ANTI-ANGELSAKSISCH COMPLEX:
Jupiter-stijl in Brussel
Sinds 1900 van 70 naar 200 miljoen
DE BODEM IS
RIJK GENOEG
Vhet H' ■HHjKjDp' JÊÊk
SATERDAG 2 NOVEMBER 1963
President De Gaulle in enkele karakteristieke houdingen tijdens de ■persconferentie van 14 januari jongstleden.
evenmïrf1 bllorgd" be&ven" te™ Tijn Rond alle grote steden van Brazilië treft men uitgebreide krotwiftf*
over de weivaart van de komende ge- aan waarin honderdduizenden onder mensonwaardige omstandw
voMn|lNpioriTdinnkde ^f/edteMjke" s£ heden moeten wonen. Op de foto: een schijnbaar idyllische favelM
in Rio de Janeiro.
Lm "DjV.'.J' J .'FT
het reserveren van de Britse concessies secretaressen haalden discreet hun zakdoekjes uit de tas, toen het op 29 januari jl. duidelijk werd,
f?ut.'eVa zeifstögeneraaienDekaGaunl dat Franse obstructie de maandenlange onderhande lingen over de toetreding van Engeland tot de
had zich ai min of meer neergelegd by E.E.G. had doen mislukken. AUen, behalve de Fransen, putten zich uit in vriendelijkheden jegens de
tredlngeiTi7n^% concelsfesriechts Britten. Men ziet hier, van links naar rechts, Sir Pierson Dixon, Edward Heath Glider van de Britse
geliefde te doen. Maar Heath mocht delegatieChristopher Soames (Brits minister van landbouw), dr. Gerhard Schroder (Westauits
Nora°Tseioff beschrijft met zorg de minister van buitenlandse zaken) en prof. Walter Hallstein (voorzitter van de E.E.G.-Commissie).
- Jn -
eMT
Nx
BEVOLKINGSEXPLOSIE
IN LATIJNS-AMERIKA
NORA BELOFF BESCHRIJF
HOE DE GAULLE „NEEN
-ZEI TEGEN ENGELAND-
T u in twee belangrijke landen van
I \j West-Europa de regeringsleiding
J_ 1 in andere handen overgaat, is het
van belang nog eens om te kijken
naar wat in de laatste tijd de grootste
debacle is geweest in de westelijke
samenwerking: de afwijzing door gene
raal De Gaulle van het Britse lidmaat
schap van de E.E.G. en zijn weigering
om deel te nemen aan een door de
Amerikanen gedomineerde NAVO-
atoom strijdmacht. Dat cmkyken ge
schiedt zonder wrok en tamelijk onpar
tijdig door Nora Beloff in een „Pen
guin Special"! die de titel draagt „The
General Says No Britain's Exclu
sion from Europe".
Er staan een paar storende fouten
ln, die maar beter dadelijk gesignaleerd
kunnen worden, zodat zij straks geen
afbreuk doen aan het gunstige eindoor
deel: Vinogradov, de Russische ambas
sadeur in Parijs, draagt géén baard.
Toen Adenauer in oktober 1945 door
een Engelse brigade-generaal werd ont
slagen als „Oberbürgermeister" van de
stad Keulen, heeft nimmer het gerucht
de ronde gedaan, dat hij werd ver
dacht van nationaal-socialistische activi
st» feiten in de oorlog. En het zal voor
minister Luns bepaald een verrassing
zijn, dat hij door Nora Beloff samen met
Peter Kirk, prof. Walter Hallstein en
minister Couve de Murville van Frank
rijk wordt ingedeeld bij een internatio
nale contactgroep van protestanten, ge
naamd Interpret.
Men kan betwijfelen, of één enkele zin
uit de toespraak waarmee Edward Heath
de besprekingen met de Zes inleidde
(„Wij in het Verenigd Koninkrijk zul
len de geslaagde afsluiting van deze
onderhandelingen beschouwen als een
vertrekpunt, niet als het eind van de
weg"), nu wel direct zó moet worden
uitgelegd als de schrijfster wil. Zij doet
het namelijk voorkomen, alsof hiermee
werd bedoeld, dat Groot-Brittannië pas
na zijn opneming in de Gemeenschap-
rijnse gevangenen door de Franse inlich
tingendienst. Toen De Gaulle aan de
macht kwam, zei minister Malraux, dat
er een eind moest komen aan die prak
tijken. Maar ondanks deze en andere
protesten (waarbij een nicht van de
generaal een rol speelde) gingen de mar
telingen onverminderd voort. Toen
bracht een groep katholieke prominen
ten een bezoek aan het Elysée en de
woordvoerder, een bekend Frans schrij
ver die zelf veel had geleden in Duitse
concentratiekampen, voerde- aan, dat
deze methoden de toekomstige verhou
ding tussen Frankrijk en Algerije zou
den bederven. Op dat punt interrumpeer
de de generaal: „Le sang sèche vite"
De merkwaardige gebetenheid van
De Gaulle op de „Angelsaksen" (een
term uit het nationaal-socialistische pro-
paganda-archief, die door hem tot
nieuw leven is gebracht) dateert uit
de Tweede Wereldoorlog. Zijn mémoires
staan vol met verhalen over conflic
ten, die zich tussen hem en zijn nomi
nale geallieerden hebben afgespeeld.
H\j stuurde later een present-exem
plaar naar de MRP-politicus Pierre-
Henri Teitgen, die zelf had deelgeno
men aan het verzet. Teitgen dankte
hem, betitelde de „Mémoires de Guer
re" als een schitterend werk, en voeg
de eraan toe, dat het op hem de in
druk had gemaakt, of hij en de gene
raal op de een of andere manier toch
niet dezelfde oorlog hadden gevoerd.
In 1941 deed De Gaulle in particu
liere kring zijn beklag over zijn toege
wijde vertegenwoordiger in het Mid
den-Oosten, generaal Georges Catroux,
omdat „het zo bijzonder lang duurde,
voordat hij de volledige diepte door
grondde van de kwaadaardigheid van
de Britse intenties".
In 1959 heeft net Russische ministerie
van buitenlandse zaken een deel van
zijn correspondentie uit de oorlog ge
publiceerd en daaruit ontstaat op zijn
minst de indruk, dat De Gaulle er in
werden genoemd. Zij zagen „Europa"
als een machtige superstaat, opge
bouwd uit de katholieke landen, die
grenzen aan de Rijn en de Alpen. Het
verenigd Europa was voor hen een bol
werk van de christelijke beschaving,
opgeworpen tegen de communistische
en socialistische gevaren, die dreigden
uit binnen- en buitenland.
De Britse conservatieven onder
wie Churchill, Macmillan en Heath
zeiden wel, dat zij anders gereageerd
zouden hebben, maar toen zij zelf weer
aan de macht kwamen, hadden zij blijk
baar andere dingen aan hun hoofd
dan Europa. Hun weigering deel te ne
men aan de Europese Defensie-gemeen
schap heeft in belangrijke mate bijge
dragen tot de mislukking van dat pro
ject. De Fransen waren nog doods
bang voor het Duitse militairisme en
minister Bidault verweet zijn Britse
collega op de viermogendhedenconfe-
rentie te Berlijn ln 1954, dat hij de Fran
sen aanspoorde naar bed te gaan met
een mensenetende tijger, maar dat hij
zelf weigerde in de slaapkamer te blij
ven. Het resultaat was niet alleen, dat
de E.D.G. schipbreuk leed, maar ook
dat West-Duitsland in het bezit kwam
van een nationaal leger, iets wat nie
mand tevoren had gewild.
Een Franse diplomaat, die daarna
trachtte het Verenigd Koninkrijk te in
teresseren voor de „relance européen-
ne" (de aanzet tot E.E.G. en Eura
tom) kreeg ten antwoord, dat je toch
moeilijk kon verwachten, dat een Brit
se minister naar een gat als Messina
Sing.
Europa had nu zijn overwegend Karo
lingische tint verloren en bij de voor
bereiding van de E.E.G. zijn heel wat
jonge briljante socialisten betrokken ge
weest.
Het is vooral hun angst voor de toela
ting van landen als Spanje en Portugal
geweest, die heeft geleid tot het opne
men van het vetorecht in artikel 231
pelijke Markt tot de Amerikanen het
verzoek zou richten de speciale akkoor
den van 1953, waarbij Engeland in het
bezit werd gesteld van bepaalde Ame
rikaanse atoomgeheimen, ook van toe
passing te verklaren op Frankrijk.
En tenslotte legt zij wat al te veel na
druk op het gesprek, dat de ministers
Luns en Couve de Murville vlak voor
de débècle op 29 januari buiten de con
ferentiezaal hebben gevoerd. Dergelij
ke afzonderlijke gesprekken waren aan
de orde van de dag en al is het be
kend, dat de beide ministers op ver
trouwelijke voet met elkaar staan, er
was voor Couve de Murville geen enke
le speciale reden om nu juist mr. Luns
te maken tot „de bondgenoot van zijn
wanhoop". Tot zover de afdeling
„Schönheitsfehler".
Maar verder is „The General Says
No" een intelligent geschreven sa
menvatting van de gebeurtenissen en
omstandigheden, die tot de ingreep
van De Gaulle hebben geleid. Ge
schiedschrijving en reportage bieden
elkaar de helpende hand en zolang
hét boek over d"e onderhandelingen
in Brussel niet is geschreven, zijn wij
op deze combinatie aangewezen.
Het grote voordeel is, dat Nora Be
loff, als correspondente van het En
gelse zondagsblad „The Observer", een
groot deel van de door haar beschre
ven conferenties van nabij heeft kun
nen volgen. Zij heeft de emoties kunnen
registreren, die het verloop van de be
sprekingen vaak opwekte bi) de onder
scheiden delegaties.
Reeds in het tweede noordstuk pro
beert Nora Beloff de persoonlijk
heid van Charles de Gaulle te
analyseren. Zij haalt een uitspraak
aan van zijn vroegere minister van
binnenlandse zaken, Emmanuel d'As-
tier, die opmerkte, dat de generaal van
„Nietzsche, Charles Maurras en Mac-
chiavelli een zeer persoonlijke salade"
heeft gemaakt.
Maar nog meer houvast verschaft
haar de onvergetelijke zin van De Gaul
le zelf in „Le Fil de l'Epée", over de
leider, die in het bezit moet zijn van
„une forte dose d'égoïsme, d'orgueil,
de dureté, et de ruse". Er is alle aan
leiding te veronderstellen, dat de gene
raal mede tot zijn „No" is gekomen uit
ergernis over het feit, dat Groot-Brit-
tannië naliet zijn atoomkennis en zjjn
kernfysische resultaten met Frankrijk
te delen. Maar de trots van De GauÜe
had hem tevoren verboden het onder
werp in gesprekken met Macmillan
zelfs maar aan te roeren.
De hardheid van De Gaulle's autocra
tisch optreden maakt Nora Beloff dui
delijk met behulp van twee verhaaltjes,
het ene apocrief, het andere niet. Eerst
komt hes diner voor de Parijse élite,
waar iedereen klaagt over de veront
rustende staat van Frankrtjks interna
tionale betrekkingen; waarop de heer
Couve de Murville uitroept: „O, als ik
maar minister van V uitenlandse zaken
was!" En dan is er de episode, die ver
band houdt met de marteling van Alge-
juni 1942 een ogenblik over heeft ge
dacht het hoofdkwartier van de Vrije
Franse strijdkrachten over te brengen
van Engeland naar Rusland.
Zijn anti-Amerikanisme is in hoge ma
te een kwestie van temperament. De
strenge, sobere generaal wijst de „pur
suit of happiness" als een toelaatbaar
menselijk oogmerk eenvoudig af. Be
kend is het verhaal over de ergernis,
die het hem gaf, dat hi) door Roose
velt werd geweerd van de conferentie
van Jalta. Eveneens weet men, hoe hij
zich revancheerde door een uitnodiging
af te wijzen van de Amerikaanse presi
dent om hem op de terugreis in Al
giers te ontmoeten. Nora Beloff meent
nu te weten, dat de Amerikanen gene-
raai De Gaulle tevoren onofficieel had
den benaderd en dat zij hun invitatie
pas publiceerden, nadat hun was ge
zegd, dat hij van plan was te komen.
Harold Macmillan heeft als Brits po
litiek adviseur bij het hoofdkwartier van
Eisenhower in Algiers natuurlijk een
voorname rol gespeeld in de talloze
worstelingen, die De Gaulle aanging
met de Amerikanen en met zjjn door
de Amerikanen gesteunde rivalen (Gi-
raud, Darlan). Macmillan was in die
periode zeker niet anti-gaullistisch,
maar zijn persoon bleef in de herinne
ring van de latere Franse president
geassocieerd met een periode van bitte
re strijd om de macht.
a het aftreden van De Gaulle m
1946 heeft de „Rassemblement
du Peuple Frangais" een aan
tal van de politieke idealen van
de generaal in leven gehouden. De be
weging was militant anti-communistisch,
een trekje dat niet ontsnapte aan de
aandacht van de Amerikaanse inlicntin-
gendienst. Nora Beloff stelt vast, dat de
R.P.F. zijn grote propaganda-campag-
nes nimmer had kunnen bekostigen zon
der de financiële bijdragen van de
Amerikaanse geheime dienst.
Terwijl dus De Gaulle in de terug
getrokkenheid van Colombey-les-Deux-
Eglises filosofeerde over staat en maat
schappij, namen de leiders van de Vier
de Republiek enkele belangrijke 'iiitia-
tiever in de richting van een integra
tie van Europa. In mei 1950 kwam Ro
bert Schuman voor de dag met net
plan van Jean M>nnet voor de Europese
Gemeenschap voor Kolen en Staal.
Het is een feit, dat de Labourre-
gering in Engeland daarop foutief heeft
gereageerd. Attlee, Bevin en Cripps heb
ben het belang van de Europese een
wording voor een groot deel over het
hoofd gezien. En wat ze wél zagen,
stond hun niet aan.
Maar een andere vraag is en Nora
Beloft beantwoordt haar meteen on".:en-
nend of de Fransman Robert Scha
man, de Duitser Konrad Adenauer en
de Italiaan Alcide de Gasperi wei zo
ingenomen zouden zijn geweest met een
socialistische aanvraag om het lidmaat
schap van de E.G.K.S. Het waren drie
staatslieden, die het Duits uitstekend
beheersten, drie vurige katholieken, die
door hun critici wel de Karolingers
frustratie, de fysieke slijtage en de
spanning in de onderlinge verhoudingen,
waartoe de voortzetting van de onder
handelingen aanleiding gaf. Slechts
Heath bleef sereen en ad rem. De
Franse minister van landbouw, Pisani,
verloor zijn zelfbeheersing, de Luxem
burgse minister van buitenlandse zaken,
Schaus, zelfs het bewustzijn.
In de achterhoede kondigde de leider
van de Britse Labourparty, Hugh Gaits-
kell, zijn afkeer van het Britse lidmaat
schap van de E.E.G. aan. Nora Beloff
onthult, dat de met grote overredings
kracht toegeruste Indische ambassadeur
in Brussel, B. K. Lall, tot deze positie
bepaling van Gaitskell belangrijk heeft
bijgedragen.
verwegingen, die buiten het over
leg in Brussel stonden, hebben
tenslotte geleid tot de débacie op
29 januari van dit jaar.
De Gaulle zat aan het eind van de
Algerijnse oorlog met een ontredderd en
ontevreden Frans leger. In de schep
ping van een nationale kernstrtjdmacht,
een „force de frappe", zag hij het ideaV
le middel om de gefrustreerde militai
ren te vervullen met nieuwe geestdrift
en nieuwe toewijding. De Amerikanen
reageerden op zijn voornemens met
spot en tegenwerking, In het „Grand
Design" van president Kennedy zag De
Gaulle een uiting van dezelfde Ameri
kaanse bemoeizucht, die hij in de Twee
de Wereldoorlog al had leren haten.
Vein Groot-Brittannië verwachtte hij
nu min of meer een aanbod samen met
Frankrijk een Europese kernstrijdmacht
op te bouwen. Op 15 december jl. arri
veerde Macmillan op Rambouillet, waar
hij samen met De Gaulle een „tour
d'horizon" maakte. De Franse presi
dent weigerde evenwel op te treden als
„demandeur" en hij raakte het onderwerp
van een Brits-Franse „force de frappe"
niet aan.
Macmillan van zijn kant begon er ook
niet over. Inplaats daarvan ging hij
naar Nassau, waar president Kennedy
en hij zich door de begrotingskalender
van het Pentagon gedwongen zagen (zij
hadden liever iedere herziening van de
strategische organisatie willen laten rus
ten tot na Brittannië's toetreding tot de
E.E.G.) de consequenties te bestuderen
van het schrappen van de Skybolt-ra-
ket. Macmillan kon inplaats daarvan de
Polarisraket krijgen, maar alleen indien
hij akkoord ging met een multilaterale
defensieregeling. Hij ging daarmee ak
koord.
Nu was de maat vol. De Gaulle hield
zjjn persconferentie van 14 januari. De
slechte gang van zeiken in Brussel
(waar men in het geheim overigens al
ver gevorderd was met het doorbreken
van de impasse) greep hjj aan als voor
wendsel om Engeland de toegang tot
Europa te ontzeggen.. Wantrouwen in
Amerika leidde hem tot de afwijzing
van de multilaterale NAVO-kemmacht.
Het was een typisch voorbeeld van wat
de medewerkers van De Gaulle „le Ju-
piterisme" noemen: regeren door mid
del van de donderslag.
H. J. NEUMAN
De bevolking van de aarde heeft
zich zeer langzaam voltrokken,
totdat rondom het jaar 1800 het
aantal bewoners van onze pla
neet naar schatting ongeveer
het aantal 900 miljoen bereikte. Waar
schijnlijk heeft de bevolking van de
wereld tussen de geboorte van Chris
tus en Napoleon zich nauwelijks ver
drievoudigd. Maar dank zij de voor
uitgang van de 19e eeuw nam de be
volking van de wereld toe tot onge
veer 1.600 miljoen in het begin van
onze eeuw. In 1950 was dit getal ech
ter al toegenomen tot 2 miljard 400
miljoen en men schat dat in het jaar
2000 dit aantal 6 miljard zal bedra
gen. Men meent, dat deze bevolkings-
oiale en economische toestanden van
Latijns-Ameriika reden tot een be
zorgdheid, welke aan machteloosheid
grenst. Dit is geen machteloosheid,
veroorzaakt door disproporties tussen
bevolkingsaanwas en bodemrijkdom,
maar machteloosheid ten opzichte van
een menselijke chaos, waarvan cultu
reel niveau, sociale toestanden en heel
de economie een uitdrukking zijn.
De enorme gordels van menselijke
ellende rondom de meeste grootsteden
van Latijns-Amerika zijn onderhand
wereldberucht geworden. Zij zijn ech
ter geen gevolg van de bevolkingstoe
name als zodanig, maar een gevolg
van het feit, dat deze bevolkingstoe
name plaats vindt in een samenleving,
waarvan de meest elementaire struc
turen onderontwikkeld en bijgevolg in
efficiënt zijn.
In 1800 had Santiago, de hoofd
stad van Chili, 35.000 inwoners. Mo
menteel is dit aantal toegenomen tot
ongeveer 2 miljoen. Daarbij moet
men echter in aanmerking nemen,
dat de laatste tien jaar deze stad
met een gemiddelde van 100.000 be
woners per jaar is vermeerderd.
Buenos Aires had in 1800 40.000 in
woners. Op het ogenblik heeft dit
aantal zich uitgebreid tot ongeveer
6.000.000.
De uitbreiding en vorming van ste
den is even explosief als de bevol
kingstoename zelf. Dit heeft het aan
schijn van Latijns-Amerika in korte
tijd ingrijpend veranderd. In 1920 wa
ren Argentinië, Chili, Uruguay en Cu
ba de enige landen, waar meer dan
10 procent van de bevolking in ste
den woonde van meer dan 20.000 in
woners. Latijns-Amerika was een con
tinent van landbevolking. Deze toe
stand heeft zich intussen belangrijk
gewijzigd. Op het ogenblik leeft meer
dan 41 procent van de bevolking in
steden, welke vaak zijn als een wa
terhoofd op een onderontwikkeld li
chaam.
oewel de énorme bevolkingstoe
name zowel betrekking heeft op
het platteland als op de ste
den, wordt de bevolkingsexplo
sie van de steden zo dramatisch
vanwege de toevloed van mensen van
het land naar de steden. Dit verschijn
sel doet zich weliswaar overal in de
wereld voor, maar het heeft in La
tijns-Amerika nog grotere afmetingen
dan elders. In Colombia trekt de land
bevolking in gróte getale naar de ste
den vanwege de bestaansonveiligheid,
welke in hun eigen gebieden heerst
tengevolge van guerilla- en roverstroe
pen. Met achterlating van bijna al
hun bezittingen arriveren de mensen
in de steden, waar zij gewoonlijk niet
verder komen dan het stadsproletari-
aat te vermeerderen. Ook in Brazilië
heeft zich om zeer bijzondere redenen
een uittocht naar de steden voorge
daan tengevolge van een chronische
droogte in het noord-westen van het
land. Dit noord-westen is geen klei
nigheid. Het omvat 8 Staten met 20
miljoen inwoners. De oppervlakte van
het geteisterde gebied is niet minder
dan 1.221.372 vierkante kilometer.
De twee omstandigheden, die ik hier
aanhaal, zijn bijzondere gevallen die
in Brazilië en Colombia de toevloed
van de landbevolking naar de steden
nog meer accentueren dan in de ove
rige 18 Latijns-Amerikaanse Staten.
De eigenlijke reden van de ongezon
de, snelle groei van de steden in La-
tijns-Amerika is een abnormale land
bouweconomie. Op de grootgrondbe-
zittingen verdienen de arbeiders over
het algemeen een belachelijk laag
loon in contanten en in natura Slechts
datgene wat strikt noodzakelijk is om
te kunnen bestaan. Dit soort mensen
van de Verdragen van Rome, het arti
kel dat in januari van dit jaar door De
Gaulle werd aangegrepen om Engeland
buiten de deur te houden.
Het enige, wat Engeland in die tijd deed,
was Reginald Maudling uitsturen op
een hopeloze onderneming, een kruis
tocht voor de stichting van een Euro
pees vrtjhandelsgebied.
Nora Beloff geeft een bijna drama
tische schildering van de even trage
als onweerstaanbare verandering, die
zich met het verlopen van de maan
den in de geesten van de Britse minis
ters voltrok. Ambtenaren als Sir Frank
Lee en Sir Eric Roil, wier namen het
grote publiek onbekend zjjn, hebben de
omzwaai voorbereid. Zegslieden uit de
publiek op te wekken^ Maar wie de be- |^Gk'
leest,' kan alleen bewondering^'voeie. HSf V <jf jfl BJC»,
één minister of bondgenoot te
van de meest revolutionaire denkbeel WJTjI
van kwaadaardig leedvermaak over de
vurigheid van zjjn intenties. xjÈd' '*^JiiiÊÊaÊÊÊÊaSÊEKmSI^BÊmSSKÊt V. -wUBBPMü ij
De leider van de Franse onderhande- BSD ww ISéI lüf I i
lingsdelegatie Bernard Clappier achtte
heeft geen enkel perspectief van e2u
nomisohe of sociale emancipatie.
zijn overgegeven aan de willekeur v
de landeigenaars.
Omdat ten gevolge van de mode1^
communicatiemiddelen de wereld .plt
genwoordig overal doordringt, w°rjee-
vooral de jongere generaties' aa7?d.
trokken door de „mythe" van de s
Bij deze exodus - naar de stad SG
len niet alleen economische factor
een rol (met ziet slechts de veel 'j,
gere lonen van de stad, zonder er z'
voldoende rekenschap van te g®ve'
dat zij amper volstaan om een
leven te kunnen leiden). Ook soCLpp
en culturele aspecten oefenen
aantrekkingskracht uit. Op het P*a Lp.
land hebben de mensen vaak geen
cia-le of politiële bescherming, hyiP
nische verzorging is gewoonlijk m»"
maal, medische bijstand is vaak 8
heel afwezig, de voeding is monofOyV
er zijn niet voldoende scholen en cu.
tureel leven gaat niet veel verder
wat populaire muziek en dans.
Hoezeer de stad deze mensen
fascineert, zij worden ge woo*
lijk ook daar in een uiterste
lende gestort. De redenen i" 0
van liggen voor de hand. De moder
industrie vereist een steeds meer
cialiseerde scholing van haar arbeiu j
en is niet in staat een zo groot aa'ep,
ongeschoolde arbeiders op te vanëeel
die bovendien amper of in het ëeB
niet kunnen lezen of schrijven. In de
ministratieve en commerciële secto
van het stadsleven is voor deze yjri
evenmin plaats. Door de ellende
het stadsproletariaat heen moeten
zich langzaam het culturele
van de stad eigen maken. Ook de
niingbouw kan niet voorzien in de
hoeften van de invasie, terwijl ^1
gens deze mensen niet over kap» n.
beschikken om ziel. het meest ele®
taire aan te schaffen. Zo ontstaan g!)
krotwoningen van karton, blik *rget
planken rondom de grootsteden.
de stad gratis in woningen, elecu
teit, gas en water voorzien? j,et
het doen op afbetaling, terwijl n
volk rich ternauwernood in het w
kan houden en vaak met delinqu6^,
en criminaliteit het hoofd ]oav,f:s\,-iAS'
ter moet houden? Welke liefdadig" eji
instelling kan de noden van muJ°
mensen lenigen?
Hoe triest de ellende in de
wijken van de steden ook moge
toch zijn er, vooral met t>etreLltei1
tot de toekomst, positieve
aan te wijzen. De ellende vm efd
mensen zal langzaam gesav1ge5
worden door de krachtsinspannj -p
van de steden. Hun cultureel pui*
zal op hoger peil komen en ..etiS'
de steden zal op de duur het ie 0.
niveau van heel het land toe-
gener gemaakt worden. Dit 21J" jd®
komstdromen van optimisten, „peid
nog rekenen met de mogelfjet 'lS
van een geleidelijke sanering. mutie3
CTVlilLtrA L/vAIfc VAWA-I, T) p'\ Ul
de bijl in de wortel slaan. JL
ties, welke inspelen op de noo" to'
de mensen om dan te kom
een nog lager levensniveau.
Om te komen tot een werkefUJ^pje
nering volstaat het niet het hee J0
staatsbeleid omver te werpen yet-
structuren van de samenleving c®'
anderen. De mensen moeten J* in
pabel gemaakt worden om zK'",e pi"}'
zetten in het functioneren van yol-
deme wereldeconomie. Daartoe „in
staat geen revolutie. Ook e®" rn^'j
tie heeft tijd nodig om n|eu« z®
r__ .....I L- riclim'B.ple»'
der J? h®'
sen te vormen. In welke ric gc
de balans overslaan, in die va0 n®
delijke emancipatie of in (1'e
geweld, dat uiteindelijk toch „prn'"®
gewezen is op geleidelijke st®®"»
van de mensen? Het 's "uking JT
een open vraag met betr® r n1®.
Latijns Amerika. Er zijn
sen, die menen, dat het i te om
voor twaalf is. Dan zal d® 1Lpten i4
wenteling komen. In vijf „Ito0ien
geleidelijke ontwikkeling Y® vVerke"ja
onmogelijk. Zou de revolutie d«
niet meer te stuiten zijn, kub^a,
vraag, welke krachten haa
opvangen en leiden. Dit is j
tische moment van een e m°r at
van de bevolking een enorm eli0tn'
en culturele reserve voor de
I. ROSIER, o. c.