ANTI-ANGELSAKSISCH COMPLEX: Jupiter-stijl in Brussel Sinds 1900 van 70 naar 200 miljoen DE BODEM IS RIJK GENOEG Vhet H' ■HHjKjDp' JÊÊk SATERDAG 2 NOVEMBER 1963 President De Gaulle in enkele karakteristieke houdingen tijdens de ■persconferentie van 14 januari jongstleden. evenmïrf1 bllorgd" be&ven" te™ Tijn Rond alle grote steden van Brazilië treft men uitgebreide krotwiftf* over de weivaart van de komende ge- aan waarin honderdduizenden onder mensonwaardige omstandw voMn|lNpioriTdinnkde ^f/edteMjke" s£ heden moeten wonen. Op de foto: een schijnbaar idyllische favelM in Rio de Janeiro. Lm "DjV.'.J' J .'FT het reserveren van de Britse concessies secretaressen haalden discreet hun zakdoekjes uit de tas, toen het op 29 januari jl. duidelijk werd, f?ut.'eVa zeifstögeneraaienDekaGaunl dat Franse obstructie de maandenlange onderhande lingen over de toetreding van Engeland tot de had zich ai min of meer neergelegd by E.E.G. had doen mislukken. AUen, behalve de Fransen, putten zich uit in vriendelijkheden jegens de tredlngeiTi7n^% concelsfesriechts Britten. Men ziet hier, van links naar rechts, Sir Pierson Dixon, Edward Heath Glider van de Britse geliefde te doen. Maar Heath mocht delegatieChristopher Soames (Brits minister van landbouw), dr. Gerhard Schroder (Westauits Nora°Tseioff beschrijft met zorg de minister van buitenlandse zaken) en prof. Walter Hallstein (voorzitter van de E.E.G.-Commissie). - Jn - eMT Nx BEVOLKINGSEXPLOSIE IN LATIJNS-AMERIKA NORA BELOFF BESCHRIJF HOE DE GAULLE „NEEN -ZEI TEGEN ENGELAND- T u in twee belangrijke landen van I \j West-Europa de regeringsleiding J_ 1 in andere handen overgaat, is het van belang nog eens om te kijken naar wat in de laatste tijd de grootste debacle is geweest in de westelijke samenwerking: de afwijzing door gene raal De Gaulle van het Britse lidmaat schap van de E.E.G. en zijn weigering om deel te nemen aan een door de Amerikanen gedomineerde NAVO- atoom strijdmacht. Dat cmkyken ge schiedt zonder wrok en tamelijk onpar tijdig door Nora Beloff in een „Pen guin Special"! die de titel draagt „The General Says No Britain's Exclu sion from Europe". Er staan een paar storende fouten ln, die maar beter dadelijk gesignaleerd kunnen worden, zodat zij straks geen afbreuk doen aan het gunstige eindoor deel: Vinogradov, de Russische ambas sadeur in Parijs, draagt géén baard. Toen Adenauer in oktober 1945 door een Engelse brigade-generaal werd ont slagen als „Oberbürgermeister" van de stad Keulen, heeft nimmer het gerucht de ronde gedaan, dat hij werd ver dacht van nationaal-socialistische activi st» feiten in de oorlog. En het zal voor minister Luns bepaald een verrassing zijn, dat hij door Nora Beloff samen met Peter Kirk, prof. Walter Hallstein en minister Couve de Murville van Frank rijk wordt ingedeeld bij een internatio nale contactgroep van protestanten, ge naamd Interpret. Men kan betwijfelen, of één enkele zin uit de toespraak waarmee Edward Heath de besprekingen met de Zes inleidde („Wij in het Verenigd Koninkrijk zul len de geslaagde afsluiting van deze onderhandelingen beschouwen als een vertrekpunt, niet als het eind van de weg"), nu wel direct zó moet worden uitgelegd als de schrijfster wil. Zij doet het namelijk voorkomen, alsof hiermee werd bedoeld, dat Groot-Brittannië pas na zijn opneming in de Gemeenschap- rijnse gevangenen door de Franse inlich tingendienst. Toen De Gaulle aan de macht kwam, zei minister Malraux, dat er een eind moest komen aan die prak tijken. Maar ondanks deze en andere protesten (waarbij een nicht van de generaal een rol speelde) gingen de mar telingen onverminderd voort. Toen bracht een groep katholieke prominen ten een bezoek aan het Elysée en de woordvoerder, een bekend Frans schrij ver die zelf veel had geleden in Duitse concentratiekampen, voerde- aan, dat deze methoden de toekomstige verhou ding tussen Frankrijk en Algerije zou den bederven. Op dat punt interrumpeer de de generaal: „Le sang sèche vite" De merkwaardige gebetenheid van De Gaulle op de „Angelsaksen" (een term uit het nationaal-socialistische pro- paganda-archief, die door hem tot nieuw leven is gebracht) dateert uit de Tweede Wereldoorlog. Zijn mémoires staan vol met verhalen over conflic ten, die zich tussen hem en zijn nomi nale geallieerden hebben afgespeeld. H\j stuurde later een present-exem plaar naar de MRP-politicus Pierre- Henri Teitgen, die zelf had deelgeno men aan het verzet. Teitgen dankte hem, betitelde de „Mémoires de Guer re" als een schitterend werk, en voeg de eraan toe, dat het op hem de in druk had gemaakt, of hij en de gene raal op de een of andere manier toch niet dezelfde oorlog hadden gevoerd. In 1941 deed De Gaulle in particu liere kring zijn beklag over zijn toege wijde vertegenwoordiger in het Mid den-Oosten, generaal Georges Catroux, omdat „het zo bijzonder lang duurde, voordat hij de volledige diepte door grondde van de kwaadaardigheid van de Britse intenties". In 1959 heeft net Russische ministerie van buitenlandse zaken een deel van zijn correspondentie uit de oorlog ge publiceerd en daaruit ontstaat op zijn minst de indruk, dat De Gaulle er in werden genoemd. Zij zagen „Europa" als een machtige superstaat, opge bouwd uit de katholieke landen, die grenzen aan de Rijn en de Alpen. Het verenigd Europa was voor hen een bol werk van de christelijke beschaving, opgeworpen tegen de communistische en socialistische gevaren, die dreigden uit binnen- en buitenland. De Britse conservatieven onder wie Churchill, Macmillan en Heath zeiden wel, dat zij anders gereageerd zouden hebben, maar toen zij zelf weer aan de macht kwamen, hadden zij blijk baar andere dingen aan hun hoofd dan Europa. Hun weigering deel te ne men aan de Europese Defensie-gemeen schap heeft in belangrijke mate bijge dragen tot de mislukking van dat pro ject. De Fransen waren nog doods bang voor het Duitse militairisme en minister Bidault verweet zijn Britse collega op de viermogendhedenconfe- rentie te Berlijn ln 1954, dat hij de Fran sen aanspoorde naar bed te gaan met een mensenetende tijger, maar dat hij zelf weigerde in de slaapkamer te blij ven. Het resultaat was niet alleen, dat de E.D.G. schipbreuk leed, maar ook dat West-Duitsland in het bezit kwam van een nationaal leger, iets wat nie mand tevoren had gewild. Een Franse diplomaat, die daarna trachtte het Verenigd Koninkrijk te in teresseren voor de „relance européen- ne" (de aanzet tot E.E.G. en Eura tom) kreeg ten antwoord, dat je toch moeilijk kon verwachten, dat een Brit se minister naar een gat als Messina Sing. Europa had nu zijn overwegend Karo lingische tint verloren en bij de voor bereiding van de E.E.G. zijn heel wat jonge briljante socialisten betrokken ge weest. Het is vooral hun angst voor de toela ting van landen als Spanje en Portugal geweest, die heeft geleid tot het opne men van het vetorecht in artikel 231 pelijke Markt tot de Amerikanen het verzoek zou richten de speciale akkoor den van 1953, waarbij Engeland in het bezit werd gesteld van bepaalde Ame rikaanse atoomgeheimen, ook van toe passing te verklaren op Frankrijk. En tenslotte legt zij wat al te veel na druk op het gesprek, dat de ministers Luns en Couve de Murville vlak voor de débècle op 29 januari buiten de con ferentiezaal hebben gevoerd. Dergelij ke afzonderlijke gesprekken waren aan de orde van de dag en al is het be kend, dat de beide ministers op ver trouwelijke voet met elkaar staan, er was voor Couve de Murville geen enke le speciale reden om nu juist mr. Luns te maken tot „de bondgenoot van zijn wanhoop". Tot zover de afdeling „Schönheitsfehler". Maar verder is „The General Says No" een intelligent geschreven sa menvatting van de gebeurtenissen en omstandigheden, die tot de ingreep van De Gaulle hebben geleid. Ge schiedschrijving en reportage bieden elkaar de helpende hand en zolang hét boek over d"e onderhandelingen in Brussel niet is geschreven, zijn wij op deze combinatie aangewezen. Het grote voordeel is, dat Nora Be loff, als correspondente van het En gelse zondagsblad „The Observer", een groot deel van de door haar beschre ven conferenties van nabij heeft kun nen volgen. Zij heeft de emoties kunnen registreren, die het verloop van de be sprekingen vaak opwekte bi) de onder scheiden delegaties. Reeds in het tweede noordstuk pro beert Nora Beloff de persoonlijk heid van Charles de Gaulle te analyseren. Zij haalt een uitspraak aan van zijn vroegere minister van binnenlandse zaken, Emmanuel d'As- tier, die opmerkte, dat de generaal van „Nietzsche, Charles Maurras en Mac- chiavelli een zeer persoonlijke salade" heeft gemaakt. Maar nog meer houvast verschaft haar de onvergetelijke zin van De Gaul le zelf in „Le Fil de l'Epée", over de leider, die in het bezit moet zijn van „une forte dose d'égoïsme, d'orgueil, de dureté, et de ruse". Er is alle aan leiding te veronderstellen, dat de gene raal mede tot zijn „No" is gekomen uit ergernis over het feit, dat Groot-Brit- tannië naliet zijn atoomkennis en zjjn kernfysische resultaten met Frankrijk te delen. Maar de trots van De GauÜe had hem tevoren verboden het onder werp in gesprekken met Macmillan zelfs maar aan te roeren. De hardheid van De Gaulle's autocra tisch optreden maakt Nora Beloff dui delijk met behulp van twee verhaaltjes, het ene apocrief, het andere niet. Eerst komt hes diner voor de Parijse élite, waar iedereen klaagt over de veront rustende staat van Frankrtjks interna tionale betrekkingen; waarop de heer Couve de Murville uitroept: „O, als ik maar minister van V uitenlandse zaken was!" En dan is er de episode, die ver band houdt met de marteling van Alge- juni 1942 een ogenblik over heeft ge dacht het hoofdkwartier van de Vrije Franse strijdkrachten over te brengen van Engeland naar Rusland. Zijn anti-Amerikanisme is in hoge ma te een kwestie van temperament. De strenge, sobere generaal wijst de „pur suit of happiness" als een toelaatbaar menselijk oogmerk eenvoudig af. Be kend is het verhaal over de ergernis, die het hem gaf, dat hi) door Roose velt werd geweerd van de conferentie van Jalta. Eveneens weet men, hoe hij zich revancheerde door een uitnodiging af te wijzen van de Amerikaanse presi dent om hem op de terugreis in Al giers te ontmoeten. Nora Beloff meent nu te weten, dat de Amerikanen gene- raai De Gaulle tevoren onofficieel had den benaderd en dat zij hun invitatie pas publiceerden, nadat hun was ge zegd, dat hij van plan was te komen. Harold Macmillan heeft als Brits po litiek adviseur bij het hoofdkwartier van Eisenhower in Algiers natuurlijk een voorname rol gespeeld in de talloze worstelingen, die De Gaulle aanging met de Amerikanen en met zjjn door de Amerikanen gesteunde rivalen (Gi- raud, Darlan). Macmillan was in die periode zeker niet anti-gaullistisch, maar zijn persoon bleef in de herinne ring van de latere Franse president geassocieerd met een periode van bitte re strijd om de macht. a het aftreden van De Gaulle m 1946 heeft de „Rassemblement du Peuple Frangais" een aan tal van de politieke idealen van de generaal in leven gehouden. De be weging was militant anti-communistisch, een trekje dat niet ontsnapte aan de aandacht van de Amerikaanse inlicntin- gendienst. Nora Beloff stelt vast, dat de R.P.F. zijn grote propaganda-campag- nes nimmer had kunnen bekostigen zon der de financiële bijdragen van de Amerikaanse geheime dienst. Terwijl dus De Gaulle in de terug getrokkenheid van Colombey-les-Deux- Eglises filosofeerde over staat en maat schappij, namen de leiders van de Vier de Republiek enkele belangrijke 'iiitia- tiever in de richting van een integra tie van Europa. In mei 1950 kwam Ro bert Schuman voor de dag met net plan van Jean M>nnet voor de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Het is een feit, dat de Labourre- gering in Engeland daarop foutief heeft gereageerd. Attlee, Bevin en Cripps heb ben het belang van de Europese een wording voor een groot deel over het hoofd gezien. En wat ze wél zagen, stond hun niet aan. Maar een andere vraag is en Nora Beloft beantwoordt haar meteen on".:en- nend of de Fransman Robert Scha man, de Duitser Konrad Adenauer en de Italiaan Alcide de Gasperi wei zo ingenomen zouden zijn geweest met een socialistische aanvraag om het lidmaat schap van de E.G.K.S. Het waren drie staatslieden, die het Duits uitstekend beheersten, drie vurige katholieken, die door hun critici wel de Karolingers frustratie, de fysieke slijtage en de spanning in de onderlinge verhoudingen, waartoe de voortzetting van de onder handelingen aanleiding gaf. Slechts Heath bleef sereen en ad rem. De Franse minister van landbouw, Pisani, verloor zijn zelfbeheersing, de Luxem burgse minister van buitenlandse zaken, Schaus, zelfs het bewustzijn. In de achterhoede kondigde de leider van de Britse Labourparty, Hugh Gaits- kell, zijn afkeer van het Britse lidmaat schap van de E.E.G. aan. Nora Beloff onthult, dat de met grote overredings kracht toegeruste Indische ambassadeur in Brussel, B. K. Lall, tot deze positie bepaling van Gaitskell belangrijk heeft bijgedragen. verwegingen, die buiten het over leg in Brussel stonden, hebben tenslotte geleid tot de débacie op 29 januari van dit jaar. De Gaulle zat aan het eind van de Algerijnse oorlog met een ontredderd en ontevreden Frans leger. In de schep ping van een nationale kernstrtjdmacht, een „force de frappe", zag hij het ideaV le middel om de gefrustreerde militai ren te vervullen met nieuwe geestdrift en nieuwe toewijding. De Amerikanen reageerden op zijn voornemens met spot en tegenwerking, In het „Grand Design" van president Kennedy zag De Gaulle een uiting van dezelfde Ameri kaanse bemoeizucht, die hij in de Twee de Wereldoorlog al had leren haten. Vein Groot-Brittannië verwachtte hij nu min of meer een aanbod samen met Frankrijk een Europese kernstrijdmacht op te bouwen. Op 15 december jl. arri veerde Macmillan op Rambouillet, waar hij samen met De Gaulle een „tour d'horizon" maakte. De Franse presi dent weigerde evenwel op te treden als „demandeur" en hij raakte het onderwerp van een Brits-Franse „force de frappe" niet aan. Macmillan van zijn kant begon er ook niet over. Inplaats daarvan ging hij naar Nassau, waar president Kennedy en hij zich door de begrotingskalender van het Pentagon gedwongen zagen (zij hadden liever iedere herziening van de strategische organisatie willen laten rus ten tot na Brittannië's toetreding tot de E.E.G.) de consequenties te bestuderen van het schrappen van de Skybolt-ra- ket. Macmillan kon inplaats daarvan de Polarisraket krijgen, maar alleen indien hij akkoord ging met een multilaterale defensieregeling. Hij ging daarmee ak koord. Nu was de maat vol. De Gaulle hield zjjn persconferentie van 14 januari. De slechte gang van zeiken in Brussel (waar men in het geheim overigens al ver gevorderd was met het doorbreken van de impasse) greep hjj aan als voor wendsel om Engeland de toegang tot Europa te ontzeggen.. Wantrouwen in Amerika leidde hem tot de afwijzing van de multilaterale NAVO-kemmacht. Het was een typisch voorbeeld van wat de medewerkers van De Gaulle „le Ju- piterisme" noemen: regeren door mid del van de donderslag. H. J. NEUMAN De bevolking van de aarde heeft zich zeer langzaam voltrokken, totdat rondom het jaar 1800 het aantal bewoners van onze pla neet naar schatting ongeveer het aantal 900 miljoen bereikte. Waar schijnlijk heeft de bevolking van de wereld tussen de geboorte van Chris tus en Napoleon zich nauwelijks ver drievoudigd. Maar dank zij de voor uitgang van de 19e eeuw nam de be volking van de wereld toe tot onge veer 1.600 miljoen in het begin van onze eeuw. In 1950 was dit getal ech ter al toegenomen tot 2 miljard 400 miljoen en men schat dat in het jaar 2000 dit aantal 6 miljard zal bedra gen. Men meent, dat deze bevolkings- oiale en economische toestanden van Latijns-Ameriika reden tot een be zorgdheid, welke aan machteloosheid grenst. Dit is geen machteloosheid, veroorzaakt door disproporties tussen bevolkingsaanwas en bodemrijkdom, maar machteloosheid ten opzichte van een menselijke chaos, waarvan cultu reel niveau, sociale toestanden en heel de economie een uitdrukking zijn. De enorme gordels van menselijke ellende rondom de meeste grootsteden van Latijns-Amerika zijn onderhand wereldberucht geworden. Zij zijn ech ter geen gevolg van de bevolkingstoe name als zodanig, maar een gevolg van het feit, dat deze bevolkingstoe name plaats vindt in een samenleving, waarvan de meest elementaire struc turen onderontwikkeld en bijgevolg in efficiënt zijn. In 1800 had Santiago, de hoofd stad van Chili, 35.000 inwoners. Mo menteel is dit aantal toegenomen tot ongeveer 2 miljoen. Daarbij moet men echter in aanmerking nemen, dat de laatste tien jaar deze stad met een gemiddelde van 100.000 be woners per jaar is vermeerderd. Buenos Aires had in 1800 40.000 in woners. Op het ogenblik heeft dit aantal zich uitgebreid tot ongeveer 6.000.000. De uitbreiding en vorming van ste den is even explosief als de bevol kingstoename zelf. Dit heeft het aan schijn van Latijns-Amerika in korte tijd ingrijpend veranderd. In 1920 wa ren Argentinië, Chili, Uruguay en Cu ba de enige landen, waar meer dan 10 procent van de bevolking in ste den woonde van meer dan 20.000 in woners. Latijns-Amerika was een con tinent van landbevolking. Deze toe stand heeft zich intussen belangrijk gewijzigd. Op het ogenblik leeft meer dan 41 procent van de bevolking in steden, welke vaak zijn als een wa terhoofd op een onderontwikkeld li chaam. oewel de énorme bevolkingstoe name zowel betrekking heeft op het platteland als op de ste den, wordt de bevolkingsexplo sie van de steden zo dramatisch vanwege de toevloed van mensen van het land naar de steden. Dit verschijn sel doet zich weliswaar overal in de wereld voor, maar het heeft in La tijns-Amerika nog grotere afmetingen dan elders. In Colombia trekt de land bevolking in gróte getale naar de ste den vanwege de bestaansonveiligheid, welke in hun eigen gebieden heerst tengevolge van guerilla- en roverstroe pen. Met achterlating van bijna al hun bezittingen arriveren de mensen in de steden, waar zij gewoonlijk niet verder komen dan het stadsproletari- aat te vermeerderen. Ook in Brazilië heeft zich om zeer bijzondere redenen een uittocht naar de steden voorge daan tengevolge van een chronische droogte in het noord-westen van het land. Dit noord-westen is geen klei nigheid. Het omvat 8 Staten met 20 miljoen inwoners. De oppervlakte van het geteisterde gebied is niet minder dan 1.221.372 vierkante kilometer. De twee omstandigheden, die ik hier aanhaal, zijn bijzondere gevallen die in Brazilië en Colombia de toevloed van de landbevolking naar de steden nog meer accentueren dan in de ove rige 18 Latijns-Amerikaanse Staten. De eigenlijke reden van de ongezon de, snelle groei van de steden in La- tijns-Amerika is een abnormale land bouweconomie. Op de grootgrondbe- zittingen verdienen de arbeiders over het algemeen een belachelijk laag loon in contanten en in natura Slechts datgene wat strikt noodzakelijk is om te kunnen bestaan. Dit soort mensen van de Verdragen van Rome, het arti kel dat in januari van dit jaar door De Gaulle werd aangegrepen om Engeland buiten de deur te houden. Het enige, wat Engeland in die tijd deed, was Reginald Maudling uitsturen op een hopeloze onderneming, een kruis tocht voor de stichting van een Euro pees vrtjhandelsgebied. Nora Beloff geeft een bijna drama tische schildering van de even trage als onweerstaanbare verandering, die zich met het verlopen van de maan den in de geesten van de Britse minis ters voltrok. Ambtenaren als Sir Frank Lee en Sir Eric Roil, wier namen het grote publiek onbekend zjjn, hebben de omzwaai voorbereid. Zegslieden uit de publiek op te wekken^ Maar wie de be- |^Gk' leest,' kan alleen bewondering^'voeie. HSf V <jf jfl BJC», één minister of bondgenoot te van de meest revolutionaire denkbeel WJTjI van kwaadaardig leedvermaak over de vurigheid van zjjn intenties. xjÈd' '*^JiiiÊÊaÊÊÊÊaSÊEKmSI^BÊmSSKÊt V. -wUBBPMü ij De leider van de Franse onderhande- BSD ww ISéI lüf I i lingsdelegatie Bernard Clappier achtte heeft geen enkel perspectief van e2u nomisohe of sociale emancipatie. zijn overgegeven aan de willekeur v de landeigenaars. Omdat ten gevolge van de mode1^ communicatiemiddelen de wereld .plt genwoordig overal doordringt, w°rjee- vooral de jongere generaties' aa7?d. trokken door de „mythe" van de s Bij deze exodus - naar de stad SG len niet alleen economische factor een rol (met ziet slechts de veel 'j, gere lonen van de stad, zonder er z' voldoende rekenschap van te g®ve' dat zij amper volstaan om een leven te kunnen leiden). Ook soCLpp en culturele aspecten oefenen aantrekkingskracht uit. Op het P*a Lp. land hebben de mensen vaak geen cia-le of politiële bescherming, hyiP nische verzorging is gewoonlijk m»" maal, medische bijstand is vaak 8 heel afwezig, de voeding is monofOyV er zijn niet voldoende scholen en cu. tureel leven gaat niet veel verder wat populaire muziek en dans. Hoezeer de stad deze mensen fascineert, zij worden ge woo* lijk ook daar in een uiterste lende gestort. De redenen i" 0 van liggen voor de hand. De moder industrie vereist een steeds meer cialiseerde scholing van haar arbeiu j en is niet in staat een zo groot aa'ep, ongeschoolde arbeiders op te vanëeel die bovendien amper of in het ëeB niet kunnen lezen of schrijven. In de ministratieve en commerciële secto van het stadsleven is voor deze yjri evenmin plaats. Door de ellende het stadsproletariaat heen moeten zich langzaam het culturele van de stad eigen maken. Ook de niingbouw kan niet voorzien in de hoeften van de invasie, terwijl ^1 gens deze mensen niet over kap» n. beschikken om ziel. het meest ele® taire aan te schaffen. Zo ontstaan g!) krotwoningen van karton, blik *rget planken rondom de grootsteden. de stad gratis in woningen, elecu teit, gas en water voorzien? j,et het doen op afbetaling, terwijl n volk rich ternauwernood in het w kan houden en vaak met delinqu6^, en criminaliteit het hoofd ]oav,f:s\,-iAS' ter moet houden? Welke liefdadig" eji instelling kan de noden van muJ° mensen lenigen? Hoe triest de ellende in de wijken van de steden ook moge toch zijn er, vooral met t>etreLltei1 tot de toekomst, positieve aan te wijzen. De ellende vm efd mensen zal langzaam gesav1ge5 worden door de krachtsinspannj -p van de steden. Hun cultureel pui* zal op hoger peil komen en ..etiS' de steden zal op de duur het ie 0. niveau van heel het land toe- gener gemaakt worden. Dit 21J" jd® komstdromen van optimisten, „peid nog rekenen met de mogelfjet 'lS van een geleidelijke sanering. mutie3 CTVlilLtrA L/vAIfc VAWA-I, T) p'\ Ul de bijl in de wortel slaan. JL ties, welke inspelen op de noo" to' de mensen om dan te kom een nog lager levensniveau. Om te komen tot een werkefUJ^pje nering volstaat het niet het hee J0 staatsbeleid omver te werpen yet- structuren van de samenleving c®' anderen. De mensen moeten J* in pabel gemaakt worden om zK'",e pi"}' zetten in het functioneren van yol- deme wereldeconomie. Daartoe „in staat geen revolutie. Ook e®" rn^'j tie heeft tijd nodig om n|eu« z® r__ .....I L- riclim'B.ple»' der J? h®' sen te vormen. In welke ric gc de balans overslaan, in die va0 n® delijke emancipatie of in (1'e geweld, dat uiteindelijk toch „prn'"® gewezen is op geleidelijke st®®"» van de mensen? Het 's "uking JT een open vraag met betr® r n1®. Latijns Amerika. Er zijn sen, die menen, dat het i te om voor twaalf is. Dan zal d® 1Lpten i4 wenteling komen. In vijf „Ito0ien geleidelijke ontwikkeling Y® vVerke"ja onmogelijk. Zou de revolutie d« niet meer te stuiten zijn, kub^a, vraag, welke krachten haa opvangen en leiden. Dit is j tische moment van een e m°r at van de bevolking een enorm eli0tn' en culturele reserve voor de I. ROSIER, o. c.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 10