tvdkrwiUerlWa
OaJerwaiertdevisic
Wprf-sfliepcii ®P Atlantische Oceaan
De grote stormvloeden
©PJB
COPENHAGEN
1>I lï
COPENHAGEN
©Pin
COPENHAGEN
De onderwaterfotografie is een lief
hebberij, die zowel de beroeps
duiker als de moderne amateur-
kikvorsman veel beoefenen. De
kikvorsman moet het echter, net als de
duiker die van de oude methode ge
bruik maakt, op een bepaalde diepte
opgeven. Dan neemt men zijn toevlucht
tot de automatische onderwatercamera,
zoals bijvoorbeeld de Amerikaanse geo
fysicus Maurice Ewing er een ontwor
pen heeft. Deze camera is met een
schijnwerper aan een drie meter lange
stang verbonden die aan kabels wordt
neergelaten. De verzegelde verbinding
verhindert het willekeurig draaien
van de camera en aan een ioodver-
zwaring houdt de camera en de schijn
werper ingeschakeld, zo lang het stuk
lood de zeebodem niet raakt. De ca
mera wordt vooral met succes gebruikt
bij het onderzoeken van zeestromingen,
het dierlijk leven en scheepswrakken
op grote diepten.
Van nog groter belang dan de on
derwaterfotografie is de onder-
watertelevisie. De eerste bruik
bare constructies werden onge
veer twaalf jaar geleden voor net eerst
benut voor de onderzoekingen aan
het wrak van de Britse onderzeeër
„Affray", die in 1951 tn het Kanaal ge
zonken was. De apparatuur die voor
ondrwatertelevisie gebruikt wordt is
uiteraard veel omvangrijker, maar
biedt ook veel meer toepassingsmoge
lijkheden. Men kan tijdens de opnamen
van lenzenstelsel veranderen zodat men
grotere of Kleinere stukken van de zee
bodem in beeld kan brengen. Op gerin
gere diepten kan de onderwatertelevisie
gebruikt worden om vanaf het moeder
schip bijvoorbeeld bergingswerk op de
voet te volgen en aan de hand daarvan
aanwijzingen te geven.
Sinds 1955 is de Atlantische Oceaan
metereologisch te overzien door
middel van negen weerschepen, die
elk ruim tweehonderd zeemijlen in
het vierkant met hun waarnemingen be
strijken. Deze schepen, die eenvoudige
namen als „Alpha" „Bravo", „Coca" in
alfabetische volgorde hebben gekregen,
moeten ieder dag acht maal de weers-
toestand van het ogenblik opnemen.
viermaal de hogere luchtstromingen door
middel van weerballons onderzoeken en
twee tot vier maal de luchtdruk, tempe
ratuur en vochtigheidsgraad meten. De
weerschepen (omvang rond de duizend
ton) bieden, behalve aan normale be-
dere
manning, ook nog plaats aan zeven me-
tereologen en tien radiotechnici. Deze
radiotechnici zijn er onder andere voor
de weerballonnen die met radiopeilingen
werken. De gehele bezetting van het
schip wordt regelmatig afgelost. Zij
hebben 26 dagen achter elkaar dienst
op zee, en dan gaan ze vijftien dagen
vrijaf naar de wal. De landen, die niet
aan het werk van deze schepen helpen,
dragen echter wel een vastgestelde som
bij voor hun onderhoud.
De kusten rond de Golf van Benga
len worden vaak geteisterd door
de zee en stormen. In oktober 1737
veroorzaakte een cycloon een
springvloed van meer dan dertien meter
hoogte die zich op de door panische
schrik bevangen kustbewoners wierp.
300.000 van hen met zich mee sleurde
in de dood .hun dorpen en hun boten
vernielde. Op dezelfde plaats en onder
dezelfde omstandigheden herhaalde de
ramp zich in 1864. toen 50.000 in de zie
dende watermassa's omkwamen en 300.000
stierven aan de daaropvolgende epide
mieën. In 1876 kwamen 73.914 mensen
om het leven bij een soortgelijke over
stroming in de delta van de Ganges en
de Brahmaputra .terwijl de choleraepi-
demie die dit soort rampen vaak op de
voet volgt, 41.537 slachtoffers eiste.