APARTHEIDSPOLITIEK IN DE
BRA VE BURGER-GEMEENSCHAP
„WERP MIJ NIET VOOR
DE REKENMACHINE"
51 mensen: 628 jaar gevangenisstraf
Mensen worden niet veredeld
door hen als afval te behandelen
Machine of mens?
WAT KOST
MISDADIGHEID
Veilig gebonden
CELLULAIRE KOEPELGEVANGENIS IN BREDA
Apartheid
Bandelozen
Ter beschikking
Vrije maatschappij
Harde
behandeling
Onderontwikkelde
gemeenschap
Uit hun vroeger
LEVEN:
BUITENWERELD:
MMs
ZATERDAG 14 MAART 1964
PAGINA 15
De verkeerspolitie liet mijn vriend, een rechtvaardig staats
burger, stoppen en vertelde hem dat zij hem een overtreding
hadden zien begaan. Hij zou een andere automobilist gevaar-
hjk „gesneden" hebben. Eerlijk van zijn onschuld overtuigd, trachtte
frijn vriend de politiemannen duidelijk te maken dat zij het niet goed
Sezien hadden. Tevergeefs. Proces verbaal! Hij liet de zaak „voor
komen". Voor de rechter zou hij het uitpraten. Deze zou meer begrip
tonen dan de agenten die hem achtervolgd hadden. Hij dacht te
borden vrijgesproken. Bij de rechter werd ook het ambtsedig proces-
Verbaal voorgelezen. Daarin stond dat de overtreding erkend en de
schuld toegegevën was. Toen mijn vriend woedend en luid ontkende en
het proces-verbaal een leugen noemde, werd ook de ambtenaar van
het Openbaar Ministerie zeer boos. Hij sprak over piraten op de weg
zo. Toen mijn vriend zich fel verweerde, maakte de ambtenaar
het publiek op de tribune aan het lachen, door hem af te schilderen
als een betweter en een querulant. Er werd nog harder gelachen
toen de ambtenaar op zijn beurt door mijn vriend werd afgeschilderd
als iemand van „bijzondere intelligentie", „die zoveel wist te zeggen
van iemand die hij niet kende". U begrijpt wel dat er toen van uit
praten geen sprake meer was. Het hele kantongerecht was kokend
wakker. Mijn vriend vertrok, veroordeeld tot een fikse boete en
uitrekking van zijn rijbewijs. In hoger beroep liep alles voor hem met
een sisser af. Zijn advocaat zei hem dringend dat hij zoveel mogelijk
moest zwijgen. Hij moest de rechtbank niet prikkelen, door te pro
beren gelijk te krijgen, want op grond van het verbaal zou hij dat
nooit halen. Dus zweeg hij en speelde onhoorbaar knarsetandend de
deemoedige. Zijn advocaat bleek een goede profeet. Het werd de
zelfde boete zonder intrekking van het rijbewijs. Alles bijeen was
het heel leerzaam, hoewel wat duur. Maar sedertdien begrijpt mijn
vriend, beter dan vroeger Kafka.
Een kalender tegen de wand van de cel betekent voor een gevangene
onwaardeerbare morele steun; hij kan er zijn dagen op aftellen.
Zó LEVEN ZIJ OP
WERKDAGEN:
LOON NAAR WERK:
VERBINDING MET
ZIJN ZIJ
TOEREKENBAAR?
Het interieur van de Bredase strafgevangenis.
Maar waarom zou, om een paar
willekeurige namen te noemen,
Oldenzaal wél een psychopaten-
kliniek moeten „nemen" als Am
sterdam dit weigert?
Leveren Enschede of Apeldoorn
wel gestoorden aan de gemeen
schap, maar Den Haag of Delft
niet?
Oók in Nederland kan een ge
meentebestuur zich uit afkeer en
angst schuldig maken aan apart
heidspolitiek. Evenals in Dallas
of Little Rock, zij het minder
spectaculair, kan ontreddering en
rnoord het gevolg zijn.
Zwarte schapen en zondebokken
"miiimimiMiiiHiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinimiiiiiiiiiiiiii
Serieus schertsend in een kring van
vrienden, pleit mijn vriend nu wel
eens voor de gedachte, rechters te
vervangen door electronische brei
nen en rekenmachines. Zo'n machine,
nooit moe of geprikkeld, „kan immers
veel meer met alles rekening houden",
dan een mens in bef achter de groene
tafel.
Het is betreurenswaardig, dat deze
scherts niet zonder achtergrond is. De
gedachte, dat een machine het recht en
de rechtvaardigheid beter zou kunnen
dienen dan een mens, is voor de rechter
zowel als voor de berechte mensonwaar
dig. Misschien geldt dit niet voor de sim
pele verkeersfout of een andere niet-
kwaadwillige overtreding van de tech
nische spelregels van onze samenleving.
De schikking en de betaalde waarschu
wing hebben trouwens al een automa
tisch karakter.
Wanneer ik echter iets misdreven heb,
waarvoor, om tot een OORDEEL te ko
men BEGRIP nodig is, zou ik me dan
werkelijk beter aan een machine dan aan
een medeméns kunnen toevertrouwen?
Een machine telt op, trekt af, deelt en
vermenigvuldigt, maar BEGRIJPEN doet
de machine niets en nooit.
Dus daarom toch maar liever recht
spraak door levende mensen, want le
vende mensen hebben, behalve een brein,
óók een hart. Want er is veel in het leven
en in de mensen dat nooit door het ver
stand of het hart alléén, maar slechts
door beide tezamen beoordeeld kan wor
den. Langs moeilijk naspeurbare wegen
kan het hart het tekort schietend ver
stand aanvullen, terwijl het verstand het
hart behoeden kan voor verdwalen in
het donkere oerwoud van gevoelens en
driften.
Neen, als ik ooit een misdrijf bega,
stans mij dan niet in een ponskaart en
werp mij niet voor de rekenmachine.
Vertrouw mij dan toe aan edele mede
mensen die de wet kennen, die bereid
en in staat zijn mij te leren kennen.
Drs. J. L. Jessen en Drs. A. H.
Hijmans van den Bergh bereken
den in 1954 de verblijfskosten in
enkele gevallen, van mensen die
geruime tijd doorbrachten in in
richtingen, gevangenissen e. d.
Een vijftigjarige man, die 9500
dagen ingesloten was geweest,
kostte aan voeding, verzorging en
onderdak tenminste 87.000,Dit
was tien jaar geleden. Iemand die
in 1964 een dergelijke levensloop
kv?1 v°lgen, zal vermoedelijk een
L>0art.miljoen gulden gaan kosten,
meer S?aad kost echter nog véél
Want als zulk een mens
1 ™aal in de maatschappij zou
werken, zou zijn arbeid ongeveer
200.000,waard zijn. Zo'n ka
pot en diep-ongelukkig leven kost,
in geld, minstens een half mil
joen.
Zoals Ik nu leef, lijkt mij de kans
gering dat ik een misdrijf zal begaan,
dat mij voor de rechter brengt. Het
kan haast niet. Ik had en heb zoveel
mede-mensen die van mij houden en
van wie ik houd. Ouders, broers, zus
ters, vrouw, kinderen, vrienden, col
lega's en ontelbare naamloze mede
mensen. Ja, ook de laatsten horen er
bij. Ik vrees hen niet. Zij vrezen mu
niet. Nooit wonden zij mij ongenese
lijk door afkeer of verachting. Ik ben
als zij. Zij zijn als ik. Wij werken te-
samen voor elkaar en ik krijg een re
delijk deel van wat we samen proau
ceren.
Natuurlijk, we zijn onder elkaar en
met elkaar geen heiligen. Iedef„f° VOot
ondervindt wel eens dingen waarvoor
hij zich schaamt of die 1,e™
Maar we zijn met talloze bande" f
den aan de gemeenschap waarm we
geboren zijn. Veilig S?b°Hpn te vertre
zelfs moeilijk is die banden te verbre-
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiin milium,iiiiiiijiiiiniiiMii iMiMiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiHiit"|,,"l"l"lll"",IM"lll,lm"1"1"
6.30 uur Opstaan, wassen, toi
let; ontbijt in cel.
7.45 12 Verplichte arbeid
met kwartier kof
fiepauze.
12 —12.50 Warme maaltijd in
C6l.
13 14 Luchten.
14 —17.45 Verplichte arbeid m.
kwartier theepauze.
i o 1830 Avondmaal in cel.
iö.30 21.10 Vrije tijd, ontspan
ning en eventuele
o- studie.
21.10 21.45 Was- en toiletgele-
genheid.
Licht uit. Nachtrust.
Jaar* ®®vanfenen kwamen vóór hun 15e
met rt. T „f eerst, wegens misdrijf,
hun 1st i ir? aanraking. Elf vóór
Zes vóór i?r' Htien v°ór hun 24e jaar;
vóór hun 30e jaar; acht vóór hun
40e en twee nadat zij veertig jaar ge
worden waren.
Drieenveertig gevangenen werden al
eerder veroordeeld. 260 maal.
Achtendertig van de eenenvijftig Bre
dase koepelbewoners kenden de ge
vangenis van vroeger. Tezamen werden
zij eerder al veroordeeld tot 140 jaar.
Bij binnenkomst in de gevangenis
krijgt de gevangene een werkloon van
30 cent per dag; na elf maanden loopt
dit op tot 60 cent. Als hij goed werkt
kan hij 72 cent premie verdienen, waar
door het hoogst haalbare loon 1.32
per dag bedraagt. De helft hiervan
wordt gespaard en uitgekeerd bij vrij
lating, de andere helft mag in de can-
tine worden besteed.
Dagelijks is er van twee tot half
zes gelegenheid tot het ontvangen van
bezoek, doch niet op zaterdagen, zon
dagen en feestdagen.
Bezoek van vrouwen, ouders en kin
deren staat onder „indirect" toezicht;
alle andere bezoeken onder „direct"
toezicht.
Drieëntwintig langgestraften krijgen
één of meer keer per maand bezoek.
Vijftien andéren worden een keer m
de twee maanden of nog minder bezocht.
Dertien gevangenen worden nooit be
zocht; zestien mannen bijna nooit een
brief.
Over achtendertig van de eenenvijf
tig langgestraften werden psychiatrische
rapporten uitgebracht.
Slecht ze-"en personen worden geheel
toerekenbaar geacht, één nauwelijks of
in het geheel niet.
"e®®ï*entwintig gevangenen zijn, in
verschillend graad, verminderd toere
kenbaar.
Negenendertig van de eenenvijftig ge
vangenen krijgen geen enkele psychia
trische hulp.
(Peildatum: 1 oktober 1962 Ontleend
aan „De lange gevangenisstraf" door
Prof. Mr. R. Rijksen.)
^"snijden Z6^ van de gemeenschap los
Alleen bij een bijzondere, ongelukkige
samenloop van omstandigheden, in een
°T?br2.len zwak moment, zou ik mis-
u s hunnen doen, waarvoor de
wet bestraffing eist.
is het mogelijk dat er mensen
Tn eigenlijk buiten de gemeenschap
ra fr Moordenaars, rovers, dieven, aan-
a„a kinderschenners, oplichters en
andere misdadigers? Waarom begaan zij
nun misdrijven en waarom vaak vele
malen opnieuw?
Waarom gedragen zij zich zo bandeloos
dat de gemeenschap hen uitstoot, uit
spuwt?
Een misdadiger kan geen gelukkig mens
zijn, ook niet, al levert de misdaad hem
miljoenen op en blijft hij ongegrepen
en ongestraft. Iedere misdaad, klein of
groot, straft trouwens onontkoombaar
zichzelf. Dat er beroepsmisdadigers zou
den zijn is een oppervlakkige en onzin
nige mening, die van kennis noch begrip
getuigt. Maar waarom dan toch? Waar
om?
Het antwoord op deze vragen wordt
duidelijker en klinkt luider. Een
verschrikkelijk antwoord.
Onze eigen brave-burger-gemeen-
schap bedrijft voortdurend een gena
deloze apartheidspolitiek tegenover de
mensen onder ons, die „anders" zijn.
„Anders" zijn armlastigen, a-socialen,
invaliden, geestelijk gestoorden, geestes
zieken, debielen, mongooltjes, ongehuw
de moeders, sexueel gestoorden, bejaar
den, B.L.O.-kinderen, ex-politieke delin
quenten, ex-gevangenen, aanhangers van
godsdienstige secten of buitenissige po
litieke partijen, ex-priesters en nog vele
anderen.
Een mens hoeft geen zwart vel te heb
ben om „apart" te zijn.
Zorgt de gemeenschap dan niet voor
de aparten, als zij zorg nodig hebben?
O, dat wel. Er zijn sociale diensten bij
de vleet. Daarom ziet onze maatschappij
er echt wel opgeruimd, netjes, hygiënisch
en verzorgd uit. Een verzorging waar
voor de gemeenschap veel betaalt en
weinig bemint, terwijl ook hier de liefde,
naar Vondels woord, het krachtigste
ciment zou moeten zijn.
Een gemeenschap met een te zwak
gehalte aan liefde is niet hecht maar
voos, en is op weg naar ontbinding, ver
rotting. Zulk een gemeenschap, Euro
pees of Amerikaans kan ook geen
pretenties hebben tegenover Afrikanen
of Aziaten.
Met vijandige verachting en afkeer
stelt de gemeenschap zich tegenover
„aparten" die orde en rust verstoren,
de veiligheid bedreigen en last, schade
en gevaar teweeg brengen.
Met name geldt dit voor a-socialen, cri
minelen en z.g. psychopaten. Maar het
is juist de apartheid die steeds nieuwe
criminelen en gestoorden voortbrengt.
Het is juist de gemeenschappelijke on
verschillige liefdeloosheid, die geeste
lijk gestoorden zo eenzaam en gevaarlijk
maken, als uit de kudde gestoten dieren in
de jungle. Het is het gemeenschappelijk
bedreven kwaad van deze „apartheid"
die het een „misdadiger" onmogelijk
maakt een „goeddadiger" te worden en
die de genezing van geestesziekten en
wonden belet.
Door te weigeren volwaardige mense
lijke verbindingen te onderhouden met
de aparten, kweekt de gemeenschap zelf
mensen zonder bindingen, bandelo
ze n, en nieuwe aparten voor de volgen
de generaties.
De kweek begint vroeg en vindt b.v.
plaats in tehuizen waar kinderen, aparte
kinderen, apart moeten opgroeien. Voog
dijkinderen, kinderen van gescheiden
ouders en ongehuwde moeders, aan de
ouderlijke macht onttrokken en verlaten
kinderen, debielen en achterlijke kinde
ren.
Deze onschuldige misdeelden hebben
geen gezonde normale banden met een
vader, moeder of pleegouders, zij kun
nen niet opgroeien in een gezin met
broertjes en zusjes. Daarom is hun band
met de maatschappij, ondanks de zorgen
en moeiten van velen, rafelig, gebrekkig
en zwak.
Op latere leeftijd zullen sommige van
deze kinderen de gemeenschap dienen als
dief, oplichter, souteneur, prostituee en
zo meer. De statistieken hierover lie
gen stellig niet.
Bandelozen kweekt de maatschappij
ook in jeugdgevangenissen, waarin „ge
vaarlijke" kinderen worden bijeen ge
bracht tot straf voor reeds begane mis
drijven, om hen alsnog voor de samen
leving geschikt te maken", om hen „een
eerzaam vak" te leren. Maar niet, als
in het toneelstuk, bekeren zich hier
alle „Boefjes". Menige huiveringwek
kende boevencarrière begon in een
jeugdgevangenis. Als het niet hiertoe
komt, dankt de gemeenschap dit aan
de toewijding van enkelingen die in
deze instituten werken.
Bandeloos zijn, is afschuwelijk een
zaam zijn. Wie, in het normale leven,
heeft enig vermoeden van de eenzaam
heid der patiënten in de psychopaten-
asyls? Wat zal er daar door hen, in door
eenzaamheid gevoede haat, worden be
raamd tegen de gemeenschap die hen
verdoemde tot de hel?
Dan zijn er de gevangenissen, waarin
volwassen misdadigers worden opge
sloten. Waarom? Om de gemeenschap
te beveiligen? M<- r de kans is groot
dat de gevangene, eens weer in vrijheid,
gevaarlijker is dan ooit te voren, want
krachtens de apartheid zal hij ook in
vrijheid een gevangene blijven. Om het
door hem veroorzaakte leed te vergel
den? Alsof leed voor de één leed voor
de ander ongedaan of milder maken
kan.
Alsof een mens veredeld kan worden
door hem als afval te behandelen, alsof
men zich bekeren kan als er geen hoop
is óp werkelijke vergiffenis.
Mr. Cannat sprak op het Peniten
tiaire Congres in 1950 reeds ongeveer
aldus:
Het gevangenisleven is een mis
vormd leven. Vanaf het lichamelijk
automatisme van de ingeslotene tot
aan zijn sexuele nood.... alles is
vreemd, niet menselijk; van het ware
leven blijft slechts een echo over, het
is een „dood leven".
In zulk een atmosfeer zijn de weer
slagen oneindig sterker dan elders;
de zielenwinnerij van de gewoonte
misdadiger, de misvormende invloed
van het abnormale, de ontaarding, de
laagheid, de slechtheid van een enke
ling dit alles heeft een aanzienlijke
invloed op de gevangenengemeen-
schap, omdat er niets tegenover staati
De door de gedwongen omgang met
moreel misvormde mensen, elke dag
weer aan in steeds herhaalde kleine
porties besmette persoon, kan geen
weerstandsbodem vinden in zijn groep,
gezin, verleden of plannen. Want van
zijn verleden is hij afgesneden, van
zijn groep is hij gescheiden en zijn
plannen zijn ver en vaag. Het dicht
bije doordrenkt hem. Vroeg of laat
gaat hij onder in de algemene ver
wording.
Zo is het drama geweest van vele
schuldigen die, toen zij aankwamen,
nog enige trots bezaten maar die ver
trokken, verwoest en leeg.
Gebeurt er niets om dit falen van de
gemeenschap op te heffen? Sedert 1928
In de Utrechtse dr. van der Hoeven-
kliniek wordt een aantal van zulke pa
tiënten behandeld. Enige malen hielden
wjj voor hen een voordracht, waardoor
wij een kans kregen iets van het leven
in deze kliniek te zien.
Hier werken artsen, psychiaters, psy
chologen, een socioloog en groepsleiders
en -leidsters samen aan de moeilijke en
boeiende taak, om ziekelijk-misdadige
mensen weer geschikt te maken voor
een nuttig en normaal bestaan in de
maatschappij.
Het „grote publiek" hangt vaak de
domme mening aan, dat zulk een kli
niek een „luilekkerland voor boeven" is.
Het vergist zich schromelijk.
De dr. van der Hoevenkliniek is een
besloten miniatuurwereld, die in vele
opzichten lijkt op de grote vrije wereld
buiten.
Zoals in een „vluchtnabootser" een
piloot zich zonder risico, op de begane
grond, kan oefenen in het besturen van
een modern ingewikkeld vliegtuig, kun
nen de patiënten zich zelf in deze kli
niek oefenen en beproeven of zij weer in
vrijheid zouden kunnen leven.
In een gevangenis is of was deze trai
ning niet mogelijk. Een dief in de cel
kan best van plan zijn nooit meer te
stelen, maar of hij daar in slagen zal
weet niemand, ook hij zelf niet, want in
de gevangenis valt er niet veel te stelen.
krijgt hij toestemming om buiten de kli
niek te werken, om familieleden of con
tactgezinnen te bezoeken.
Met erkentelijkheid spreekt de leiding
van de kliniek over de letterlijk heil
zame samenwerking op dit gebied met
werkgevers en gezinnen, die uiteraard
weten, dat het om een patiënt gaat.
Hard, h eel hard, worden de ziekten
aangepakt, waaronder deze mensen lij
den, zó hard. dat sommigen boven de
kliniek de gevangenis verkiezen, dat ze
soms mager en ernstig lichamelijk ziek
worden, alsof de geest tegen de behan
deling protesteert#
Zoals voor ieder, is het ook voor deze
mensen ontzettend moeilijk te erkennen,
dat zij geestelijk ziek zijn.
De behandeling kar jaren duren. In
vele gevallen wordt er succes behaald.
Soms staat de wetenschap nog machte
loos, evenals zij ook machteloos kan
staan tegenover een kwaal van het
lichaam.
Maar hierin schuilt toch geen argu
ment om dan maar niet te zoeken naar
oplossingen en hulpmiddelen en de lij
ders maar aan hun lot over te lateni
Evenals een hartpatiënt, die vandaag
recht heeft op alle hulp die nu mogelijk
is en morgen op hetgeen dan zal Kun-
kan de rechter op deskundig advies,
mensen die zich misdragen hebben, ter
beschikking van de regering stellen, als
aannemelijk is, dat hun wangedrag
samenhangt met geestelijke gestoord
heid.
Ter beschikking stelling is in feite
geen straf. Zo mogelijk moet deze maat
regel dienen ter verpleging en behan
deling van de ter beschikking gestelde,
opdat deze weer geschikt wordt voor
het leven in de normale maatschappij.
Onbegrijpelijk tragisch is in bepaalde
gevallen, dat ter beschikking stelling
vaak volgt op een kortere of langere
gevangenisstraf, terwijl vaststaat dat het
verblijf in de gevangenis de kansen tot
herstel verkleint of zelfs kan uitscha
kelen.
De vrije wil van de mensen waarover
het hier gaat, is zo zeer verminkt, be
schadigd of verziekt, dat zij zich in vrij
heid opnieuw moeten misdragen, als ze
niet doeltreffend behandeld zijn. Sedert
het einde van de oorlog zijn wij getuige
In de kliniek zijn er beperkte kansen
tot wangedrag, zoals die in de vrije
wereld welhaast onbeperkt zijn.
Er moet ook gewerkt worden. Wie
werkt kan een redelijk loon verdienen.
Wie wel kan maar niet wil werken,
wordt niet betaald en draagt de schande
door eigen schuld zonder middelen te
zijn. Wie uitbarst in vemieldrift, moet
zelf de schade betalen.
Mét en van elkaar leren de patiënten
te leven in een samenleving die vaak
uiterst hard en egoïstisch kan zijn. Doen
zij elkaar om-echt aan, dan ondervinden
zij hoe moeilijk dit te verdragen is en
óók dat sommig onrecht aanvaard moet
worden in het leven.
Zij moeten wennen aan vrijheid en
verantwoordelijkheid, en leren op eigen
benen staande te blijven, óók als het
stormt.
Tijdens deze training tot vrijheid
wordt de patient niet alleen gelaten.
Psychologen en psychiaters trachten,
door regelmatige diepgaande gesprek-
van een razendsnelle ontwikkeling van
talloze mogelijkheden.
Op geneeskundig gebied ontdekten de
wetenschapsmensen niet enkel ongeken
de middelen en methoden om zieke
lichamen te herstellen, maar óók wer
den er nieuwe vondsten gedaan en toe
gepast, om zieke of gewonde zielen te
genezen.
Prominente wetenschapsmensen stel
den, dat de rechtvaardigheid, de men
selijke waardigheid en het gemeenschap
pelijk en persoonlijk belang eisen, dat
de vruchten van hun werk ook onver
kort ten goede komen aan mensen, die
zich, tengevolge van hun geestelijke ge
stoordheid, hebben misdragen tegenover
hun medemensen.
In ons land zijr er thans een klein
aantal inrichtingen en instituten, waar
in den geest en met dit doel voor ogen
wordt gewerkt.
Maar het is alsof de geest van ..apaj"1*
heid" de-uitbouw van dit werk be
lemmert Want de gemeenschap stelt
niet voidoende middelen beschikbaar,
om allen die dit behoeven, een verant
woorde wetenschappelijke behandeling
en deskundige verzorging te geven.
ken met hem in verbinding te komen
Zij lielpen hem zich zelf te leren kermen
zoals hij is. met het gevaarlijke en
slechte en vooral ook met het goede
en gezonde, dat in hem is.
Velen zien in zichzelf alleen maar mis
lukking en kwaad, en dit vervult hen
met wanhoop. Deze wanhoop verbergen
zii achter bravourleugens die voor hen
zelf tot valse waarheid worden, omdat
zii bang zijn voor de echte werkelijk
heid. Velen lijken afgestompt, grauw,
nors en ontoegankelijk.
Maar als de wetenschapsmannen en
-vrouwen die dit werk met verstand én
hart verrichten, moeizaam de ziel van
de patiënt hebben schoongekrabt van
korsten en vuil, dan ontdekken zij vaak
een mens die nog vele mogelijkheden
heeft, om een goed en bruikbaar lid te
worden van de samenleving.
Misschien was zo'n mens nog nooit in
zijn leven gelukkig en heeft hij zijn om
geving met ongeluk besmet.
Nu daagt er een kans anderen geluk
kig te maken en zelf wat geluk te er
varen. Als de behandeling gunstig ver
loopt moet de patiënt de realiteit van
het leven in vrijheid ondervinden. Dein
nen. heeft óók de geestelijk gestoord#
recht op volledige bijstand.
Soms wordt in een inrichting of kli
niek een patiënt de drang naar de vrij
heid te machtig. Hjj ontvlucht. Dan
wordt er alarm geslagen in de buiten
wereld en ontstaat er opwinding, angst
en paniek als bij de ontsnapping van
een gevaarlijk dier.
Een ontvluchte patiënt kan in een
enkel geval gevaarlijk zijn. Maar hij kan
ook gevaarlijk worden gemaakt. Nie
mand kan dat voorzien.
Als er dan een ramp voorvalt, een
gewelddaad, gaan er stemmen op om
een eind te maken aan de „halfzachte
onzin" van klinieken voor misdadigers.
Het onbegrip voor de onvermijdelijke
risico's van een wetenschappelijke be
handeling tot heil van mens en gemeen
schap, geeft een cabaretier dan zelfs een
kans om met een succesvol liedje voor
de televisie, het klimaat letterlijk on
gezonder te maken.
Als er in de luchtvaart een dodelijke
ramp voorvalt, haalt toch ook niemand
het in zijn hoofd, beëindiging van alle
luchtverkeer te vragen?
De gemeenschap moet óók iets leren,
nl. in vrijheid te laten leven en de zwak
begaafde en onevenwichtige medemens
zó te binden dat hij groeien kan, inplaat»
van te moeten verschrompelen.
De gemeenschap is op dit stuk gees
telijk nog onderontwikkeld en ver ten
achter bij de mogelijkheden, die de we
tenschap reeds voorhanden heeft.
Dit blükt uit weinig opgemerkte maar
betekenisvolle feiten.
Er zouden veel méér klinieken voor
geestelijk gestoorde en ontspoorde men
sen moeten komen. Voor een heilzame
behandeling is het noodzakelijk dat deze
instituten gevestigd worden in de centra
der samenleving.
Dus niet, zoals vuilnisbelten, ver weg
in de onbewoonde wereld.
Ten eerste echter, wil de gemeenschap
lang niet voldoende geldmiddelen be
schikbaar stellen. Het zij hier herhaald.
Voor de mensen is er niet zovéél, al»
voor kernreactors of straaljagers.
Ten tweede blijkt uit de verslagen van
recente besprekingen in de Kamer, dat
vele gemeenten weigeren dergelijke in
stituten binnen hun grenzen te aan
vaarden.
CEES GRIFFIOEN.