HAVEN VAN AMSTERDAM MILJOENENDANS EN KARAKTER „Een zekere concurrentie met Rotterdam houdt ons wakker" „THAMRIN" KWAM LEEG EN GING MET BIJBELS.. Betere aan- en afvoerwegen Indonesische tabakshandel terug in het oude nest? ROERMONDS Munsterkerk en haar P Schenkers rusten in het midden van hun domein m mÊ' 0 lltpl SPOOKVERHALEN Cherubijn ZATERDAG 7 DECEMBER 1963 /AGïNAJO Vernieuwingen bij de z.g. derde pontverbinding over bet hoogte van de Houthaven. De Amsterdamse haven is meegegaan in het spoor der ontwikkelin gen. AMSTERDAM, 30 nov. Op de tiende etage van het Havenge bouw, hoog boven de nautische drukte in het westelijk havenge bied, klonken deze Rotterdamse vragen: „Zou het niet beter en dus wenselijk zijn de grote investe ringen in de Rotterdamse en Am sterdamse havens meer te coör dineren?" „Is harmonisering in de plannen van beide havens niet van het grootste belang, juist nu men elders in Europa ook gigan tische havenuitbreidingen aan pakt?" Het Amsterdamse ant woord volgde prompt: „Een zeke re concurrentie tussen beide havensteden is alleen maar bij zonder nuttig. Het houdt de aan dacht gevangen en voorkomt het vermadelijde inslapen. Niemand zal kunnen zeggen dat er van overbesteding sprake is, daar zo wel in Rotterdam als Amsterdam veel eerder sprake is van een te kort dan een overschot aan be schikbare terreinen". Aldus sprak ir. N. Snijders, de directeur van de hoofdstedelijke dienst van havens en handelsin richtingen tot een scheepvaart journalist uit de grootste haven van de wereld. En een klein, fijn glimlachje verraadde iets van zijn binnenpret. Zijn uiteenzettingen over de thans in uitvoering zijnde en nog te verrichten grote wer ken voor de Amsterdamse haven hadden hun uitwerking kennelijk niet gemist. Het praalgraf in de Munsterkerk te Roermond. 't Oude havenareaal aan Amsterdams oostzijde. e1? M l^rLnringef darcV sagoed en dat alles schreeuwt om ruim te. Uiteraard is er in Amsterdam ook het punt van de handel met Indonesië en er zijn er die hier goede scheep vaartmogelijkheden in zien, mis schien zelfs in terugkeer van de oude glorie, waarmee steeds Nederland zo kon pronken. Inmiddels is het eerste Indonesische schip de Thamrin in de Amsterdamse haven geweest. Het kwam hoog op het water binnen en verliet haar hoog op het water. In de ruimen ston den 45 kisten met elk honderd bijbels als eerste uitgaande lading.... „Men moet van de hervatte scheepvaart tus sen Amsterdam en Indonesië ook ab soluut geen gouden bergen verwach ten", zei ons drs. Den Uyl. „De totale handelswaarde van Indonesië ligt op 2.5 miljard, die van Nederland op 35 miljard aan guldens. Niettemin zijn er mogelijkheden, maar het ligt niet op de weg van de overheid daar op al te gaan. Dat is primair een taak voor de bedrijven." Toch kan men van Am sterdamse zijde wat dit betreft de no dige acties verwachten. Er zijn reeds verschillende contacten gelegd. De geur van goede tabak bijvoorbeeld zit de hoofdstad nog diep in de neus en reeds hebben gesprekken plaats gevonden met de Indonesische handelsmissie. Want Nederland is nog altijd de grootste afne- me- van deze tabak en op de beurs van Bremen, die de tabakshandel van Am sterdam overnam, spelen tal van Am sterdammers de hoofdrol. Er schijnt nu een Amsterdams voorstel op de Indo nesische tafel te liggen om in de Am sterdamse haven weer de tabakshandel op te nemen als hét grote afzetcentrum, zoals het dat eigenlijk steeds geweest is. Men zou hier bereid zijn daarvoor een speciaal handelscentrum op te rich ten, met lossingsoutillage voor de sche pen. Het oude spel is men nog niet vergeten. (Van onze speciale verslaggever) Amsterdam is ooit wereldhaven nr. 1 geweest. In de grjjze en tijd gouden" oudheid, was het toch geen uitzondering, dat op één dag zo n Het „kwasi-wetenschappeiyke" maakt de „Spookverhalen" en „Meer spook verhalen" van de Engelse schri^er M. R. James griezelig reëel en flin- humoristisch. Zij zijn doorspekt met veeltalige „citaten", inclusief voet noten. De wetenschappers, die een grote rol spelen in al deze ghost-stories de eerste dateren reeds van 1904 ontmoeten „het verschijnsel spook" bvi hun speurwerk naar en in vergeelde manuscripten, oude kastelen, abdijen en landhuizen. Zij schrikken uiteraard, maar leggen hun bevindingen tevens rustig vast in deskundige rapporten. Doodskoppen, klepperende ramen, mysterieuze krassen op deuren van kinderkamers, bewegende gestalten op een schilderij, duivels, hete luchtvlagen, gejank in de nacht en het aroma van zwavel en zweet vervullen in de ver halen een bijna ondergeschikte rol. Ze worden daardoor juist extra „angst-aan jagend". De truc van het relativeren en van het „wetenschappelijk" aanpak ken beheerst James uitstekend. De beide bundels spook-genoegen zijn verschenen in de Salamander-reeks, in de vertaling van Nini Brunt. Deze is niet slecht. Wel vraagt men zich af waarom zij ,n „De Es", een heksenproces, de moeite neemt een oud Engels citaat om te zet ten in een soort „middelnederlands" met vele, weinig overtuigende ae's, ck's en hg's. Naar willekeur worden in andere citaten de substantieven be- hoofdletterd. Het lijkt me een volmaakt overbodige inspanning. Th. S. drie vierhonderd Amsterdamse sche pen zeewaarts voeren en via het Bui- ten-IJ en Zuiderzee de open zee be reikten. De nautische hoogtij van Am sterdam betekent een flinke brok va derlandse geschiedenis en onder de in druk daarvan zijn er nog tal van kin deren die dagelijks onder aanvoering van hun onderwijzer het befaamde: Met buidels vol tot aan de rand gevuld met specerijen, joho, joho", jubelend uitzingen. Amsterdam heeft die positie moeten prijsgeven, al is het dan tot aan de tweede wereldoorlog zeker een haven van grote betekenis gebleven. De banden met het voormalig Neder- lands-Indië vormden daarvoor de ba sis. Men weet het: na de oorlog begon nen al gauw de magere jaren voor de hoofdstedelijke haven. De Rotterdam se haven nam snel in omvang toe en groeide met haar formidabele greep op het Duitse achterland uit tot wat zij nu is: een snelle, meesterlijk gerunde wereldhaven, waaromheen de industrie zich ten koste van enorme kapitalen gretig nestelt. In dit gouden spoor is de Amsterdamse haven met de beken de straatlengte achter geraakt. De han del op de Oost stierf een roemloze dood en men kan ook echt niet zeggen dat de hoofdstedelijke haven in de har de aanpak van de eerste naoorlogse ja ren direct is meegegaan. In Amsterdam weet men ook zeker wat inslapen bete kent en vandaar wellicht dat er in de laatste tien jaar een totaal andere wind in de havenhoek waait. Mgn heeft de kaarten die het restte zogoed moge lijk uitgespeeld. Het Amsterdam-Rijn kanaal kwam en bracht hier op grotere schaal de doorvoerhandel. Het oude ha venkarakter. gebaseerd op vrijwel uit sluitend stukgoed, veranderde. Er kwa men overslagmogelijkheden, meer en ter hand genomen. Men draait op een schema tot 1971, Dan moet dit karwei van ƒ260 miljoen klaar zijn. Verreweg het zwaarste onderdeel is het Betuwe- plan, waarvan de dijken niet berekend zijn op oeververbreding. Hier waar de riviertjes Linge en Mourik met dui kers onder het kanaal worden doorge voerd zullen derhalve nieuwe dijken moeten komen. Het Amsterdam-Rijnkanaal is danig uit zijn jas gegroeid en men zal de grootste spoed moeten betrachten. Men houdt rekening met een soort drie- baanssoheepvaart, waarbij dan duw- vaart met vier bakken. Negentig me ter wordt de bodembreedte van het Amsterdam-Rijnkanaal, waarvan ook de sluizen worden aangepast. Zo ver dwijnt de schutsluis van Ravenswaay om plaats te maken voor een keersluis. Het zal niet vaak voorkomen dat deze keer sluis vanwege de hoge waterstand moet worden gesloten. Maar mocht dat het geval zijn. dan kan de scheepvaart altijd via de Beneden-Rijn verder, omdat daarin dan uiteraard water genoeg staat. Amsterdam dringt erg aan op de ver betering van zijn verbinding met de Rijn. De Rijn, die dcor al de nieuwe zijtak ken in Duitsland steeds groter en be langrijker wordt. Het heeft een aardige greep op deze belangrijke rivier, maar mist tot nu toe ieder aandeel in de op mars van de duwvaart. Amsterdam jaagt op deze duwvaart, maar moet wachten tot de dag dat het de beperkte duwvaart kan verwerken. Want meer zal het Amsterdam-Rijnkanaal voorlopig niet toelaten. Daarom is het voor ons niet erg begrijpelijk waarom Amster dam in deze dagen geen eigen duwbak ken bouwt, die wél door de sluizen kun nen, en de hoofdstad dus ook uit de duwvaartruif kunnen laten meeëten. Het gaat hier beslist niet om meters, maar om centimeters. De duwbakken kunnen ook later worden gebruikt en van weg gegooid geld is dus geen sprake. Op zijn manier doet Amsterdam dus groot havenwerk. En het heeft daarbij de steun van goede resultaten in de rug. 1963 wordt ook voor de hoofdstad een best havenjaar. Een stijging van de goede- renomzet van 21/* miljoen ton ligt in het verschiet. En dat brengt het totaal op 14Vj miljoen ton. Anders dan in Rot terdam, waar de haven veel meer een bedrijf op zichzelf is, houdt in Am sterdam de haven ten nauwste verband met de eigen stedelijke economie. Zij is er voor het allergrootste gedeelte op aai.gewezen Maar draagt dan ook be langrijk bjj aan de welvaart van de stad. Drs. J. M den Uyl, de wethou der van havens en handelsinrichtingen in Amsterdam, rekende ons voor dat de hoofdstedelijke welvaart voor een kwart afhankelijk is van de Amster damse haven. „Maar", zo sprak hij, „dan reken ik naast de directe havenbedrijven ook de industrieën mee aan groot vaarwater en de bedrijven die met hun produktie meteen afhankelijk zijn van de twee eerder genoemde categorieën." Om dit in geldswaarde uit te drukken, verklaar de drs. Den Uyl dat in één jaar in en om de Amsterdamse haven evenveel wordt geproduceerd als het Deltaplan in zo'n twintig jaar zal kosten. Het havenareaa! van Amsterdam is nu 1300 ha. groot. Rekening houdend met een jaarlijkse stijging van het nationa le produkt met 4 a 5 pet. zal de be hoefte aan nieuwe havenfuncties binnen vijftien jaar verdubbelen. In het jaar 2000. aldus drs. Den Uyl, zal het be schikbare grondgebied aan weerszijden van het Noordzeekanaal volledig zijn in genomen. De wethouder zag een goede kans voor Amsterdam en zijn haven in de Europese delta. Hij kon deze me ning baseren op de sterke opwaartse lijn in de ontwikkelingen. Het zwaarte punt bij die ontwikkelingen ligt o.m. in het ertsvervoer. Amsterdam, vanouds stukgoedhaven, kent nu de verhouding van op elke ton stukgoed vier ton mas- meer. Voor de oorlog had Amsterdam beslist 's Lands grootste chemische in dustrie. Doch na de oorlog miste de hoofdstad grandioos de boot en zag de ze bron van inkomsten met een geweldig élan in Rotterdamse handen overgaan. Maar waar dan nog wel kansen ble ven, sloeg het nu met voortvarend heid toe. Het prachtige graanoverslag- bedrijf, het modeloverslagbedrijf in de Westhaven, het mooiste In Europa, zijn daarvan de voorbeelden. Met bijna Rot terdamse hardnekkigheid verbetert het nu zijn »an- en afvoerwegen. De zee- poort bij IJmuiden wordt duchtig ver breed. Van 180 meter (ingang 35 me ter) tot 500 meter (diepgang normaal 43 meter, bij hoog water 48 meter). En ir. Snijders vertelde ons dat vermoede lijk reeds in december de twee grote kraaneilanden in IJmuiden zullen arri veren, die de bovenbouw van de nieu we pieren met een snelheid van 13 meter per dag ter hand zullen nemen. In 1965 moet het werk klaar zijn en dit betekent dus ook dat het komend jaar het grote wrakkenkerkhof in de haventoegang want behalve de be ruchte J. P. Coen en de Tjikim lig- gen hier nog vele wrakken van traw- Iers, kotters, loggers en vliegtuigen moet zijn opgeruimd. Dan zal direct daarop de verbreding van het Noordzee kanaal moeten aansluiten, een werk waarmee men overigens al druk bezig is. In de loop van volgend jaar is de verdieping tot 15 meter voltooid. En in 1968 hoopt men het gehele kanaal op een bodembreedte van 170 meter te heb ben. En dat is ruim genoeg om twee tankers in de grootte van tachtig- tot honderdduizend ton elkaar zonder sleep boothulp te laten passeren. In het Noordzeekanaalmodel in de Noord- Noord-Oost-Polder hebben intensieve proeven daarvan het bewijs geleverd. In hoog tempo wordt ook de verbe tering van het Amsterdam-Rijnkanaal (Van onze kunstredactie) Zoals men weet is de stad Roer mond zwaar geteisterd in de win ter van 1944 en '45. Het grootste gedeelte der bevolking is via Duits land geëvacueerd naar Friesland; zij die bleven hadden een angstig bestaan in hun kelders en primitieve schuilkel ders. De stad met omgeving lag in de vuurlinie en de langzaam aftrekkende Duitsers verdedigden iedere vierkante meter grond. Dat bjj die doorlopende vuurgevechten veel materiële schade is aangericht ligt voor de hand en dat ook de mooie oude kerken beschadigd zijn, evenzeer. De restauratie is spoedig na de oorlog ter hand genomen. De ka thedraal, die het ergst was mishandeld, omdat hij vlak bjj de Maas ligt, kreeg o.a, op de toren een nieuwe spits van Boosten en Peutz. De lichtvensters, hier en in de O.L. Vrouwe Munsterkerk, zijn merendeels verzorgd door Joep Nico las en Gisèle van Waterschoot van der Gracht. De Munsterkerk is in de vorige eeuw een geweldige Roermondse twistappel geweest, dat zullen belangstellenden in kerkelijke architectuur en kerkversie- ring zich direct te binnen brengen. Het restauratieplan van Petrus Josephus Hubertus Cuypers uit de jaren 1863 en '64 werd heftig aangevochten door no taris Guillon, die het gebouw, dat zeer in verval was, ampel had bestudeerd, hoewel op een ietwat amateuristische manier. Zijn verzet tegen het optrekken van de Westtorens had historisch in ieder geval grond. Ze zijn ook véél te hoog, het geval is tegelijk romantischer en nuchterder geworden dan de romaan- se stijl toestaat. Viollet Le Due werd ter hulp geroepen, die aanvankelijk te genstrijdige adviezen gaf, maar toen hij naar Roermond was gekomen heeft hij het woord gevoerd in de gemeenteraad en de hele vergadering tenslotte in en om het monument rondgeleid. Zijn ad vies wilde toen nog méér completeren dan Cuypers al had ontworpen. De Roermondse bouwmeester heeft zijn zin gekregen, maar dat er (met de weten schap van thans bekeken) aanzienlijke fouten zijn gemaakt, staat wel vast. Onze manier van restaureren is voor zichtiger, maar ook gevoeliger. Heeft geen copieerneigingen meer. Monumentenzorg heeft er nu weer ruimschoots aan meegewerkt om (zonder de ingrijpende vernieuwingen van Cuypers ongedaan te maken) be paalde ongerechtigheden af te bikken en verder te verwijderen. Kleurrijke polychromie kon gemist worden. Het interieur is nu van een passende so berheid aan 't worden. Daarom ver wondert men zich, dat de zwakke glas-vulling der lunetten in de koepel (werk van het atelier-Nicolas, toen daar een voorvader van de huidige glazenier en zijn gezellen bezig waren) niet meteen maar verwijderd is. Toen we er toevallig binnenliepen heeft een andere bezoeker, een be woner van Roermond, ons iets mee gedeeld dat we evenwel ernstiger moeten noemen. We spreken de hoop uit, dat men niet zal overgaan tot hét verplaatsen van het buitengewoon fraaie praalgraf van Gerardus III. graaf van Gelder en Zutphen, en zijn gemalin Margaretha van Brabant. Het heeft altijd gestaan waar het op dit ogenblik nóg staat, d.w.z. recht onder de koepel en daar dient het o.i. te blijven. Men wil het nu verplaatsen, terwille van een vlotter „verkeer" der gelovi gen, die naar de twee communieban ken gaan. Men wil dus een weinig ruim te winnen. Beziet men de situatie, dan schijnt het toe, dat een historisch en cultureel belang hier dient te preva leren en dat het ook zónder die ver plaatsing redelijk ruim is. Het paar, dat daar zo meesterlijk uitgehouwen op de tombe ligt, is niet eeit het eerste het beste, maar m <je !L slacht waaraan men de k ,~isterc j. helaas verdwenen abdij van p. sernonnen dankt. Had m/r:v,tenis'. Syj M. van Gils, zaliger nagedacn w dit plan tot verplaatsing Seb°9n stellig naar de pen gegreP petorij0 en in ditzelfde dagblad hebb jat dat men dit moest nalaten do0r kerk eruit ziet, zoals zij doe vo0i 'e feit dat zij een mausoleum i pui f gravengeslacht Van Gelre. n keizer Otto IV heeft m „ejre y de bezitting der graven van va„ o woest. In 1218 hebben afgestgên der en Margaretha de r®?* orn el t« aan hun moeder Richarms, _jnen klooster voor Cisterciense rfe ee J9 stichten. Richardis is daarv de -r abdis geweest. In de loop j.erK eIt eeuw is toen die majestueu j-gri ju het klooster gebouwd en rus.te pr- zeggen, dat de schenkers^ d0Ilfteine(leti een andere voorvader °nl!iaaf BfJ'di' het midden van hun eigen z-'me'! Boeren heeft een aantaM^ en^A spreekt nu veelal van 0J58 ftlaar an IV, in plaats van Gerard 'entie j,et verandert niets aan cie WlJ 0p de zaak en daarom m,, ben, f Ut: £jd.ai\ en nen» op te moeten nemen ^°°_ronden „„-en historische en culturele g te b gen, dat het praalgraf dieni^ waar hetxis neergezet en heugenis heeft gestaan V"oorgSevan V van de Vlaamse auteu rUou d Splenter, die zichi ee„ b opnieuw doet kennen jgjSch Vjd verteller. Het is een BeiB de dat voorts gesitueerd eI1 to )ite- de jongste wereldoorlog- met in d st«n' aan de larmoyante ^Le<rrePe" „nze^t ra-tuur al te. vaak_ aang^ die eSp]en^ zoon weet den als vader en vrouw beminnen. toch met zijn re.aas r^ dê w,.- dat alras man wordt tg b,ed recrij een treffend tfodsbeel noë v :ist v"flt geen Cherubijn m een a)lermm f to verleden meemaakt choots van A. hoffond 0-ji biedt ru x.vnonna biedt op bespiegelingen ^J^ge^de" then}a svetet Zoals gezegd springen "ïet nele gebeurlijkheden ™üer&%.ssoOt>',an laatste geldt echt®,r noofdP.® strtfd)g het idealisme van de jjjtair gevo diens overtuiging, dat n tot een betere maatsctiaPF moet hebben.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 10