Treurige woontoestanden in
walmend ROERGEBIED
Clandestien
gebouwde
krotten
tussen het
puin, maar
toch auto
en televisie
Herrezen Griffioen werkt
aan „missie-publiciteit"
Tegen het
fatalisme
en de
apathie
Oetwlkkeü^is^
werk in Palma
di Montechiaro
tf-SHrr;™ar - 'Sgg.
Reizende kapper
voor Engelse
zakenlieden
SLT.Ï dïïS
Droom van idealistisch
gelukkig artiestenpaar
Solidair
ZATERDAG 14 MAART 1964
PAGINA w
Het grote hart van Duitsland
klopt gestadig door, dag en
nacht. Continu draaien de
banden der fabrieken en continu
breken de afbouwhamers het diep
onder de grondliggende zwarte
goud los. Rook en vuur spuwend
werkt het „Wirtschaftswunder".
In een machtige stroom rijen de
fabrieken en mijnen zich tussen
de steden van het Roergebied aan
elkaar. Het Roergebied, dat de
mens heeft gemaakt om aan een
miljoenenproduktie ta kunnen vol
doen. Het industriële machtsge
bied van West-Duitsland, dat met
achttien miljoen ton ruwijzer di
rect achter de V.S. en de Sovjet
unie de derde plaats in de wereld-
produktie inneemt en met dertien
duizend inwoners per vierkante
kilometer bijna éénderde van de
totale bevolking van West-Duits
land herbergt.
Waarschuwende borden
Krotten en een hobbelig pad
De hemel is nooit helder
Geen lege handen
Cees Griffioen en zijn vrouw
Rien Nout.
P'
(Van een verslaggever).
Ten opzichte van de rest van West-
Duitsland is het Roergebied betrekke
lijk klein, het is echter een aaneen
schakeling van grote en kleine steden.
Men kan er geen kilometer rijden zon
der een huis tegen te komen en geen
10 kilometer zonder een fabriek, een
mijn of een hoogoven. Nooit is de he
mel er volkomen helder. De ontzag
lijke hoeveelheden rook, stoom en ande
re gasvormige afvalproducten bedekken
Een reizende kapper-barbier voor
drukbezette zakenlieden is het
nieuwste modeverschijnsel in En
geland. Eén telefoontje voor een
te maken afspraak en men is verzekerd
van een snelle, correcte bediening aan
huis. Kapper Montague Clifford uit
Londen behoort tot één van de eersten
die dit nieuwe experiment in praktijk
brengt.
Als een klant in de buurt hem op
belt staat hij zonodig na 5 minuten al
voor zijn deur, gewapend met kammen,
borstels, schaar, scheermesjes en hand
doek. De zakenman kan gewoon achter
zijn bureau blijven zitten. Om zijn
stoel worden op de grond enkele kran
ten uitgespreid om het overtollige haar
op te vangen. Wanneer de telefoon
rinkelt kan de klant rustig de hoorn
van de haak nemen en een gesprek
voeren. Ondertussen doet de kapper
onverstoorbaar zijn plicht. Ook de se
cretaresse hoeft geen vrij-af te hebben.
Haar baas kan haar eventuele brieven
of ander werk gewoon blijven opgeven.
Binnen het halfuur is de zakenman van
een goed verzorgde en gemillimeterde
coiffure verzekerd zonder ook maar iets
van zijn kostbare tijd te hebben moe
ten verliezen. Vervolgens worden de
afgeknipte haarlokken keurig bijeen ge
veegd en in de prullenmand gedepo
neerd.
Het spreekt vanzelf dat deze vér
gaande service de rekening wel iets
meer doet oplopen. Voor het bedrag
van 5,50 kan men dit gemak de mens
laten dienen. Voor druk bezette lieden
een uitkomst, maar degenen die de on
definieerbare sfeer die er van een kap
perswinkel uitgaat met flesjes en pot
jes vol gekleurde vloeistoffen, het ge
zellige praatje en reklameplaten aan
de wand, niet willen missen, geen uit
vinding om gebruik van te maken.
de horizon met een lichtgrijs waas, en
filteren het zonlicht.
Tonnen geallieerde bommen hebben
grote gedeeltes van het Roergebied
platgelegd. Na de oorlog werd het her
bouwd, maar vaak is nieuw en oud al
bijna niet meer van elkaar te onder
scheiden. De industrie heeft overal haar
grauwe, stempel op gedrukt. Bulten de
moderne stadscentra rijen de smoeze
lige en gore woonkazernes zich langs
slechte en smerige straten aaneen, op
enkele plaatsen onderbroken door de
nog steeds aanwezige oorlogsruïnes,
gapende wonden in een ziek lichaam.
De huizen zijn hier en daar verzakt en
vol met scheuren omdat diep onder hen
de grond dooraderd is met mijngangen.
Een frisse schilderbeurt haalt hier
niets uit. De huizen worden aange-
smeerd met wit-grijze specie, dat echter
O 1 CTJ H a Irl Ö.11 T-.i r ti
s.ytc ua.t el
al snel de kleur van het stoffige, uit
aarde en sintels gestampte, f iets-en
wandelpaden aanneemt. Zelfs de was
is niet veilig voor deze toenemende
luchtverontreiniging. Op sommige
plaatsen is de vervuiling door de in
dustrieconcentratie zo sterk dat het
wegdek door de neerslag van roet en
vuil slipgevaar oplevert. „Versohmut-
zung", zoals de verkeersborden aange
ven.
En in deze omgeving wonen bijna vijf
tien miljoen mensen, terwijl de bevol
king bovendien schrikbarend toeneemt.
Vijftien miljoen mensen voor wie nau
welijks plaats is. De woningnood is er
schrikbarend en minstens zo groot, zo
niet nog nijpender, dan in Nederland,
vergroot bovendien door de stroom
van miljoenen vluchtelingen, die in
West-Duitsland een goed heenkomen ge
zocht hebben en vaak vanwege de gro
te werkgelegenheid in het Roergebied
terecht gekomen zijn. De woningbouw
vordert slechts langzaam. De bouwvak
ker verdient hoge lonen, doch de in
dustrie biedt tegen de aannemer op. Er
zijn er veel te weinig. Aan vernieuwen
of opknappen van bestaande huizen kan
nauwelijks gedacht worden. De
nieuwbouw moet doorgaan, zolang nog
zovelen onder de meest afschrikwek
kende toestanden wonen.
We vonden zulke toestanden bijvoor
beeld in Bottrop. Op een stuk land, ge
klemd tussen een groot spoorweg
emplacement en een mijn, hangen hon
derden krotten kris kras door en tegen
elkaar aan. Krotten, die zelfs als kip
penhokken nauwelijks zouden vol
doen. Wegen erheen zijn er niet, men
moet langs een hobbelige pad, dat hier
en daar opgevuld is met wat puin. Vele
van deze hokken zijn clandestien neer
gezet, men moet tenslotte toch een dak
boven het hoofd hebben. Eén ervan is
een oude garage in twee kamers ver
deeld waar (schrik niet) vader, moeder
en acht kinderen moeten eten en sla
pen. Als deze familie een huis zou krij
gen, staat direct een nieuw gezin klaar
om er op zijn beurt in te trekken. Ge
zinnen die het niet zo nauw kunnen ne
men nu er toch geen huizen te krijgen
zijn. Arm zijn ze meestal niet. Vaak
hebben ze televisie en een auto. Gas
is er vrijwel nooit en de stroom komt
soms van accu's, soms van de gemeen
te. Van straatverlichting is geen spra
ke.
De krotten verraden in de nacht hun
aanwezigheid slechts door het geblaf
van een hond, van een door kier of
raam naar buitenvallend lichtstraaltje
en door hun zwarte, schots en scheef
tegen de horizon afstekende silhouetten,
die af en toe licht door de rossige gloed
van een hoogoven. Ze zijn voor de goe
de opmerker overal in het Roergebied
wel te vinden, verscholen tussen oude
bouwvallen en op kleine, ver van het
centrum gelegen stuk land tussen de
fabrieken, en hun afval, waar de nach
telijke stap van een voorbijganger de
ratten doet wegritselen in hün nesten
tussen het puin
Onder een streng regiem van be
zorgde artsen bereidt de 42-ja-
rige publicist Cees Griffioen
zijn grote slag voor. Hij zal zich
straks met alle tamtam van de mo
derne publiciteit richten op „de nood
in de wereld". Volmondig beaamt hij
dat al zoveel mensen met hetzelfde
bezig zijn en vaak stroef langs elkaar
heen werken. Zijn antwoord is dat hij
op het vlak van de publiciteit juist
tot een bundeling van krachten wil
komen. ,,Ik heb in de loop der jaren
een inzicht gekregen an hetgeen er
zou moeten gebeuren en hetgeen ge
daan kan worden."
nen voor een publicitair service-bu
reau voor missionaire, charitatieve
projecten en voor steun aan ontwik
kelingsgebieden. Meteen begon hij
met het polsen van vaklieden, die zich
met hem tot een groep van doorkne
de publiciteitsmensen wilden aaneen
sluiten. Als een man die o.a. Gods-
enningenacties en kapelwagen-acties
ad opgezet, die nauw betrokken was
geweest bij radio- en televisiereporta
ges en een uitgebreid informatiecen
trum had opgebouwd, zag hij honder
den mogelijkheden in het verschiet lig
gen. Hij voelde wel dat zijn plannen
raakvlakken hadden aan vele bestaan-
hp:
Hij mag dit van zichzelf zeggen. Hij
eeft een bewogen periode achter de
rug als perschef van Oostpriesterhulp.
In meer dan tien jaar is hij naar
schatting een kleine tweeduizend keer
voor vaak grote gezelschappen ver
schenen met hartstochtelijke voor
drachten over mensen in nood. (Voor
dat hij met Oostpriesterhulp in con
tact was gekomen, had hij veelal sa
men met zijn vrouw, Rien Nout, poë
zie voorgedragen)Bij de groot wor
dende Oostpriesterhulp vond hij met
zijn rusteloos bezige natuur een intri-
erende werkkring; altijd op pad door
innen- en buitenland, altijd organise
rend, schrijvend, sprekend, aan de
slag met bandrecorders en filmcame
ra's. Zijn schrijfwerk, tot en met zijn
luisterspelen en zijn novellen, lag he
lemaal in de sfeer van het grote
vluchtelinigendrama en het leed van de
vervolgde christenen. Als, wat men zou
kunnen noemen, „ghostwriter" van
pater Werenfried van Straaten en als
samensteller van de zowel bewonder
de als verguisde Memento- en Misere-
or-kranten, was hij een publicitaire
vakman tot in de toppen van zijn vin
gers. Hij was ook werkelijk bezield
van de noodzaak van het werk.
Oostpriesterhulp gaf hij in het land
een enorme goodwill, goodwill die
jaarlijks meer dan een miljoen waard
was. Altijd nauw betrokken met de ka
tholieke journalistiek en het vereni
gingsleven had Cees Griffioen steeds
veel meer betekend dan men gewoon
lijk van perschefs kan verwachten.
Hij gaf zijn voorlichtende en organi
serende werk een dimensie van ruim
te; hij appelleerde zowel aan het reli
gieuze als het intellectuele bewustzijn
van iedere christen. Geleidelijk waren
zijn ideeën steeds meer gaan afwijken
van die van pater Werenfried van
Straaten en na diep beraad besloot
Cees Griffioen ontslag te nemen.
Geen moment heeft hij wezenloos
naar zijn plotseling lege handen hoe
ven kijken. Hij had verstrekkende plan-
de Instellingen en organisaties. Hij
wilde dan ook streven naar coördina
tie van alle krachten en een toege
spitste publiciteit.
Maar ongelukkigerwijze kreeg hij
eerst een nare erfenis af te hande
len. Van zijn jarenlang weggedrongen
vermoeidheid kreeg deze onstuitbare
werker de zware klap terug. Hij
moest met een longziekte naar het zie
kenhuis en kon zijn ambitieuze plan
nen in de ijskast zetten. Juist had hij
door heel het land de brochure van
zijn nieuwe lezing „Op weg naar 2000"
verstuurd, nlaar de binnenkomende
uitnodigingen moesten worden afge
zegd.
Het ergste heeft Cees Griffioen nu
na driekwart jaar uitgeziekt. Hij mag
al weer een heel klein beetje doen.
Gretig stort hij zich in de hem schaars
toegemeten daguren op het maken
van reportages. En hij komt weer on
der de mensen, terwijl zijn vrouw en
hij hun Utrechtse flat weer tot een
„zoete inval" voor de ontelbare vrien
den en bekenden hebben verheven. Zijn
vrouw Rien, als de waarschijnlijk eeu
wig jonge moeder van zes kinderen, ziet
weer kans aan haar artistieke roepin
gen gevolg te geven. Men kan haar
tenminste af en toe op een avond tref
fen, als Indische prinses voordragend
uit Tagore. Zij schrijft weer, nu met
alleen meer kinderhoorspelen voor de
KRO, maar ook een televisiespel
voor volwassenen. Het lijkt wel dat
ineens de kunstzinnige droom uit hun
jonge jaren weer tot leven komt, de
droom van het idealistische gelukkige
(vroeger vaak ook arme) artiesten
aar, dat de geboorte van hun eerste
:inderen met nieuwe verzen begeleid
de.
ki
Gespannen wachten zij op de on-
derzoeksuitslagen van de genezende
patiënt. Wanneer mag Cees Griffioen
op volle kracht „de nood in de we
reld" gaan bestrijden? Het is een nog
al exclusief vak dat hij beoefent; het
verzamelen van tonnen tegen de kost
prijs van enkele duizenden. Maar
hoewel vurig voorstander van vol
strekte financiële openheid in de cha-
rifas hij is niet de man die vrede
zou hebben met wonderbaarlijke „geld-
vermenigvuldigingen". Het is heus no
dig om de mensen t- vertellen waar
om zij zichzelf solidair moeten verkla
ren met de noodlijdenden, vindt hij.
„Liever dan tot iemands portemon-
naie, praat ik rechtstreeks tot zijn
hart."
PATER S.
DUYNSTEE
BESTRIJDT ARMOEDE
OP SICILIË
(Van onze Romeinse correspondent)
Palma di Montechiaro geldt als het meest achtergeble
ven stadje van Sicilië. Het is waarschijnlijk ook de
meest misdeelde gemeente van heel Europa. In 1959/
'60 hebben prof. Silvio Pampiglione en zijn mede
werkers, allen van de universiteit van Palermo, een onder
zoek in Palma gehouden. De resultaten waren verbijste
rend. Nagenoeg de gehele bevolking leefde van de land
bouw, maar het land rond Palma is in het langdurige
droge seizoen nauwelijks te bewerken door gebrek aan
water en als dat in korte tropische slagregens naar bene
den komt, stroomt het in bandjirs nutteloos naar zee, de
beste grond meevoerend. De gemeente is 7652 ha groot.
Het bouwland is versnipperd in 7155 jpercelen en 60 pet.
der boerenbedrijven zijn niet groter dan een halve ha.
Daarenboven is het landbezit tot in het onmogelijke ge
splitst: afzonderlijke veldjes, die van één bezitter zijn, lig
gen vaak kilometers van elkaar. Zo komt het dat de boe
ren om hun economisch vrijwel nutteloze arbeid te gaan
verrichten dagelijks tot wel vier uur heen en vier uur
terug moeten afleggen tussen huis en werk. Wat er aan
olijf- en amandelbomen staat, was zo zwaar gehypothe
keerd, dat meestal de hele opbrengst naar de hypotheek
houder en de fiscus ging. Palma telt 21.000 inwoners, de
beroepsbevolking onder hen is 7500 zielen groot. Tweederde
daarvan stond blijvend op de lijsten der armen en werk
lozen. Het gemiddelde gezinsinkomen bedroeg in 1960 ge
middeld 1000,- per jaar, maar een goed deel haalde de
5O0,- niet. De landarbeider bv. had 100 dagen per jaar
werk tegen een beloning van 8000 tot 10.000 lire per
maand (50 k 60 gulden). De lokale Mafia besliste dan wie
mocht gaan werken. Behalve de distributie der plaatse
lijke arbeidskrachten controleert zij de wateraanvoer en
eist van de boeren een tribuut „ter bescherming van hun
bedrijf".
Palma is zoals er het voormalige hertogelijk huis van de
prinsen van Lampedusa. Er ligt een soort onbepaalde
humus in de gangen en portalen en uitwerpselen van gei
ten op de statietrappen. De deurgaten zijn gedeeltelijk
dichtgetimmerd met oud, verveloos hout; ieder ogenblik
kunnen stenen loslaten uit de plafonds en gewelven. Alleen
de lijnen der vervallen fagade spreken van vroegere statie.
Zo is het ook in het eigenlijke stadscentrum, diep verval.
Daarbuiten is er geen verval meer, het is alleen nog maar
absoluut-onmenselijk. Bij het onderzoek van 1959/'60 bleek
DkkJ6 geïnspecteerde woningen 90 procent geen water te
nebben, 85 pet. geen gas en 87 pet. zelfs niet de primitief
denkbaarste WC. In heel het stadje was één toilet met
waterspoeling in een afgesloten ruimte, de andere (de 13
a percenten) bestonden uit een gat in de grond van
de woonkamer. 31 pet. der vertrekken had geen raam. Er
huisden 5 personen per kamer; gemiddeld beschikte een
?eZ1,? °v-er„1,7 „ruimte". Maar in 35 pet. van deze „ruim
ten huisden tevens trekdieren, woonvertrekdieren, zei een
cynicus, in 72 pet. pluimvee. Ratten en muizen werden in
ieder huis aangetroffen. Men onderzocht 10 bakkerijen,
vfijf ervan hadden geen wateraansluiting, zes geen enkel
raam en zes geen wc. Gezamenlijk vonden in deze bakke
rijen 118 dieren een vaste stal en 's nachts sliepen er ook
37 personen, van wie er 29 een acute ziekte hadden, met
vier tyfusgevallen eronder. Palma bezit twee geplaveide
straten, de rest is zoals de seizoenen het willen: stof vas -
geklonterd door mest öf vieze modder. Er is een st j
waterleiding, dat van defecten aan elkaar hangt, s
mers staat die trouwens steeds droog. Een rioie r_
staat op papier, wat er in werkelijkheid is, is on
Het is slechts een gre-ep uit AtAne^recfudhw^ten.
sterfte in Palma bere kt Europese een of
in- 40 PCA h ?5nVi'ii« bii de helft hadden een of
in 40 pet. de typhus, V) ^^cyyiokte)wormen en
meer f1 u/?f Twamei? bJiTedereen voor. Men meende trou
we™ da? wormen noodzakelijk zijn: „De wormen verteren
het voedsel voor ons. Wie geen wormen heef kan zjjn
voedsel niet verwerken en gaat dood. Zo heeft de Heer
hDa1tn1srdehene zijde van de medaille: armoede, werkloos-
h -H vervuiling en verkommering. Maar de andere, dé
geestelijke hulpeloosheid is de ergste. Uitzichtloze armoe
de en eeuwen van overheersing leidden tot een oosters
fatalisme, een algehele apathie. Het zal allemaal wel zo
moeten zijn, wij kuMen er in elk geval mets aan doen.
En daarom jagen ze zich de Y^gen niet meer van hun
gezicht, ze komen ^^terag. Waarom zouden ze de kin
deren naar school sturenZestig percent der volwasse
nen was in I960 analfabeet, 55 pet. der kinderen ging niet
naar school. In Palma lopen overigens 100 werkloze onder
wijzers en onderwijzeressen rond. Ook voor hen geldt het
zelfde: iets pndern?meA:„?et hejpt toch niet. Verregaande
onwetendheid en de strijd op de rand van het bestaan
hebben tot een samenleving gevoerd, waarin elke ge
meenschapszin ontbreekt, waar de grondwet heerst van de
vrees: de vrees voor God, voor de kwade geesten, het boze
oog, de triAcht van de tovenaar, vrees voor de andere
mensen. AUf0" var'nature en uit lijfsbehoud blijven het
gezin b!Jeen' Daarin heersen strenge wet
ten en d:ru side^gewoonten, de bloedwraak bij voorbeeld.
hTi?i ifiS ®ven in e®n toestand van volkomen
onderworpenheid. Nog in I960 mochten de vrouwen in Pal-
Ta TAATA Jan minuten van huis. Huwelijken wer-
■en niS!? JP°r, ®uders bedisseld en zeker niet op ba
sis van liefde. Zo leidden armoede en verval tot traag
heid en apathie, deze houden alle verandering, verbete-
nnJ M v<x?ruitgang tegen.
,Pe'°2e, dat wat een ontwikkeling in goede banen
definitief in het slop brengt, is dat het asociaal zijn ieder
een gelijkelijk en zonder onderscheid heeft aangetast. On
der de kleine groep der ontwikkelden, der welgestelden,
der overheid bestaat geen andere mentaliteit: houden wat
r hebt, ieder vecht voor zich zelf, met de ander heb ik
in wezen niets te maken. Dit is de jungle, de atomische
naatschappij waarin het bindmiddel tot een pseudo-ge-
"neenschap het zakelijk verbond van de „gevestigde belangen"
is. In het achtergebleven deel van Sicilië, waar dit artikel
'met als voorbeeld Palma di Montechiaro) over gaat, is
dat de grondslag der typisch inheemse Mafiahouding.
Daarom moet voor het doorbreken van de vicieuze cirkel
hulp van buiten komen, „van de buitenstaander of do°'
geboorte of, als Siciliaan, door onafhankelijkheid vS"
geest" zegt de prins van Salina in „De Tijgerkat".
hij voegt eraan toe: „De Sicilianen zullen degene, die I*e
wil wekken, haten."
en ernstige vergissing, die ook bepaalde kerkelijk'
instanties in Sicilië maken, is om uit angst vo01
reële gevaren aan de sociale ontwikkeling verbot*'
den, de positieve mogelijkheden en de noodzaak
een vernieuwing der maatschappelijke structuur niet -
willen zien. Hoogst onkritisch traditionalisme legt dan p!
extra gewicht in de schaal. Maar de verandering is all^g
aan de gang. Zelfs in Palma drong de radio door,
bioscoop, .de televisie, geregelde busdiensten met ancle1?
plaatsen, vijftig, km verderop ontwikkelt O „la zich faf
oliecentrum. Na I960 is de emigratie in Palma losgeko
men, op het ogenblik werkt 65 (vijfenzestig!) pet. van d*
beroepsbevolking als pendelend emigrant in het buiten
land. Heel wat mannen weten 300 tot 500 gulden P®:
maand naar huis over te maken. Zo zet een blinde mptot
mensen en dingen in beweging, of men het wil of ni®
Zaak is die blinde beweging op te vangen en te leiden. 0
huidige stand der sociale wetenschappen maakt dit ffl»
Hjk.
Danilo Dolci uit Triest kwam in het begin van de jsLji
vijftig naar Sicilië en begon met wat uitgegroeid is tot *jj9
„centra voor volledige werkgelegenheid". Hij was het^t
Palma „ontdekte" en de universiteit van Palermo op.f\i-
spoor zette om er een onderzoek te doen. In 1960 nf&tett
seerde hjj in Palma zelf een congres om de resU*,aI1g-
van dit onderzoek te bespreken. Deze keer was er „rjS9
stelling van de kant der autoriteiten en ook buitehla _rg|
vaklieden waren aanwezig. Aar, het einde van het c(Jjjutof
drongen vele personen, onder wie de bisschop-<**ja(; n»
van Agrigento, mgr. Francesco Fasola erop a®"'
handen tót ie mouw stak, kortom de atomische saMeen
vivg fnMhan D? Wcc kgeVetl.om u't te groeien tot «f,8
van" zijn Siciiiaanse broeders In het 'waarde v.an{
polci's werk besefte w.st Ak on hoeTeel tegSSw*
in Palma zou gaan stuiten. Hij suggereerde na enkele
bütoJKseTvT rSaLVinus Astff ÓFM die als een dg
Duiremanase experts het cone-res meemaaktp te vragen
steun aan dft bben toen hun morele en ge' rSt«
geestdrift nJ SP.bouworgaan toegezegd, in Palrnamaar d*
kpnnarc ,T0gerkat was nog niet geschreven, ma
van I ivan Slcilië in Ital*ë en elders twijfelden of er
de plannen zou terecht komen.
Duynstee's centrum in Palma di Montechiaro
thans vier jaar. Hij heeft een nieuw hoofdjesjjj
in Caltagirone geopend, hij breidde arbe Lpden,
en werk uit naar nog twee (tentatief drie) 8e°rUCfit
waar alhoewel niet zo moeilijk als in Palma, rneL„r,sCsi(>'
gestart kon worden met het werk voor gemeenschap
wikkeling (community development). eenad-
Alle tegenslag, die anderen vreesden, heeft hU e„anS«
De toegezegde financiële hulp bleef uit. Het lujek
parlement had het veel te druk met slimme dorP„».coad-
om zich van Palma wat aan te trekken: de bisscoop-
jutor werd spoedig verplaatst; de tachtigjarige a 'hjeid
van Agrigento begreep niets van de nieuwlichterij er
het ervoor dat „comunitè" naar woord en denkbeeia n
verwant was aan communisme. De provincie haa vf,n
geld, de gemeente alleen maar schulden. De bovenla ®ded'
Palma toonde niet de minste belangstelling, moest
en het volk keek wantrouwend. Daar in Zuid-Siciiie
alles van de grond af aan opgebouwd worden, me let)en,
van benadering, manier van werk, vorming van st gjcj.
die Duynstee van meet af zoveel mogelijk once weT)(
lianen zocht. De goede academie van maatschappen) aarbU
in Catania is voor hem daarbij een grote staun' gorden
moest dt helft, zo niet meer, van zijn tijd v?rvarl zÜn
aan het bijeenschrapen van geld en
drie-vierde v-^jd
nogal impetueuze energie aan het beoefenen „Rijkst0
en het incasseren van tegenwerking, die het P*) hern
ondervonden werd, als die kwam van die zijdeu rege-
het dierbaarst was, van de kerk. Bij de ftaliaaa'„sjngeP'
ring heeft Duynstee wél begrip gevonden en toa?ai'aien et
maar de molens van het ambtelijk apparaat m
zo tergend langzaam.
t endbou^*
e deskundigen van de Wereld Voedsel en L icai As*
organisatie, de voortrekkers van de „Tec"" pilo*
sistance" hechten grote waarde aan de ze- 'v0or-
Projects". afzonderlijke ondernemingen, die 1 rrnen
beeld strekken aan anderen en een zuigkracni ^0»
voor degenen uit de belendende gebieden, die de o»
king willen bevorderen. D*MI
In Sicilië zijn er op dit vlak drie pioniers, Don- RjeSi
stee en de Noorditaliaanse dominee Vinay, die oVer
werkt met een eigen staf. In het afsluitend ar"aan a»»
Sicilië op de wende van de tijd zij het ons toegesi
de hand van Duynstee's rapporten te vermelden, «n
met voor een deel Nederlandse steun wist op te
tot nu toe als een basis wist te bereiken.