Mgr. H. G. M. ter Riele, bisschop Malakal, nu ambteloos burger 25 neger- priesters voor gebied zo groot als half Europa Toekomst is omeken maar negers worden in elk geval NIET mohammedaans Grootste verplaatsbare reuzenrad van Europa in Vlodrop gebouwd Gratis rit voor pastoor en burgemeester Geweldige klap Revolutie DINSDAG 7 APRIL 1964 PAGINA 7 mém Het begon met de uitwij zing van een Italiaan se missionaris in 1956. Het zette zich voort in de na tionalisering van alle missie scholen en het verbod aan alle missionarissen en zende lingen om geneesmiddelen te verschaffen. Het uitte zich in talrijke processen tegen mis sionarissen, die dan het land werden uitgewezen en het kreeg zijn hoogtepunt in een wet van 1962, waarin alle missie-posten precies moes ten opgeven welke roerende en onroerende goederen zij bezaten. Het uitte zich in een on zinnige haat van de gouver neur van Juba tegen de missie, een haat, die hij op zyn ondergeschikten over bracht. Zo luidde de mohamme daanse regering van Soedan de kerkvervolging in het zui- den van haar land in, een kerkvervolging, die door de dagbladen uit Khartoem de vorm van een hetze kreeg. Monseigneur H. G. M. ter Riele, apostolisch prefect van Malakal, die de gebeurtenis sen gedurende al die jaren heeft meegemaakt, heeft eindelijk zijn stilzwijgen ver broken. In klare taal heeft hij ons verteld wat er ge beurde in Zuid-Soedan toen de mohammedanen eindelijk hun hoffelijke masker afwier pen en hem dwongen om in een paar dagen tjjds het land te verlaten. Dat deze kerkvervolging grote opschudding heeft ver oorzaakt in de vrije wereld behoeft geen betoog. De Mohammedanen zijn de nieuwe heersers in de Zuid-Soedan. Enkele van de trotse bewoners van de Zuid-Soedan ZUID-SOEDAN werpt masker af iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi iiiiniiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Op de laatste zondag van oktober kreeg monse.gneur Ter RieIe dat twee van /.Mn missionarissen on middellijk het land moesten verlaten Dit bericht kwam zo plotseling, dat niemand er meer iets van hegreeD Maar het stond er duldeiyk. De minis terraad heeft besloten.... Eindelijk wierp men het masker af. Monseigneur Ter Riele stapte on middellijk naar de mohammedaanse commandant van politie met wie hy op goede voet stond, maar deze wist nergens van. Ook de militaire gouver neur was stomverbaasd toen hp het nieuws vernam. Deze raadde monseig neur Ter Riele aan naar het ministe rie te schrijven, hetgeen deze deed. Het antwoord liet weer aan duidelijkheid niets te wensen over. ,,Er 16 geen be roep mogelijk op een besluit van de ministerraad." „Dit betekende dat ik aan de slag moest. Want in mijn gebied had ik nog maar zestien missionarissen over en als er twee afvielen, moest de hele zaak gereorganiseerd worden. Ik ben toen eerst naar Jongjan gegaan, dat is twee en een halve dag varen, om ze daar te vertellen wat er gebeurd was en toen ik terug kwam, moest ik naar een andere statie in het Noorden, een dag varen om een van de paters te halen. Drie weken later ligt er bU mij weer een brief. Er werd me meege deeld, dat vijf missionarissen het land binnen zes weken moesten verlaten. U begrijpt, dat ik het gevoel kreeg, dat de grond onder mijn voeten weg zakte." Bij deze groep waren twee Ne derlanders, Meijer uit Amsterdam en Kok uit Hoorn. De laatste zat echter zó ver weg, dat monseigneur Ter Riele naar de commandant van politie ging met de opmerking, dat het wel een paar weken iiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiiiimmiiiiiiiiiiimiMiiiiiimiimiiiiiiiiiiiiiiimiiMimiimiiiiiiiiiiiiimmiiiimiiiiiiiiiiii' zou kunnen duren, voordat hij bericht van hem had. „Maakt U zich niet ongerust. Daar zorgen wij wel voor", zei deze hoffe lijk. Onmiddellijk werd naar de meest dichtsbijzijnde post geseind, dat ze de pater moesten vertellen, dat deze zes weken kreeg om te ver trekken. De politiemannen daar stap ten in een auto en brachten de mede deling aan de hevig geschokte mis sionaris over. Inmiddels had de regering in Khar toem een excuus uitgedacht voor de ze kerkvervolging, een excuus dat druipt van huichelarij. Terwijl men eerst in 1957 de scholen van de mis sie had afgenomen, schreef men nu: „Daar u geen scholen meer hebt, bent u het land eigenlijk van geen dienst meer, zodat u Zuid-Soedan be ter kunt verlaten." in Malakal. Toen hij een winkel bin nenstapte, keken de bedienden hem verbaasd aan. „Weet U het al?", vroegen ze. Monseigneur Ter Riele haalde de schouders op. „Wat?" ÜDat jullie er allemaal uit moeten". „Waar hebben jullie dat gehoord? vroeg hij. „Over de radio," antwoordden ze. Een ogenblik dacht hij nog, dat ze het verkeerd verstaan hadden, maar toen hij thuis om half zeven de We reldomroep aanzette, hoorde hij het zelf. Alle missionarissen en zendelin gen zouden Zuid-Soedan onmiddellijk moeten verlaten. Later vertelde de B.B.C., dat de minister van Binnen landse Zaken besloten had, dat alle niet-Soedanese missionarissen en zendelingen moesten vertrekken, om dat zM misbruik hadden gemaakt van de gastvrijheid, die de regering hun had verleend. De regering zou wel voorzieningen maken voor missie en zending. Vrijdagochtend werd monseigneur Ter Riele opgeroepen door de com mandant van politie. Dit was des te meer merkwaardig, omdat vrijdag de mohammedaanse rustdag is. De com mandant deelde hem minzaam mee, dat hy een telegram uit Khartoem had ontvangen, dat alle missionarissen on- middellijk moesten vertrekken. Mon seigneur Ter Riele had vrijwel geen tijd tot nadenken, want hü moest on- middellijk tot aktie overgaan. Zijn mis sionarissen moesten direct worden ge waarschuwd, wilden ze niet in grote moeilijkheden komen. HM kreeg de vol ledige medewerking van de comman dant van politie in Malakal, die waar schijnlijk order van de regering had gekregen de zaken zo vlot en zo soepel mogelMk te regelen. Monseigneur Ter Riele vroeg uitstel van enkele maan den. Hy kreeg een telegram terug uit Khartoem: „Binnen een week moet u het land verlaten hebben." Op de missie-statie in Tonga hoorde de pater en de vier zusters het droeve nieuws van de politie, die allerminst vriendelMk was. Ze deden huiszoeking op de missiepost en onderzochten daar na de boot nog eens grondig. Ze wa ren brutaal en onbeschoft. Toen ze dat echter in Malakal ver telden, belde de militaire gouverneur monseigneur Ter Riele op en bood hem zjjn excuses aan. Deze verzocht de gouverneur dit persoonlijk te doen aan de zusters en nog geen uur later kwam hij zijn verontschuldigingen aanbieden. Men vraagt zich af waarom? Wilde men de hoffelijkheid van deze kerk vervolging goed in de archieven vast leggen? In Detwok gedroegen de politieman nen zich ook onbeschoft, deden huis zoeking en namen het archief mee. In Kodok verkocht de pater haastig zijn geweer en zijn oude auto. Toen de inspecteur dat hoorde, snauwde hM hem toe: „Breng het geld terug. Je mag niets verkopen." Pater Paayens uit Zaandam had ook moeilijkheden in Wau, waar de politie een paar oude boeken en een oud ge weer in beslag r.am. Voor al deze zaken bood de politie- commandant van Malakal zijn diepste verontschuldigingen aan. De pater kreeg zijn geld terug en de inspec teur werd berispt. Was dit een spel? Niemand kan het zeggen, maar mon seigneur Ter Riele heeft de hoogste lof voor genoemde commandant. Intussen zaten 9 paters en 16 zusters in Malakal te wachten op hun ver trek. Duidelijk was te merken, dat alle autoriteiten zich inspanden om hen zo ipoedig mogelijk te doen afreizen en ils klap op de vuurpijl kwam op zon dag 7 maart een oud K.L.M.-vlfegtuig De zondag vóór Kerstmis kreeg mon seigneur Ter Riele weer een brief. Op nieuw moesten twee missionarissen het land uit. „Op dat moment waren we in het personeel gehalveerd en dus moest ik een missie-statie sluiten. Daarna werd er gezegd, dat er niemand meer zou worden weggestuurd. Alles bij elkaar waren er tot begin 1963 ongeveer een honderd en vijftig missionarissen en zendelingen uitgezet. Allemaal om de zelfde reden: overbodigheid. Men dacht toen dat het afgelopen zou zijn, maar weer vergiste men zich. De re- gex-ing vroeg hoe de situatie met de zwarte priesters was en de mogelijk heid, dat deze de buitenlanders konden vervangen. Voor de Opper-Nijl bleek dit een onmogelijkheid te zijn. Het zou nog minstens tien jaar duren, voordat er voor de overgebleven acht missiona rissen Soedanezen konden worden aan gesteld. Monseigneur Ter Riele voelde toen wel aan, dat ze daarop niet zou den wachten en hij kreeg gelijk. Inmiddels brak er weer een aantal opstanden uit. Eerst by de stam van de Nuër, die een politie-post uitmoord de. Vervolgens brak er een nieuwe op stand uit in Torit en Jé tegen de mo hammedanen. Daarna brak er een re volutie uit in Juba, die zestig slachtof fers eiste. In januari 1964 probeerden de opstandelingen de plaats Wau In bezit te krygen, maar zij werden op het laatste ogenblik door de moham medaanse troepen verslagen. Er werden heel wat gevangenen ge maakt. De leiders werden opgehangen en de rest kwam voor de rechter. Vijf werden tot levenslang veroordeeld en een aantal tot langdurige gevangenis straffen. Een Italiaanse priester werd ervan beschuldigd, dat hij de opstan delingen had geholpen. Hij werd vrij gesproken. Een neger-priester werd be schuldigd, dat hij geld had verzameld voor de opstandelingen, maar ook hij werd vrijgesproken. Toen monseigneur Ter Riele hoorde van de vrijspraak van de Italiaanse priester, dacht hij, dat ze weer een tijdje veilig zouden zijn, maar op donderdag 27 februari 1964 ging hij naar de markt, de souk, (Advertentie) Elke OLVEH polis is winstdelend VLODROP, 7 april Hoewel de tra ditionele zomerkermis nog even op zich iaat wachten, heerste er gisteren In deze gemeente een heuse kermisstem- ming. Vele dorpelingen met burgemees ter drs. F. Fey en pastoor P. J. Kissels aan het hoofd, vermaakten zich toen kostelyk en voor niets op een unieke kermisattractie: het grootste, ver plaatsbare reuzenrad van West-Euro pa. Zij dankten dit genoegen aan het plaatselMke constructiebedrijf, de N.V. Vekoma, dat onlangs van de Schaes- bergse kermisexploitant Gjjsbert Kallen koot de opdracht kreeg een reuzenrad te bouwen. Met behulp van de Nijmeegse werktuig bouwkundige Carel Ruysink voerde de N.V. Vekoma deze opdracht in een re cord-tijd van vijf weken uit. Op feestelijke wijze en onder grote be langstelling stelde de burgemeester drs. F. Fey deze attractie in gebruik. Na de gratis rit voor de autoriteiten, kon de dorpsjeugd naar hartelust proef draaien. Ook de Kloosterzusters van Vlo drop en de 65-jarlge pastoor P. Kissels moesten even de lucht in. Het reuzenrad Is dertig meter hoog en daarmee het grootste rad, althans verplaatsbaar vau West-Europa. Het „Riesenrad" in het Weense Prater (56 meter) is hoger, maar deze attractie is niet verplaatsbaar. Het door de N.V. Vekoma gebouw de rad is bevestigd aan acht stalen mas ten en gemonteerd op een stalen vloer met een oppervlakte van 200 m2. Twin tig veelkleurige gondels bieden plaats aan honderdtwintig personen. De heer Güsbert Kallenkoot, die sa men met zMn broers Louis en Rinke, di verse kermisattracties exploiteert, o.a. een waterscooter en een reuzenrad van „slechts" 21 meter, gaat weldra met deze nieuwste attractie, voorzien van een sprookjesachtig verlicht vooriront een Friendship (vliegtuigen, die door de Soedanese regering in Nederland zjjn gekocht) de groep van 23 mensen ophalen. Het vliegtuig was door de regering gestuurd en aan de missionarissen en de zusters werd medegedeeld, dat ze geen passage behoefden te betalen, om dat ze de vliegende gasten van dezelf de regering waren, die hun van van daag op morgen het land uitzette. Volkomen beduusd kwamen ze in Khartoem aan, waar een leger van persfotografen hen op stond te wach ten en vandaar vlogen ze naar Rome en Londen en monseigneur Ter Riele wee rnaar Amsterdam. En daar stond hM, een eenzame man, een apostolisch prefect van een gebied, waarheen hy niet meer mocht terug keren. Vyf en twintig jaren van zijn leven waren voor niets geweest, vyf en twintig van zMn beste jaren had hM ge geven aan een fictie. „Wat zegt hij er zelf van? Ik zal zyn woorden letterlijk aanhalen. „Ik wist niet, dat ze daar zo fanatiek wa ren. Sinds de opstand is er zoveel in de pers gezegd over de christenen, dat het volk met de dag meer tegen ons opgezweept werd. Eén Soedan, schreeuwt de radio, één regering, één geloof, het mohammedaanse geloof. Eén zaak heeft me goed gedaan. De kerk was op de dag van ons vertrek stampvol. Van heinde en ver waren de mensen gekomen om zo afscheid van ons te nemen. De negei's vonden het verschrikkelijk. Ze kwamen op de pastorie vragen was ze nu moesten doen." Ja... en wat moeten ze doen? In heel Malakal-provincie, een gebied vele ma len groter clan Nederland zijn er nog precies... drie zwarte priesters over. Twee van hen zijn een half jaar pries ter, de andere zeven jaar. Ik ben bang, dat de regering gaat proberen ze on der haar macht te krijgen. Dat lijkt er wel op. De regering vroeg mij bij- voorbeeld hoeveel salaris ze die pries ters nu moest betalen. Ik antwoord de: „De kerk betaalt geen salaris aan z(jn priesters; ze onderhoudt ze. Ons economisch verlies is natuurlijk ook groot. We mochten twintig kilo ba gage meenemen, dat is alles. De rest bleef achter met een waarde van on geveer anderhalf miljoen gulden." „Wat gaat U nu doen?" „Ik weet het niet. Ik ben nu ambte loos burger. Eerst ga ik naar Enge land, daarna naar het Concilie en daar ben ik onderdak tot het einde van het jaar." „En denkt U dat U nog terug kunt komen in Zuid-Soedan?" Mon seigneur Ter Riele schut zijn hoofd. 5000 lampjes op toernee. Na de •vant-première in Vlodrop volgt op 25 april de première op de kermis in de Belgische stad Brugge. Vervolgens doet deze attractie Amsterdam, Deventer, Dordrecht en Eindhoven aan, waarna het reuzenrad net als de waterscooter te zien zal zMn op diverse kermissen in Duitsland, FrankrMk en OostenrMk. Lan den, waar de bevolking, aldus de heer Kallenkoot, meer kermisminded is dan in ons land. „Neen, dat gelooof ik niet meer. Deze regering laat ons niet meer binnen, daar ben ik zeker van. Men streeft nu eenmaal naar één mohammedaans Soedan. Ze willen geen federatie met het zuiden. Waarom de regering daar zo vast aanhoudt, begrijp ik niet, want het Zuiden kost de regering alleen maar geld." „Hoe staat de kerk er nü voor?" „Dat is heel moeilyk te beantwoor den. Nu alle missionarissen en zusters eruit gestuurd zyn, blMft de vraag oxer hoe het nu staat met de seminaristen, de neger-zusters en de neger-broeders. Het antwoord geeft een heel goed idee welk een geweldige klap de kerk heeft gehad. Een week voordat we moesten vertrekken, stuurde ik myn seminaris ten terug naar het Zuiden, waar de seminaries zyn. De studenten kwamen in Juba aan, maar op het seminarie waren geen paters meer. Dus kwamen ze naar Malakal teru£. Ik zei hen, dat ze naar de missie-staties moesten gaan, niet naar hun eigen dorp. eii daar de paters zo goed en zo kwaad als dat mogelijk was moesten vervangen. Godsdienstoefeningen geven in de kerk etc. De neger-priesters zouden dan wel verdere aanwyzingen geven. Ik heb de neger-priesters gezegd: „Ga van statie tot statie en doe daar ons werk." Ik heb een van de negei'-priesters gezegd: „Wacht tot Rome je orders geeft. Rome zal wel beslissen wat er met die seminaristen moet gebeuren". Eén mogelijkheid is nog, dat alle groot-seminaristen naar Rome worden gestuurd, maar twee neger-seminaris ten die dat al van plan waren, konden dat niet doen, ornaat hun paspoorten in beslag werden genomen. Dit leerde ons, dat we misschien ook die moge lijkheid moeten buitensluiten. Een andere oplossing zou zijn om deze seminaristen over het buitenland te verdelen: Congo, Soedan en Kenya. Maar als ze geen uitreis-visum krijgen behoort ook dat plan tot de onmoge lijkheden." „Wat denkt Rome ervan?" „Rome weet ook niet hoe dit pro bleem op te lossen op dit ogenblik. We moeten afwachten hoe de zaak zich daar ontwikkelt. Een andere oplossing zou zMn om in het Noorden van de Soedan een seminarie op te richten, maar daar hebben ze vierhonderd klein-seminaristen en een kleine hon derd, die op het groot-seminarie zijn en er is gebrek aan priesters, aan le raren. In Kordovan in het Noorden is men echter ook met maatregelen te gen de katholieke kerk begonnen, zo dat we daar wel eens hetzelfde kunnen krijgen als in het Zuiden." „Denkt U dat het met de katho lieke kerk in Zuid-Soedan is afgelo pen?" „Uiterlijk wel, maar Innerlijk niet. Zo gauw het tot de negers doordringt wat er gebeurd is, dan zullen zM dit niet nemen. Want met al deze maat regelen neemt de regering de negers hoe langer hoe meer tegen zich in. ZM doet er meer kwaad mee dan goed. Hetgeen de regeerders beogen, om alle negers mohammedaans te maken, bereiken ze absoluut niet, daarvan ben ik zeker. De. Shillocks, de Noërs en de Dtnka's zullen nooit tot de Islam overgaan. Er heerst grote spanning In Zuid-Soedan. Toen in 1982 zoveel missionarissen werden weggestuurd, zyn al duizenden ne gers het land uitgevlucht naar Oe ganda en de Congo. Deze hebben zich nu georganiseerd; zyn teruggekomen in groepen, vandaar die opstanden. De mohammedanen in Malakal bij voorbeeld vonden het echter van de andere kant verschrikkelijk dat by- vooorbeeld de zusters weggingen, want die verzorgden de zieken zo goed. Zo is de toestand verward en onze ker. Komt er een revolutie in Zuid- Soedan? Zullen de negers het vertrek van de missionarissen zo maar ne men? „Zou je het zo kunnen stellen, monseigneur, dat er geen oplossing is?" „Dat is best mogelijk en als dat het geval is dan gaan alle seminaris ten terug naar hun dorpen en dan is het afgelopen. Of men moet de oplos sing zoeken in neger-priesters uit de omliggende landen, die als missiona ris naar Soedan willen, zodat die kun nen komen helpen in het Zuiden. Het is echter maar weer de vraag of de regering dat toestaat." Want in Soedan, een grote staat in Afrika, die er trots op is, dat er vrij heid van godsdienst bestaat, is een bit tere kerkvervolging bezig, die boven dien al jaren geduurd heeft. Hoe kan een regering in haar propaganda-slo gans haar volk en de rest van de we reld zo bedriegen. We weten echter nu wat er in de Soedan aan de hand is, dank zM de harde, bittere feiten. In heel Zuid-Soedan zyn nu precies nog 25 negerpriesters over op een christe lijke bevolking van 400.000 in een ge bied, dat zo groot is als half Europa. Hoe hard het leven van déze zwnrte priesters zal worden, is nog niet te be zien, maar dat hun taak gigantisch is, daarvan kan men overtuigd zyn. WIM HORNMAN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1964 | | pagina 7