„tn Gunstig klimaat voor eerlijke films Hollywood werkt voor televisie OMROEPEN: „MEN VERGEET DAT....* GEEN GELD, GEEN TEKST „Wat willen we nog, na Gallas en Sinatra?" Gevoel Vóórpubliciteit ZATERDAG 21 DECEMBER 1963 PAGINA ff ioscoopstoelen slijten tegen woordig veel minder dan vroeger. Dat is zo ongeveer de enige troost, die een West- GUropese bioscoopdirecteur zijn aandeelhouders op het ogenblik kan geven. In dit deel van de Gereld gaat het, zoals iedereen nu 2o langzamerhand wel zal weten, slecht met het filmbedrijf. Vooral li Groot-Brittannië en West- buitsland is het bioscoopbezoek Onzienlijk teruggelopen. In Groot, ^i'ittannië met tien procent in ■1961, met twaalf procent in 1962 en met dertien procent in het eerste kwartaal van dit jaar. In )Vest-Duitsland met 12.4 procent li 1962. Toch ziet het er voor le film lang niet zo somber uit als Olen wel menen De wereld telt log altijd 220.000 bioscopen, die Per jaar omstreeks zestien mil jard bezoekers trekken en een bedrag van rond vijftig miljard gulden aan recettes ontvangen, bit is gebleken uit een onderzoek huar de betekenis van de inter nationale filmmarkt, dat is inge steld door het Bureau Internatio nal du Cinéma, een overkoepelend °ngaan van het film- en bioscoop bedrijf, dat in Rome is gevestigd. Anders Tegenstelling CHARLY CHAPLIN Sterren ïea, MARILYN MONROE de wordt steeds weer nieuw en bewon- :jiar]c Gable „een boterham". Tien jaar geleden bracht de iarreuz derenswaardig. Op de cinema vénte 7 7 reactie volgen. gaarde Blijdorp, waar hij zich, als in een film, volkomen op zin j. c. a. fortuin. gemak toonde in gezelschap van een levensgrote tijger. Het Nederlandse televisie amusement is dit seizoen nog niet bijster goed van de grond gekomen. Met zo'n twintig reeds gepresenteerde prograjmina's en een enkele „be vroren" serie hebben de vijf omroepverenigingen de lange televisie-winter ingezet, in le stellige overtuiging daarmee het nog altijd aan de televisie gekluis terde publiek een scala van onderhoudende uitzendingen voor te zetten. Niet geheel zonder trots hebben de omroepverenigingen bij het bekend maken van hun winterprogramma's laten weten, dat er dit seizoen meer amuse mentsprogramma's dan voorheen te verwachten vielen. En niet Kijk die Rijl zelden werden bij die gelegenheid met name genoemde programma's als een tot nu toe onbereikte „top" gekwalificeerd. Een top overigens nog alleen in de gedach- tengang van de heren programma makers, want veelal bestond van de met enig tam-tam aangekon digde produkties alleen nog maar het idee, of hoogstens een globaal uitgewerkt synopsis. Met 24 PK.... Europees Met 24 PK door Europa Waarheid is wegvluchten is „uit BIOSCOOPSTOELEN De laatste jaren blijkt in deze globa- *e cijfers maar weinig verandering te Jijn geweest, ondanks de teruggang in nest-Europa. In de Verenigde Staten is daling namelijk tot stilstand geko- bien en deed zich verleden jaar zells stjjging met vijf procent voor, ter- ^tijl het bioscoopbezoek in andere delen Jan de wereld nog steéds toeneemt. In *uid-Amerika bijvoorbeeld steeg het aantal bioscoopbezoekers de alge- loPen vijf jaar met vijftien procent en in Jommige Aziatische landen liep het aau- tal bezoekers zelfs met vijftig procent Op. Wat de produktie van films betreft, atond Japan het vorige jaar aan de Ï°P met 370 speelfilms, gevolgd door Italië met 226, de Verenigde Staten met 143, Frankrijk met 125, Rusland met 104 en Engeland met 71 speel films. Over de hele wereld produceer- SLIJTEN MINDER me zweemde, maar ook tegen de echte of vermeende onrechtvaardigheid van het leven. In de goede oude tijd besteedden de grote filmmaatschappijen als Metro Goldwyn Mayer, Paramount, Warner en Fox, onberekenbare hoeveelheden tijd en geld aan de jacht op nieuwe sterren. Thans, nu deze filmimperia in verval zijn geraakt, hebben ze niet langer de tijd of het geld. Of mis schien zien ze in, dat het geen zin meer heeft zich druk te maken over het zoeken en creëren van sterren. De tijden zijn opnieuw veranderd en daar mee de smaak van het publiek. Ja ren lang heeft men de film in alle toonaarden verweten, dat hij voor het publiek niets anders betekende dan een vlucht uit de werkelijkheid. De onvermijdelijke reactie is. dat de film het thans in een ander uiterste zoekt: hard, onverbloemd realisme. Escapis me is uit. realisme is in. En daarmee zijn we dan beland bij de cinéma vérité, bü de „candid" of de verborgen camera, al dekken deze bei de laatste begrippen elkaar niet hele- ■jal, omdat een camera heus niet al tijd hoeft te worden verborgen om „can did" te zijn. Vlak bij huis hebben we daarvan een sprekend voorbeeld in Bert Haanstra's pas in vertoning gekomen „Alleman" en in „Zoo", die min of meer kan worden beschouwd als een korte voorstudie op de grote film. Toch is de hang naar realiteit in de film als reactie op het verguisde esca pisme niet de enige reden, waarom de cinéma vérité op het ogenblik de grote mode is. Zoals altijd bü het ontstaan van een nieuwe stroming spelen daarbü verschillende factoren, artistieke zowel als economische en technische, een rol. Daarvan zün de artistieke misschien wel het minst doorslaggevend. Want te genover degenen, die de cinéma vérité toejuichen ais de alleen zaligmakende nieuwe kunstvorm, zijn er evenzoveie anderen, die hem fel van de hand wtjzen. de de filmindustrie het vorige jaar haar betrouwbare schattingen 2500 speelfilms, hetgeen ongeveer tien pro cent minder is dan vijf jaar geleden. Deze daling deed zich vooral voor in Engeland, Frankrijk, West-Duitsland cn de Verenigde Staten. Hetgeen in tussen nog lang niet wil zeggen, dat bijvoorbeeld Hollywood dood zou zün ®h dat de filmstudio's er, zoals wel eens wordt beweerd, het grootste deel van het jaar leeg zouden staan. Het is waar, dat er minder speelfilms uit Hollywood aan de markt komen, om van de kwaliteit van die films maar hiet te spreken. Maar Hollywood pro duceert nog altüd evenveel kilometers tilm als het ooit heeft gedaan in de dagen van de hoogste hoogconjunc tuur Alleen zün die films niet langer bestemd voor de bioscopen, maar Voor de televisieseries, die dag in dag hit, week in week uit, in büna alle Janden van de wereld op het scherm "Omen. Een paar episodes uit de Per- ty Mason- of de Dr. Kildare-serie bü- Voorbeeld staan gelük met een bios coopfilm van het tweede plan en het 's helemaal niet denkbeeldig, dat een studio een half jaar lang iedere vijf of ?6s dagen zo'n episode produceert, af gezien van het andere werk, dat voor de televisie wordt gedaan. Dit aspect van Hollywood wordt be- d°h,t door een onlangs gepubliceerd "Verzioht van de Amerikaanse fHmin- hstrie, waaruit blükt, dat de grote stu b's met niet minder dan 330 vooraan- laande artiesten langdurige contracten *bi>en lopen. Alleen al Metro Goldwyn aVer heeft T3 acteurs onder contract. He fii!mSi die thans op het televisie- rt1 erin worden vertoond, zün stuk voor niet minder dan de vroegere B- hhs in de bioscopen, maar het vroe- re sterren-systeem is vervangen door egen vakwerk in groepsverband. Clark Gable heeft eens werd toen hem K gevraagd, hoe hij het vond om de j°°tste minnaar van het witte doek te laconiek geantwoord, dat hü er een torham mee verdiende. Hü had er ,}A kunnen toevoegen, dat ook zün stu- e 6r een boterham, en wat dat betreft büzonder dik belegde boterham, ^Irn tl€eft verdiend, want de weinige sE'6lers met de kwaliteiten van een j,, hebben degenen, die deze ^aangebo- Iw, &ave exploiteerden, geen windeie- gelegd. van de bioscoop niet ht jjRvarren met de film met name ï'g e» j ?(i gedurende de jaren twin- keji "dertig, was hoofdzakelük te dan- t'en-sf"? de ontwikkeling van het ster- Schaih?-eem- De grote filmmaat- dig J^ben ontdekten al heel spoe- hiet bekwaamheid en talent alleen hrp, j;n?eS waren bü dit nieuwe medi- Srote~^et wereldpubliek, dat in steeds Selow aantal naar de bioscoop werd ?Q0nl iiui.w?rd gebiologeerd door „per- ÏChrtalo Het ontbreken van ac- *h>aai,ent hoefde niet bepaald een be- ?E> de ffi zHn' omdat de manier, waar- iJCrte uit een zeer groot aantal siSsenS s werden opgebouwd, de re- gelegenheid gaf, de onervaren De paradox hierbij is namelijk dat, of schoon de filmer streeft naar objectivi teit met uitsluitend aan de werkelijkheid ontleende middelen, het resultaat van zün werk verre van objectief is. Het fei. alleen, dat het verzamelde materi aal aan beelden en geluiden wordt ge selecteerd en gemonteerd, betekent, dat er een bepaald standpunt wordt in genomen en dat er van de toeschouwer een bepaalde reactie wordt verwacht. Bü de opgang, die de cinéma vérité momenteel maakt, speelt de economi sche factor een veel duidelüker aanwijs bare rol. Het is nu eenmaal goedkoper om willekeurige mensen, die van de prins geen kwaad weten, met de camera spelers volkomen naar zün hand te zet- te betrappen dan dure acteurs en nog ten en uitsluitend de opnamen te kie- duurdere sterren te engageren met alle zen, die volledig beantwoordden aan kosten, die aan zulk een optreden zün datgene, wat hem voor ogen stond. De verbonden grootste zorg van de studio's was dan ook. tijdig de ster-kwaliteit in een wil- Niet minder belangrük is de rol, die de techniek bü dit alles speelt. Het mo- lekèurige" persoon te ontdekken. Aan derne, uiterst lichtgevoelige fotomateri- talent was er geen gebrek, maar wel aal en de steeds meer verfünde, en ver- aan het talent om talent te onderken- kleinde, apparatuur voor het registre- nen ren van beelden en geluiden hebben Tussen de toneelacteur en zün publiek mogelijk gemaakt wat enkele jaren ge- bestaat een sterke relatie. Een goed leden nog onmogelük was. Met schouwburgpubliek levert een belangrü- een handcamera en een geluidsappa- ke büdrage tot de prestatie van een ac- ratuur, die door twee man onopvallend teur. Zijn geestdrift stimuleert de ac- teur op het toneel. Zün emoties en re- *Y |®|||i acties beïnvloeden de stijl en de sfeer BÉKWHSat.i Ar.-* t van diens spel. De filmacteur mist deze voordelen. Hü moet voor het koude oog B van de camera spelen, die bovendien elk gebaar, elke gelaatsexpressie verveel- &ggr voudigt. gSf' ïSk- 'SjSififW:■jfflro'fëa In wezen is een ster iemand, die en dit geldt natuurlük uitsluitend voor de film als registratie- en reproduiktiemid- del van het spel het vermogen heeft om op het bioscoopdoek een persoon- Ujkheid te projecteren, die bü het pu bliek dezelfde reacties en emoties wekt 's de acteur in de schouwburg. „Ze was met de camera getrouwd," heeft de Britse actrice Dame Sybil Thorndike eens van Marilyn Monroe gezegd. Wie deze uitspraak op de juiste wij interpreteert, kan het succes van Ml - Monroe bij het grote publiek be grijpen. Een actrice in de gebruikelijke zin van het woord was ze niet, maar voor haar is de camera nooit een mee dogenloos, mechanisch ding geweest, dat gevoelloos observeerde en re gistreerde. Het was iets, dat kon wor den gevleid en in een goede stemming gebracht. Haar optreden voor de came ra was, evenals dat van alle andere gróte filmsterren, zuiver instinc tief. Deze affiniteit met de camera kan niet worden aangeleerd en is evenmin gemakkelük te onderkennen. Heel wei nigen van de grote filmsterren zün dan ook van de ene dag op de andere be roemd geworden. Zelfs Charles Chap lin Mary Pickford, Rudolf Valentino en Greta Garbo hebben aanvankelük ups en downs gehad. Niemand vond Chap lin büzonder grappig in de films, di'e hü voor Mack Sennett maakte. Valentino had heel wat figurantenrolletjes in films gespeeld, eer een' gelukkige inval van een jonge scenarioschrüver hem in „The Four Horsemen of the Apoca lypse" de hoofdrol en wereldbe roemdheid bezorgde. Succes en beroemdheid hangen vaak ook af van de vraag, of een artiest op het goede moment wordt geboren. Chaplin kwam precies op het juiste ogenblik voor de camera's. Zün humor was in wezen visueel en hij bereikte het hoogtepunt van zjjn roem in de gouden tüd van de stomme film. Valentino trad op de voorgrond juist toen het vrouwelüke bioscooppubliek over de he le wereld genoeg had gekregen van de sterke, zwügende, typisch-Amerikaanse held. Zün gladde romantische Latünse stijl was precies wat men nodig had. Vele jaren later was James Dean het produkt van een nieuwe verandering van stemming. Hü werd plotseling een stei, omdat hü beantwoordde aan de geest van verzet onder de na-oorlogse jeugd, niet alleen tegen de conventie en tegen alles, wat naar conformis- ka- worden bediend, kunnen tegenwoor dig directe, „levende" opnamen worden gemaakt. Van een nieuwe filmstül is daarbü echter geen sprake, want deze kan men al aantreffen in het beroemde „camera-oog" van de Russische filmpi onier Dziga Wertow in de jaren twin tig. Bovendien werd in tal van Britse documentaires uit de jaren dertig al de „interview-techniek" toegepast, waar van tegenwoordig de televisie zich bü voorkeur bedient, maar die ook een be langrük kenmerk is van de cinéma vé rité. Gaten we ons intussen met betrek king tot deze zogenaamde -- cinéma vérité niets proberen wijs te maken. De waarheid op zich, de werkelijkheid zonde, meer, is on-artistiek en on interessant. Alleen de manier waarop de filmer de waarheid door middel van de beeldkeuze en de montage in terpreteert en stileert en daarmee dus een nieuwe waarheid, een eigen wer kelijkheid doet ontstaan, verheft de film tot kunst, of in een andere orde tot aantrekkelijk amusement. Tussen Je conventionele speel, m en de cinéma vérité is er in diepste we'°n slechts dit verschil, dat men in het eerste geval uitgaat var een bepaald idee en daar bewust naar toewerkt, terwijl bij de cinéma vérité getuige ^ple film van Bert F^anstra het re sultaat in feite wordt bepaald door de mogelijkheden, die het verzamelde ma teriaal aan de montagetafel biedt. En dan blijft het de altijd bestrijdbare vraag, wat dichter bij de waarhei ligt er wat met meer recht als werke- hjkheid kan worden gezien: het uit de fantasie geboren drama of de ciné ma vérité. Bovendien zit er in een al te blinde lings streven naar realiteit als reactie op het escapisme in de film, een ernstig gevaar. De film, zeker de bioscoopfilm, was en is op de allereerste plaats een middel om een verhaal te vertellen en het vertellen van verhalen heeft altüd gediend om aan de realiteit te ontko men. Verbeelding is een vlucht uit de weikelükheid en dat is ook het geval met de verhalen van alle grote roman ces, daden en avonturen. De tragedie van „alleman" is niet, dat zün leven fel bewogen, dramatisch of romantisch is, maar kleurloos, onromantisch en saai. Degenen, die de film al te gemakkelük van escapisme beschuldigen, zien dan ook één van zün voornaamste functies over het hoofd. De film van tegenwoordig heeft, on danks al zün technische verworvenhe HHSHH den, iets van zün oude elan verloren en het soms tot in het absurd doorgevoer- HBHHH de realisme heeft hem van een deel van zün aantrekkelijkheid beroofd. Mis- schien had Gloria Swanson, een van dr 9BHHH grootste persoonlijkheden, die ooit op het witte doek hebben geschitterd, gel ij -• AM met het antwoord, dat ze by haar come- back in „Sunset Boulevard" gaf toe men tot haar zei, dat ze eens een grote mgïÈ. ster wa« geweest. „Ik ben nog altijd groot. Maar de films zün kleiner g" worden." Voor degenen, die dit betreuren, is ei één troost: filmstijlen bewegen zich net als damesmodes, in cirkels. Het ou- van nu zal daarom de onvermydel^jke 'YlVfWIQCLV 'VCLYl fZSt XL/ltZS ClOSrC 66H Ö&ZO&K QCLYl CL@ iCOtuSVClCLYi'lSS Dit seizoen te veel „flops (Van onze radio- en tv-redacteur) opnieuw in T.V.-amusement? Wat is daar allemaal van terecht ge komen? In hoeverre hebben deze pro gramma's bü de eerste, doorslaggeven de presentatie het gesuggereerde ni veau gehaald? Milder nog: zün ze in hun totaliteit net iets boven de middel maat uitgekomen? De kritiek zegt er een antwoord voor te hebben; het pu bliek oordeelt doorgaans in stilte. Die kritiek blijkt niet altijd mals te zijn en bjj herhaling wordt de onvoldaan heid der beroepskijkers uitgedrukt in het door een van de omroepen ge creëerde, zo langzamerhand mode woord geworden „flop". De kritiek heeft makkelijk praten, zeggen de omroep verenigingen. Maai men vergeet dat En dan volgt een lange lyst van pro blemen, waarmee AVRO, VARA, KRO, NCRV en VPRO dagelijks te kampen hebben. Problemen, die globaal onder te brengen zijn in drie hoofdpunten: gebrek aan geld, gebrek aan studio- faciliteiten en, met name wat de amu sementsprogramma's betreft, een ont stellend gebrek aan goede teksten. „Bruikbare teksten, dat is wel het grootste probleem", zegt AVRO's amu sementschef Karei Prior, die nog zeer onlangs het gemis daarvan heeft onder vonden met de serie „Met 24 Pk door Europa" waarin Ko van Dük als para depaardje optrad. Ondanks de rolbezet ting heeft deze serie het niet gehaald en werd ze, nadat twee afleveringen op het scherm waren gekomen, terug genomen. En dat was onmiddellük te wijten aan de slechte teksten. Niet aan het idee, want dat bood mogelükheden te over. „De teksten van het echtpaar Mazure waren veelal te filmisch en daardoor niet te verwezeniüken in onze kleine studio's. Bovendien zou het élle- maa] veel te kostbaar worden. Ze heb ben toen de zaak helemaal omgegooid, maar ook dat leverde niets op en zelfs toen regisseur Bob Rooüens samen met Ko van Dük de teksten speelbaar had gemaakt, was het nog niet wat wü ervan verwachtten", zegt Karei Prior met een hulpeloos schouderge baar. En hü laat erop volgen: „Onvoor stelbaar, dat er op het moment dat we de serie staakten, zo veel opbouwende brieven binnen kwamen Een ander amusementsprogramma dat het van de tekst moet hebben is „Kük die Rük". Een serie met acht afleveringen stond op het pro gramma, wat er op neerkomt flat tekstschrüver Eli Asser, die dit soort free lance karweien naast zün vaste werk op een reclamebureau moet doen, elke drie, vier weken voor een aantal op het „lüf" van Hjjk de Gooyer geschreven teksten moest zorgen. „Dat laatste is er eigenlijk al meteen een beetje bij ingeschoten", laat Prior weten, „Rük heeft niet die invloed op het programma ge kregen, die wü er van verwacht had den, want Eli Asser is iemand en daar heeft hü alle recht op die het liefst helemaal alleen werkt. Meer de man van de story, dan van de korte sketch. Iemand voor wie al les uit zün eigen koker moet komen. Daarom is wat de Rük de Gooyer- show had moeten zün, eigenhjk meer de Eli-Asser-show geworden." „De kwestie van de tekstschrijvers is een heel moeilijke," verzucht AVRO's amusementschef nog eens. „We heb ben in het verleden wel eens gepro beerd tot een team te komen. Ook As ser en Alexander Pola zaten daarbü Er kwamen dan zo'n zestig ideeën tei tafel, maar vüfenvüftig bleken er waar deloos. Het voordeel van een team is dat er een soort „brainstorming kan plaatsvinden. Maar als het dan op de verwerking van de overgebleven ideeën aankwam, waren de tekstschrüvers weer individualisten, die elk toch hun eigen weg gingen." Een ander voorbeeld is Annie M. G. Schmidt. Velen kennen haar nog van haar sublieme „Pension Hommeles", een paar jaar terug. Twee jaar ge leden heeft men haar reeds benaderd met een verzoek voor de T.V. te gaan schrijven. Zü ging er niet op in. Vorig seizoen bood men haar een „vorstelük" honorarium, maar zij wees het van de hand. Dat voor Annie M. G. Schmidt een vorstelijk honorarium kon worden neer geteld wijst erop, dat de omroepen af gestapt zijn van hun vroegere idee, dat tekstschrüvers eigenlijk maar „onkos ten" waren. Met het aantrekken van vele (peper)-dure buitenlandse arties ten is langzaam het besef ontstaan, dat ook de Nederlandse tekstschrijvers een redelük bedrag toekomt. Pas dan is het mogelijk dat ook zij van hun werk voor radio of T.V'. een hoofdbe roep maken en hun activiteiten niet ge heel behoeven te versnipperen. „Wij zijn graag bereid veel te betalen", zegt ook de NCRV-amusementschef Dick van Bommel. „Maar aan wie? Ons land is te klein. Wü kunnen niet bogen op enige, wat ik zou willen noemen, tekst schrijverstraditie. Die paar die we heb ben zitten tot aan hun nek in het werk. Kijk maar eens naar de mensen bij de radio; zij zijn een soort machine geworden. Maar in Amerika is dat an ders. Daar werkt men desnoods een heel jaar aan één tekst voor een serie- programma en kan men zich veroorlo ven maanden op „nonactief" te gaan voor het opdoen van ideeën." Wat zich bü de amusementsproduk- ties ook sterk als. een gemis doet ge voelen is het tekort aan studiofacili teiten. Na elf jaar T.V. in Nederland be schikken de omroepen nog altüd niet over permanente studio's. Alles wat men heeft draagt nog de naam „nood"- studio. Daardoor heeft men voor came rarepetities vaak niet meer dan twee of drie dagen en schiet een generale er bjjna altüd bü in. En dat terwül men toch algemeen van oordeel is, dat in het bijzonder bij serieprodukties een proefopname, büvoorbeeld van de eer ste aflevering, erg gewenst is om het resultaat te beoordelen. Nu volstaat men met van serieprogramma's de eerst opgenomen afleveringen te be- küken en wanneer deze tegenvallen ze een plaatsje wat later in het seizoen te geven en een beter geslaagd produkt voorop te zetten. „We zouden best vóór premières voor een kleine groep geno digden willen geven. Maar er is nauwe- lüks studioruimte voor de lopende pro dukties", constateert Karei Prior nog eens. „Bovendien is het ook een kwes tie van geld en tijd, vooral wanneer er buitenlandse gasten in de show staan. Die kun je meestal maar voor korte tüd, als ze büvoorbeeld tussen een op treden in Londen en in Parijs een paar dagen in Nederland zijn, tot je beschik king hebben." Dick van Bommel ziet als een be langrijke oorzaak van het feit, dat de kritiek op de programma's nu zo hard aankomt, de vaak overtrokken vóór publiciteit die deze in couranten en weekbladen hebben. „Daar ben ik al tijd een beetje terughoudend mee ge weest. Want eerlijk gesproken ben ik er bang voor. Het is immers altijd een gok hoe een nieuw programma bjj het publiek zal „aantikken". En dan nóg, als het eerste programma een suc ces wordt, kunnen latere afleveringen geheel anders uitpakken. De verwach tingen bü het publiek zün veelal te hoog gespannen en als het dan even iets minder wordt, dan men zich er van had voorgesteld, is het gelük een slecht programma, of liever nog. een „flop". „Ieder programma moet een succes zün en dat komt, geloof ik, omdat we altüd nog te veel per programma oor delen. Daarom ook werd er zo geroe pen over de Duitse produkties in de serie „Lieben Sie Show?" Goed, tech nisch is dat uiterst knap. Maar heeft 't je wat gedaan? Wjj brengen dit sei zoen drie filmseries in de sector amu sement op het scherm, die stuk voor stuk in Amerika hoog staan genoteerd. De Beverly Hillbillies zün nummer één op de ranglüst, Dick van Dyke staat twee en Bonanza drie. En als we ze dan hier draaien, zeggen de mensen „wel aardig". Een belangrijk aspect van het huidige T.V.-kijken is, dat men nog altüd niet selectief te werk gaat. Daardoor wordt het medium niet eer- lük beoordeeld. Als ik drie hoogtepun ten in de week heb, büvoorbeeld „Zo is het..", een aardig cabaret en een voetbalmatch, dan is mün T.V.-week goed", merkt Dick van Bommel op. Thüs Chanowski, tot voor ander half^ jaar regisseur bü de AVRO en thans directeur van de zelfstandige produktiemaatschappü Chanowski Productions, ziet de oorzaak van het naar zün smaak slechte T.V.-amuse- ment voornamelük 'n een gebrek aan geld. „Wü liggen bepaald achter bü andere landen en dat is voor een deel ook een gevolg van het gebrek aan technici, studioruimten en regis seurs. We moeten bij de Nederlandse IW werken met het nét niet „top"- talent om daarmee in vüf dagen een redelük programma te maken, waar door het iets mindere talent ongena dig door de mand valt. Dat is jam mer, want er is wel degelük talent aanwezig, maar de grote middel maat wordt te enenmale niet uitge buit Daarom geloof ik dat het er voor het Nederlandse TV-amusement in de toekomst somber zal gaan uitzien De Nederlandse TV zal een meer regionale functie krijgen, omdat gro te showprodukties veel voordeliger en beter van de internationale markt betrokken kunnen worden. Het aan wezige talent zal versmelten naar een Europese markt, waarbü de grammofoonplatenindustrie als indi cator zal optreden." „Bekijken we de stand van zaken op :et ogenblik met hetgeen een paar jaar erug aan amusement op het scherm werd gebracht, dan zal men licht tot de overtuiging komen, dat het de laat ste jaren steeds bergafwaarts gaat. Toch maken we dan een denkfout. Immers, de honger naar programma's is enorm toegenomen. Zeg niet, dat er onvoldoende talent is, want er is mis schien wel tien maal zo veel als in vroeger jaren. Maar de behoeften van het publiek aan goede TV-pro- gramma's is ook onevenredig toege nomen. Bovendien is het verzadigings punt veel eerder bereikt. Bü de TV is eigenlijk niets nieuws meer te brengen. We hebben La Callas gezien en Frank Sinatra, waarom zullen we ons dan nog druk maken om een ster van heel wat mindere allure? Kortom, televisie heeft gemaakt dat het verzadigingspunt van de massa versneld wordt bereikt". ROBERT ELFRINK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1963 | | pagina 9