op het Leidseplein
Door Henk Suèr
met foto's van
Guus de Jong
ZATERDAG 7 MAART 1964.
Als Fons nog geleefd had, zou
hij het hebben begrepen.
Fons zou hebben gezegd:
„Alles hoort erbij, je kan het zo
gek niet bedenken of het hoort
erbij." Met zijn verre blik zou hij
moeiteloos de link hebben gelegd
tussen het duizendbladorakel 'jij
I Tsing en de laatsten der Spar-
takisten. Hij zou Malle Gerrit, die
zo reddeloos verslaafd ether
snuift, even groothartig hebben
omarmd als de eenogige Dirk.
Fons zou helemaal niet verbaasd
zijn geweest als hij gehoord had
van die meisje? die sigaretten be
delden om ze in de gracht te
gooien.
Het psycho-chemische middel LSD
„ZO IS HET", roept de volle neef
van de Duitse Hans Albers
EX-ONDERWIJZER *>E
...soms genval---
HAENTJES DEKKER
Zen-christelijk anarchist
DIRK VAN HATTED
...bejaard rijmen..-
R. J. G. loopt met zijn marihuana-stick Wachten op de opening van een expositie Tanja, de moeder van het Leidseplein.
-^■^yytU
De revolutie broeit
Leg nu maar eens uit wat de ene
revolutionair met de andere te maken
heeft. Er zy'n zeker een paar honderd
geëtiquetteerde revolutionairen in Am
sterdam, meer of minder overhoop
met de ordelijke samenleving: meer of
minder geschift, dat ook. Af en toe
verdwijnt er een achter de tralies. Niet
zozeer omdat hij, of zij, op het Plein
een pistool heeft leeggeschoten, maar
wegens een platendiefstal, of wegens
marihuana. Dat zyn nogal stomme
dingen voor overtuigde revolutionairen.
Maar niet altlid. want er is bijvoor
beeld een Spartakist die steelt uit prin
cipe, ..omdat volgens Marx al het be
staande gemeenschappelijk bezit is." Je
moet natuurlijk van normale zaken
geen dogma's maken, want je kunt toch
ook wel gewoon een tientje lenen en
nooit teruggeven, zoals de praktijk
is bj) de meeste andere revolutionairen
van het Leidseplein.
Ja, een jaar of vijf geleden is Fons
hoogbejaard gestorven. Hij was een
zadelmaker uit de Wagenstraat, een
man met een decimeter ontwikkeling,
maar met een kilometer visie. Zijn
dochter was getrouwd met Schmink.
En diezelfde Schmink was evangeli-
sator van zijn vak. Met zijn vrouw,
en een viool en een orgeltje, en on
getwijfeld ook met een hond, al her
innert niemand zich dat meer, ging
hij de boer op om te preken. Van
wege zijn schoonzoon kwam Fons in
dat zeepkisten-werk. Hem vond je
meestal in de. Dapperstraat dat is
nu al_ weer zo'n jaar of 45 geleden.
In een zaaltje hield hy inleidingen
met discussies. Altijd en eeuwig liep
dat uit op bekvechten met socialisten
en anarchisten. Christenen waren er
ook wel by, maar ondanks of dank
zij dat werden vaak de meest bizarre
extremiteiten uitgekraamd. Dat kon
Fons niks schelen. Hij zei altijd:
,.Uit de uitersten komt de waarheid
te voorschijn. Alles hoort erbij."
Matschudding, zoals een intens door
leefde Mokumse knokpartij toen
heette, matschudding was een obli
gate finale van de zo mooi begonnen
avondjes van Fons. Na elke behoor
lijke heibel moest Fons weer naar
een ander zaaltje omzien, zodat hij
de hele stad is doorgeweest met zyn
Comité tot Verdieping van het
Volksbewustzijn."
De erfenis van Fons (niemand
weet zijn voornaam) is terecht
gekomen in de Raamstraat, net
achter het Leidseplein. Daar re
geert nu Haentjes Dekker in een kerk-
achtig, oud gymnastieklokaaltje, onder
de spreuk „Wie zaait zal oogsten". De
edele nham van vroeger is veranderd
in „Sociaal-religieuze discussiegroep
Amsterdam". Een stuk schisma huist
nog aan het Rembrandtplein onder de
vlag „Centrum voor gedachtenwisse-
Ung".
Haentjes Dekker is een houvast, al
vele jaren elke vrijdagavond achter de
groene schutting van Raamstraat 16A.
In het kaleidoscopische gezelschap van
de Amsterdamse revolutionairen is
houvast schaars. Dat is bijvoorbeeld
de zwakte van de Spartakisten, die
geen leider hebben en alleen als collec
tiviteit optreden. Ze vergaderen door
gaans in Oud-West, nog altijd bij het
onbenevelde schijnsel van Marx, Hegel
en Rosa Luxemburg. Elke wilde sta
king steunen zij, met hun pamfletten
en met het inzamelen van geld. Ze
zeggen met een man of twintig te zijn,
en in ieder geval komen er regelmatig
een aantal bij Haentjes Dekker infil
treren om de debatten naar hun hand
te zetten.
Het zyn geoefende lieden, want ter
wijl andpre sprekers als by en zoemen
om onuitputtelijkheden als bijvoorbeeld
primitivisme en evolutie, komen zij
met de mokerslagen. „De militairen
zyn de nakomelingen van de koppen
snellers. Zoals de koppensneller trots
rondloopt met zijn veroverde scalpen,
zo marcheert de generaal met zijn me-
daljes en lintjes."
Er vallen rondom wat atonale woor
den als animalisme, totemisme, anthro-
pomorfischEn dan komt de ge
trainde sprekert met: „De mens denkt
aan alles eigenschappen toe. De kraan
loopt zegt de mens. Dat is animalis-
me."
Stem uit de zaal: „Zo is het." Grote
kans dat het Albers is, de volle en ook
als zodanig herkenbare neef van de
Duitse filmacteur Hans Albers. En Dirk
van Hatiem, die op latere leeftijd Sin
terklaasrijmen is gaan schrijven, komt
er loodzwaar overheen met: „Hou toch
op met die poespas. Wij moeten naar
het gewone leven terug." Met z'n ene
overgebleven oog knipoogt hy contra-
puntig.
De getrainde sprekert wil dan lang
zamerhand in de hogere versnellin
gen en zegt wetenschappelijk: „Het
christendom is voorbij. Wij komen
nu toe aan hetgeen de grote denkers
Kant, Hegel en Spinoza hebben ge
schreven."
Voor een van de onvermijdelijk aan-
wezige christenen wordt het nu tijd
om op de bi"es te springen. „Jij zei
straks geeveedee. En als je dat zegt,
geloof je toch op jouw manier in
God."
Repliek: ,,Man_ begrijp
me toch,
Dat zeg ik bij wyze van spreken. Ik
zeg ook wel eens: gooi het over een
andere boeg, maar dat betekent nog
niet dat ik zeeman ben. Onmiddel
lijk aangeslagen trekt de christen zijn
jas aan. „Ik doe al zestig jaar mee
aan de revolutie, uifar c r„ is nog
niks van gekomen, (legen zijn buur
man:) Kom mee Joop, gaan we een
partijtje biljarten."
Haentjes Dekker *orrnldffals
doelstelling van de £roeP- Het
met elkaar oneens zyn- Nu ko
men er in de Raamstraat behal
ve anarchisten, atheïsten en theosofen
soms ook zulke exotische gelovigen als
Soefi's, Bahaïs, Mazdaznan-aanhangers,
leden van de alles samenvattende Broe
derschapsfederatie (ook wel 1t .hpieuze
overbrugging genoemd), Zen-Boeddhs-
ten en Rozekruizers, zodat de onen g-
lieid gemakkelijk gehandhaafd kan blij
ven. Bovendien is het moei'yk te zeg
gen wat de ongeschikt verklaarde on
derwijzer De Vries met zyn piepende
stem predikt. Het klinkt soms gemaal.
De havenarbeider die probeert schrij
ver te worden om zich „te ontrukken
aan de klauwen van het kapitalisme
kan met zijn mening ook vele kanten
op. En vlak Haentjes Dekker m
het bezit van één grijs en een bruin
oog ook niet uit. HU betitelt zich als
„Zen-christelijk anarchist. Indertyd
heeft hij de ideeën van Lou verkondigd,
maar dat is voorbij. Hij_ heeft intussen
de Derde Kennis van Spinoza verwe
zenlijkt, zegt hij. Op reis m Frankrijk
heeft hij het overrompelende woord
„dat bergen verzet" gehoord. Maar hy
kan het niet spreken. Enkele jaren te
rug is hii met walmende flambouwen
naar de Nieuwe Kerk opgetrokken om
te protesteren tegen het kerkelyk pro
testantisme.
Zolang dit alles in de sfeer van Hyde
Park blijft, maakt niemand zich er erg
druk om. En dat is met de jongere
revolutionairen van het Leidseplein an
ders. Met hun lawaai, hun sex, hun
warhoofdige publiciteit en hun mari
huana zijn deze „hippers" kennelijk
veel moeilijker te aanvaarden. an huis
weggelopen jongens en meisjes, losge-
slagen jeugd, niksend aanhangsel van
het artiestendom, dat wordt ze aange
wreven, maar revolte wordt hun met
gegund. Met de oudere revolutionairen
hebben ze de onvrede gemee
draagzaamheid en het fanatieke
naar „het?". Ze zwermen in ee
kring buiten de gepatenteerde -
van onze maatschappij.
Ze zijn voor zichzelf op de vlucht,
zegt iemand. Ze vluchten naaiEa
hom-optochten, magische krottempel
tjes, naar klodderige exposities, jazz
and poetry-avondjes en buitenissige of
demonstratieve debatten. Hun lot, nun
onrust heeft hen tot een groep ge
maakt waar de vriendschap sterk leeft.
Een groot aantal van hen vormde een
paar jaar geleden nog de horde van
Plein-nozems, maar de overlevenden
beginnen nu vreemde tekenen van vol
wassenheid te tonen, overigens zonder
verlies van meer puberige exaltaties.
In die groep kun je niet gauw voor
geschift, misdadig óf a-sociaal versle
ten worden, ook al maak je de indruk.
Good old Nicolaas Kroese bijvoorbeeld,
die met zijn krankzinnige getallenleer
uit het atoomtijdperk, de schijn geeft
als apostel een ingewikkeld oplichter-
tje te zijn, wordt ernstig aangehoord.
„Kroese is niet gek," legt de pientere
Ingrid Valerius tegenwoordig hard
werkend balletsterretje bij Albert Mol
uit. „HU heeft achter in zyn tuin
een mimosa laten groeien; onder een
stukje plastic, maar verder toch open
en bloot tegen weer en wind. Iemand,
die zo goed met de natuur kan om
gaan, is niet gek." Toch durft nie
mand te beweren dat hij iets begrijpt
van Kroese's schrifturen. Er zijn ook
andere getallenleren, o.a. een van
„Johnny de Zelf-kicker". Maar óók de
ze Johnny, die zichzelf zonder a
„kick" van alcohol of iets
een roes van profetieën kan <i is
wordt niet voor idioot versleten.
immers gewoon zich op f?e?®"5pntuAn
zo ongewoon mogelijk te,,Se ®prjaien
zich op een „happening (te vwtawn
als „lekenspel van beatnik-achtigen
tot in het absurde uit te leven.
no kick van gewone dingen goed
doen die hebben ze niet glimlacht
Tanla van der Geest goedig „Ze zyn
zó ontzettend met zichzelf bezig. Ze
zijn allemaal goden, enorme goden.
En ze hebben het zo slecht getroffen.
Ruzie met vader en moeder, of ge
scheiden ouders, schilderijen die niet
verkocht worden, gedichten die nie
mand uitgeeft, geen rust en een ont
zettend verlangen om uit de rotzooi
van deze wereld te komen."
Tan ja van der Geest is vaak „de
moeder van^ het Leidseplein" ge
noemd. Temidden van al die zwer
vende groepjes, die altijd bewe
gende groep is ook zij zo'n Houvast.
Bij haar aan de Leidsekade is meestal
wat te eten en te drinken. En als ie
geen dak hebt, kun je er slapen ook.
Daar wordt getekend en geschilderd,
gedanst gefilmd en muziek gemaakt.
Van alles ontstaat er. Tanja vindt
iedereen een fijnerik, ook het van huis
weggelopen meisje en de jongen die
potten verf tegen de muur leeg kwakt.
En in de Lucky of in Amerika kan zij
een pilsje weggeven aan iemand zon
der centen. Omdat zij sinds enige tijd
invalide is, verplaatst .zij zich niet zo
erg veel meer, hetgeen betekent dat
men haar gewoonlijk thuis kan vinden.
Bij Tanja, die katholiek is, kwam
eens een kapelaan over de vloer, toen
er ook een heel stel jongelui zaten.
Een van hen, een miskende, maar
sympathieke schilder, zei toen: „Wij
zien hier op het Plein van de Kerk
nooit iets anders dan de Strijdkreet
van het Leger des Heils. Waarom komt
er nooit iemand bij ons?" En die ka
pelaan, die zich werkelijk geen artiest
voelde, die al vrij veel grijze haren
heeft, zoals zoveel kapelaans, deze ka
pelaan peinsde ook: Waarom komt de
Kerk niet op het Plein? Hij is daarna
vele raaien teruggekeerd, struikelend
over de onverkochte schilderijen en de
vrijende duo's. Om zijn Noordhollandse
oprechtheid was hij meteen „in". Hy
ging afwisselend „Willem" of „schat-
je" heten. Hij leerde er koffie zetten,
gek van niet-gek onderscheiden. Waar
schijnlijk is hij de enige Nederlandse
kapelaan die weet dat je marihuana
uit jam-potjes kunt roken, want in die
bezigheid liet men zich niet altijd sto
ren als hij er over de vloer was. Te
midden van zoveel kwellende onrust en
zoveel aanstellerij zat hij er met zijn
zwarte pak. En hij vertelde uit het
Evangelie voor wie het wilde horen.
Hij ondervond een aandachtiger en hef
tiger meeleven dan ooit op de preek
stoel.
Want op het Plein is Christus „ge
weldig in". Men kan horen beweren
dat Christus altijd „in" is geweest,
maar de laatste tijd begint het zelfs
op te vallen. Men vindt vele revolu
tionairen met een Nieuw Testament op
zak.
Enkele jaren terug heeft ook het
Boeddhisme via snobs en onstuitbare
waarheidzoekers zyn intrede in het mi
lieu gedaan. Nu kruidt hij ook de ern
stigste en deskundigste gesprekken:
„Boeddha zegtDe cultiverende
praktijken van Yoga Nanda worden
soms bij wijze van modieuze gril, soms
vol belangstelling beoefend. En in vele
handen kan men het oude Chinese
Orakelboek I Tsing (uit Confucius' tijd)
vinden. Er wordt over gemediteerd.
Met poker-achtig gegoochel van d"£pn
twijgjes laat men zich de hoofdstuK _e
wijzen waarin het orakel v°len
geheimzinnigheid zijn raadgeving
voorspellingen geeft. -evangelie met
Orakeltaal, magie tat
zyn wonderen en zyn Hog yer_
is dat nou wat de jacht naar
dragen diezie losbandigheid en
de afkerigheid van al het maatschap-
uelifke? Wordt er misschien nog een
rangorde onderkend m de ongeloof-
aan nnhUe't Üa scéances van de (ook
het verslaafde R. J. G. en
het mediteren bij Boeddha?
lanja van der Geest Is ook niet goed
'n staat om daar iets van uit te leggen.
onge mensen doen de dingen bijna
altijd in omgekeerde volgorde en dan
overdrijven ze ook nog graag omdat
Ze met zichzelf omhoog zitten. Toch is
het de kunst om gewoon te doen. Doe
gewoon, dan gaat het vanzelf swingen."
Maar waarom doen ze op het Plein
bij voorkeur zo uniform excentriek?
Waarom is iedereen angstig voor zich
zelf op de vlucht?
Een meisje gaat daar bloedserieus
op in. „Straks zitten wij in een be
tonnen wereld," zegt zij. „Alles wijst
erop. Maar waarom gaat iedereen
door alsof er niets aan de hand is?
Wij voelen niets voor die betonnen
wereld. Daarom doen wij niet mee."
De revolutie der jongeren is een
soort sit-down-revolutie. Men mediteert
of men zet zich onder die stolp der
afzondering van de marihuana. „Het
doel heilig; de verdovende middelen,"
heeft Vaandrager uitgekreten. En daar
om wordt Malle Gerrit met zijn ether
geduld, ofschoon hij gauw onverdraag
lijk wordt. Zo probeert men de rotzooi
van de betonnen wereld tegen te hou
den. Of niet.