APARTHEIDSPOLITIEK IN DE BRA VE BURGER-GEMEENSCHAP „WERP MIJ NIET VOOR DE REKENMACHINE" 51 mensen: 628 jaar gevangenisstraf Mensen worden niet veredeld door hen als afval te behandelen Machine of mens? WAT KOST MISDADIGHEID Veilig gebonden CELLULAIRE KOEPELGEVANGENIS IN BREDA Apartheid Bandelozen Ter beschikking Vrije maatschappij Harde behandeling Onderontwikkelde gemeenschap Uit hun vroeger LEVEN: BUITENWERELD: MMs ZATERDAG 14 MAART 1964 PAGINA 15 De verkeerspolitie liet mijn vriend, een rechtvaardig staats burger, stoppen en vertelde hem dat zij hem een overtreding hadden zien begaan. Hij zou een andere automobilist gevaar- hjk „gesneden" hebben. Eerlijk van zijn onschuld overtuigd, trachtte frijn vriend de politiemannen duidelijk te maken dat zij het niet goed Sezien hadden. Tevergeefs. Proces verbaal! Hij liet de zaak „voor komen". Voor de rechter zou hij het uitpraten. Deze zou meer begrip tonen dan de agenten die hem achtervolgd hadden. Hij dacht te borden vrijgesproken. Bij de rechter werd ook het ambtsedig proces- Verbaal voorgelezen. Daarin stond dat de overtreding erkend en de schuld toegegevën was. Toen mijn vriend woedend en luid ontkende en het proces-verbaal een leugen noemde, werd ook de ambtenaar van het Openbaar Ministerie zeer boos. Hij sprak over piraten op de weg zo. Toen mijn vriend zich fel verweerde, maakte de ambtenaar het publiek op de tribune aan het lachen, door hem af te schilderen als een betweter en een querulant. Er werd nog harder gelachen toen de ambtenaar op zijn beurt door mijn vriend werd afgeschilderd als iemand van „bijzondere intelligentie", „die zoveel wist te zeggen van iemand die hij niet kende". U begrijpt wel dat er toen van uit praten geen sprake meer was. Het hele kantongerecht was kokend wakker. Mijn vriend vertrok, veroordeeld tot een fikse boete en uitrekking van zijn rijbewijs. In hoger beroep liep alles voor hem met een sisser af. Zijn advocaat zei hem dringend dat hij zoveel mogelijk moest zwijgen. Hij moest de rechtbank niet prikkelen, door te pro beren gelijk te krijgen, want op grond van het verbaal zou hij dat nooit halen. Dus zweeg hij en speelde onhoorbaar knarsetandend de deemoedige. Zijn advocaat bleek een goede profeet. Het werd de zelfde boete zonder intrekking van het rijbewijs. Alles bijeen was het heel leerzaam, hoewel wat duur. Maar sedertdien begrijpt mijn vriend, beter dan vroeger Kafka. Een kalender tegen de wand van de cel betekent voor een gevangene onwaardeerbare morele steun; hij kan er zijn dagen op aftellen. Zó LEVEN ZIJ OP WERKDAGEN: LOON NAAR WERK: VERBINDING MET ZIJN ZIJ TOEREKENBAAR? Het interieur van de Bredase strafgevangenis. Maar waarom zou, om een paar willekeurige namen te noemen, Oldenzaal wél een psychopaten- kliniek moeten „nemen" als Am sterdam dit weigert? Leveren Enschede of Apeldoorn wel gestoorden aan de gemeen schap, maar Den Haag of Delft niet? Oók in Nederland kan een ge meentebestuur zich uit afkeer en angst schuldig maken aan apart heidspolitiek. Evenals in Dallas of Little Rock, zij het minder spectaculair, kan ontreddering en rnoord het gevolg zijn. Zwarte schapen en zondebokken "miiimimiMiiiHiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinimiiiiiiiiiiiiii Serieus schertsend in een kring van vrienden, pleit mijn vriend nu wel eens voor de gedachte, rechters te vervangen door electronische brei nen en rekenmachines. Zo'n machine, nooit moe of geprikkeld, „kan immers veel meer met alles rekening houden", dan een mens in bef achter de groene tafel. Het is betreurenswaardig, dat deze scherts niet zonder achtergrond is. De gedachte, dat een machine het recht en de rechtvaardigheid beter zou kunnen dienen dan een mens, is voor de rechter zowel als voor de berechte mensonwaar dig. Misschien geldt dit niet voor de sim pele verkeersfout of een andere niet- kwaadwillige overtreding van de tech nische spelregels van onze samenleving. De schikking en de betaalde waarschu wing hebben trouwens al een automa tisch karakter. Wanneer ik echter iets misdreven heb, waarvoor, om tot een OORDEEL te ko men BEGRIP nodig is, zou ik me dan werkelijk beter aan een machine dan aan een medeméns kunnen toevertrouwen? Een machine telt op, trekt af, deelt en vermenigvuldigt, maar BEGRIJPEN doet de machine niets en nooit. Dus daarom toch maar liever recht spraak door levende mensen, want le vende mensen hebben, behalve een brein, óók een hart. Want er is veel in het leven en in de mensen dat nooit door het ver stand of het hart alléén, maar slechts door beide tezamen beoordeeld kan wor den. Langs moeilijk naspeurbare wegen kan het hart het tekort schietend ver stand aanvullen, terwijl het verstand het hart behoeden kan voor verdwalen in het donkere oerwoud van gevoelens en driften. Neen, als ik ooit een misdrijf bega, stans mij dan niet in een ponskaart en werp mij niet voor de rekenmachine. Vertrouw mij dan toe aan edele mede mensen die de wet kennen, die bereid en in staat zijn mij te leren kennen. Drs. J. L. Jessen en Drs. A. H. Hijmans van den Bergh bereken den in 1954 de verblijfskosten in enkele gevallen, van mensen die geruime tijd doorbrachten in in richtingen, gevangenissen e. d. Een vijftigjarige man, die 9500 dagen ingesloten was geweest, kostte aan voeding, verzorging en onderdak tenminste 87.000,Dit was tien jaar geleden. Iemand die in 1964 een dergelijke levensloop kv?1 v°lgen, zal vermoedelijk een L>0art.miljoen gulden gaan kosten, meer S?aad kost echter nog véél Want als zulk een mens 1 ™aal in de maatschappij zou werken, zou zijn arbeid ongeveer 200.000,waard zijn. Zo'n ka pot en diep-ongelukkig leven kost, in geld, minstens een half mil joen. Zoals Ik nu leef, lijkt mij de kans gering dat ik een misdrijf zal begaan, dat mij voor de rechter brengt. Het kan haast niet. Ik had en heb zoveel mede-mensen die van mij houden en van wie ik houd. Ouders, broers, zus ters, vrouw, kinderen, vrienden, col lega's en ontelbare naamloze mede mensen. Ja, ook de laatsten horen er bij. Ik vrees hen niet. Zij vrezen mu niet. Nooit wonden zij mij ongenese lijk door afkeer of verachting. Ik ben als zij. Zij zijn als ik. Wij werken te- samen voor elkaar en ik krijg een re delijk deel van wat we samen proau ceren. Natuurlijk, we zijn onder elkaar en met elkaar geen heiligen. Iedef„f° VOot ondervindt wel eens dingen waarvoor hij zich schaamt of die 1,e™ Maar we zijn met talloze bande" f den aan de gemeenschap waarm we geboren zijn. Veilig S?b°Hpn te vertre zelfs moeilijk is die banden te verbre- iiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiin milium,iiiiiiijiiiiniiiMii iMiMiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiHiit"|,,"l"l"lll"",IM"lll,lm"1"1" 6.30 uur Opstaan, wassen, toi let; ontbijt in cel. 7.45 12 Verplichte arbeid met kwartier kof fiepauze. 12 —12.50 Warme maaltijd in C6l. 13 14 Luchten. 14 —17.45 Verplichte arbeid m. kwartier theepauze. i o 1830 Avondmaal in cel. iö.30 21.10 Vrije tijd, ontspan ning en eventuele o- studie. 21.10 21.45 Was- en toiletgele- genheid. Licht uit. Nachtrust. Jaar* ®®vanfenen kwamen vóór hun 15e met rt. T „f eerst, wegens misdrijf, hun 1st i ir? aanraking. Elf vóór Zes vóór i?r' Htien v°ór hun 24e jaar; vóór hun 30e jaar; acht vóór hun 40e en twee nadat zij veertig jaar ge worden waren. Drieenveertig gevangenen werden al eerder veroordeeld. 260 maal. Achtendertig van de eenenvijftig Bre dase koepelbewoners kenden de ge vangenis van vroeger. Tezamen werden zij eerder al veroordeeld tot 140 jaar. Bij binnenkomst in de gevangenis krijgt de gevangene een werkloon van 30 cent per dag; na elf maanden loopt dit op tot 60 cent. Als hij goed werkt kan hij 72 cent premie verdienen, waar door het hoogst haalbare loon 1.32 per dag bedraagt. De helft hiervan wordt gespaard en uitgekeerd bij vrij lating, de andere helft mag in de can- tine worden besteed. Dagelijks is er van twee tot half zes gelegenheid tot het ontvangen van bezoek, doch niet op zaterdagen, zon dagen en feestdagen. Bezoek van vrouwen, ouders en kin deren staat onder „indirect" toezicht; alle andere bezoeken onder „direct" toezicht. Drieëntwintig langgestraften krijgen één of meer keer per maand bezoek. Vijftien andéren worden een keer m de twee maanden of nog minder bezocht. Dertien gevangenen worden nooit be zocht; zestien mannen bijna nooit een brief. Over achtendertig van de eenenvijf tig langgestraften werden psychiatrische rapporten uitgebracht. Slecht ze-"en personen worden geheel toerekenbaar geacht, één nauwelijks of in het geheel niet. "e®®ï*entwintig gevangenen zijn, in verschillend graad, verminderd toere kenbaar. Negenendertig van de eenenvijftig ge vangenen krijgen geen enkele psychia trische hulp. (Peildatum: 1 oktober 1962 Ontleend aan „De lange gevangenisstraf" door Prof. Mr. R. Rijksen.) ^"snijden Z6^ van de gemeenschap los Alleen bij een bijzondere, ongelukkige samenloop van omstandigheden, in een °T?br2.len zwak moment, zou ik mis- u s hunnen doen, waarvoor de wet bestraffing eist. is het mogelijk dat er mensen Tn eigenlijk buiten de gemeenschap ra fr Moordenaars, rovers, dieven, aan- a„a kinderschenners, oplichters en andere misdadigers? Waarom begaan zij nun misdrijven en waarom vaak vele malen opnieuw? Waarom gedragen zij zich zo bandeloos dat de gemeenschap hen uitstoot, uit spuwt? Een misdadiger kan geen gelukkig mens zijn, ook niet, al levert de misdaad hem miljoenen op en blijft hij ongegrepen en ongestraft. Iedere misdaad, klein of groot, straft trouwens onontkoombaar zichzelf. Dat er beroepsmisdadigers zou den zijn is een oppervlakkige en onzin nige mening, die van kennis noch begrip getuigt. Maar waarom dan toch? Waar om? Het antwoord op deze vragen wordt duidelijker en klinkt luider. Een verschrikkelijk antwoord. Onze eigen brave-burger-gemeen- schap bedrijft voortdurend een gena deloze apartheidspolitiek tegenover de mensen onder ons, die „anders" zijn. „Anders" zijn armlastigen, a-socialen, invaliden, geestelijk gestoorden, geestes zieken, debielen, mongooltjes, ongehuw de moeders, sexueel gestoorden, bejaar den, B.L.O.-kinderen, ex-politieke delin quenten, ex-gevangenen, aanhangers van godsdienstige secten of buitenissige po litieke partijen, ex-priesters en nog vele anderen. Een mens hoeft geen zwart vel te heb ben om „apart" te zijn. Zorgt de gemeenschap dan niet voor de aparten, als zij zorg nodig hebben? O, dat wel. Er zijn sociale diensten bij de vleet. Daarom ziet onze maatschappij er echt wel opgeruimd, netjes, hygiënisch en verzorgd uit. Een verzorging waar voor de gemeenschap veel betaalt en weinig bemint, terwijl ook hier de liefde, naar Vondels woord, het krachtigste ciment zou moeten zijn. Een gemeenschap met een te zwak gehalte aan liefde is niet hecht maar voos, en is op weg naar ontbinding, ver rotting. Zulk een gemeenschap, Euro pees of Amerikaans kan ook geen pretenties hebben tegenover Afrikanen of Aziaten. Met vijandige verachting en afkeer stelt de gemeenschap zich tegenover „aparten" die orde en rust verstoren, de veiligheid bedreigen en last, schade en gevaar teweeg brengen. Met name geldt dit voor a-socialen, cri minelen en z.g. psychopaten. Maar het is juist de apartheid die steeds nieuwe criminelen en gestoorden voortbrengt. Het is juist de gemeenschappelijke on verschillige liefdeloosheid, die geeste lijk gestoorden zo eenzaam en gevaarlijk maken, als uit de kudde gestoten dieren in de jungle. Het is het gemeenschappelijk bedreven kwaad van deze „apartheid" die het een „misdadiger" onmogelijk maakt een „goeddadiger" te worden en die de genezing van geestesziekten en wonden belet. Door te weigeren volwaardige mense lijke verbindingen te onderhouden met de aparten, kweekt de gemeenschap zelf mensen zonder bindingen, bandelo ze n, en nieuwe aparten voor de volgen de generaties. De kweek begint vroeg en vindt b.v. plaats in tehuizen waar kinderen, aparte kinderen, apart moeten opgroeien. Voog dijkinderen, kinderen van gescheiden ouders en ongehuwde moeders, aan de ouderlijke macht onttrokken en verlaten kinderen, debielen en achterlijke kinde ren. Deze onschuldige misdeelden hebben geen gezonde normale banden met een vader, moeder of pleegouders, zij kun nen niet opgroeien in een gezin met broertjes en zusjes. Daarom is hun band met de maatschappij, ondanks de zorgen en moeiten van velen, rafelig, gebrekkig en zwak. Op latere leeftijd zullen sommige van deze kinderen de gemeenschap dienen als dief, oplichter, souteneur, prostituee en zo meer. De statistieken hierover lie gen stellig niet. Bandelozen kweekt de maatschappij ook in jeugdgevangenissen, waarin „ge vaarlijke" kinderen worden bijeen ge bracht tot straf voor reeds begane mis drijven, om hen alsnog voor de samen leving geschikt te maken", om hen „een eerzaam vak" te leren. Maar niet, als in het toneelstuk, bekeren zich hier alle „Boefjes". Menige huiveringwek kende boevencarrière begon in een jeugdgevangenis. Als het niet hiertoe komt, dankt de gemeenschap dit aan de toewijding van enkelingen die in deze instituten werken. Bandeloos zijn, is afschuwelijk een zaam zijn. Wie, in het normale leven, heeft enig vermoeden van de eenzaam heid der patiënten in de psychopaten- asyls? Wat zal er daar door hen, in door eenzaamheid gevoede haat, worden be raamd tegen de gemeenschap die hen verdoemde tot de hel? Dan zijn er de gevangenissen, waarin volwassen misdadigers worden opge sloten. Waarom? Om de gemeenschap te beveiligen? M<- r de kans is groot dat de gevangene, eens weer in vrijheid, gevaarlijker is dan ooit te voren, want krachtens de apartheid zal hij ook in vrijheid een gevangene blijven. Om het door hem veroorzaakte leed te vergel den? Alsof leed voor de één leed voor de ander ongedaan of milder maken kan. Alsof een mens veredeld kan worden door hem als afval te behandelen, alsof men zich bekeren kan als er geen hoop is óp werkelijke vergiffenis. Mr. Cannat sprak op het Peniten tiaire Congres in 1950 reeds ongeveer aldus: Het gevangenisleven is een mis vormd leven. Vanaf het lichamelijk automatisme van de ingeslotene tot aan zijn sexuele nood.... alles is vreemd, niet menselijk; van het ware leven blijft slechts een echo over, het is een „dood leven". In zulk een atmosfeer zijn de weer slagen oneindig sterker dan elders; de zielenwinnerij van de gewoonte misdadiger, de misvormende invloed van het abnormale, de ontaarding, de laagheid, de slechtheid van een enke ling dit alles heeft een aanzienlijke invloed op de gevangenengemeen- schap, omdat er niets tegenover staati De door de gedwongen omgang met moreel misvormde mensen, elke dag weer aan in steeds herhaalde kleine porties besmette persoon, kan geen weerstandsbodem vinden in zijn groep, gezin, verleden of plannen. Want van zijn verleden is hij afgesneden, van zijn groep is hij gescheiden en zijn plannen zijn ver en vaag. Het dicht bije doordrenkt hem. Vroeg of laat gaat hij onder in de algemene ver wording. Zo is het drama geweest van vele schuldigen die, toen zij aankwamen, nog enige trots bezaten maar die ver trokken, verwoest en leeg. Gebeurt er niets om dit falen van de gemeenschap op te heffen? Sedert 1928 In de Utrechtse dr. van der Hoeven- kliniek wordt een aantal van zulke pa tiënten behandeld. Enige malen hielden wjj voor hen een voordracht, waardoor wij een kans kregen iets van het leven in deze kliniek te zien. Hier werken artsen, psychiaters, psy chologen, een socioloog en groepsleiders en -leidsters samen aan de moeilijke en boeiende taak, om ziekelijk-misdadige mensen weer geschikt te maken voor een nuttig en normaal bestaan in de maatschappij. Het „grote publiek" hangt vaak de domme mening aan, dat zulk een kli niek een „luilekkerland voor boeven" is. Het vergist zich schromelijk. De dr. van der Hoevenkliniek is een besloten miniatuurwereld, die in vele opzichten lijkt op de grote vrije wereld buiten. Zoals in een „vluchtnabootser" een piloot zich zonder risico, op de begane grond, kan oefenen in het besturen van een modern ingewikkeld vliegtuig, kun nen de patiënten zich zelf in deze kli niek oefenen en beproeven of zij weer in vrijheid zouden kunnen leven. In een gevangenis is of was deze trai ning niet mogelijk. Een dief in de cel kan best van plan zijn nooit meer te stelen, maar of hij daar in slagen zal weet niemand, ook hij zelf niet, want in de gevangenis valt er niet veel te stelen. krijgt hij toestemming om buiten de kli niek te werken, om familieleden of con tactgezinnen te bezoeken. Met erkentelijkheid spreekt de leiding van de kliniek over de letterlijk heil zame samenwerking op dit gebied met werkgevers en gezinnen, die uiteraard weten, dat het om een patiënt gaat. Hard, h eel hard, worden de ziekten aangepakt, waaronder deze mensen lij den, zó hard. dat sommigen boven de kliniek de gevangenis verkiezen, dat ze soms mager en ernstig lichamelijk ziek worden, alsof de geest tegen de behan deling protesteert# Zoals voor ieder, is het ook voor deze mensen ontzettend moeilijk te erkennen, dat zij geestelijk ziek zijn. De behandeling kar jaren duren. In vele gevallen wordt er succes behaald. Soms staat de wetenschap nog machte loos, evenals zij ook machteloos kan staan tegenover een kwaal van het lichaam. Maar hierin schuilt toch geen argu ment om dan maar niet te zoeken naar oplossingen en hulpmiddelen en de lij ders maar aan hun lot over te lateni Evenals een hartpatiënt, die vandaag recht heeft op alle hulp die nu mogelijk is en morgen op hetgeen dan zal Kun- kan de rechter op deskundig advies, mensen die zich misdragen hebben, ter beschikking van de regering stellen, als aannemelijk is, dat hun wangedrag samenhangt met geestelijke gestoord heid. Ter beschikking stelling is in feite geen straf. Zo mogelijk moet deze maat regel dienen ter verpleging en behan deling van de ter beschikking gestelde, opdat deze weer geschikt wordt voor het leven in de normale maatschappij. Onbegrijpelijk tragisch is in bepaalde gevallen, dat ter beschikking stelling vaak volgt op een kortere of langere gevangenisstraf, terwijl vaststaat dat het verblijf in de gevangenis de kansen tot herstel verkleint of zelfs kan uitscha kelen. De vrije wil van de mensen waarover het hier gaat, is zo zeer verminkt, be schadigd of verziekt, dat zij zich in vrij heid opnieuw moeten misdragen, als ze niet doeltreffend behandeld zijn. Sedert het einde van de oorlog zijn wij getuige In de kliniek zijn er beperkte kansen tot wangedrag, zoals die in de vrije wereld welhaast onbeperkt zijn. Er moet ook gewerkt worden. Wie werkt kan een redelijk loon verdienen. Wie wel kan maar niet wil werken, wordt niet betaald en draagt de schande door eigen schuld zonder middelen te zijn. Wie uitbarst in vemieldrift, moet zelf de schade betalen. Mét en van elkaar leren de patiënten te leven in een samenleving die vaak uiterst hard en egoïstisch kan zijn. Doen zij elkaar om-echt aan, dan ondervinden zij hoe moeilijk dit te verdragen is en óók dat sommig onrecht aanvaard moet worden in het leven. Zij moeten wennen aan vrijheid en verantwoordelijkheid, en leren op eigen benen staande te blijven, óók als het stormt. Tijdens deze training tot vrijheid wordt de patient niet alleen gelaten. Psychologen en psychiaters trachten, door regelmatige diepgaande gesprek- van een razendsnelle ontwikkeling van talloze mogelijkheden. Op geneeskundig gebied ontdekten de wetenschapsmensen niet enkel ongeken de middelen en methoden om zieke lichamen te herstellen, maar óók wer den er nieuwe vondsten gedaan en toe gepast, om zieke of gewonde zielen te genezen. Prominente wetenschapsmensen stel den, dat de rechtvaardigheid, de men selijke waardigheid en het gemeenschap pelijk en persoonlijk belang eisen, dat de vruchten van hun werk ook onver kort ten goede komen aan mensen, die zich, tengevolge van hun geestelijke ge stoordheid, hebben misdragen tegenover hun medemensen. In ons land zijr er thans een klein aantal inrichtingen en instituten, waar in den geest en met dit doel voor ogen wordt gewerkt. Maar het is alsof de geest van ..apaj"1* heid" de-uitbouw van dit werk be lemmert Want de gemeenschap stelt niet voidoende middelen beschikbaar, om allen die dit behoeven, een verant woorde wetenschappelijke behandeling en deskundige verzorging te geven. ken met hem in verbinding te komen Zij lielpen hem zich zelf te leren kermen zoals hij is. met het gevaarlijke en slechte en vooral ook met het goede en gezonde, dat in hem is. Velen zien in zichzelf alleen maar mis lukking en kwaad, en dit vervult hen met wanhoop. Deze wanhoop verbergen zii achter bravourleugens die voor hen zelf tot valse waarheid worden, omdat zii bang zijn voor de echte werkelijk heid. Velen lijken afgestompt, grauw, nors en ontoegankelijk. Maar als de wetenschapsmannen en -vrouwen die dit werk met verstand én hart verrichten, moeizaam de ziel van de patiënt hebben schoongekrabt van korsten en vuil, dan ontdekken zij vaak een mens die nog vele mogelijkheden heeft, om een goed en bruikbaar lid te worden van de samenleving. Misschien was zo'n mens nog nooit in zijn leven gelukkig en heeft hij zijn om geving met ongeluk besmet. Nu daagt er een kans anderen geluk kig te maken en zelf wat geluk te er varen. Als de behandeling gunstig ver loopt moet de patiënt de realiteit van het leven in vrijheid ondervinden. Dein nen. heeft óók de geestelijk gestoord# recht op volledige bijstand. Soms wordt in een inrichting of kli niek een patiënt de drang naar de vrij heid te machtig. Hjj ontvlucht. Dan wordt er alarm geslagen in de buiten wereld en ontstaat er opwinding, angst en paniek als bij de ontsnapping van een gevaarlijk dier. Een ontvluchte patiënt kan in een enkel geval gevaarlijk zijn. Maar hij kan ook gevaarlijk worden gemaakt. Nie mand kan dat voorzien. Als er dan een ramp voorvalt, een gewelddaad, gaan er stemmen op om een eind te maken aan de „halfzachte onzin" van klinieken voor misdadigers. Het onbegrip voor de onvermijdelijke risico's van een wetenschappelijke be handeling tot heil van mens en gemeen schap, geeft een cabaretier dan zelfs een kans om met een succesvol liedje voor de televisie, het klimaat letterlijk on gezonder te maken. Als er in de luchtvaart een dodelijke ramp voorvalt, haalt toch ook niemand het in zijn hoofd, beëindiging van alle luchtverkeer te vragen? De gemeenschap moet óók iets leren, nl. in vrijheid te laten leven en de zwak begaafde en onevenwichtige medemens zó te binden dat hij groeien kan, inplaat» van te moeten verschrompelen. De gemeenschap is op dit stuk gees telijk nog onderontwikkeld en ver ten achter bij de mogelijkheden, die de we tenschap reeds voorhanden heeft. Dit blükt uit weinig opgemerkte maar betekenisvolle feiten. Er zouden veel méér klinieken voor geestelijk gestoorde en ontspoorde men sen moeten komen. Voor een heilzame behandeling is het noodzakelijk dat deze instituten gevestigd worden in de centra der samenleving. Dus niet, zoals vuilnisbelten, ver weg in de onbewoonde wereld. Ten eerste echter, wil de gemeenschap lang niet voldoende geldmiddelen be schikbaar stellen. Het zij hier herhaald. Voor de mensen is er niet zovéél, al» voor kernreactors of straaljagers. Ten tweede blijkt uit de verslagen van recente besprekingen in de Kamer, dat vele gemeenten weigeren dergelijke in stituten binnen hun grenzen te aan vaarden. CEES GRIFFIOEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1964 | | pagina 15