Een volk dat zingt...
FIJNE LANGSPEELPLAAT
VOL MET VOLKSLIEDJES
1
Suert u ook al?
Velen hebben gewacht
op het anti-rook-sein
Trini Lopez
van vroeger
Art Pepper:
Oudere opname van jong.
talentvol Roach-Quintet
gesuddei
„PASTORALE
VAN TAILLEUR
„Grand Prix"
van Peter
Ustinov
Groepsvorming
geheim van het
succesook voor
zwaarste rokers
ELKE SIGARET VERKORT
LEVENSDUUR met 15 MINUTEN
Ik stop
er mee!
Roken
gevaar!
y
9
Er zit iets
leuks in een
rokende man
#^pT|
JÊÊ
„CONVERSATION"
Kolder en persiflages
ZATERDAG 11 JANUARI 1964
mui
pi*jc
w
v
CONNY STUART
JENNY AREAN.
lp» WBSJKk -•
MAX TAILLEUR
„Het verwondert mij in het geheel niet dat uw goede voorbeeld
zoveel navolging vindt. Men heeft daarop gewacht; men kan zijn
smart door deling halveren." Dit licht ik uit een briefje van Ohr. J.
te Amsterdam. Mej. M. K. uit Utrecht vertelt dat zij elke dag de
krantestukjes uitknipt (de anti-rook-kolom, natuurlijk) en in haar
gezichtskring hangt. In gerechtelijke Maastrichtse kringen is de
kreet ontstaan: „Sueert u ook?" Deze en nog veel meer reacties
geven aan welk een verrassende uitwerking het vreemde, belijdende
rubriekje „Ik stop er mee" heeft gehad. Sinds de eerste week van
januari zijn vele honderden, misschien duizenden van onze lezers en
lezeressen met roken gestopt. En zij hebben hun omgeving mee
gesleept. Er waren erbij die al eerder met het plan liepen de sigaret
vaarwel te zeggen, maar de meesten voelden zich door het openlijke
voorbeeld uitgedaagd. Dat is bijzonder sportief. Er is onmiddellijk
een sterke lotsverbondenheid ontstaan die via het rubriekje over
het gehele land reikt.
PETER USTINOV
g TT et Amerikaanse directoraat-generaal voor de volksgezondheid
- ll 7j8l^ vanmiddag zjjn me). Spanning tegemoet geziene rapport ovei
roken en gezondheid publiek maken. Elf vooraanstaande medi-
sohe deskundigen hebben daaraan meegewerkt.
Uiterst strenge maatregelen zijn in de afgelopen weken Se .f,
om te voorkomen dat de inhoud van het stuk voortijdig ui
Men heeft voor de publikatie met opzet het moment gekozen a
i effectenbeurzen gesloten zijn. Overigens vertonen de aandelen
i de grote tabaksfirma's op de beurs in Londen al de invloed van e
i aangekondigde rapport.
Een aantal AT ALVaanse geleerden en pedagogen zal een campagne
beginnen om 250.000 dollar bijeen te brengen ter ondersteuning van
i het eerste internationale anti-rook congres. Dr. Linus Pauling, No e -
prijswinnaar voor de scheikunde en lid van het congres, vei klaarde
I dat hij de cijfers heeft gevonden waaruit blijkt dat elke gereikte siga-
ret de levensduur met 14,4 minuut verkort. Volgens hetzelfde statis-
tisohe materiaal van dr. Pauling kost het roken van een pakje siga-
I retten per dag gedurende veertig jaar acht jaar van iemands leven,
en twee pakjes per dag zestien jaar.
n
3?K« Ni
m&..v
m <0*
9
tf
4
9
l
9
in te blazen. Of misschien is Philips
wel gezwicht voor aandrang van bij
voorbeeld de „Nederlandse Vereniging
voor de Volkszang" en het „Algemeen
Nederlands Zangverbond". Waarschijn
lijk hebben beide factoren er wel iets
mee te maken dat wij dezer dagen de
25-cm LP P 600 706 R ontvingen, een
plaat („Een volk dat zingt...") ge
wijd aan het Nederlandse (volks) lied,
al of niet anoniem. Een verrukkelijke
plaat! Zet alle gedachten aan Neder-
land-kan-toch-niet-zingen van u af en
luister. Naar Conny Stuart in Emiel
Hullebroecks fijn spottende maar ont
roerende „Maseurken" („Daar stak op
'nen morgendnaar Paula van
Alphens per Edison bekroonde kinder
koor in Buddingh's dwaze „Blauwbil-
orgel", door de eveneens bekroonde
Wim Terburg van heel originele muziek
voorzien, of naar Ton van Duinhoven
en hetzelfde kinderkoor in een van de
talloze versies van het oud-Vlaamse
„Pierlala". Ook Annemarieke is er; zij
gaat weer eens „naar buiten, al bij de
soldaten". Speenhoffs eigen schutterij
marcheert voorbij, daar komt een boer
van Zwitserland, mét ezel en verdere
(muzikale) aanhang, kadee-kadollekeda.
En Jasperina de Jong is het meisje dat
van Schevenmgen kwam, sangejoóóóó.
Tien liedjes telt de plaat, waaraan
miminmuimi
verder nog wordt meegewerkt door
Jenny Arean, Jacco van Renesse en Jan
Schaaps Shell-Mannenkoor. Bij ae plaat
ontvingen wij een boekje met de teKs
en de melodietjes. En daarmee aeb
de beide genoemde verenigingen
lijk wél wat te maken geha.d. Laat wat
ons betreft die wat PoIrMn-ochttge
toelichtingen in dat bundeltje maar voor
maar koop de plaat weiu
wat ze zijn,
hoeft het niet eens
kinderen te doen.
alleen voor uw
Misschien komt het door het feit
dat Wim Sonneveld enkele
oude liedjes als „Catootje" en
„Drie schuintamboers" nieuw
leven (en populariteitheeft weten
H®t is met Trini Lopez allemaal
een beetje anders gegaan dan
men gewend is in de wereld van
naar a Bchte muze. Zijn doorbraak
neel a top was verrassend sensatio-
rip de ene dag was hij nog een van
Var, a t'nizendcn op de wachtlijsten
p Platenmaatschappijen, de vol-
orTiTe g schoot hij als een komeet
omhoog en werd een ster met duize-
gofde contracten. Hoe dat
sA? was? We geloven de, of mis-
oq™ na een van d? oorzaken te hebben
eoJ i en nu, in 1164 bezit zijn van
een langspeelplaat die Trini „live" laat
^dens een zaaloptreden in Hol-
bX£ri'.m„,=e pTeriode dat.hij nog „on-
melnrtiof n een serle gevestigde
wL,-Tan andere „crooneïs"
tnnoi duidellJjS aan het licht dat Trini
niS onrtVrX die anderen ook toen al
«iet onderdeed, Het is allemaal verras-
Ziin de vele bezoekers tijdens het
laatste concert van Max Roach
nauwelijks aan hun trekken ge
komen- de n.v. Phonogram maakt
veel goed met de
„Jazzland"-LP (JLP
79) van het Max
Roach Quintet zoals
dat speelde in het
seizoen 1958-1959. De
groep die Roach
toen aanvoerde bestond uit overwegend
jonge, zéér jonge musici, t.w. trom
pettist Booker Little 20 jaar op
de dag van opname (hij overleed
in 1961 volkomen onverwacht), Ray
Draper (17!!) op tuba, George Coleman
op tenor-sax en bassist Art Davis jDel"
den begin twintig)de leider zelf op
drums.
09k toen speelde Roach zonder
pianist en we moeten zeggen: dat wac
een vondst. De klankkleur van het Quit
tet is heel bijzonder en de hamfoSel""
die Booker Little, George ColLman
Ray Draper op deze langspele? ]at?n
horen mogen er zijn. Het is tA„ en
een hele gijede opname geworden Tns
„Conversation". 8 raen deze
Welk een gevoelige slag de i=,
wereld kreeg te incasseren Bh het 11
«den van Booker Little toont,*,"
lyrisch-weemoedig geblazen trW.n
solo in „You stepped out of a dr^m"
nog eens duidelpk aan. eam
Roach heeft overigens weinis
met zijn trompettisten. In 1956 overwT
tengevolge van een auto-ongeiUk ®d
fabuleuze Clifford Brown m de leeftiirt
van 26 jaar.. Vijf jaar later ontvalt hJ
combo de vier jaar jongereweUteht
even talentvolle Bo°kf kittle. Miss chien
komt het daardoor dat Roach de laatste
tijd zonder trompettist speelt en alieen
met een tenor-saxofonist. Mogelijk ook
heeft Roach opzettelijk de koers ge
wijzigd. Zeker is m ieder geval dat
zijn vroegere formaties tot de be^te
behoren die de moderne jazz ooit
II
OP Contemporary (LAC 553) ver
scheen een nieuwe solo-plaat van
alt-saxofonist Art Pepper. Het
v- betreft hier opnamen die in ne-
ember i960 in Los Angeles werden
j)5?aakt. Pepper begeleid door
en v, Coker, piano, Jimmy Bond, bas
stiiui5ank Butler, drums speelt zeven
or p vvaarvan alleen „Come Rain
te TT6 Shine" indruk op ons vermocht
intern, tn1' PePPer's spel is puur t-n
schii u aarover kan geen meningsver-
muzn, ®staan- Maar wij vinden zijn
even k verrichtingen lang niet altijd
Waarr>V?eiend en er zÜn zelfs momenten
stellen i11?11 Seneigd is te veronder-
Mldto uda Pepper's artistieke reiK-
ritn-p^ bijzonder beperkt is. Ook de
*Iet s"nii0ep et geen daverende dingen.
Srauwi VM Piani.st Coker is van een
bter p, middelmatigheid en ook drum-
San fn r»utler legt weinig fantasie
Rezanic af' Minutenlang kan de muziek
er deni ^borsudderen, zonder dat men
Wij 2i- aan heeft. Dat is jammer, want
d&t hPt. ®faa.g bereid om aan te nemen
ana e V spel van Pepper met
r*cht
zou^T''™6-"1'08*3 beter tot zijn
Pa®t®ï.ale"-J® de titel van het Max
Tailleur-EP-tje dat de n.v. Bove-
ma in de handel heeft gebracht.
Eigenlijk behoeven de moppen
van Max geen nadere toelichting. Ze
spreken boekdelen en op deze plaat
zelfs hele bijbels. Pastoorsgrappen zijn
nu eenmaal graag gehoorde gespreks-
stoppertjes die het in willekeurig welk
gezelschap fijn doen! Het heeft geen
zin hier een geslaagde mop te citeren.
Als men het plaatje drie maal ge
draaid heeft kent men ze allemaal uit
het hoofd en behoeft men in het ver
volg niet meer met de mond vol tanden
te staan als er soms zo'n akelige fi
guur in de buurt is die zich ontpopt
als een virtuoze moppentapper. Over
oe pastoorshumor van Tailleur nog dit:
pe®n enkele maal wordt de grens van
is »i tbare overschreden. En dat
een aparte vermelding waard!
opgeleverd. Er valt heel wat te ge-
aarde drumwerk van ptreft het
wat smaak en muzikant mensen
voor ons toch nog wl,u En dan
als Art Blakey en Elvm Jones. aan
is er verder het hartverwa bla_
namische spel van de aue j -
zers Draper, Coleman en B er aJg
tert u eens naar een nu
„Deeds, Not Words", of W r
„Ftlidé" en verbaast u met on® over
de muzikale rijpheid en intensiteit waar
mee deze jeugdig musici voor de een
na de andere naLkende chorus zorgen.
Opvallend is het samenspel van de drie
in de collectieven, bewonderenswaar
dig de ritmische achtergrond die bas
sist Art Davis en Max Roach weten
te leggen. Deze opname mag dan van
oudere datum zijnde ideeen, die hier
worden uitgewerkt klinken ook nu nog
Progressief en de muziek blyft Voor
d® jazzdiefhebber-van-nv1 een terugke
rende bron van luistergenot.
Peter Ustinov kan alles (wordt nog
al eens gezegd). Hij is dè Britse
duizendkunstenaar (wordt nogal
eens geschreven). Laat het niet he
lemaal waar zijn, feit is dat theater en
film weinig gebieden kennen waarop
Ustinov zich niet heeft bewogen, al was
dat dan met wisselend succes. Maar
enorm veelzijdig is hij, dat is zeker.
Neem zijn nieuwe langspeelplaat „The
Grand Prix of Gibraltar" (Riverside
RLP 12-883). Een klein uur lang is hij
daar aan het woord om verslag te doen
van wat althans op deze plaat de eerste
onder alle autoraces is, die van de
„Rock of Gibraltar".
Twee plaatkanten vol reportage, in
terview en commentaar. Met de stem
men van een Engelse en een Ameri
kaanse verslaggever, coureurs, team
leiders en, héél fraai: Gibraltars gou
verneur („a fine old sportsman and a
good old sport"). Knappe persiflages,
kostelijk onzinnige uiteenzettingen, ge
luidseffecten, die er mooi overdreven
dik opliggen het komt alles voor
rekening van Ustinov, die voor „The
Grand Prix of Gibraltar" ook het idee
j®1, bobben aangedragen en dat, aan
Hf. "and van slechts wat losse notities,
cij a ens de opname in de Riverside-stu-
fi0TT1?provlserend uitgewerkt. Men ziet
4?ov wei voor aan, zo maar eens
even z ijn zotte invallen op een grof op
gezet stramien te komen spuien. Laat
Ustinov maar rustig vertellen, gun hem
een uur uw tijd en u zult er geen
spijt van hebben. Wij hebben in vrij
korte tijd de plaat een tiental keren
gedraaid hij is tè knap om dan al te I
gaan vervelen.
hT? 18 interessant omdat het aantoont
„ff';fer men in goede voornemens ge-
Af kan worden door de wetenscnap
no,um,en met meerderen dezelfde moei-
bkheden ondervindt. Een hele ontdek-
Zij doet mij vermoeden dat het
fo«?pen niet roken een sneeuwbal-et-
sct zal hebben. De heer P. N. uit
riaariem verhaalt dat hij in een fabriek
h®. Halfweg een clubje van ex-rokers
leett kunnen oprichten pet ingang van
z Januari. Ze zijn met z n zessen. Ieder
heeft een rijksdaalder inleggeld betaald
en draagt per week een kwartje con
tributie af. Wie ondanks zijn goede
voornemens een sigaret gaat roken, zal
tie rest van het jaar contributie moeten
blijven betalen, maar mag niet meede
len in de pot.
Ik moet wel zeggen dat ik over
dergelijke afspraken of weddenschap
pen niet veel vernomen heb in de
brieven en telefoontjes. Vaker lees of
hoor ik dat men maar in z'n eentje
is begonnen. Ter illustratie een stuk
je brief van een hbs-er uit Naarden.
„Omdat ik zo ontzettend naar een si
garet snak (en dat terwijl ik pas vier
jaar rook), schrijf ik maar aan
iemand die er ook wel behoefte aan
zal hebben. Dit jaar is mijn eindexa-
1 menjaar, dus een jaar waarin veel
zenuwen voorkomen en een verleide
lijk rookjaar. Toen ik uw stukje in
de krant las, ben ik meteen gestopt.
Helaas mijn vriendenkring niet". Die
omgeving kan het de ex-roker moei
lijk maken. De heer P. J. de G. uit
Haarlem schrijft: „Rook sinds vier
dagen niet meer. Vuurproef van brid
geavond en de zondag goed door
staan." Voor anderen zijn die vuur
proeven de vergadering, de stafbe
spreking, net schrijven van moeilijke
stukken en vooral niet te vergeten
het feestelijke avondje. Mevrouw M.
van O. uit Haarlem zegt dat zij
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii»iiiu|ii|i||iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii||ll,ll,lf>"
al meer dan anderhalf jaar het roken
had kunnen laten, maar tengevolge
van allerlei spanningen was ze „zo
stom geweest" (zegt zij zelf) een paar
sigaretjes op te steken. En na twee
maanden rookte ze weer als een
schoorsteen.
Men is het er niet over eens in welke
omstandigheden men het best de siga
ret kan afzweren. Een med. drs. uit
Leiden zegt dat het heel gemakkelijk
is om er mee óp te houden als je
verkouden bent. Hjj vindt zelfs dat je
je voor dit doel zelfs verkouden kan
maken („druppelinfectie").
Zelf heb ik geschreven dat men mis
schien het beste de zonaag als eerste
rookloze dag kan kiezen Dat wordt
hier en daar betwijfeld. Toch blijf ik
menen dat degenen die er heel erg te
genop zien het beste kunnen beginnen
op een rustige dag, en dan liefst in een
GLL ::v/ HL' :VT? G' xT:-:''
„mimurium,mm"»"»"!"!
periode, waarin men niet veel spann'n
gen kan verwachten.
De verschijnselen van de ex-roker in
de eerste week zijn ongeveer gelijk. Ik
laat hiervoor de heer F. M. L. P. uit
Rotterdam aan het woord: „Ik voel mij
beroofd van alles. Zonder roken valt
er immers niets te genieten. De eerste
dag heb ik de uren geteld. De eerste
24 uur zjjn de beslissende, had men
mij verteld. Wat een misleiding; de
moeilijkheden zouden nog komen. De
tweede dag ben ik gaan snoepen:
Drop! Tegen de avond moest mijn
vrouw een crisis overwinnen. De T.V.
is een uitkomst geweest. Met een zak
vol drop naast me heb ik mij af laten
leiden. In de nacht van de tweede op
de derde dag heb ik bijna niet gesla
pen. De derde dag heb ik mij het be
roerdst gevoeld. Waarschijnlijk omdat
ik voelde, dat het afscheid definitief
ging worden. De vierde dag ging wel.
Ik kon soms aan iets anders denken."
Het dropverbruik moet bijzonder ge
stegen zijn, maar de lezers zijn het
niet eens over de soort drop: hard of
zacht, scherp als peper ot laurier-ach-
tig. Zou het werkelijk veel uitmaken?
De bovengenoemde med. drs. heeft een
flesje melk in zijn nabijheid. Sommige
mensen vinden het niet erg sigaretten
in huis te hebben in die eerste dagen,
maar de meeste anderen zorgen ervoor
dat ze alles hebben opgerookt of weg
gedaan. Mej. Th. M.S.A.D. uit H'lem
had ook op 1 jan. willen ophouden,
maar l'/s pakje sigaretten bleef haar
verontwaardigd aankijken. „Ik gaf het
gauw op en besloot deze sigaretten nog
op nieuwjaarsdag de lucht ih te blazen,
zodat ik door het bezit ervan tenminste
niet in de verleiding zou komen." Ze
rookte al twintig jaar en was op een
eemiddelde van boven een pakje geko
men Ze begon bij het opstaan en doof
de bij het slapengaan de laatste. De
eer«te dag viel haar mee, en ze was
blit dat dat haar gelukt was. De tweede
dag werd zij uitermate prikkelbaar en
onverdraagzaam. Ze besloot toen maar
drastisch te miniseren, i.p.v helemaal
te stoppen. Van 25 per dag kwam zij
on 6 of 7. En nu wil zij binnen korte
tHd naar o maar ze meende dat zij
die radicale beperking haar omgeving
niet mocht aandoen.
De een vindt dat het best meevalt
(na een week), de ander spreekt over
ellende en narigheid. Toch valt mij
vrij algemeen een nogal opgewekte
toon op, in de brieven en ook wei
in de telefoontjes. Men voelt er niet
zoveel voor om aan het gezeur te lij
den. Wel bekruipt bijna iedereen na
zekere tijd de vraag: Waarvoor doe
ik het? Heeft het wel zin om zo je
humeur te bederven? Als ik het moei
lijk heb, kan ik er tocih wel één op
steken? Deze gedachten blijven klaar
blijkelijk vrij lang de ex-roker verge
zellen. Het zijn verborgen verleiders.
Ze zijn moeilijk te bestrijden. Ik heb
gelezen dat sommigen op die momen
ten gymnastiek gaan doen, of een
wandelingetje gaan maken. Anderen
lopen alleen maar naar buiten en
snuiven diep de frisse lucht in.
Verscheidene malen wordt gewag ge
maakt van het geld dat men nu uit
spaart. (Er is een grapje waarin neel
snedig wordt opgemerkt: Weet je wel
wat het kost als je tien jaar langer
blijft leven?) Boekhoudkundig gezien
blijft er dus geld over, en sommigen
willen dan ook zeer bewust zo'n dertig
gulden per maand aan grammofoonpla
ten, aan theaterbezoek of autoritjes
gaan besteden. Drs. W. W. te En
schede vertelt dat hjj als ex-roker van
oudere datum al een neel mooie disco
theek heeft overgehouden: in 16 maan
den 70 platen. Maar een andere ex-
roker van langere datum, de heer C.
E.J. te Leiderdorp, heeft in het begin
helemaal niets gemerkt van geld over
houden. Allengs wel, en dus durft h«
aan te bevelen: „Het ïoont de moeite".
Men kan ook heel andere gevolgtrek
kingen maken, zoals de heer A. 3. te
Rotterdam. Die stelt vast: Ik heb ten
minste voor 7 gulden per week in rook
laten opgaan. Daarvan wil ik voortaan
de helft per giro overmaken (aan ro:s-
sie, Novib," etc.) om de honger in de
wereld te helpen ledigen. Hij vraagt
geestdriftig: „Wie doet er mee! Orie
vliegen in één klap. Allereerst bete
kent stoppen met roken het rendabel
maken van de levensverzekering. Ten
tweede helpt men de hongerigen voeden.
En ten derde blijft er nog wat geld
over om het eigen egoïsme te bevredi
gen Nogmaals wie doet er mee?"
Ik heb gemerkt dat dit idee ook el
ders leeft. Graag geef ik het door, maar
ik meen dat wjj daar nog geen luid
ruchtige manifestatie van hoeven te
maken. Met het dagelijkse geschrijf
over de zorgen der ex-rokers worden,
zoals ik gemerkt heb, de fanatieke door
rokers enigszins geërgerd, en degenen
die nooit aan het roken verslaafd zijn
geweest, zjjn lichtelijk verveeld, omdat
ze er weinig van begrijpen.
Na een week zijn er ook meer po-
sitieve gevolgen te melden. Vele ma
len is geschreven dat men zich van
af de derde dag lichamelijk fitter gmg
voelen (hoewel ik niet weet of dit ook
geldt voor degenen die gewoon zijn met
arm-, of beenkracht hun werk te ver
richten). Ook wordt er gesproken
over betere en kortere nachtrust,
over een impulsieve drang tot activi
teit (variërend van knutselen tot hard
lopen of stoeien met de kinderen).
Men spreekt in de brieven ook wel
over grotere eetlust („Ik zou des
avo"ds de ijskast wel willen plunde
ren maar menigeen zal dat een
verontrustend verschijnsel vinden.
Len student uit Tilburg laat weten
p °P de duur minder eetlust had.
tja, en dan nog een punt waar ik
geen raad mee weet. Blijkens een aan-
tai brieven en telefoontjes zijn er men
sen die een vereniging willen oprich-
ten van ex-rokers. Contributiegelden
zouden moeten worden besteed aan
campagnes en wetenschappelijke on
derzoekingen. De leden zouden een
insigne kunnen dragen („de bruine
knoop is voorgesteld), zodat ze elkaar
kunnen herkennen en bemoedigen.
Ze zouden daarmee de buitenwereld
ook laten weten dat zij geen prijs stel
len op aangeboden rookwaren e.d Een
enkeling vergelijkt een dusdanige ver
eniging met de A(nonieme Aücoholu-
ten). Men wijst op de kracht die uitgaat
van eikaars steun. Of die steun niet net
zo goed zonder gereglementeerd vereni
gingsverband gevonden kan worden is
voorlopig een vraag van mijn kant.
HENK SUèR
et zijn niet allemaal nicotine-
YrÜe geluiden die mij bereiken.
Als ik nu zo'n brief van een
mü goed bekende huisvrouw
(schrijfster voor kinderen en voor
drachtskunstenares) te Utrecht lees,
denk ik: „Oh, wat heb ik gedaan."
Haar man is ermee gestopt en zij
is er een beetje verdrietig om. „Ér
zit voor mij iets leuks in een rokende
man. Hij kómt tenminste thuis kan
zich als een fakir hullen in r.ev'el en
krant, en bouwt zich, ver weg van
de wereld, een dorado. Maar ik weet
wel dat hij zich vermeit in eigen huis
en haard. En dat is mij wat waard.
En, och, wat zit er een nadeel aan
een pas opgehouden straffe niet-ro-
ker. Zonder dat hij het wil, wordt hij
door zijn naaste omgeving behandeld
als een herstellende zieke. Wég as
bakken, wég sigaretten, wégja
wij allemaalzelfs een glimlach over
totaal iets anders wordt verkeerd uit
gelegd. Daar staat ie danalleen
Er mag iets krampachtigs over hem
liggen iets te flinks misschien hn
staat (nog) Maar op welk complex
loopt dat uit? Eén soms toevallig
aangeboden sigaret door een bezoe
ker, wordt bijna uit zijn handen ge
slagen, als hood men hem een gif
beker aan
Wjj hebben nogal eens bezoek en
hebben het altijd plezierig gevonden
on. sigaretten, koffie, wjjn etc. gast
vrij op onze tafels te serveren. Wat
nu? Kinderachtig mag hij niet zijn
de man. Daarom gebeurt dat nu ook'
Toch hangt er iets vreemds in de
lucht... d.w.z. er hangt niets in de
lucht. Daarom pak ik maar een si
garet... maar dan moet er een aan
steker gezocht worden. Onze vrien
den tasten onhandig in de zakken. Wil-
^n, ZT wel of geen sigaret op
steken? Ik zie het al. In de keuken
steek ik maar mijn sigaret op Zie
je... heel het gezellige ritueel is we»
Ach ja, er is wel koffie (zwart, van-'
wege overtollig vet). Nee, zo kan ik
zelf niet plezierig meer roken. De si
garet smaakt niet meer. Ik doe hem
maar uit. Daar ligt ie in de asbak,
bijna nog héél. Een zwart-witte situ
atie. Waar moeten wij naar toe
Een vroegere pastoor van ons, een
welgedane man, spiegelde zich graag
aan de leer van de H. Dominicus
Deze was voor de gulden middenweg
Zie je... zo word je het heiligst En
zo rook je het best. De pastoor was
een wijs man, nét als een goede
vriend van ons die over die anti-rook-
artikeltjes van je zei: Nou moet je
toch ophouden. Hij bedoelde met
schrijven erover. „Als je wilt, wil je"
zei hij, „het is doodeenvoudig." Ik mis
deze vriend niet graag uit onze kring.
Daarom vroeg ik: „Maar als ik je
nou eens wat te roken aanbied om
dat ik het leuk vind?"
„Natuurlijk," zei hij, „soms neem
ik wel eens een sigaartje."
Maar hjj heeft innerlijk afstand ge-
daan van het roken. Als hij rookt...
is het louter voor de vorm... of om
een ander te plezieren. Maar dat zie
je niet aan hem. Dat is je ware rook-
ascese. Dat kan ik waarderen."
En dan vraagt mevrouw G. uit
Utrecht of ik bij mijn eerstvolgende
•ezoek toch glimlachend de aange
boden sigaret zou willen aannemen.
Ik moet daarop maar meteen hard
op antwoord geven en meedelen dat
«7- ,s,,sam h0°P al te slaan, heus.
Wij zullen moeten wennen aan gezel
ligheid zonder sigaretten. Die sigaret
dient toch nergens voor, al hebben
wij dat vroeger altijd, gedacht. Na
tuurlijk, alle ex-rokers weten nog heel
goed dat er zoiets als „rookgenot"
bestaat. Wij hebben er zo goed van
genoten, dat wij na één dag stoppen
ons al ellendig gingen voelen. Als
iemand kan leven maar dan ook
tientallen jaren achtereen met af
en toe eens een sigaretje, dan is deze
iemand anders dan de meeste ande
ren. De wijsheid en onthechting van
de bovengenoemde pastoor en vriend
zijn nogal uniek. De rokers echter
kennen zichzelf vrij goed als niet zul
ke sterke figuren. En daarom slaan
we als ex-rokers ook dat ene siga
retje maar af; uit de wijsheid die de
eigen zwakheid kent. Door het roken
zo totaal af te zweren, komen wij
ex-rokers eerlijk, blozend voor onze
zwakheid uit. Maar dan moet men
het ons niet moeilijker gaan maken.
Dat doen wijze, sterke, onthechte
mensen niet... HENK SUfcR.