■Nog onvermoeibaar strevend naar
Ter betering verpleegtoestanden
Tal van reacties na
televisie-uitzending
Onderzoek
waarvoor
Operatie was in Parijs voorbereid
Overval op Milanese juwelier
onder ogen van een journaliste
Uitgekiend vakwerk stelt
de polit
ie voor
raadsels
Interlinie
BI
Zestig miljoen
nodig voor
recreatie
men bij
moet zijn
BUIT (GROTE
COLLECTIE
EDELSTENEN)
TEVOREN AL
VERDEELD
m
»e we
GEEF OP GIRO -1130000- EINDHOVEN
ZATERDAG 9 MEI 1964
PAGINA 9
t:
a? Frederike Meyboom als
3°ng meisje zeer innemend
staaf Van uiterlijk is geweest,
lijke ^ast- Zelfs op de uitzonder-
neg0}i;l0ge leeftijd van drieën-
trej», I- ■'aar is deze vrouw aan-
de gee ondanks het doorgroef
de i^cht, waarin een paar kla-
FrecieaiJ^ve ogen blinken. Zuster
het uit Meyboom is, dank zij
feilde TV-portret dat de
Vsk Van baar bracht, onze
heeft rners binnengestapt en zij
'e door haar karaktervol-
barter?r(^en een Plaatsje in onze
bation ,Veroverd. Een vrouw van
geza„ a e allure. Een vrouw van
etiHecr ea vertrouwen. Een drie
do0r nti§jarige, die dienend
h He,der0t Ieven Sing.
?UsterrvalT?«n^er d°°r Z'ekte WOr"
Zó kunt u helpen:
REDT SOUMOKIL
7
Op het vliegveld van Milaan
stapte op het laatste ogen
blik een jonge, mooie Ma
rokkaanse in de „Caravelle" voor
Pary's. Ze droeg een baby op haar
arm. Een Marokkaantje met gro
te, zwarte ogen en nog zwartere
krulletjes. Zowel in Milaan als in
Parijs keken de douaniers verte-
Zuster Meyboom in haar werkkamer.
derd naar de baby. Douanebeamb
ten zijn tenslotte öök mensen en
veelal tevens brave huisvaders.
De Italiaanse ambtenaren hadden
weliswaar nota genomen van het
verzoek, gedaan door de politie te
Milaan aan alle luchthavens, om
de bagage van vertrekkende
luchtreizigers nauwkeurig op ju
welen te controlen. Maar wie
denkt er nu, dat kostbare diaman
ten, waaronder een prachtige,
unieke roze diamant honderddui
zend guldens waard, alsmede gou
den, met briljanten versierde rin
gen, losse briljanten eenzovoort in
de luier van de baby verborgen
zaten?
Beleg modern
beleg in
Zuster Frederice Meyboom,
zeer uitzonderlijke vrouw
DVan een verslaggever)
ki*:?1" *Vo„J" ongecompliceerd waren
v,, e'Hl die zfj tot luisterend en
,riHidewi er'and richtte: „Veel is er
j u en
en verbeterd in de positie
Vo]riV®rpleeSsters, maar nog steeds
d» eh sti-H* 'a,18 'k 'eef zal ik
h P°siti» n voor de verbetering van
te Zii tVan het verplegend perso-
di8en de ï,'?I,erde niet met de ogen
m °P h,schijnwerpers die in de stu-
hl^koom waren gericht. Frederike
is v was in haar element. IJdel-
ei Steen \arv°lkomen vreemd, maar
11 help„?e .koos om het hare te zeg-
t, ,emaal aan
ben 'O de u de rug, of de teie-
\cn8otl te ,mer van zuster Meyboom
liï* zt? S£?ien; Tot diep in de nacht
W i o zii v*vcl«i. ro
tjJ'den u=?peld door mensen, die haar
t,1- Tot en voor de wijze woor-
oe6derikp fP ,.in de nacht luisterde
to n naai- ."Meijboom met vochtige
Wo en zioi?8 reacties van oud-leerlin-
ble61- beter en' die dank zij haar zorg
blneSsters pn rden. „Doktoren... ver-
li Ju °P.. h20 maar mensen belden
sën 'k met was verrukkelfjk... zelden
ZeL.8eluistpr20vfel plezier naar nen-
tni n8, ui? s na die televisie-uit-
lLn en ril? nP e band was opgeno-
0n^gSe fla?' zelf kon zien in mijn
getoger| vertelt zuster Meijboom
Tn? verpfp??8.Wens is dat de opleiding
ierm, gsters nog meer wordt ge-
Het mag niet zo zijn, dat
dr-,?? w0rHp'eegsters als schoonmaak-
kugen ee8e" bekeken. Deze
Wewfrniseerd wl? nog meer wordt ge-
ste? 'ng.Ve d. Het mag niet zo zijn, dat
bra word?n KSi fs als schoonmaak-
hürSen eer, bekeken. Deze meisjes
go,? taak- io, frote verantwoordelijkheid.
aliB°elswerk T0r d'ina honderd procent
die om i-s J?et niet zo, dat wij
flp^rouwpe f dierbaar zijn aan hen toe-
gezi?j"i'ii>00m komt uit een zeer
daepi, n werkend meisje was
6 n van haar jeugd iets volko-
men onzinnigs. Dat deed men in die
kringen niet. De jonge vrouw omstreeks
de eeuwwisseling zat thuis, wachtte af
en trouwde (misschien).
Maar Frederike Meijboom was
geen type om stil te zitten en te
wachten tot de prins van haar dro
men zou komen. Zij was een zelfbe
wust meisje, dat de maatschappij en
vooral de positie van de vrouw in die
tjjd maar vreemd en ouderwets vond.
Toen zij dan ook in de lente van 1895
naar haar (strenge maar strikt recht
vaardige) vader stapte met de woor
den: „Papa, ik wil werken in een
ziekenhuis" stootte zij in eerste in
stantie op grote tegenstand. Maar
Frederike zette door en toen zij kor
te tijd later een jurk droeg van hard
blauw verpleegsterslinnen in het Bur
gerziekenhuis van Amsterdam, was
haar vader met de situatie verzoend.
„De jurk was hoog gesloten en de
zoom bleef slechts vi)f centimeter van
de grond. Verder droeg ik zwarte kou
sen en schoenen zonder hakken. Op mijn
afscheidsavond temidden van mijn
vriendinnen had ik mijn balboekjes,
waaiers, glacé's en corsages uitgedeeld,
want ik wist, dat mijn leven helemaal
zou veranderen en dat ik een streep
had gezet onder een bestaan, dat mij
weinig kon bekoren", zegt Frederike
Meijboom zacht voor zich uit. Even
laat zij de herinnering de vrije loop en
in gedachten beleeft zij weer het mo
ment, waarop zij voor het eerst van
haar leven vfoeren boende in het stren
ge Burgerziekenhuis. Binnen enkele we
ken was het meisje uit de zgn. gegoede
stand veranderd in een hard werkende
verpleegster, die na haar dag- of nacht-
taak doodmoe in bed viel om nieuwe
krachten te verzamelen.
Zonder overdrijving mag Frederike
Meijboom worden vergeleken met Flo
rence Nightingale, ook ai was zij niet
zoals deze vrouw op het werkelijke slag
veld aanwezig met liefde en zorg voor
de gewonden. Maar Frederike Meijboom
heeft andere veldslagen bijgewoond
en... gewonnen dank zij de doortasten
de hardnekkingheid waarmee zij ten
strijde trok tegen onbegrip, onrecht
vaardigheid en slechte hygiëne. Wat
haar voor ogen stond; waarvoor zij zich
inzette met haar hele persoonlijkheid
was van minstens net zoveel belang ais
het winnen van een veldslag. Zuster
Meijboom streed met open vizier voor
een betere verzorging van de zieken
en van de gezonde maar volkomen ver
geten groep waartoe zij behoorde, de
verpleegsters.
In enkele jaren tijds behaalde zij ile
benodigde diploma's. Zij ging van Am
sterdam naar Den Haag en toen naar
Dordrecht en Zutphen, waar zij direc
trice werd van het ziekenhuis. De toe
stand, die zij daar aantrof was werke
lijk bedroevend en achterlijk. Zuster
Meijboom vertelt er over: „In het mid
den van de zaal stond een bak met zand
om in te spugen. Flessen jenever haal
de ik onder de bedden vandaan en maar
al te vaak constateerde ik dronken
schap bij de patiënten en ook velen
van het verplegend personeel konden
niet van de drank afblijven. Bescha
mende toestanden, waaraan ik met
hard en meedogenloos ingrijpen een
einde heb gemaakt."
Zo ging zuster Meijboom haar lange
weg, een weg, die niet over rozen maar
over doornen leidde. Met hulp van be
kwame en menslievende doktoren (zus
ter Meijboom blijft hen geneesheren
noemen) zette zij de bezem in de Augi
asstal der verpleeginrichtingen, waar
vaak voor tien zieken slechts één hand
doek werd gebruikt en waar gespot
werd met hygiëne. De gevolgen bleven
niet uit. Zuster Meijboom stond aan
praatjes bloot. Intriges werden rond
haar geweven en dat terwijl zij uitslui
tend en alleen uit was op het heil van
zieke mensen. Maar haar doorzettings
vermogen had succes. Vooral in haar
streven de positie van het verplegend
personeel te verbeteren kreeg zij vee]
hulp. De „Nederlandse Vereniging tot
bevordering van de belangen der ver
pleegsters en verplegers" werd opge
richt. Dat was in 1900. Meer dan zestig
jaar zijn sindsdien verstreken. Zuster
Meijboom was inmiddels een bekende
en geliefde figuur geworden in de we
reld van zieken en verplegend personeel.
Haar strijd voor netheid en hygiëne in
de ziekenhuizen en voor een prettige
omgang tussen hoog en laag, vond al-
lerwege navolging. De hele evolutie
maakte zij door en toen zuster Meij
boom in 1926 afscheid nam van het
Bergwegziekenhuis te Rotterdam,
waar zij directrice was geweest, was zij
een nationale figuur geworden en de hul
deblijken lieten niet op zich wachten.
Het afscheid was echter niet volledig.
Frederike Meijboom voelde er niets
voor haar dagen in „zalig nietsdoen" te
slijten. Zij ging reizen om zich ook el
ders op de hoogte te stellen van de toe
standen op het gebied van de verpleging
en haar adviezen in het buitenland wer
den zeer gewaardeerd. Zij was begonnen
aan een tweede leven van opoffering
en hulpvaardigheid. Bijna veertig jaar
na haar pensionering kan zij het niet
laten ook nu nog te ijveren en te waar
schuwen waar zij dat nodig acht.
„Dienend in het wit" een betere ti
tel voor haar memoires is nauwelijks
denkbaar. De drieënnegentigjarige is
nog lang niet aan het einde van haar
Latijn. Zij maakt plannen voor de toe
komst. Zij wil een reis naar het Heilige
Land maken zij wiloch, zij wil
overal naar toe om te getuigen van
haar liefde voor het verpleegstersvak
en haar zorg voor de zieke en hulpbe
hoevende medemens.
LEEUWARDEN, 8 mei De be
dragen, die tot nu toe op de rijks
begroting werden uitgetrokken voor het
subsidiëren van recreatieve voorzie
ningen zijn lang niet toereikend om in
redelijke mate te voorzien in de be
hoefte aan uitbreiding van de toeris
tische accommodatie. Voor 1964 werd
door de departementen van O. K. en W.
en Economische Zaken tezamen een
bedrag van 11.000.000 uitgetrokken.
Dit zou op zijn minst 60 miljoen gulden
moeten zijn, wil er enig uitzicht zijn
op een spoedige realisatie van de voor
zieningen, die nodig zijn om de jaar
lijkse stroom van vakantiegangers en
toeristen op te vangen.
Dit was een van de conclusies, waar
mee in Makkum de Friese merenconfe-
rentie werd besloten, die gedurende
twee dagen 120 mensen bijeen bracht
om te beraadslagen over de ontwikke
ling van het toerisme op en rond de
Friese meren. De conferentie bleek in
overgrote meerderheid geporteerd voor
een verstrekkende invloed van de over
heid bjj de exploitatie van recreatie
centra, waarbjj de plaatselijke bevolking
via de stichtingsvorm aan die exploi
tatie actief moet kunnen deelnemen.
Gepleit werd verder voor de aanstel
ling van een speciale staatssecretaris
voor de recreatie waardoor coördinatie
van het nu over verschillende departe
menten verdeelde beleid mogelijk zal
zijn.
(Advertentie)
wordt Soumokil
geofferd?
U herdacht deze dagen een episode van onrecht, be
zetting en terreur in uw geschiedenis. Dat is nu al 20 jaar
I geleden. Het volk der Zuid-Molukken leeft vandaag - al
veertien jaren lang - in deze situatie. En op het moment
dat u dit leest zit de leider van ónze strijd voor de vrijheid,
Dr. Christiaan Soumokil, in Djakarta in de gevangenis.
Veertien dagen geleden werd hij ter dood veroordeeld.
Een doodstraf die moord zou betekenen.
Daarom stellen wij Ambonese jongeren, hier in uw land,
- voor het forum van de vrije wereld - drie eenvoudige
duidelijke vragen:
Wij vragen President Soekarno, de regels van de behoor- j
lijkheid en van het menselijk respect in acht te nemen.
Wij vragen de Nederlandse Regering - juist in deze
periode van bijna feestelijke toenadering - haar invloed
daartoe krachtig aan te wenden.
Wij vragen u, volk van Nederland, te helpen. Wij vragen
u te beseffen wat daar allemaal gebeurt. Vandaag,
morgen, overmorgen. Daarom vragen wij u ons te helpen.
1. Draag deze gedachten uit. Praat erover. Hier en in het
buitenland. Schrijf erover aan de man op wie u stemde,
uw volksvertegenwoordiger.
2. Help met geld. Geef uw bijdrage. Opdat dit geluid
over de héle wereld kan klinken.
Stichting Door de Eeuwen Trouw. Zet op het strookje:
Dr. Adrian Wenner een geleerde ver
bonden aan de universiteit van Ca-
lifornië, heeft op het gebied van de
biologie een opziebarende ontdek
king gedaan. Hij is er namelijk achter ge
komen dat bijen kunnen praten en ho
ren, en elkaar vertellen waar honing te
vinden is. Waar de oren bij deze in-
sekten zitten? Even onder de knie van
de bij en in de uiterste eindjes van zijn
voetsprieten zegt dr. Wenner. Tot op
heden hebben wetenschapsmensen al
tijd geloofd dat een honingverzamelende
bij die een „bron" heeft aangeboord
dit zijn kameraden liet weten door een
soort rondedans in de lucht. Nu blijkt
echter dat de van hun strooptocht te
ruggekomen dansende bijen geluiden
produceren. Ook laat deze dans zien in
welke richting het voedsel te vinden
is. Dr. Wenner ontdekte dat de voortge
brachte geluiden ook in verband ge
bracht kunnen worden met de af te
leggen afstand naar de vindplaats en
misschien ook wel of er al dan niet 'n
rijke buit te wachten staat.
De geleerde is door zijn onderzoe
kingen tot de conclusie gekomen dat
bijen tien verschillende soorten geluiden
maken. Door deze geluiden met weten
schappelijke apparatuur na te bootsen
schiep hij zich de gelegenheid met de
ze insekten te praten. De koningin on
der de bijen „toetert", bij wijze van ko
ninklijke proclamatie wanneer zij met
succes een koningcel heeft bezoekt. De
andere koninginnen in een bijenkorf
antwoorden haar met een soort geknet
ter. Met behulp van zijn instrumenten
heeft dr. Wenner dit toetergeluid nage
bootst en zo een aan diverse koningin
nen een antwoord uitgelokt. Hij slaagde
er ook in het hoge gezoem van de
korfbewakers te imiteren en het ge
ruststellende ronken dat „alles veilig"
betekent.
Maar hoe heeft Adrian Wenner ont
dekt waar de oren bij de bijen zitten?
Wanneer hij de zoemgeluiden nadeed
terwijl het op honing beluste volkje
rond de korf zwermde kwam er geen
reactie. Zodra de bijen echter de korf
aanraakten met hun poten kwam er
een wederzijds kontakt tot stand. Dit
leidde bij de geleerde tot de overtui
ging dat de beesten konden horen via
hun poten. De meest voor de hand lig
gende plaats was dan achter de knieën
van het insekt. Een andere vorm van
communicatie wordt verkregen door de
voelsprieten. Een boodschap van een
korfbewoner bereikt de bij uia deze
natuurlijke antenne.
Volgens dr. Wenner staat het luiste
ren naar bijengeluiden, het vastleggen
op de plaat hiervan, het analyseren en
het ontwerpen van experimenten gelijk
met het verkrijgen van communicatie
met wezens van een andere planeet.
Voor een dergelijk onderzoek moet men
echter wel „bij" zijn!
(Van onze correspondent)
ENSCHEDE, 9 mei Dinsdag zal
een deel van Enschede van de leve
ring van zogenaamd stadsgas op die
van aardgas overgaan. Men hoopt voor
1 december in de stad 8000 percelen te
hebben aangesloten. De overschakeling
op aardgas hoopt men over twee jaar
in de gehele stad te hebben voltooid.
Het lijkt op een filmverhaal en er
wordt misschien wel een film van ge
maakt. Want de roofoverval op de gro
te juwelierszaak van signor Colombo in
de elegante, drukke Via Montenapo-
Ieone te Milaan werd uitgevoerd op bij
na klassieke wijze, met een ongelofe
lijke vermetelheid en buitengewoon vak
manschap.
De overval vond in april plaats, door
zeven man, misschien acht, na nauw
keurig voorbereid te zijn. De uitvoer
ders van het plan zijn van te voren
poolshoogte komen nemen. Reeds toen
werd de buit verkocht. Ook de koper
kwam naar Milaan. Uit Parijs en hij
betaalde vooruit, opdat de onderneming
gefinancierd kon worden!
Het ging om ruim tien miljoen gul
den. Tenminste, met dat bedrag moes
ten de overvallers zich tevreden stel
len. Want een der bedienden had de
lef, toen de ruiten met kogels door
zeefd werden en zijn collega's dodelijk
verschrikt op de grond lagen, naar de
brandkast te snellen en die te sluiten.
Werkelijk, een verhaal, om Holly
wood te laten watertanden. Want dit
is nog slechts het begin. Laat het
schier ongelofelijke nu gebeuren. En
wel, dat een verslaggeefster van een
Milanees dagblad juist voor een der
etalages van de juwelierszaak haar
schreden in de Via Montenapoleone
inhield, om de roze diamant te be
wonderen. Ze werd door een kogel in
een arm getroffen. Gelukkig slechts
een schampschot. Snel vluchtte ze de
delicatessenzaak naast de juwelier
binnen. We hebbben dank zij haar toe
vallige aanwezigheid een verhaal
uit de eerste hand.
In de delicatessenzaak belde ze eerst
de politie, maar het nummer was in
gesprek. Zo goed als zeker had een
ander reeds alarm geslagen! Direct
draaide ze het nummer van haar krant
en een reporter raasde naar de Via
Montenapoleone. Maar hij kwam te
laat. 'Want de hele overval had zich in
drie, wellicht vier minuten afgespeeld.
De verslaggeefster was gevlucht voor
een lange kerel met een stengun, die
pardoes in het rond schoot. Hij droeg
een nylonkous over zijn hoofd. Een an
dere droeg een muts met kijkgaten er
in, volgens het model van de befaam
de Ku Klux Klan. Twee handlangers
probeerden, met de kolven van hun
stenguns de ruit in te slaan. Dat mis
lukte. Ze schoten er nu dwars door
heen. De ruit viel aan diggelen. Toen
graaiden weer anderen de etalage leeg,
hun buit in een koffertje werpend. Aan
weerszijden van de juwelierszaak ston
den nog meer kerels te schieten. De
voorbijgangers vluchtten naar alle
kanten. Na enkele laatste grepen
sprong het hele stel in de twee auto's,
waarmee het gekomen was en ging er
in razende vaart vandoor, nog voordat
de sirenes der politieauto's weerklon
ken. Voor enkele ramen stonden men
sen stomverbaasd te kijken, nog niet
goed beseffend, wat er gebeurd was.
De juwelier Colombo had een der ban
dieten nog een stoel naar het hoofd ge
gooid, maar hem gemist. De kerel
nam niet eens meer de tijd om hem
te schieten.
Bij het onderzoek is gebleken, dat
van te voren twee zijstraten aan weers
zijden van de juwelierszaak met auto's
waren geblokkeerd. Een derde zijstraat
was door de overvallers voor henzelf
vrij gehouden.
Dit onderzoek bracht ook aan het
licht, dat de mooie Marokkaanse, een
danseres, Margarète Kakoun geheten,
in 1939 te Casablanca geboren, in een
hotel bij het Centraal Station gereed
had gestaan, om te vertrekken. In haar
kamer was een gedeelte van de buit
aan haar overhandigd. De overval was
zó „getimed", dat ze net het vliegtuig
kon halen.
Het speurwerk leidde spoedig naar
Parijs en daar zijn dezer dagen zeven
verdachte individuen gearresteerd,
waaronder een Marokkaan en een Tu
nesiër, alsmede „Pépé", de beste
scherpschutter met stenguns van heel
Frankrijk. De Marokkaanse is nog
zoek, evenals de rest van de buit.
Italiaanse en Franse inspecteurs en
rechercheurs hebben samengewerkt
en gaan nu proberen iets uit de ge
arresteerden los te krijgen. Twee hun
ner zijn beruchte leden van de onder
wereld, die uit de gevangenis van
Melun hebben weten te ontsnappen.
Commissaris Jobard, die te Parijs
het onderzoek leidt, is erg zwijgzaam
tegenover de journalisten die ook op
eigen houtje op onderzoek zijn uitge
gaan en ettelijke namen publiceer
den. Ze hebben hiervoor hevige ver
wijten moeten incasseren.
Volgens de Parijse politie bestaat
er ongetwijfeld verband tussen de gro
te overval in de Via Montenapoleone en
andere, zowel in Frankrijk als Italië,
waar gedurende de laatste maanden
talrijke „kraken" en overvallen van
juwelierszaken en banken zijn gepleegd.
Allemaal vakwerk. Het lukt maar niet,
de buit op te sporen en de voornaam
ste schuldigen te pakken te krijgen, al
meent men in Parijs, dat te Milaan
Jo le Maire ofwel Giuseppe Rossi de
hand in het spel heeft gehad. De politie
heeft hem kunnen arresteren. Hij is
goed bekend op de Place Pigalle. Men
heeft echter nog geen enkele bekentenis
weten los te krijgen.
Inmiddels heelt zich al een juridi
sche moeilijkheid voorgedaan. Waar
zullen de bandieten, als hun zaak
,rond" is, voor de rechter moet n ko
men? In Frankrijk of in Italië? Op het
eerste gezicht zou men zo zeggen: in
Italië, want daar heeft de overval
plaats gevonden. Maar de zaak is vol
gens de politie en de justitie niet zo
eenvoudig. Het ziet er zelfs naar uit,
dat de kwestie zal worden voorgelegd
aan het congres voor internationaal
recht, dat in oktober a.s. te 's Graven-
hage zal worden gehouden. Dan hoopt
men de zaak helemaal rond te hebben.
(Advertentie)
N V. Internationale Beleggings Unie „Interume", Postbus 617. Den Haag