Treurige woontoestanden in walmend ROERGEBIED Clandestien gebouwde krotten tussen het puin, maar toch auto en televisie Herrezen Griffioen werkt aan „missie-publiciteit" Tegen het fatalisme en de apathie Oetwlkkeü^is^ werk in Palma di Montechiaro tf-SHrr;™ar - 'Sgg. Reizende kapper voor Engelse zakenlieden SLT.Ï dïïS Droom van idealistisch gelukkig artiestenpaar Solidair ZATERDAG 14 MAART 1964 PAGINA w Het grote hart van Duitsland klopt gestadig door, dag en nacht. Continu draaien de banden der fabrieken en continu breken de afbouwhamers het diep onder de grondliggende zwarte goud los. Rook en vuur spuwend werkt het „Wirtschaftswunder". In een machtige stroom rijen de fabrieken en mijnen zich tussen de steden van het Roergebied aan elkaar. Het Roergebied, dat de mens heeft gemaakt om aan een miljoenenproduktie ta kunnen vol doen. Het industriële machtsge bied van West-Duitsland, dat met achttien miljoen ton ruwijzer di rect achter de V.S. en de Sovjet unie de derde plaats in de wereld- produktie inneemt en met dertien duizend inwoners per vierkante kilometer bijna éénderde van de totale bevolking van West-Duits land herbergt. Waarschuwende borden Krotten en een hobbelig pad De hemel is nooit helder Geen lege handen Cees Griffioen en zijn vrouw Rien Nout. P' (Van een verslaggever). Ten opzichte van de rest van West- Duitsland is het Roergebied betrekke lijk klein, het is echter een aaneen schakeling van grote en kleine steden. Men kan er geen kilometer rijden zon der een huis tegen te komen en geen 10 kilometer zonder een fabriek, een mijn of een hoogoven. Nooit is de he mel er volkomen helder. De ontzag lijke hoeveelheden rook, stoom en ande re gasvormige afvalproducten bedekken Een reizende kapper-barbier voor drukbezette zakenlieden is het nieuwste modeverschijnsel in En geland. Eén telefoontje voor een te maken afspraak en men is verzekerd van een snelle, correcte bediening aan huis. Kapper Montague Clifford uit Londen behoort tot één van de eersten die dit nieuwe experiment in praktijk brengt. Als een klant in de buurt hem op belt staat hij zonodig na 5 minuten al voor zijn deur, gewapend met kammen, borstels, schaar, scheermesjes en hand doek. De zakenman kan gewoon achter zijn bureau blijven zitten. Om zijn stoel worden op de grond enkele kran ten uitgespreid om het overtollige haar op te vangen. Wanneer de telefoon rinkelt kan de klant rustig de hoorn van de haak nemen en een gesprek voeren. Ondertussen doet de kapper onverstoorbaar zijn plicht. Ook de se cretaresse hoeft geen vrij-af te hebben. Haar baas kan haar eventuele brieven of ander werk gewoon blijven opgeven. Binnen het halfuur is de zakenman van een goed verzorgde en gemillimeterde coiffure verzekerd zonder ook maar iets van zijn kostbare tijd te hebben moe ten verliezen. Vervolgens worden de afgeknipte haarlokken keurig bijeen ge veegd en in de prullenmand gedepo neerd. Het spreekt vanzelf dat deze vér gaande service de rekening wel iets meer doet oplopen. Voor het bedrag van 5,50 kan men dit gemak de mens laten dienen. Voor druk bezette lieden een uitkomst, maar degenen die de on definieerbare sfeer die er van een kap perswinkel uitgaat met flesjes en pot jes vol gekleurde vloeistoffen, het ge zellige praatje en reklameplaten aan de wand, niet willen missen, geen uit vinding om gebruik van te maken. de horizon met een lichtgrijs waas, en filteren het zonlicht. Tonnen geallieerde bommen hebben grote gedeeltes van het Roergebied platgelegd. Na de oorlog werd het her bouwd, maar vaak is nieuw en oud al bijna niet meer van elkaar te onder scheiden. De industrie heeft overal haar grauwe, stempel op gedrukt. Bulten de moderne stadscentra rijen de smoeze lige en gore woonkazernes zich langs slechte en smerige straten aaneen, op enkele plaatsen onderbroken door de nog steeds aanwezige oorlogsruïnes, gapende wonden in een ziek lichaam. De huizen zijn hier en daar verzakt en vol met scheuren omdat diep onder hen de grond dooraderd is met mijngangen. Een frisse schilderbeurt haalt hier niets uit. De huizen worden aange- smeerd met wit-grijze specie, dat echter O 1 CTJ H a Irl Ö.11 T-.i r ti s.ytc ua.t el al snel de kleur van het stoffige, uit aarde en sintels gestampte, f iets-en wandelpaden aanneemt. Zelfs de was is niet veilig voor deze toenemende luchtverontreiniging. Op sommige plaatsen is de vervuiling door de in dustrieconcentratie zo sterk dat het wegdek door de neerslag van roet en vuil slipgevaar oplevert. „Versohmut- zung", zoals de verkeersborden aange ven. En in deze omgeving wonen bijna vijf tien miljoen mensen, terwijl de bevol king bovendien schrikbarend toeneemt. Vijftien miljoen mensen voor wie nau welijks plaats is. De woningnood is er schrikbarend en minstens zo groot, zo niet nog nijpender, dan in Nederland, vergroot bovendien door de stroom van miljoenen vluchtelingen, die in West-Duitsland een goed heenkomen ge zocht hebben en vaak vanwege de gro te werkgelegenheid in het Roergebied terecht gekomen zijn. De woningbouw vordert slechts langzaam. De bouwvak ker verdient hoge lonen, doch de in dustrie biedt tegen de aannemer op. Er zijn er veel te weinig. Aan vernieuwen of opknappen van bestaande huizen kan nauwelijks gedacht worden. De nieuwbouw moet doorgaan, zolang nog zovelen onder de meest afschrikwek kende toestanden wonen. We vonden zulke toestanden bijvoor beeld in Bottrop. Op een stuk land, ge klemd tussen een groot spoorweg emplacement en een mijn, hangen hon derden krotten kris kras door en tegen elkaar aan. Krotten, die zelfs als kip penhokken nauwelijks zouden vol doen. Wegen erheen zijn er niet, men moet langs een hobbelige pad, dat hier en daar opgevuld is met wat puin. Vele van deze hokken zijn clandestien neer gezet, men moet tenslotte toch een dak boven het hoofd hebben. Eén ervan is een oude garage in twee kamers ver deeld waar (schrik niet) vader, moeder en acht kinderen moeten eten en sla pen. Als deze familie een huis zou krij gen, staat direct een nieuw gezin klaar om er op zijn beurt in te trekken. Ge zinnen die het niet zo nauw kunnen ne men nu er toch geen huizen te krijgen zijn. Arm zijn ze meestal niet. Vaak hebben ze televisie en een auto. Gas is er vrijwel nooit en de stroom komt soms van accu's, soms van de gemeen te. Van straatverlichting is geen spra ke. De krotten verraden in de nacht hun aanwezigheid slechts door het geblaf van een hond, van een door kier of raam naar buitenvallend lichtstraaltje en door hun zwarte, schots en scheef tegen de horizon afstekende silhouetten, die af en toe licht door de rossige gloed van een hoogoven. Ze zijn voor de goe de opmerker overal in het Roergebied wel te vinden, verscholen tussen oude bouwvallen en op kleine, ver van het centrum gelegen stuk land tussen de fabrieken, en hun afval, waar de nach telijke stap van een voorbijganger de ratten doet wegritselen in hün nesten tussen het puin Onder een streng regiem van be zorgde artsen bereidt de 42-ja- rige publicist Cees Griffioen zijn grote slag voor. Hij zal zich straks met alle tamtam van de mo derne publiciteit richten op „de nood in de wereld". Volmondig beaamt hij dat al zoveel mensen met hetzelfde bezig zijn en vaak stroef langs elkaar heen werken. Zijn antwoord is dat hij op het vlak van de publiciteit juist tot een bundeling van krachten wil komen. ,,Ik heb in de loop der jaren een inzicht gekregen an hetgeen er zou moeten gebeuren en hetgeen ge daan kan worden." nen voor een publicitair service-bu reau voor missionaire, charitatieve projecten en voor steun aan ontwik kelingsgebieden. Meteen begon hij met het polsen van vaklieden, die zich met hem tot een groep van doorkne de publiciteitsmensen wilden aaneen sluiten. Als een man die o.a. Gods- enningenacties en kapelwagen-acties ad opgezet, die nauw betrokken was geweest bij radio- en televisiereporta ges en een uitgebreid informatiecen trum had opgebouwd, zag hij honder den mogelijkheden in het verschiet lig gen. Hij voelde wel dat zijn plannen raakvlakken hadden aan vele bestaan- hp: Hij mag dit van zichzelf zeggen. Hij eeft een bewogen periode achter de rug als perschef van Oostpriesterhulp. In meer dan tien jaar is hij naar schatting een kleine tweeduizend keer voor vaak grote gezelschappen ver schenen met hartstochtelijke voor drachten over mensen in nood. (Voor dat hij met Oostpriesterhulp in con tact was gekomen, had hij veelal sa men met zijn vrouw, Rien Nout, poë zie voorgedragen)Bij de groot wor dende Oostpriesterhulp vond hij met zijn rusteloos bezige natuur een intri- erende werkkring; altijd op pad door innen- en buitenland, altijd organise rend, schrijvend, sprekend, aan de slag met bandrecorders en filmcame ra's. Zijn schrijfwerk, tot en met zijn luisterspelen en zijn novellen, lag he lemaal in de sfeer van het grote vluchtelinigendrama en het leed van de vervolgde christenen. Als, wat men zou kunnen noemen, „ghostwriter" van pater Werenfried van Straaten en als samensteller van de zowel bewonder de als verguisde Memento- en Misere- or-kranten, was hij een publicitaire vakman tot in de toppen van zijn vin gers. Hij was ook werkelijk bezield van de noodzaak van het werk. Oostpriesterhulp gaf hij in het land een enorme goodwill, goodwill die jaarlijks meer dan een miljoen waard was. Altijd nauw betrokken met de ka tholieke journalistiek en het vereni gingsleven had Cees Griffioen steeds veel meer betekend dan men gewoon lijk van perschefs kan verwachten. Hij gaf zijn voorlichtende en organi serende werk een dimensie van ruim te; hij appelleerde zowel aan het reli gieuze als het intellectuele bewustzijn van iedere christen. Geleidelijk waren zijn ideeën steeds meer gaan afwijken van die van pater Werenfried van Straaten en na diep beraad besloot Cees Griffioen ontslag te nemen. Geen moment heeft hij wezenloos naar zijn plotseling lege handen hoe ven kijken. Hij had verstrekkende plan- de Instellingen en organisaties. Hij wilde dan ook streven naar coördina tie van alle krachten en een toege spitste publiciteit. Maar ongelukkigerwijze kreeg hij eerst een nare erfenis af te hande len. Van zijn jarenlang weggedrongen vermoeidheid kreeg deze onstuitbare werker de zware klap terug. Hij moest met een longziekte naar het zie kenhuis en kon zijn ambitieuze plan nen in de ijskast zetten. Juist had hij door heel het land de brochure van zijn nieuwe lezing „Op weg naar 2000" verstuurd, nlaar de binnenkomende uitnodigingen moesten worden afge zegd. Het ergste heeft Cees Griffioen nu na driekwart jaar uitgeziekt. Hij mag al weer een heel klein beetje doen. Gretig stort hij zich in de hem schaars toegemeten daguren op het maken van reportages. En hij komt weer on der de mensen, terwijl zijn vrouw en hij hun Utrechtse flat weer tot een „zoete inval" voor de ontelbare vrien den en bekenden hebben verheven. Zijn vrouw Rien, als de waarschijnlijk eeu wig jonge moeder van zes kinderen, ziet weer kans aan haar artistieke roepin gen gevolg te geven. Men kan haar tenminste af en toe op een avond tref fen, als Indische prinses voordragend uit Tagore. Zij schrijft weer, nu met alleen meer kinderhoorspelen voor de KRO, maar ook een televisiespel voor volwassenen. Het lijkt wel dat ineens de kunstzinnige droom uit hun jonge jaren weer tot leven komt, de droom van het idealistische gelukkige (vroeger vaak ook arme) artiesten aar, dat de geboorte van hun eerste :inderen met nieuwe verzen begeleid de. ki Gespannen wachten zij op de on- derzoeksuitslagen van de genezende patiënt. Wanneer mag Cees Griffioen op volle kracht „de nood in de we reld" gaan bestrijden? Het is een nog al exclusief vak dat hij beoefent; het verzamelen van tonnen tegen de kost prijs van enkele duizenden. Maar hoewel vurig voorstander van vol strekte financiële openheid in de cha- rifas hij is niet de man die vrede zou hebben met wonderbaarlijke „geld- vermenigvuldigingen". Het is heus no dig om de mensen t- vertellen waar om zij zichzelf solidair moeten verkla ren met de noodlijdenden, vindt hij. „Liever dan tot iemands portemon- naie, praat ik rechtstreeks tot zijn hart." PATER S. DUYNSTEE BESTRIJDT ARMOEDE OP SICILIË (Van onze Romeinse correspondent) Palma di Montechiaro geldt als het meest achtergeble ven stadje van Sicilië. Het is waarschijnlijk ook de meest misdeelde gemeente van heel Europa. In 1959/ '60 hebben prof. Silvio Pampiglione en zijn mede werkers, allen van de universiteit van Palermo, een onder zoek in Palma gehouden. De resultaten waren verbijste rend. Nagenoeg de gehele bevolking leefde van de land bouw, maar het land rond Palma is in het langdurige droge seizoen nauwelijks te bewerken door gebrek aan water en als dat in korte tropische slagregens naar bene den komt, stroomt het in bandjirs nutteloos naar zee, de beste grond meevoerend. De gemeente is 7652 ha groot. Het bouwland is versnipperd in 7155 jpercelen en 60 pet. der boerenbedrijven zijn niet groter dan een halve ha. Daarenboven is het landbezit tot in het onmogelijke ge splitst: afzonderlijke veldjes, die van één bezitter zijn, lig gen vaak kilometers van elkaar. Zo komt het dat de boe ren om hun economisch vrijwel nutteloze arbeid te gaan verrichten dagelijks tot wel vier uur heen en vier uur terug moeten afleggen tussen huis en werk. Wat er aan olijf- en amandelbomen staat, was zo zwaar gehypothe keerd, dat meestal de hele opbrengst naar de hypotheek houder en de fiscus ging. Palma telt 21.000 inwoners, de beroepsbevolking onder hen is 7500 zielen groot. Tweederde daarvan stond blijvend op de lijsten der armen en werk lozen. Het gemiddelde gezinsinkomen bedroeg in 1960 ge middeld 1000,- per jaar, maar een goed deel haalde de 5O0,- niet. De landarbeider bv. had 100 dagen per jaar werk tegen een beloning van 8000 tot 10.000 lire per maand (50 k 60 gulden). De lokale Mafia besliste dan wie mocht gaan werken. Behalve de distributie der plaatse lijke arbeidskrachten controleert zij de wateraanvoer en eist van de boeren een tribuut „ter bescherming van hun bedrijf". Palma is zoals er het voormalige hertogelijk huis van de prinsen van Lampedusa. Er ligt een soort onbepaalde humus in de gangen en portalen en uitwerpselen van gei ten op de statietrappen. De deurgaten zijn gedeeltelijk dichtgetimmerd met oud, verveloos hout; ieder ogenblik kunnen stenen loslaten uit de plafonds en gewelven. Alleen de lijnen der vervallen fagade spreken van vroegere statie. Zo is het ook in het eigenlijke stadscentrum, diep verval. Daarbuiten is er geen verval meer, het is alleen nog maar absoluut-onmenselijk. Bij het onderzoek van 1959/'60 bleek DkkJ6 geïnspecteerde woningen 90 procent geen water te nebben, 85 pet. geen gas en 87 pet. zelfs niet de primitief denkbaarste WC. In heel het stadje was één toilet met waterspoeling in een afgesloten ruimte, de andere (de 13 a percenten) bestonden uit een gat in de grond van de woonkamer. 31 pet. der vertrekken had geen raam. Er huisden 5 personen per kamer; gemiddeld beschikte een ?eZ1,? °v-er„1,7 „ruimte". Maar in 35 pet. van deze „ruim ten huisden tevens trekdieren, woonvertrekdieren, zei een cynicus, in 72 pet. pluimvee. Ratten en muizen werden in ieder huis aangetroffen. Men onderzocht 10 bakkerijen, vfijf ervan hadden geen wateraansluiting, zes geen enkel raam en zes geen wc. Gezamenlijk vonden in deze bakke rijen 118 dieren een vaste stal en 's nachts sliepen er ook 37 personen, van wie er 29 een acute ziekte hadden, met vier tyfusgevallen eronder. Palma bezit twee geplaveide straten, de rest is zoals de seizoenen het willen: stof vas - geklonterd door mest öf vieze modder. Er is een st j waterleiding, dat van defecten aan elkaar hangt, s mers staat die trouwens steeds droog. Een rioie r_ staat op papier, wat er in werkelijkheid is, is on Het is slechts een gre-ep uit AtAne^recfudhw^ten. sterfte in Palma bere kt Europese een of in- 40 PCA h ?5nVi'ii« bii de helft hadden een of in 40 pet. de typhus, V) ^^cyyiokte)wormen en meer f1 u/?f Twamei? bJiTedereen voor. Men meende trou we™ da? wormen noodzakelijk zijn: „De wormen verteren het voedsel voor ons. Wie geen wormen heef kan zjjn voedsel niet verwerken en gaat dood. Zo heeft de Heer hDa1tn1srdehene zijde van de medaille: armoede, werkloos- h -H vervuiling en verkommering. Maar de andere, dé geestelijke hulpeloosheid is de ergste. Uitzichtloze armoe de en eeuwen van overheersing leidden tot een oosters fatalisme, een algehele apathie. Het zal allemaal wel zo moeten zijn, wij kuMen er in elk geval mets aan doen. En daarom jagen ze zich de Y^gen niet meer van hun gezicht, ze komen ^^terag. Waarom zouden ze de kin deren naar school sturenZestig percent der volwasse nen was in I960 analfabeet, 55 pet. der kinderen ging niet naar school. In Palma lopen overigens 100 werkloze onder wijzers en onderwijzeressen rond. Ook voor hen geldt het zelfde: iets pndern?meA:„?et hejpt toch niet. Verregaande onwetendheid en de strijd op de rand van het bestaan hebben tot een samenleving gevoerd, waarin elke ge meenschapszin ontbreekt, waar de grondwet heerst van de vrees: de vrees voor God, voor de kwade geesten, het boze oog, de triAcht van de tovenaar, vrees voor de andere mensen. AUf0" var'nature en uit lijfsbehoud blijven het gezin b!Jeen' Daarin heersen strenge wet ten en d:ru side^gewoonten, de bloedwraak bij voorbeeld. hTi?i ifiS ®ven in e®n toestand van volkomen onderworpenheid. Nog in I960 mochten de vrouwen in Pal- Ta TAATA Jan minuten van huis. Huwelijken wer- ■en niS!? JP°r, ®uders bedisseld en zeker niet op ba sis van liefde. Zo leidden armoede en verval tot traag heid en apathie, deze houden alle verandering, verbete- nnJ M v<x?ruitgang tegen. ,Pe'°2e, dat wat een ontwikkeling in goede banen definitief in het slop brengt, is dat het asociaal zijn ieder een gelijkelijk en zonder onderscheid heeft aangetast. On der de kleine groep der ontwikkelden, der welgestelden, der overheid bestaat geen andere mentaliteit: houden wat r hebt, ieder vecht voor zich zelf, met de ander heb ik in wezen niets te maken. Dit is de jungle, de atomische naatschappij waarin het bindmiddel tot een pseudo-ge- "neenschap het zakelijk verbond van de „gevestigde belangen" is. In het achtergebleven deel van Sicilië, waar dit artikel 'met als voorbeeld Palma di Montechiaro) over gaat, is dat de grondslag der typisch inheemse Mafiahouding. Daarom moet voor het doorbreken van de vicieuze cirkel hulp van buiten komen, „van de buitenstaander of do°' geboorte of, als Siciliaan, door onafhankelijkheid vS" geest" zegt de prins van Salina in „De Tijgerkat". hij voegt eraan toe: „De Sicilianen zullen degene, die I*e wil wekken, haten." en ernstige vergissing, die ook bepaalde kerkelijk' instanties in Sicilië maken, is om uit angst vo01 reële gevaren aan de sociale ontwikkeling verbot*' den, de positieve mogelijkheden en de noodzaak een vernieuwing der maatschappelijke structuur niet - willen zien. Hoogst onkritisch traditionalisme legt dan p! extra gewicht in de schaal. Maar de verandering is all^g aan de gang. Zelfs in Palma drong de radio door, bioscoop, .de televisie, geregelde busdiensten met ancle1? plaatsen, vijftig, km verderop ontwikkelt O „la zich faf oliecentrum. Na I960 is de emigratie in Palma losgeko men, op het ogenblik werkt 65 (vijfenzestig!) pet. van d* beroepsbevolking als pendelend emigrant in het buiten land. Heel wat mannen weten 300 tot 500 gulden P®: maand naar huis over te maken. Zo zet een blinde mptot mensen en dingen in beweging, of men het wil of ni® Zaak is die blinde beweging op te vangen en te leiden. 0 huidige stand der sociale wetenschappen maakt dit ffl» Hjk. Danilo Dolci uit Triest kwam in het begin van de jsLji vijftig naar Sicilië en begon met wat uitgegroeid is tot *jj9 „centra voor volledige werkgelegenheid". Hij was het^t Palma „ontdekte" en de universiteit van Palermo op.f\i- spoor zette om er een onderzoek te doen. In 1960 nf&tett seerde hjj in Palma zelf een congres om de resU*,aI1g- van dit onderzoek te bespreken. Deze keer was er „rjS9 stelling van de kant der autoriteiten en ook buitehla _rg| vaklieden waren aanwezig. Aar, het einde van het c(Jjjutof drongen vele personen, onder wie de bisschop-<**ja(; n» van Agrigento, mgr. Francesco Fasola erop a®"' handen tót ie mouw stak, kortom de atomische saMeen vivg fnMhan D? Wcc kgeVetl.om u't te groeien tot «f,8 van" zijn Siciiiaanse broeders In het 'waarde v.an{ polci's werk besefte w.st Ak on hoeTeel tegSSw* in Palma zou gaan stuiten. Hij suggereerde na enkele bütoJKseTvT rSaLVinus Astff ÓFM die als een dg Duiremanase experts het cone-res meemaaktp te vragen steun aan dft bben toen hun morele en ge' rSt« geestdrift nJ SP.bouworgaan toegezegd, in Palrnamaar d* kpnnarc ,T0gerkat was nog niet geschreven, ma van I ivan Slcilië in Ital*ë en elders twijfelden of er de plannen zou terecht komen. Duynstee's centrum in Palma di Montechiaro thans vier jaar. Hij heeft een nieuw hoofdjesjjj in Caltagirone geopend, hij breidde arbe Lpden, en werk uit naar nog twee (tentatief drie) 8e°rUCfit waar alhoewel niet zo moeilijk als in Palma, rneL„r,sCsi(>' gestart kon worden met het werk voor gemeenschap wikkeling (community development). eenad- Alle tegenslag, die anderen vreesden, heeft hU e„anS« De toegezegde financiële hulp bleef uit. Het lujek parlement had het veel te druk met slimme dorP„».coad- om zich van Palma wat aan te trekken: de bisscoop- jutor werd spoedig verplaatst; de tachtigjarige a 'hjeid van Agrigento begreep niets van de nieuwlichterij er het ervoor dat „comunitè" naar woord en denkbeeia n verwant was aan communisme. De provincie haa vf,n geld, de gemeente alleen maar schulden. De bovenla ®ded' Palma toonde niet de minste belangstelling, moest en het volk keek wantrouwend. Daar in Zuid-Siciiie alles van de grond af aan opgebouwd worden, me let)en, van benadering, manier van werk, vorming van st gjcj. die Duynstee van meet af zoveel mogelijk once weT)( lianen zocht. De goede academie van maatschappen) aarbU in Catania is voor hem daarbij een grote staun' gorden moest dt helft, zo niet meer, van zijn tijd v?rvarl zÜn aan het bijeenschrapen van geld en drie-vierde v-^jd nogal impetueuze energie aan het beoefenen „Rijkst0 en het incasseren van tegenwerking, die het P*) hern ondervonden werd, als die kwam van die zijdeu rege- het dierbaarst was, van de kerk. Bij de ftaliaaa'„sjngeP' ring heeft Duynstee wél begrip gevonden en toa?ai'aien et maar de molens van het ambtelijk apparaat m zo tergend langzaam. t endbou^* e deskundigen van de Wereld Voedsel en L icai As* organisatie, de voortrekkers van de „Tec"" pilo* sistance" hechten grote waarde aan de ze- 'v0or- Projects". afzonderlijke ondernemingen, die 1 rrnen beeld strekken aan anderen en een zuigkracni ^0» voor degenen uit de belendende gebieden, die de o» king willen bevorderen. D*MI In Sicilië zijn er op dit vlak drie pioniers, Don- RjeSi stee en de Noorditaliaanse dominee Vinay, die oVer werkt met een eigen staf. In het afsluitend ar"aan a»» Sicilië op de wende van de tijd zij het ons toegesi de hand van Duynstee's rapporten te vermelden, «n met voor een deel Nederlandse steun wist op te tot nu toe als een basis wist te bereiken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1964 | | pagina 14