hhh Na Veisen in 1817 en Voorhout in 1847 Traditionele seminariesfeer heeft zich ontwikkeld naar een modern leefpatroon PLANNEN TER VIERING VAN 150-JARIG BESTAAN IN 1967 Voormr. H. nu bijna E. Phaff is twaalf uur het Evenwicht Menselijk Veranderd GROEN Co. Iat BRUGGEN DICHT OP SPITSUREN Nieuw Berkenrode" nu café-restaurant mm 1 ZATERDAG 19 OKTOBER 1963 PAGINA 3 Vorige maand was het veertig jaar geleden, dat het nieu we „Hageveld" in gebruik genomen werd. Het klein-semina- rie van het Haarlemse bisdom ging bij die ingebruikneming zijn derde periode in. Het werd name lijk gesticht in Velsen in 1817, dertig jaar later verhuisde het naar Voorhout en in september 1923 betrokken leraren en stu denten het vorstelijke gebouw in Heemstede, dat opgetrokken was naar het ontwerp van Jan Stuyt. Een vorstelijk gebouw inderdaad, dat nu nog allure heeft en op iede re bezoeker indrukt maakt. „Ha- geveld" blijft een verrassing voor wie de lange oprijlaan opgaat en ineens na een lichte bocht de breed-uitgezette gevel voor zich ziet. Zo zwaar als het gebouw er staat, heeft het iets typisch Hol lands, maar én door de ligging én door de majestueuze koepel, die op het gebouw schijnt te zweven, heeft het geheel tevens een lichte, bijna romeinse toon. Boven de in gang staat te lezen: Porta Coeli Deur des Hemels. Het klinkt wat pretentieus en niet alle semi naristen en oud-seminaristen zul len het reserveloos kunnen be amen, maar de naam is een her innering aan het Bernardijner- klooster, dat eertijds op die plaats heeft gestaan. Na de reformatie is het klooster verdwenen. Jaren lang bewoonden regentenfamilies het landgoed, totdat het bisdom Haarlem de grond kocht. Het terrein, eens ,,'t Clooster", werd bestemd voor de bouw van het nieuwe seminarie. In de studiezalen zijn de hoge banken verdwenen. Daarvoor in de plaats zijn moderne en praotische studietafels gekomen, die het werk niet gemakkelijker maar misschim wel aantrekkelijker maken. h. Beek, en voorts de huidige regent, Vanaf de cour komt de Hageveldse koepel het meest tot zijn recht. de "erarengmerstr"athofJênHjnn'sAut! De speelse constructie geeft aan het seminarie-gebouw een romeninse W.H. allure. Breed uitgezet rijst de voorgevel van ,JHageveld" op, een verrassing voor iedere bezoeker, die voor het eerst de oprijlaan is opgegaan. CENTRALE VERWARMING DUIKER OLIEBRANDERS ge ve r- fierd gen zen. ge* p in- met /uil" ■Min ting illa- i; de •ten. van ter- de It is van -urt. uikt en ntig aar- at e isr de fiaar De op ■telen van ver- aar- acht en ^.000 be- sden tus- i de •aad istel- een des- zul- re- -aad ak- de aan ,afel no- pden ordt voor se da ioop van •tag. erne 5 jr. laai- !NA. ge- 'aste di- Veel zoek men ïeel. aap- To- raat .N.; aar- erk; 1900. weg A. Vijf- aart aar- 'ieu- em. Lot- •500. raat rop- rd., M. een. i-q-; 12, 700. eek- 5,-. raat kt.: lid- :ho- kt.: v. J. M. uw- 7in- L. I-de M. P. M. H. Ka- ing mp lan ou- een H. oy. en en en Vil- lits en de rst, der H. J. M. ikt. oe» HAGEVELD veertig jaar geleden in Heemstede begonnen Het Voorhoutse Hageveld, waar tien tallen generaties priesters van het Haarlemse diocees hun eerste opleiding jMjdden genoten, had afgedaan. Het ge- nu de bisschoppelijke np- 001 is gevestigd, voldeed iK- L TfT-AA1 de toen moderne eisen. Men had met ruimte te kampen en het was zeker n'et mogelijk voorzieningen te treffen om het groeiend aantal se minaristen op te vangen en redelijk on der dak te brengen. Mgr. Callier, toen bisschop van Haarlem, hakte resoluut de knoop door en het duurde niet lang, of het aanne mersbedrijf Jonokbloedt begon met de (bouw van het nieuwe seminarie in Heemstede. Twee jaar heeft de bouw geduurd. In juli 1923 werd op plechtige wjjze, in aanwezigheid van de bisschop, afscheid genomen van Voorhout, waar het Hageveldse leven zich voor eeuwig verankerd scheen te hebben en de tra ditie zich een eigen codex had geschre ven. Temidden van een grote chaos voorlopig zou het nog geuren naar verf, krullen en cement trokken 21 lera ren en 318 studenten van het nieuwe se minarie binnen. De kapel was nog niet gebouwd. Een open plek gaapte tussen de beide vleugels. Ter gelegenheid van de intrede, in september 1923, legde mgr. Callier de eerste steen voor de kapel, welke twee jaar later in gebruik genomen zou worden. Dit is in kort bestek de wordingsge schiedenis van het derde „Hageveld", waar aanvankelijk, de nieuwe omge ving ten spijt, het leven en de sfeer duidelijk de sporen hielden van het vertrouwde Voorhout. Achteraf kunnen we zeggen dat de traditionele semina rie-sfeer, welke nu eenmaal als juist en vanzelfsprekend werd geaccepteerd, er haar nabloei beleefde. De verandering van klimaat, die vol- zjjn nu binnenshuis vrijwel verdwenen; het dak is nog steeds sterk getekend door hun kennelijk onverwoestbare ca- mouflageverf. Intussen heeft na de oor log ook dit „Hageveld" niet zonder spanningen zijn nieuwe plaats moeten vinden. Materieel waren de problemen betrekkelijk eenvoudig op te lossen. De grote toevloed van studenten en het daarmede gepaard gaande gebrek aan ruimte behoorden al heel gauw tot het verleden, toen het Haarlemse bisdom gesplitst werd en het bisdom Rotter- llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllHIIMIIIIIIIIIIIIIIIItllllt 1I1IIIIIII gens de regels der ontwikkeling in de loop der tijdén onverbiddelijk haar be slag zou moeten krijgen, geschiedde, zo als overal elders, abrupt, toen de twee- 5-1 wereldoorlog uitbrak. Onder regent Ebbmkhuizen was het derde „Hage- begonnen, onder zijn opvolgers Wptenburg en -Anmerlaan werd Hage- veld-Heemstede een begrip, onder re- gent Henning, die in 1938' de leiding kreeg en bijna een kwart eeuw het se minarie zou besturen, zou „Hageveld" niet ontkomen aan de schokken, die het gehele leven te verwerken kreeg. De bezettingsjaren verspreidden de studenten over verschillende concen traties in het bisdom. De Duitsers hiel den in het seminarie-gebouw op bar baarse wijze huis. De sporen daarvan dam zijn eigen seminarie in Noordwij- kerhout kreeg. In het geestelijk vlak bleek het minder eenvoudig te zijn. Ten aanzien van de seminarieopleiding in het algemeen werden de kritische geluiden steeds sterker, de mentaliteit van de jeugd was anders geworden, het leef patroon binnen het seminarie zocht dwingend naar contact met de wereld buiten het seminarie. Regent E. J. M. Hupperetz, die se dert vorig jaar het seminarie bestuurt, meent, dat er nu een zeker evenwicht gevonden is, van waaruit met pruden tie de verdere ontwikkelingen mee ge maakt of beter nog: mee-geleefd kun nen worden. Hij zelf is als eersteklas ser in 1923 „Hageveld" binnengestapt. In bepaalde zin want vanuit een ver schillende status kan hij vergelijkin gen maken. Overtuigd van de nood zaak van een klein-eeminarie, wil hij in ieder geval ten aanzien van zijn se minarie betogen, dat het onjuist is, de plaats van het seminarie te beoordelen naar de sfeer, die zo'n dertig jaar ge leden als natuurlijk gold. En dat ge beurt volgens hem nog al te vaak. Er is enorm veel veranderd, er moest ook veel veranderen. De mentaliteit van de jeugd eiste dat. Het een hangt trouwens samen met het ander. Geen enkele ont wikkeling staat op zichzelf. Het is een groot raderwerk, waarin de een de an der op gang houdt. Of er verschil is tussen de semina rist van 1923 en die van 1963? Natuur lijk. Maar het meest typerende vindt regent Hupperetz het toch. dat die van 1923 (zeg van vóór de oorlog) naar het seminarie kwam, omdat hp priester wilde en zou worden. Die van 1963 is onbestemder van ideaal. Hij weet het nog niet zo precies. Zijn keuze is min der bepaald. Op zichzelf hoeft die on zekerheid niet verontrustend te zijn, maar regent Hupperetz houdt het er voorlopig op, dat hier geen sprake is van de „onzekerheid van de rust". En dat betreurt hij. Het verloop van stu denten in de latere jaren schijnt hem vooralsnog in het gelijk te stellen. Vervolgens noemt hij het een verheu gend verschijnsel, dat de seminarist niet meer de getekende is van vroeger, toen hij door houding en gebaar de pri mus inter pares daarbij nadrukkelijk geholpen door zijn omgeving mocht zijn. Nu is hij dat niet meer, wil hij dat ook niet meer zijn. Een gezonde verandering van gesteltenis, indien de ze niet in zoverre doorwerkt in zijn la ter priesterleven, dat hij dan vergeet door roeping en functie een respecta bel man te moeten zijn, die door zijn persoonlijkheid kracht aan zijn leider schap moet geven en niet door een po pulair, soms onvolwassen, gedrag. Het leven binnen „Hageveld" heeft intussen een menselijker sfeer gekre gen, zonder dat men overigens de vroe gere jaren onmenselijk zou moeten noe men. Dat waren ze zeker niet. Maar door een groter contact met de buiten wereld heeft de opvoeding een minder exclusief karakter gekregen. De Hage- velders ontmoeten op velerlei terrein hun leeftijdgenoten van andere middel bare scholen, *ij verheien meer dan worden, op de cour zal, als verbinding tussen de bestaande vleugels, een nieuwe school gebouwd worden naar ontwerp van het architectenbureau Tean en Nix uit Utrecht. Er is dus alle reden om feest te vie ren. Zij het, dat het feest bescheiden van opzet zal zijn. Het jaar 1967 ligt in het verschiet. Dan zal ook meer naar buiten het 130-jarig bestaan van „Hageveld" gevierd worden. Het achtste lustrum van „Heemstede" wordt zondag 27 oktober gevierd. On- W^e?b^0m^ieravanere^1®van de seminaristen, en de heren C. Enkelaar, J. Onstenk, dr. ir. J. J. A. de Goeij, dr. vroeger in de huiselijke kring, zij pro fiteren van de culturele mogelijkheden, die Haarlem en omgeving bieden. De moderne Hagevelder hoort op en top bij de moderne jeugd, zelfs in zijn afkeer voor tradities. En dat wil voor „Hageveld" heel wat zeggen. Hoe heb ben niet generaties van leerlingen naar verscheidenheid van klas per traditie hun rechten opgeëist. Kwam het vroe ger voor, dat vijfde en zesde klas met elkaar optrokken? Iedere klas had zijn eigen „hok", een heiligdom, dat met Cerberus-allures werd bewaakt. Ze hebben nu hun tempels afgebroken en vijf en zes recreëren zich in een ge meenschappelijke zaal. De oud-Hagevelder, die nu na jaren in zijn vroeger seminarie terugkeert, zal zijn oude huis niet helemaal meer herkennen. Geen studiezalen meer met hoge banken, waarin het leed van ja ren is neergekrast, maar lichte ruim ten met practische studietafels. Geen brandende surveillantenogen van mi nuut tot minuut, maar af en toe een „kijkje", of de zaak nog goed reilt en zeilt. Op het ogenblik telt het seminarie 333 leerlingen. Van de 24 priesters, die er aan verbonden zijn, werken er 12 als practisch docent. De leke-leraar heeft zijn intrede gedaan, er zijn er 16 werkzaam. Volgens de regent is de ge talsverhouding van priester- tot leke ieraren hiermede scherp gesteld. On der leiding van rector Th, Kramer, is weliswaar een uitstekend team docen ten aan de school verbonden, maar voor een seminarie is meer nodig. De pries ters in het seminarie hebben, meer nog dan vroeger, contact met de studenten. Dat contact is hard nodig, reden waar om regent Hupperetz het aantal pries ters binnen zijn seminarie niet graag verminderd ziet. Het Hageveldse leven is veran derd Mede doordat het een erkend gymnasium is geworden. En dat heeft zijn stempel op „Hageveld" ge zet De improvisatie is in zekere zin verdwenen. De opleiding is gericht geworden. Er is iets van de alge mene vorming verloren gegaan, iets ook van het eigen initiatief. De oud- Hagevelders begrijpen, wat daarme de bedoeld wordt. Het is die ondefi- niëerbare sfeer, waarbinnen een lite- rair-klassieke opleiding breder uitge zet kon worden dan op een „gewoon" gymnasium mogelijk was. Maar daar staan zovele andere voordelen tegen over, die het veranderde leven heeft meegebracht. Er wordt de laatste jaren in „Hage veld" ook materieel veel getimmerd en gebroken. Het pleit voor de architect van 1923, dat er gerust getimmerd kan worden zonder dat aan de allure van het gebouw enige afbreuk wordt ge daan. Er zijn nog vele plannen. De oude klaslokalen zullen hobby-lokalen HAARLEM. 18 okt. Om file-vor ming bij de Prinsenbrug en de Buiten- rustbrug in de avondspitsuren en op recreatie-zondagen tegen te gaan stel len B. en W. van Haarlem voor de ver ordening op de doorvaart van schepen langs de beweegbare bruggen aan te vullen met de bepaling, dat de Prinsen- brug van maandag tot en met vrijdag van vijf tot zes uur en de Buitenrust- brug gedurende dezelfde periode van half zes tot half zeven voor het scheep vaartverkeer gesloten blijven. Verder zullen de bruggen op zondagen niet eer der worden geopend dan zeven uur 's avonds. Dat is een uur later dan thans. In een toelichting op hun voorstel schrijven B. en W., dat de maatrege len die reeds waren getroffen om de verkeersstroom op deze punten te ver werken onvoldoende zijn gebleken. De ze maatregelen hielden onder meer in het plaatsen van verkeerslichten en het posten van verkeersagenten Men mag een beetje symboliek zien in de omstandigheid, dat de scheiden de gemeentesecretaris, mr. H. E. Phaff vanuit zijn sfeerrijke werkka mer op het Haarlemse stadhuis het gezicht heeft op de stilstaande toren klok van de Grote Kerk. Beide wijzers staan op een uur, dat wel wordt ge bruikt ter aanduiding van een kente ring: de klok van de Grote Kerk wijst het uur van twaalf aan. Voor de heer Phaff is het bijna twaalf uur. Op 31 oktober legt hij het ambt van gemeen tesecretaris neer en verlaat Haarlem om de volgende dag in Den Haag te beginnen aan zijn werk in de directie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Precies elf jaar is de heer Phaff in Haarlem werkzaam geweest. Hij kwam op 1 november 1952 als opvol ger van mr. Th. A. Wesstra, die toen met pensioen ging. De functie was hem niet vreemd, want drie jaar was de heer Phaff gemeentesecretaris van Delft geweest. De finesses van het ambt heeft hij zich ongetwijfeld ;n Haarlem eigen gemaakt, de stad, die hem kort na zijn benoeming heeft le ren kennen als een „delvenaar" naar de historische betekenis van het Haar lemse stadhuis. Over het secretarisambt is sinds de totstandkoming van de gemeentewet in 1851 een reeks van professorale boeken verschenen met soms diepzin nige beschouwingen over de taak van degene die het ambt bekleedt. Kon het vroeger als een baantje erbij wor den beschouwd, thans is het ambt uit gegroeid tot een werkkring, welke nauwelijks tijd en gelegenheid laat om er iets bij te doen, wat dat ook zijn moge. Deze „ruimte" wordt kleiner naarmate de gemeente groter is. Mr. Phaff wenste zich tijdens een gesprek niet te verliezen in een aca demische verhandeling over het arhht van 's raads eerste ambtenaar. Hi] bleek de voorkeur te geven aan enke le kernachtige aanduidingen, waaruit de gemeentesecretaris naar voren trad als een functionaris, die de ver trouwensman en helper is van het ge meentebestuur. Een intelligent man, een diplomaat, een organisator, een coördinator, een schakel tussen be stuur en ambtenaren, wier chef hij is en verder een man, die op zijn tijd weet te zwijgen. Een dergelijke om schrijving blijkt in de verste verte niet meer te lijken op het gevleugelde begrip, dat een gemeentesecretaris zwijgt in de raad, fluistert in het col lege van B. en W. en buldert op de gemeentesecretarie. Hoe prozaïsch mr. Phaff over zijn functie denkt bewijst de opmerking, dat hij de secretarie beschouwt als een bedrijf, dat „ge rund" moet worden en waar het werk eigenlijk geen moment mag stilliggen. Op het gemeentelijk secretaiaat van Haarlem werken tweehonderdvijftig ambtenaren, een aantal, dat overeen komt met de personeelsbezetting van een middelgroot bedrijf. Elke dag komt er twintig kilo post binnen,elke dag gaat er vijfentwintig kilo post de deur uit. Veel boeiender dan een gesprek over de zakelijke inhoud van de taak van een gemeentesecretaris en over de modaliteiten van een dergelijke func tie is het de heer Phaff te horen pra ten over het algemeen restauratieplan voor het Haarlemse stadhuis, in de opstelling waarvan hij een bijzonder groot aandeel heeft gehad. Ofschoon hij die eer niet opeist staat wel vast, dat hij de stoot heeft gegeven tot res tauratie van het eersie huis van de gemeente tot zijn min of meer authen tieke gestalte, met weglating van de negentiende eeuwse verknoeiingen en handhaving van de renaissance-wijzi- gingen. Het tienjarenplan, dat aan de hand van opgravingen en archiefon derzoek onder goedkeuring van de ge meenteraad werd opgesteld, noemt de heer Phaff de verzekeringspolis van het stadhuis. Over de cultuurhistori sche betekenis van het gebouw heeft hij in de afgelopen jaren niet minder dan honderd lezingen gehouden. Voor hem, die zoveel aan het plan heeft bijgedragen en die bovendien het stad huis opnieuw in de publieke belang stelling heeft gebracht, moet het een eer zijn, dat hij ondanks zijn aan staande uitstedigheid lid kan blijven van de commissie, die zich met deze zaak bezig houdt. Nog dit jaar komt het herstel van de Librije klaar, terwijl eveneens dit jaar de eerste aanzet wordt gedaan voor de restauratie van de Graden- zaal. Woensdag wordt voor dit doel aan de raad een aanloopkrediet van f 40.000 gevraagd. De totale kosten van dit onderdeel zijn geraamd op driehonderdduizend gulden.... Met nog een ander project heeft de heer Phaff zich tijdens zijn Haarlem se tijd beziggehouden, dat minder spectaculair is, maar waarvan de be tekenis vooral in ambtelijke kringen niet wordt onderschat: de vorming van de ambtenaar. In de afgelopen jaren heeft een commissie, waarvan hij het voorzitterschap bekleedde en waarin hij zich o.a. gesteund wist door de heren B. Thijssen en G. Stareveld, elk voor- en najaar cursussen geor ganiseerd voor jonge ambtenaren, waarop behalve door specialisten ook inleidingen zijn gehouden door de bur gemeester en enkele wethouders. Deze ambtelijke vorming zal waarschijnlijk te zijner tijd haar voortzetting vinden in de stichting van een zogenaamde bestuursschool, waarvan de mogelijk heden thans worden onderzocht en be studeerd door een commissie, waarin de heer Phaff zitting heeft gehad. De heer Phaff moge Haarlem ver laten, hij zal uit hoofde van rijn nieu we functie met vele „draden" aan de gemeente verbonden blijven, omdat de Vereniging van Nederlandse Gemeen ten zich immers wijdt aan de belan gen van de totaliteit van de gemeen ten. (Advertentie) BLOEMEND AAL TELEF. 54855 HEEMSTEDE, 18 okt. In het ge bouw „Nieuw Berkenrode" is de af gelopen maanden hard gewerkt aan »en vernieuwing en modernisering >an het interieur, die hef gebouw herschapen hebben in een café-res taurantbedrijf, dat voor deze omge ving een aanwinst van betekenis mag worden genoemd. De nieuwe exploitant, de heer N. Fen- nes, wil van Berkenrode een centrum van gezelligheid maken. Het café-res taurant is smaakvol aangekleed en van een nieuwe verlichting voorzien. Men kan er in intieme sfeer ook bij kaars licht dineren. Elke zaterdag- en zondag avond wordt de vleugel bespeeld door de pianist Dick Mandersloot, hetgeen de gezelligheid in het café-restaurant niet weinig verhoogt. Een ware gedaanteverwisseling heeft de oude toneelzaal van „Nieuw Berken rode" ondergaan. De zaal is thans aan gepast aan de eisen des tijds en ge schikt om er een feestelijke bijeenkomst of dansavond te houden. Er is een dansvloer gekomen en een podium voor het orkest. De „lantaamverlichting" zorgt voor een speciale sfeer. Op het toneel bevindt zich een zelfbedienings buffet, waarmee „Nieuw Berkenrode" voor de wijde omgeving een primeur heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 3