als u het
m
HOLLAND-
AMERIKA
LIJN
Interlinie
iBismsu^
DE DIEVEN VAN DE
sa
5
m
DE ZWARTE PIJL
TA
Pelsjagers van Rio Pecos
i
Piet Loeris en de Vliegende Schammerakken
VRAAGT
FREDERIK DINCEMANS
VRAAGT BESCHERMING
lp
Pracht handen
Irene IX
eerste klasse...
Reisbureaus
Bezwaarschrift tegen
dagvaarding Carel
Briels en zoon
Nederlandse zeeman in
haven van Cork
verdronken
Wrevel (III)
ZATERDAG 18 APRIL 1964
ROTTERDAM
Voor al uw zeereizen
Tube1-60'95" Hamea-Gelei
Beleg modern
beleg in
-door MARTIN MONS-
I
cue oe motten
Cueg nemen...
2 sa
De Wadders
Lazers schrijven de krant
«Denim. en hebben gesproken, wil ik
teeen p„r.ti,test aantekenen. Ten eerste
hebhon V' die het recht meent te
om namens het gehele volk, via
iv&M!
Telstar noch SyncomH komen
®i" aan te pas. Tóch kunnen de
Programma's van vele buiten
landse televisiestations op dit
scherm worden ontvangen.
Programma's van Amerikaanse
televisiediensten als NBC,
CBS en ABC... maar ook van
Britse BBC, de Franse RTF
en onze eigen NTS. Thuis kan
Pit nog niet.
Aan boord van de ROTTERDAM,
het vlaggeschip van de Neder-
'andse koopvaardij, sinds kort
wél.
°it ultra-moderne passagiers
schip van de Holland-Amerika
Lijn beschikt thans over een ei-
9en televisie-installatie. Zodra
h*t schip, waar ook ter wereld,
Pinnen het bereik van een TV-
zender komt, kunnen de passa-
Siers de programma's van deze
zender op verschillende beeld
schermen volgen.
Niet alleen op transatlantische
feizen, maar ook tijdens cruises
is dit het geval.
Tijdens de vaart in volle zee
komt de televisiedienst van
het schip in aktie en verzorgt
"closed-circuit" uitzendingen
Van het entertainment aan boord.
Deze televisieprimeur van de
ROTTERDAM bewijst weer
eens dat de Holland-Amerika
Lijn er voortdurend naar streeft,
haar passagiers het beste, het
ellernieuwste te bieden.
Zeemanschap, vooruitstrevend
heid en toewijding zijn de karak
tertrekken van een eerste klasse
hiaatschappij als de Holland-
Amerika Lijn.
Nergens ondergaat u de heil
zame werking van een zeereis
intenser dan als Eerste Klasse
Passagier op een van haar
Grote Drie
ROTTERDAM,
NIEUW AMSTERDAM en
STATENDAM.
Jn een omgeving waar u zich
"thuis" voelt. Uw eigen wereld,
hiaar dan los van de tijd, die
9een kans krijgt u te achter
volgen. Als een herboren mens
hereikt u de plaats van bestem
ming. Uw ticket "Holland-
America Line - First Class" is
®en verstandige investering.
het laatste woord in varenI
i> i teiili»
rado en TV ons op te ruien en ons wil
laten roepen „nee, weg met haar". Wat
hebben deze mensen de bijbel toch goed
gelezen. Duizend jaar geleden riepen ze
„Weg met Hem" en thans in 1964: „Weg
met Haar", en dat dan namens het ge
hele Nederlandse volk. Zij menen nog
steeds dat ons land Hun Christelijk Ne
derland is. Zijn zij het, die ons willen
leren hoe wij de bijbel moeten gebruiken.
Ik krijg de indruk dat zij de bijbel ge
bruiken als leesboek en meer niet, of
hebben zij een andere bijbel, zo eentje,
waar alleen in staat, dat men geen TV
mag zien of dat men niet mag fietsen,
niet mag sporten, geen kralen rijgen aan
een snoer op zondag. Wel rusten, want
zondag is een rustdag, dan kan men rus
tig achter de gordijnen kijken wat zijn
naaste allemaal aan zondigheden doet en
je kan heerlijk rustig op die rustdag
praten b.v. over Irene, die overgegaan
is naar „die roomsen", men kan dan
heerlijk rustig in een ruststoel het ver
leden, het heden en de toekomst uitplui
zen van de verloofde van Irene: Don
Carlos. Men kan dit op zondag zo uit
praten en uitpluizen dat er geen draad
meer van overblijft, want praten mag
wel op zondag. Ik raad deze mensen aan
als zij rustig praten op die rustdag, eens
een andere bijbel te pakken. Die moeten
zij dan eens openslaan bij Matheüs
22:34-40 - Lucas 10:25-37 Mare. 12:28-31.
Zij zullen daar vinden: Het Grote Gebod:
Gij zult liefhebben de Heer uw God en
uw naaste, gelijk uzelve. Aan deze
twee geboden hangt de ganse wet en de
Profeten
Men kan in die bijbel ook vinden
het woord van Christus, als Deze zegt:
„Hij of zij die zonder zonden is werpe
de eerste steen". Ik hoop nu dat Schiphol
vol komt te staan met mensen met ste
nen om onze geëerbiedigde Koningin te
laten zien hoe zwaar haar geliefde doch
ter heeft gezondigd.
De mensen zonder stenen zou ik willen
vragen: laten wij bidden voor H. M.
Koningin Juliana, voor Z. K. H. Prins
Bernhard, opdat zij de kracht en de wijs
heid van God zullen krijgen om te han
delen naar zijn voorbeeld.
Laten wij bidden voor onze geliefde
prinses Irene en haar verloofde prins
Carlos, opdat zij in vrede, liefde en geluk
de moeilijkheden met Gods hulp mogen
overwinnen. Geef haar nu een krachtig
thuisfront. Zij hebben dit nu juist nodig,
juist nu de mogelijkheid aanwezig is dat
ze ver van huis én volk, zelfs zonder haar
geliefde moeder, die niet aanwezig kan
of mag zijn op een dag welke ook voor
haar de mooiste zou moeten zijn, zal trou
wen. Laten wij dan bij Irene zijn, ieder
op zijn eigen eerlijke manier in gebed
in gedachten met onze tegenwoordig
heid, met een bloemetje, met een kaart
met een vriendelijke eerlijke gelukwens,
aan het jonge paar, opdat het weet dat
er in Nederland wel degelijk andersden
kenden en christenen zijn die haar niet
toeroepen: „Verdwijn en kom om in de
woesijn" maar net zoals Christus, die
altijd zal blijven roepen: „Komt allen tot
Mij die belast en beladen zijt en Ik zal
u verkwikken."
Daarom: leve onze Irene lang en ge
lukkig!
P.S.: Dank aan de redacteur van „Op
zij van het nieuws", die daar, Waar het
nodig is, haar verdedigt, die werkelijk
een eerlijke christelijke, een objectief
christendom beoefent. Ga zo door, wij
hebben uw steun nodig.
H. A. KNEULMAN
Advertentie
en nimmer ruw of schraal
delijke misdragingen onzer voorvaderen
ën over datgene wat hij thans meende te
mogen schrijven, alsnog het schaamrood
op de kaken. Jac. M. Apon
Nu iedereen plannen maakt om met
vakantie te gaan wil ik U en vooral
de jongeren onder U ernstig waar
schuwen om zorgvuldig na te gaan met
welk reisbureau U deze vakantie denkt
te gaan vieren. Ik had een briefwisseling
met de directeur van een „Keisbureau
voor Jongeren". Deze schreef mij dat hij
eisen stelt ook op religieus niveau. Ik
citeer: het dragen van religieuze
voorwerpen is niet mogelijk, ook niet de
r.-k. gebaren bij het gebed. De demon
straties van het geloof, zoals de Neder
landers die bedrijven, vormen een uniek-
Nederlandse aangelegenheid in het we
reldgebeuren, die in buitenlandse ogen
eerder lachlust dan respect afdwingt en
terechtIk kan U zeggen dat wij te
progressief zijn om ons te onderwerpen
aan allerlei wetten en gebruiken, die na
nieuwe concilies en herderlijke brieven
over vele jaren voor de massa toch weer
worden gemoderniseerd; het is ons gees
telijk privilege om die achterstand in
denkvermogen niet te behoeven volgen.
Ik zoek medewerkers die het geloof
in het hart dragen. Ik ben niet geïnteres
seerd in de recetten van mijn reisbureau
alleen."
Tot zover enkele citaten uit twee brie
ven. Ik meen U hiermee te hebben laten
zien dat men met zorg zijn reisbureau
moet kiezen.
Zoeterwoude J. A. W. M. J. Kortmann
AMSTERDAM, 17 april De raads
man van de heer Carel Briels en diens
zoon Rutger, mr. dr. B. Stokvis, heeft
bij de rechtbank te Arnhem een be
zwaarschrift ingediend tegen de dag
vaarding, waarin vader en zoon Briels
worden beschuldigd van mishandeling
van de Nijmeegse journalist J. H. Eilan
der. Op woensdag 22 april zouden de heer
Briels en zijn zoon voor de politierechter
te Arnhem terecht hebben moeten staan.
Dit gaat nu niet door. Volgende maand
kan de raadkamerbeslissing van de
rechtbank op het bezwaarschrift worden
verwacht. Deze mishandelingszaak houdt
verband met de nieuwjaarswens die de
journalist voor de schouwburg had ge
schreven, en waarin voor de heer Briels
minder aangename dingen zouden heb
ben gestaan.
CORK, 17 april (Rtr) De 30-jarige
zeeman J. A. W. Marsyla uit Delfzijl is
in de Ierse haven Cork verdronken. Bij
het van boord gaan van de kustvaarder
Alderd-1 (384 ton) is hij tussen het schip
en de wa] gevallen. Zijn lijk is gister
middag opgehaald.
Am t»rier»n*
Internationale Belegg.ngs Unie ..Intèr'unieL Postbus 60. Den Haaq
Men behoeft het met de door de heer
J. A. Bomans in de krant van dinsdag
genoemde „zekere heer Hollander" niet
in alles eens te zijn, om mét hem het
Cultuurcentrum van 1830—1870 grondig
te verfoeien. De heer Bomans zegt daar
graag over te spreken omdat het doel
van de instelling zo gezond is (lees: was),
n.l hier citeert hij gebrekkig „dat
de Indische bezittingen zo spoedig moge
lijk in staat mochten geraken om in de
kosten van derzelver onderhoud te voor- j
zien'! Hij voegt daaraan toe: „Men is
daar volkomen in geslaagd terwijl het
moederland thee en koffie kon drin
ken Tegen een dergelijk ge
schrijf meen ik te moeten protesteren.
Het Cultuurstelsel, aangeprezen onder
zeer filantropische kleuren, had er alle
schijn van de Javaan ten voordeel te
strekken, doch in werkelijkheid kwam
het, naast dat koffie- en theedrinken,
hierop neer, dat er van 1840 tot 1875 een
kleine achthonderd miljoen gulden, me
rendeels geroofd en gestolen van en ont
futseld aan de Inlanders, in de schatkist
van het moederland vloeiden, waardoor
(om het eens heel gematigd te zeggen)
de welvaart van de inheemse bevolking
in ernstige mate werd geschaad. Mr. Dr.
Bern, Damen, Nederl. Ind. Rechterlijk-
Ambtenaar, noemde indertijd het Cul
tuurstelsel terecht „Een zwarte vlek in
het Nederl. Koloniaal geschiedboek". De
heer Bomans neme eens kennis van de
felle kritiek op het Cultuurstelsel eer
tijds in de Tweede Kamer uitgeoefend
door W. R. Baron van Höevell en herleze
eens „Max Havelaar". Alvorens over deze
schandvlek in onze historie zo graag te
spreken, omdat alles zo gezond was, zou
ik de heer Bomans voorts willen aanra
den eens de geschiedenis van ons voor
malig Nederl. Indië ernstig te bestuderen. I
Wellicht komt hem dan over de schan-1
127
Met een triomfantelijk gegrinnik houdt hij hoofdinspecteur Pieter
Auguste Perquin zijn hand 'oor.
Juffrouw Caroline Kaas geeft een gilletje.
„O, maar hij is het, ik herken hem nu duidelijk. Voor honderd procent."
laat ze er met een schuine blik naar commissaris Van Waveren op
volgen.
„Hoe komt dat zo ineens?" vraagt deze. „Mijnheer heeft, voor zover
ik zien kan, toch geen wrat."
„Nu, dan heeft hij die zeker laten wegnemen! Ik herken hem aan
zijn manier van lachen. Hij trekt zijn bovenlip dan rechts in de hoogte,
zodat je zijn hoektand helemaal ziet. Die is geplombeerd, met goud.
Ik vond die manier van lachen zo grappig, omdat we thuis een hond
hebben, die ook lacht en precies op dezelfde manier. Maar die heeft
natuurlijk gaen goudvulling in zijn hoektand."
„Zo, zo, u herkent mij dus, omdat ik net lach als uw hond! Uitgezochte
getuigen hebt u, inspecteur, mijn compliment. Maar hoe zit dat dan
met die grote wrat, juffrouw? Die mijnheer van u had toch immers
een wrat? Heb ik een wrat? Nu zegt u eens? Heb ik een wrat?"
„Natuurlijk heeft u geen wrat, mijnheer Dingemans," zegt mevrouw
Miele rustig. „Hoe zou u nu een wrat kunnen hebben als u die de dag
na de dood van die arme Catherine by dokter Tulders hebt laten
wegnemen?"
„Hoe komt u by zo'n onzin?"
„Het is geen onzin. Ik was ook bij dokter Tulders. Ik zat in de
wachtkamer toen u in de behandelkamer was. Zonder uw kleinzerigheid
zou ik dat niet geweten hebben, maar nu praatte u zo hard, dat ik
u duidelijk kon horen. En dokter Tulders zei nog tegen mij: „Kunt
u zich nu voorstellen, dat een volwassen man zoveel lawaai maakt om
het wegbranden van een wrat?" En ik zei: „Och, mijnheer Dingemans
is nu eenmaal wat kleinzerig uitgevallen." U vondt dat wegbranden
vreselijk, maar Catherine Duysentschoon heeft meer pijn geleden, veel
meer en veel langer. Het schijnt, dat u dat niet zo erg vond." De
kleine vrouw trilt van verontwaardiging. „Maar dat laten wegnemen
van die wrat was dom en kinderachtig, mynheer Dingemans. Want,
ziet u, heel Huize Avondrood kan getuigen dat u op die vinger een
wrat had."
„En omdat ik een wrat, die mij hindert, laat wegnemen, ben ik auto
matisch een moordenaar. U neemt het mij hoop ik, niet kwalijk, maar de
logica van deze redenering ontgaat me. Komt er nu nog meer, of kan ik
naar huis gaan?"
„Er komt nog meer. Laat de heren maar binnen, Van Tol.
Dokter Van Maastrigt komt binnen, gevolgd door een man, die men
al by de eerste blik zijn beroep aanziet.
„Mijnheer Van Schrevelen, Lucas Jan?"
„Jawel, mijnheer. Ik hoop maar dat het niet te lang duurt. We zitten
erg krap met personeel, ziet u?"
„Ik zal het zo kort mogelijk maken," belooft Perquin. „Juffrouw Kaas,
als u met de brigadier hier wilt meegaan naar de kamer hiernaast, kunt
u daar op uw gemak uw verklaring doorlezen en tekenen. Ze hebben hem
in een ommezientje uitgetikt. Mijnheer Van Schrevelen, u is ober in de
Keizerskroon, nietwaar? Heeft u deze heer hier wel eens eerder gezien?"
(Wordt vervulRd)
verten tl*
geeft u de gerentle voor een heerlijke en verkwikkende
of een ontspannend weekend.
70 km gezellig zeestrand Bergen, bos
sen, rivieren en valleien In de Ardennen
Het rustige Kempenland Watersport,
tennis, golf Wereldvermaarde Kunst
steden «Folklore Schitterende festivals
en kunstmanifestaties (Brussel, Luik,
Spa, Mons, Oostende, Knokke, Ant
werpen, Gent, Doornik, Namen...) Voor
treffelijke Hotels en Restaurants.
GRATIS VERKRIJGBAAR:
Nieuwe brochures: Ardennen, Kunst
steden, badplaatsen, schilderachtige
streken
Hotelgids 1964
Camping - Caravanning (280 terreinen)
Brochure Vakantie voor Allen (Adres
sen van 200 goedkope pensions)
Kalender der Merkwaardige Gebeur
tenissen
Festivalfolder 1964.
Een gul onthaal wacht u In het prachtige
en zo boeiende België, bron ven levens
vreugde.
Inlichtingen en documentatie: bij uw Reisbureau of het Nationaal Belgisch Verkeert-
bureau, Leldsepleln 7, Amsterdam. Tel. 020-245959.
MOCO
A/U ZULcEN
HSLfi!
DP H/J HEEFT] BEN GOED
P£ BOODSCHAP \IDEEfLAial
tN21 JNTENTLWEE&HEEN
AIS WETCAAtZ
EENS WAT
GINGEN
WACHT.' WAT WU NODIG HEBBEN IS
CUE BOODSCHAP; cxe hu wwa/acht
GEKEEGEN HEEFTOF HU HEEFT
ZE NOG EU ZICH, ÓP MJ
HEEFT 2E VENNIE-
Tl&D
OHT IS ScHAH
PBUJKI ZE ZIJN
WEGGEGAAN
ZONDEP ONQ IE
TE ZEGGEN'
WE ZUN BEET
GENOMEN
WACHT
VIND VE IETS
VLUG
NUK
52-31
52. „Ik denk bij Mister Cortesio, want diens be
dienden hebben de bagage gehaald. Hij woont in de
enige grote villa van La Grange." „Mooi, dank u.
Kunnen we hier in een nette herberg overnach
ten?" „We hebben er hier maar één en terwijl u
hier stond te praten, zullen de andere reizigers alle
plaatsen wel hebben ingenomen. Maar u lijkt me
eerlijke lieden te zijn. Ik heb een kennis, die u wel
zal helpen. Lange heet hij, een Duitser." „Nu, dat
treft, mijn vriend hier is ook Duitser en zelf spreek
ik behoorlijk Duits. Waar woont die man?" „U
vindt hem wel in „Hawks Inn". Ik gaf de man een
fooi en wij begaven ons op weg. De herberg was
gemakkelijk te vinden. Toen wij binnenstapten
kwam ons een dikke tabakswalm tegemoet. Ieder
een schreeuwde tegen iedereen en ik kreeg de in
druk, dat niemand luisterde. We bleven even aan
de deur staan om het zaakje eens te bekijken en za
gen, dat er twee vertrekken waren: één voor gewone
bezoekers en een kleinere waarschijnlijk voor voor
namere bezoekers. Dit is in Amerika een zeldzaam
en niet ongevaarlijk verschijnsel, daar niemand
voor minder dan een andere uitgemaakt wil wor
den. Daar er in het voorvertrek geen plaats meer
was, gingen wij ongemerkt in de „voorname" ka
mer zitten.
MM fUIUIU WHUCATt N/WÖ MOeSTBtP
38. „Hoe hebt u 'm dat zo gauw ge
lapt, meneer Loeris? was het eerste
wat' Sientje vroeg, toen ze zich bij
haar patroon gevoegd had. Ondanks
de ernst van de situatie moest de
meesterspeurder hier even om la
chen, ,,'t Was allemaal heel eenvou
dig, Sientje", sprak hij, terwijl hij
een blik op de twee bewegingloos
liggende mannen wierp: ,,Ik heb de
Koogse Knokenmixer toegepast, een
greep uit mijn jongensjaren, waar ik
altijd veel plezier van heb gehad!.
Maar we moeten het kamp in". Dit
leek gemakkelijker gezegd dan ge
daan. want tussen de tenten krioelde
het van kerels, die er niet al te
vriendelijk uitzagen. Maar de talrij-
I ke bewonderaars van Piet Loeris we-
I ten best, dat een dergelijke kleinig
heid hem niet kon afschrikken, „Een
klein vermomminkje zou hier niet
misplaatst zijn", grinnikte hij: „M'n
oom Johan zei altijd: Wie voor een
vos wil doorgaan, moet zich een
pluimstaart aanmeten. En zó is het"
De betekenis van deze losjes ultge- i
sproken worden drong pas tot i
Sientje door, toen er even later een
fors gebouwde werker langs hen
liep, die een stel lange planken op de
schouder droeg. Rustig als altijd
wandelde de detective op hem af.
„Zal ik je even helpen, broer, stof-
klep?" teemde hij: „We zijn tenslotte
op de wereld om eikaars lasten te
dragen!" De man keek hem blij ver
rast aan. „Graag!" antwoorde hij:
„Dan kan ik m'n klaverjasje in de
kantine tenminste uitspelen. Brang
die planken maar naar de barak in
het midden van het kamp". En zo
zien we Piet Loeris, belast en bela
den als een echte werker, met Sientje
in z'n kielzog het kamp binnentrek
ken.....