Meeste
stad van
een zwak voor het water
hofjes in
moderne zin
en activiteit
L
Zwerven door
HOLLAND
BEDOEÏNENBRU1D IN SAHARA
De „ROMMEL" in Tunesië trekt
veel (Duitse) toeristen
L
T oensten
m
m%
Bruiloft
Leiden
Leidse School
mÊ
Jen
cachet
ZATERDAG 14 MAART 1964
PAGENA iV
0
Van de Victorie van Alkmaar naar het ontzet van Leiden is een
stap, die minstens op historische samenhang tussen deze twee
steden wijst. Dat het ontzet pas een jaar later valt dan de
ictorie is niet zo erg. Tenslotte heeft heel die ellendige geschiedenis
tussen Geuzen en Spanjaarden bij elkaar tachtig jaar geduurd. Ze
ebben ook nog de kaas gemeen deze twee steden, al zitten er dan
n de Leidse „pitjes". Die pitjes doen het misschien. Leiden is pit-'
t'ger. Leiden is meer een stad van allure, heeft niet het provinciale
Van Alkmaar.
2e zijn beiden ongeveer even oud, voortgekomen uit de drang van
Vv graven van Hphand hun gebied uit te breiden en te bevestigen.
tvas Alkmaar uitvalspoort tegen de West-Friezen, Leiden werd de
Wrsterkte Burcht om het bezit veilig te stellen en later het Hof om
&alant met het bereikte te paraderen. En daarmee hebben we dan
Meteen het sprookje genegeerd als zou Leiden, Lugdunum Batavo-
Jum, een romeins Rijnkasteel zijn uit het jaar vijftig, verwant met de
fb'ittenburg. Sprookjes uit de periode, dat de geschiedschrijving ge
hanteerd werd om er romantiek mee te bedrijven. Zonder die roman-
Nek is Leiden anders al oud, eerbiedwaardig en romantisch genoeg.
Ve gaan er wat rondneuzen.
LEIDEN: In Zuid-Holland
het centrum van de Rijnstreek,
gelegen aan de Oude Rijn.
BEZIENSWAARDIGHEDEN:
Aan Rapenburg universiteit
1575in het vroegere Kloos
ter van de Witte Nonnen; Hor
tus Botanicus (1587) achter
universiteit, de Burcht einde
12e euuvo); St. Pieterskerk
14e eeuw); St. Pancraskerk
(1510); Lakenhal (161)0);
Stadhuis (alleen gevelgedeelte
over van 1597, rest na brand in
dertiger jaren van deze eeuw
herbouwd); niet minder dan
twintig hofjes, door de stad
verspreid; Van der Werff-park;
enkele poorten.
BESTAAN: Handel, verkeer,
industrie, winkelcentrum, cen
trum van onderwijs.
TOEKOMST: Verdere uit
bouw van centrumfunctie en
van de industrie.
„In den Vergulden Turk", gevelpartij in de Breestraat, bekroning
nu van een groot warenhuis, dat vijf verschillende oude panden
omvat. Vroeger, dachten we, Kroonlijst van een notabele tabaks-
handel. De figuren zijn meer dan levensgroot.
Machtig rijst achter de Breestraat de Stadhuistoren op, enige deel
van het statige stadhuis, dat bij de brand in 1939 ongeschonden bleef.
Jam Gerforailds* Htad VU1 ,',le verdr«a«zaamheid en van hofgracht hoewei het ook te bereiken
k£a™£oX«KS£DZ'S - «n kle.nj.ig, „e, e»
Frau Annemarie voor de bunker van Rommel op het strand van Hammamet.
n het
Rapenburg proeft men de sfeer van het oude Leiden: fraaie Leiden is een' Rijnstad
Bevels en voorname gebouwen, natuurlijk langs het water.
iefkozend streek de man-met-
de-tropenhelm over de wan
den van een massieve kolos
sale bunker, die het strand van de
Tunesische badplaats Hammamet,
ontsiert. „Van hieruit hadden we
een prachtig uitzicht over de
baai... siehst Du Annemarie... de
troepen van Montgomery had
den geen schijn van kans... jam
mer, dat we later in de rug zijn
aangevallen, anders zaten we er
nog... Maarschalk Rommel had
de zaak goed opgezet... Ach, das
waren Zeiten... wir die Wüsten-
ratten und der Er win".
Rommel werd eens door de
Britten de zee ingedreven, maar
de Duitsers kwamen terug.
Triomferend en zich op de borst
slaand. „Wir, Annemarie... das
waren Zei ten...!"
eerbiedwaardig, v
geleerd en verdraagzaam
Hij is de oudst-bekende geschied
schrijver van Holland, die de gebeur
tenissen van het Hollandse graven
huis en van het bisdom Utrecht uit
voerig te boek stelde. Alles wat we
over die tijd weten, hebben we aan
deze Jan Gerbrandszoon van Leiden
te danken. Hij heeft verder onder
meer de geschiedenis van de abdij van
Egmond geschreven en die van de
heren van Brederode.
Wetenschap en Kunst hebben zich
vanouds wel thuis gevoeld in Lei
den: niet voor niets spreekt men van
de „Leidse school" in de schilderkunst,
die vanaf de vijftiende eeuw tot in de
achttiende eeuw belangrijke schilders
voortbracht, van Lucas van Leyden,
!Iet stadsbestuur zich fel gekant heeft aan van Goyen, tot Gerard Lou en
!®Sen de inpoldering van de Haarlem- dan Steen. Wat zeggen weDe gr°te
Rembrandt is bi) Leiden geboren. Haal
de hij hier niet zijn prachtige kleuren
vandaan? Het Rembrandtieke licht van
deze Rijnstreek, waarvan Leiden het
centrum is.
De Leidse Sterrenwacht, gesticht in
1632 is bekend over heel de wereld,
zoals ook de Leidse musea belangstel
ling trekken, niet alleen van de mid
delbare scholieren, die Egyptische Kunst
eneen mummie gaan zien, maar
ook van binnen- en buitenlandse geleer-
aten we beginnen met het water.
Het water, dat Leiden dan weer
met Alkmaar gemeen heeft, want
zowel de Victorie als het Ontzet
jaren het gevolg van dat machtige
*>°llandse wapen: de inundatie. Je
*et eenvoudig het land onder water en
vijand moet vluchten. Opvallend is,
het voor beide steden in oktober
«ebeurde. Opvallend eigenlijk ook weer
?jet> want in oktober heeft Holland het
Pftste water te verwerken,
i Nu heeft Leiden altijd een zwak voor
water behouden. Of het nu komt,
st deze stad tenslotte zich Rijn-
v.taa kan noemen, gelegen aan de Oude-
iyJf> en dat duidt op eerbiedwaar
digheid of, willen we Hildebrand ge-
,°Ven, omdat de Leidenaars zulke ver-
otte hengelaars zijn en dus rustige, goe-
mensen, we weten het niet. Maar
eker is, dat terwij] heel Holland zich
ervoor inzettt meren in te polderen,
$Pr
mi»ii111
■li l l il
-hi V
ook de rampjaren van oorlog en bezet
ting aan voorafgegaan. Het Leidse lin
nen is ook na de zestiende eeuw be
kend gebleven, maar we moeten
eerljjk zijn toen waren het de uitge
weken Viamjngen, die de Leidenaren op
nieuw het weven kwamen leren.
'h'ermeer, het fijnste viswatertje, dat
Leidenaars zich konden dromen. Ze
Jphijnen trouwens ook de uitvinders te
z'.1n van het vissen met pieren. Ook al
volgers die Haarlemmer Hildebrand,
^oorganger van de even geestige Haar-
'fmmer Godfried Bomans, die met even-
VI geest de menselijke hebbeiykhe-
da« wee* te beschrijven als Hildebrand
pgygdeed, bijvoorbeeld in „De Leidse
met r§ar": dat is: de Leidse hengelaar
zegd winSIeren. Waarmee we niet ge-
rl r,L 1 en j A j
dat ve"hL,hebben. dat Hildebrand met de" en toeristen, omdat er veel Ooster-
heeft. Al kond.e Leidenaar getypeerd sfi kunst is te hewnnderen int Tndnncsie
trekvaart Haart!0 er' .s!"ds., de
do ctoHor, a-UT ern met Leiden, en bei-
"f ?tede" d°op middel van de Haarlem
se tiekvaart met Amsterdam, verbon
den waren, gemakkelijk iets meer van
Weten.
Dat kon hij trouwens ook uit zijn
■tudententijd, want Leiden nietwaar, wel
Vano '"vamen vanouds de grote figuren
YViii aan' s'llds niemand minder dan
Hn «m>van Oranje in 1575 er de eerste
♦W'andse universiteit stichtte.
se kunst is tc bewonderen uit Indonesië
en Oost-Aziatische landen. De Hortus
Botanicus, gesticht in 1587 is ook een
Europese bekendheid.
Leiden is die industriële functie
trouw gebleven, zoals het daarnaast
centrum blijft voor handel en ver
keer en winkelcentrum voor heel het
gebied van de Rijnstreek, dat een na
tuurlijke aansluiting heeft bij Utrecht,
die andere belangrijke stad, veel over
eenkomend, maar voornamer weer,
met Leiden zelf.
Leiden is daardoor in voortdurende
ontwikkelingen beweegt zich langzaam
naar een inwonertal van toch wel
100.000.
Mogen we het hierbij laten voor wat
betreft de ontwikkeling van vandaag,
om ons nu te vermeien in het echte,
het oude Leiden, dat ook hier weer in
het centrum gevonden moet worden.
Gaaf bewaard, hoewel niet alles, want
bij de befaamde Leidse buskruitramp
in 1807 gingen mooie dingen verloren
en het raadhuis in renaissancestijl
brandde in 1929 af. Het werd m
oude stijl herbouwd.
de
We zjjn nog niet aan de wandeling
door Leiden begonnen of we hebben
al tal van bijzonderheden verteld over
Een heel bijzonder cachet geven aan
IS
het Oude Leiden de hofjes.
telde in de zeventiende eeuw zoveel
nln T nirlfill Dfi ITl6f
We gaan eerst
deze stad, die van belangrijke invloed dofjes als Leidern^e'meesten daarvan
"TT lanclse leven door de eeuwen heen: ?tt? ^ewa^f^hp^eQte^An*na Hofje aan de
i Ua de geleerden, ook vandaag nog. is vinaf de Middelste Gracht. Het jaar-
Vraag dat aan de velen, die ner- 1^ 1492 nritkt boven de ingang aan
SÏÏS'iS"héJS.ral'S'zl«K Hooigracht. De W «J«an keurig
niet. Het hofje heeft een eigen vrii
moeten trouwens niet vergeten, staande kapel, die door de beeldenstr
We
®zwermd. Neem bijvoorbeeld Jan Ger- deleeuwen befaamd om het Leidse lin- waarschijnlijk het enige middeieL r
J^szoon, die in'1440 daar geboren nen dat geen VUuunu wever konn». altaar van boven de Moerdiik tJ
in w' b Sing naar de Carmelieten, die maken, in d- zestiende eeuw al 18.000
tP Haarlem hun eerste Hollandse kloos- inwoners had. Alkmaar had er t
Öaa f^en gesticht, werd prior van het 3.000.
er toen
ti,Rur'enise klooster hervormde er de Zeker in 1580 waren er nog maar
tUcht en schreef tal van toeken 12.000 inwoners over, maar daar waren
Eigenlijk is ook dat verkeerd opge-
♦?e.rlct. want tevoren reeds waren voor-
elijke Leidenaren over Holland ^uit- dat Leiden, de oude stadv in de mid- mers gesp£ard is gebleven zodaWhT'
k.. k,nige middeleeuwse
is. Hebben we dit ho°fjed gez^m'^an
mogen we met denken alles te weten
van de Leidse hofjes Er zijn er twintig
en ze verschillen allemaal van elkaar
Het Schachtenhofje is anders en Meer'
mansburg aan de Oude Vest een echt
hof, gebouwd op de plaats van het
klooster Nazareth van de Clarissen
(„Graauwe Zusters"). narissen
ienuKopi£ ontstoriden meerma-
Coninckshof kl°ostors, zo werd ook het
waar vni Jgeï0Uffd °P een terrein
sula-KloostPr® ,hery°rrning het St. Ur-
vormen die taf Basea van rust
kf talruke hofjes in een druk-
ke, hier en daar wat schots en scheef
gebouwde stad, waar het leven van de
twintigste eeuw voortraast, misschien
zonder het mooie van dit alles te zien
Kijk in de Breestraat naar het stad
huis van niemand minder dan Lieven
de Key, loop langs de blauwe steen
waar vroeger de terechtstellingen
plaats vonden en zie dan het gebouw
van het Hoogheemraadschap van Rijn
land, het gemeenlandshuis, met een hal
gebouwd door Pieter Post. Dan gaan we
nog even naar het Rapenburg, waar
het museum van Oudheden gelegen is
en mooie gevels de aandacht trekken,
zoals die met het wapen v .n de familie
Duyvenbode. Het verhaal wil, dat ze
hun naam kregen in de tijd van het
bezet van Leiden. Met postduiven wisten
ze toen het contact tussen prins Willem
van Oranje en het stadsbestuur te onder
houden: duiven waren de boden van
Loi den
Er is veel moois in het oude Leiden,
boeiender haast dan het zich steeds
ontwikkelende nieuwe Leiden met de
huizen voor de industriewerkers, de
nieuwe gebouwen voor onderwijs en we
tenschappen. We moeten nog even wij
zen op het typisch Hollandse gezicht,
dat Leiden biedt aan de Oude Vest en
op het uitzicht van de Korenbeurs brug
en de Visbrug. Fraai is de gotische bt.
Pieterskerk uit de veertiende eeuw en
boeiend ook de Lakenhal van 1640 (in
gebruik als stedelijk museum).
Dat is Leiden in grote lijnen: ook hier
weer een stad met een eigen sfeer,
een bijzondere harmonie, omdat de rust
van het verleden er glans geeft aan de
activiteit van geest en handen, die de
stad door de eeuwen gekenmerkt heeft:
eerbiedwaardig door ouderdom, geleerd
door de vele grote figuren die hier leef
den en werkten, of hier hun scholing
kregen, verdraagzaam, omdat het hu
manisme vanouds het stempel drukte
op leven en werken.
Misschien dat Willem van Oranje, in
wezen humanist, daarom hier de eer
ste universiteit van Holland stichtte.
Misschien, nee, heel zeker, heeft die
Haarlemmer Hildebrand in zijn „Leid
se peüeraar" de Leidenaars tekort ge
daan. Hoewel, het water Mensen,
glorie prjjken in de zon (De Tunesiërs
zeggen: laten de Duitsers deze ondin
gen maar zelf komen afbreken) is
slechts een uur met de auto. Vooral in
deze plaats, waar iedere week een ka-
melenmarkt is, heeft de Tunesische re
gering zich ingespannen. het toerisme op
gang te brengen. En dat is gelukt ook,
want Hammamet heeft een goede klank
gekregen bjj de toeristen. Het stadje
zelf is niet veranderd en men treft er
de eerste winkelende bedoeïnen aan.
Zo zwierf ik voort en ik kwam terecht
in de oase Gabes, waar ik dronk uit de
bron, die opwelde uit het zand en die
een weelde van palmen rond zich
schiep.
JAN BURGER
Langzaam loop de Duitse toerist met
zjjn vrouw om de gecamoufleerde bun
ker heen. Hij draagt de tropenhelm, die
hij vroeger als tanksoldaat van Rom
mel ook torste. Hjj is terug op het slag
veld....der Heinrich uit Koblenz, samen
met zijn Annemarie, die iets proeft van
de militante sfeer van Rommel en de
zijnen.
Een Tunesische kameeldrijver rent
naderbij. Hij ruikt klantjes. Hij weet,
dat de Duitsers zich bij voorkeur laten
fotograferen op de bult van de drom-
medaris met de betonnen bunker op de
achtergrond. Gehoorzaam zakt het
woestijnpaard door de knieën. Heinrich
hijst Annemarie op de harige ongelijke
bult en even later is de plaat van de
dag gemaakt. Feldwebel Heinrich
nu een gezeten en corpulent zakenman
in kinderspeelgoed heeft zijn bun
ker voor eeuwig Annemarie heeft
med de drijver krijgt een halve dinar.
Iedereen is tevreden!
Ik was getuige van dit tafereel en ik
moest het vastleggen op de lens en op
papier omdat het voorval tekenend is
voor een bepaalde mentaliteit, waarvan
we dachten, dat zij uitgeroeid was, maar
die heelaas voortleeft en woekert in
de harten van vele Duitse oudstrijders
die maar niet kunnen vergeten, dat in
hun „verloren paradijs" mitrailleurs
ratelden en de bunker hun veilige huis
Met duizenden komen de Duitse toe-
risten naar Tunesië toe. Boten en vlieg-
tuigen brengen hen rechtstreeks naar
net land van de zon en de dadels, waar
gelukkig echter ook volop plaats is voor
andere vakantiegangers, want Tunesië
is groot, uitgestrekt, gastvrij en de kust-
H]n is duizenden kilometers lang.
Het bedevaartsoord van Rom-
mels strijders, Hammamet, mag dan
voor zestig procent door Duitse toe
risten zijn „ingenomen".... er blijft in
dit prachtige land met zjjn milde kli
maat en exotische sfeer plaats ge
noeg over voor iedereen, die de sprong
van Europa naar Afrika wil maken.
Toen ik onlangs het voorrecht had
land en volk van Tunesië beter te le
ren kennen, viel het mij op met hoe
veel élan Tunesië werkt aan een nieuwe
toekomst. Geen politieke, geen pan-Ara-
bische, maar een toekomst die bijna uit
sluitend op toeristische aspecten. Tune
sië wil het vakantieland worden van de
mensen uit het kille noorden. Van Scan-
dinaviërs, Nederlanders, Duitsers, kort
om van alien, die de lange winter
maanden binnen moeten zitten en de
stralen van de zon moeten ontberen. En
daar komt dit land niet te kort aan.
Onmogelijk kan nien Tunesië verge
lijken met de politiek zeer ambitieuze
buurlanden als Algerije en Egypte. De
lokroep uit Cairo bereikt de Tuneslerg
- „?t I natuurlijk wel, maar het zijn slechts
haar gedurfd kamelenplaatje en Ach-1 enkelingen die zich hebben verenigd in
f/T Pro-Nasser club. Het overgrote
!"d Tndecl der Tunesiers wil baas blij
ven in eigen huis, men verkiest de „tra
gische eenzaamheid" boven het Ara-
uische nationalisme
Eerlijk gezegd merkt de bezoeker van
lunesie nauwelijks iets van politiek of
geschuifel achter de schermen. Dit door
het westen beroerde land, waar de
Franse cultuur diep wortel schoot, heeft
alle eigenschappen om tot zonnepara
dijs der Europeanen te worden.
Tijdens een tocht langs de kust, die
"MTj is,
s en
afwisselend rotsig en goudzanderig
telde ik tientallen gloednieuwe hotels
bungalowparken. Blinkend witte vakan
tiehuizen zo maar uit het zand of uit de
rotsen opgetrokken. Hyper moderne ge
bouwen met alle comfort terwijl bij wij
ze van spreken op een steenworpaf
stand bedoeïnententen staan. Een Dou
glas DC 8 van de K.L.M. had mij in
twee uur en twintig minuten van Schip
hol naar de luchthaven van Tunis ge
bracht. En daar begon mijn tocht door
een land, dat rijk is aan tegenstellingen,
zonnige dagen en eerlijke gastvrije men
sen.
Voor ik er erg in had stond ik in
Carthago, de door de wijsgeer Cato
gevloekte stad, die in het jaar 147 voor
Christus door Scipio de Romein werd
verwoest. De veldheer had opdracht de
stad grondig uit te roeien en dat heeft
hii grondig gedaan. Wat er over bleef
van de luxe stad der Phoeniciers waren
slechts een paar zuilen en gehavende
beelden. Carthago, dat op een afstand
van twaalf kilometer der Tunesische
hoofdstad ligt, is nu een veelbezochte
ruïnenstad en het woonoord van diplo
maten en rijken.
Langs het strand van Carthago
slenterden enkele Arabieren. Zjj wa
ren op zoek naar munten en andere
overblijfselen uit de gouden eeuw der
stad. Geregeld spoelen kleinoden uit
de Romeinse en Phoenicische tijd aan
en verzamelaars van oude munten
kunnen hun hart ophalen, wanneer de
muntenzoekers de groezelige handen
openvouwen om hun vondsten te to
nen.
Van Carthago naar Hammamet, waar
de bunkers van Rommel nog in volle
Het was aan de rand van de Sahara,
dat ik getuige was van een bruiloft tus-
sen twee bedoeinenkinderen, die elkaar
fluisterend het jawoord gaven en die el
kaar voor he* eerst in de donkere ogen
keken. Si Rehabi, de vader van liet
bruidje Braha droeg een een grijswollen
ajellelah en een vuurrode fez. Zijn ge
taande door de woestijnwind getekende
"ezicht stond opgewekt. Met langzame
edachtzame passen bracht hij mij
n8a j Srrde ruwharen bedoeïnentent
op de vlakte, naast de oase. waar het
bruiloftsmaal van zijn geliefde dochter
met de Saharasoldaat Glaoui zou wor
den gehouden.
Toevallig had ik Si Rehabi leren ken
nen op de kamelenmarkt van Gabés.
De bedoeïn, die drie van zijn beste drom-
medarissen aan de man had gebracht
om de bruiloft van zijn kind te bekosti
gen, nodigde me uit bij het huwelijk van
zjjn kind aanwezig te zijn. Wie zou zo'n
invitatie afslaan?
„Gods almachtige wil heeft zo be
schiktAllah zij geprezen....", zei hij
in Arabisch-Frans en ik begreep, dat
hij doelde op het afscheid van zijn ge
liefde dochter, die straks met haar no
made door de duisternis worden opge
slokt, wanneer zij met Glaoui de Sahara
in trok. Met gekruiste benen ging ik
net als de andere feestvierders op een
geweven kussen zitten. Tegenover mij
zaten Braha, het met sieraden omhan
gen bruidje en de vurige Glaoui. We
lachten en knikten in eikaars richting.
Toen begon de „diffa", het feestmaal.
Urenlang duurde het heerlijke bruilofts
maal. Drie gebraden lammetjes wer
den verorberd en toen ik nog een bord
cous-cous had weggewerkt, was ik blij,
dat ik van bruidegom Glaoui een kroes
kruisemuntthee kreeg.
Si Rehabi genoot....maar achter
zijn ogen brandde verdriet. Telkens
zag ik, hoe hij naar Braha keek
met droefenis in zijn blik. Ais alles
voorbij zou zijn en Braha voorgoed
met haar woestijnruiter zou zijn ver
trokken, zou Si Rehabi met zijn
hengst de vlakte inrennen om zijn
verlies te overpeinzen. Intussen luis
terde ik vadsig zittend op de berg
kussens naar het monotone Ara
bische gezang cn keek ik naar de
danseressen, die met heupen en
bovenlichaam draaiden. Ik keek
ook tersluiks naar het bruidje Bra
ha, die net zestien was geworden
en die straks met "de vreemde man
aan haar zijde een nieuw leven zou
beginnen. Buiten de ruwharen tent
dansten de mannen en zongen de
vrouwen. Tambourjjnen gaven het
ritme aan. De geur van dampende
reukvaten drong in mijn neusgaten.
De zon was ondergegaan. En op het
ogenblik, dat ze achter de horizon ver
dween, spreidde Si Rehabi een klein
tapijtje voor zjjn voeten uit. Hij knielde
met het gezicht gericht naar het oosten
en onder de sterrenhemel van het wij
de woestijnland zong hij, bijgevallen
door alle mannen en vrouwen: „God is
groot....er is geen andere God dan Al
lah..„komt tot gebed....komt tot blijd
schap...." Braha en Glaoui stonden stil
op. Even later klonk paardengetrappel
Het bruidspaar was onderweg. Allah be
geleidde hen op hun eenvoudig nomade-
bestaan.
WILKO BERGMANS