgens sommige berichten in de pers zal dit zelfs het eerst in behandeling geno men worden. De theologische com missie is na de fundamentele en felle kritiek van de Vaders op het aan vankelijke ontwerp opnieuw aan het werk gegaan. Van de vele schaduw- schema's die reeds :n december in Rome circuleerden heeft men als basis gekozen het ontwerp van mgr. Philips, zelf lid van de theologische commissie. Het stuk bestaat uit vier hoofdstukken, waarvan de laatste twee pas kortgeleden aan de bis schoppen zijn toegestuurd. De be langrijkste kwesties die aan de orde zullen komen zijn de verhouding episcopaat-primaat en de theologi sche plaatsbepaling van de leken in de Kerk. Beide zjjn uitermate ge wichtig, als men ze beziet vanuit het doel van Vaticanum II, vernieuwing en aanpassing van de Kerk in pas toraal opzicht. Men is algemeen overtuigd, dat hier het zwaartepunt van heel het Concilie komt te liggen. T ie de lijst van de 17 schemata nagaat, ontdekt nog vele ande re belangwekkende titels. Zij kunnen in geen geval alle in de tijd van twee maanden worden afge werkt; het is niet eens zeker of alle zonder uitzondering überhaupt aan de beurt komen. Men kan ook constate ren. dat een zaak van zo grote im portantie als de tolerantie of gods dienstvrijheid op de lijst ontbreekt. Toch behoeft men hieruit niet onmid dellijk tot een definitieve beslissing in afwijzende zin te concluderen. Immers ook in de komende periode kan Vati canum H verrassingen te zien geven. Ook nu mogen wij hopen en bidden dat de Geest daar zal waaien: en dan gaat het altijd net anders dan wij men sen verwachten. F. HAARSMA illinium IIIIIIIIIIIINIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllU Zondag 29 september H. Aartsengel Michael: eigen Mis; 2e geb. v. d. 17e zondag na Pinksteren: credo; pref. V. d. H. Drie-eenheid wit— Maandag: H. Hieronymus, belijder-kerk leraar: Mis In medio wit Dinsdag: Mis v. d. zondag: 2e geb. H. Reml- gius groen Haarlem en Rotterdam: H. Bavo, belijder; eigen Mis; 2e geb. H. Remigius —wit— Woensdag: H. H. Engelbewaarders: eigen Mis wit— Donderdag: H. Theresia van Lisieux, maagd; eigen Mis wit Vrijdag: H. Franciscus, belijder: eigen Mis —wit— ofwel vanwege Eerste vrijdag: Votiefmis ter ere v. h. H. Hart; 2e geb. H. Franciscus —wit Zaterdag Mis v. d. H. Maagd Maria op zaterdag; 2e geb. H. H. Placidus en gez.; pref. v. d. H. Maagd Maria —wit- Rotterdam: H.H. Ewalden, martelaren; Mis Intret; 2e geb. H. H. Placidus en gez. rood— Zondag 6 oktober 18e zondag na Pink steren; eigen Mis; credo; pref. v. d. H. Drie-eenheid —groen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 13