Wilko Bergmans achter het IJzeren Gordijn Harde knoet van de terreur houdt staat op de been Kamperen bevalt de Sheik uitstekend OVERVOLLE KERKERS EN KAMPEN Explosief verjaardags- geschenk Bij ma twee dagen Laatste mopje knoet Niets veranderd Woningnood Bogaers Sprookje Blunder drieling in Brunssum Eindexamen ZATERDAG 13 JUNI 1964 PAGINA 9 ^oas* ïmmmAik IS! y^erdl langs de wegen in Roe- en?'ë zijn deze borden geplaatst, J}aJ°P te lezen valt hoe groot de °duktie is geweest in de afge lopen maanden. Voor de groen rode slagbomen van de Roemeense grens bij Bors kwam mijn auto tot stilstand. Bijna tien minuten was ik door het niemandsland gereden, dat tussen Hongarije en Roemenië ligt. Alleen de betonnen weg, die door de ijverige Duitsers in 1942 was aangelegd en die nog steeds de beste en meest directe verbinding vormt tussen oost en west, was de trait d'union tussen de elkaar vijandelijk gezinde landen. Voor wie het nog niet wist, is het goed te vertellen, dat de verhouding tussen de landen achter het IJzeren Gordijn beslist niet vriendelijk is. Zij haten en becon curreren elkaar by het leven. De Bulgaren verachten de Roemenen, de Tsjechen wantrouwen de Roemenen, de Hongaren spugen op de Russen, de Russen het nieuwe élite volk in Oost-Europa krijgen de buik vol van de chicanes der Albanezen. Politieofficier protesteert wan neer ik hem in Constanza in de lens neem. De kinderen op de Roemeense scholen dragen rode dassen. Paneel van eer, de verdienstelijke partijmensen worden gefotogra feerd en in het openbaar uitge stald in een paneel in Constanza, Devotie van een oud Roemeens vrouwtje in een Grieks Orthodox kerkje te Bors. -V. - aw~ i,962^iöö IN ROEMENIË HEERST EEN DOFFE ELLENDE IA e sheik Soeleiman Daher uit M Arabië, die met zijn gevolg van 20 man enkele weken letterlijk zijn h tenten had opgeslagen in ons land tj. F^nderdagmorgen naar Duitsland ver- gev aen is, is al meningmaal naar tips V0| aaRd door leergierige kampeerders, hit aUur ,Jan baardigde opperhoofd veM ae verlaten staat Ras-al-Khalma dat uHen over het leven onder canvas, niet zou kunnen missen. Op deze kan h'.i trouwens van jongsaf buit Kewoond. Toch brengt ook dit vrjj- hr'tersbestaan problemen mee. Dat der sheik-Soeleiman bijvoorbeeld on- lany°nden tijdens het verblijf in Enge- i,n a- Toen hij vorige maand een schaap l!g een camping wilde slachten werd ï6 ('it op beleefde doch pertinente wij- voor>er">0 Daar was de slachter Islam schrijft echter voor, dat de «U uer zelf zijn eigen beesten moet achten, zodat het vlees niet door „on- «eiovj pen "en gj?vigen" verhandeld kan worden. Om b0!:n,moeilijkheden te veroorzaken, heb niet, 11086 kampeerder en zijn gevolg *v- R tOf»n moor trnrrprf^n CPSt.PlH biet >toen maar steeds tevreden gesteld naa?.kt worden voor consumptie. Maar ll®n dagen kregen zij genoeg van de- kippen. Deze kumjen tenminste in .kleine gesloten ruimte klaarge- eentonige kost, en begonnen zij de jjapebout met de dag meer te missen. t,,a en andere moeilijkheid vormde het Import. Naast de tent van sheik Soe- bpn sta&t slechts één wagen gepar- Die moet dienst doen voor hem- VQf maar ook voor de leden van zijn ge hipt?' om van huishoudelijke zaken maar W»,eens te spreken. Aan een Engels- bve vroeg de sheik een keer advies von llet krijgen van een extra wagen hwr zijn mensen. Zou hij eens infor- oj ph bij kampeerders op een camping Zoif misschien een auto over was? Van- h,/sPrekend wekte dit idee de nodige W/iteit op. In Arabië is dit echter een ^njmale gang van zaken. Wanneer men e^Psert in Ras-al-Khama, en daar om kan bestel)wagen zou vragen, is de W s groot dat de plaatselijke autori- ïn.,jeen °f twee vehikels ter beschikking a<J®n stellen, j/tbdanks zo nu en dan optredende te- ^nwerking bevalt deze manier van rei- W sheik, die in zijn land niet als *\va sder maar als boer de scepter der i' opperbest. „Kamperen is min- "uur en bovendien gemakkelijk", Vv?' de Arabische sheik er zelf van. Ovei!neer in de zomermaanden de hotels op t raken, hoeft hij zijn tenten maar •hini s,aan om zijn 20 mensen in een 'mum van tijd onderdak te bieden. 9&NSSUM, 13 juni In het Sint ^„"oriusziekenhuis is donderdagavond dMPIdrieling geboren. Het is de eerste geo U|ig, die in dit vier jaar geleden Scl,„e e ziekenhuis het levenslicht aan bouwde. Spn_b°uders, het echtpaar J. Theunis- geleri c.m-vers, traden vierenhalf jaar §chi„en, bet huwelijk. Zij wonen in kindo en badden tot nu toe geen ters /ftn' 1Je moeder en haar drie doch- Wdie resp. «00, 2900 en 2700 gram verkeren in blakende gezond- Yvoün meisjes zullen de namen Vader T <?nla en Monique krijgen. De W*ats.1S che£ van een constructiewerk- Zo daar stond ik dan voor de slag bomen van partijleider en president, de gewezen elektriciën Georghe Georghiu- Dej. Deze man, (wiens keurige en obli gate portret zelfs op de WC's van Roe menië hangt) is zeventig jaar en zijn ijzeren regiem is overal voelbaar. Het regende! De politiemannen en douaniers droegen gummi capes over de schouders en zij monsterden mij uit dagend. Een van hen sprak Frans. Ahh.bent u monsieur we weten van uw komst. Boekarest heeft ons ver wittigd. Paspoort alstublieft...?!" Een uur moest ik wachten voor het legitie- matiebewijs mij weer werd over handigd en ik was hierover niet ver baasd evenmin Over het feit, dat mijn naam al bekend was. Bjj de aanvraag van mijn visum had ik zes pasfoto's moeten inleveren. Het was tegen de avond, dat ik ver der reed in de richting Cluij (het vroe gere Klausenburg), over de serpentine- weg dwars door de Karpaten. Een mistbank versperde mij soms de weg. Bijna 180 kilometer had ik nog voor de boeg en het was tegen middernacht dat ik in Cluij arriveerde. In hotel Conti nental streek ik neer. Nauwelijks ech ter had ik mijn kamer op slot gedaan of er werd geklopt. Een uiterst charmante man stond in de deuropening. Hij druk te mijn hand en zei in perfect Frans: „Beste vriend uit Holland... ik heb van vanmorgen tien uur op je gewacht... ik ben journalist en ik wilde graag een praatje met je maken over je ervarin gen in Roemenië." Toen ik hem zei dat die ervaringen pas tien uur oud waren, wuifde hij mijn bezwaren weg en zei, dat hij mij graag die volgende ochtend bij het ontbijt wilde inter viewen. Dat „interview" heeft bijna twee dar gen geduurd. Het bleek mij al gauw, dat de man, die mij met woorden en gebaren verschrikkelijk in de watten legde, een slimme reisgids was van de toeristische organisatie Carpati, en tot opdracht had mij geen seconde uit het oog te verliezen tijdens mijn tocht naar Boekarest. Hij nestelde zich in de auto en hjj „interviewde" honderd-uit. Over het hoe en waarom van mijn tocht naar zijn land. Victor de journalist (ziarist stond op zijn kaartje) was een innemend en on derhoudend reisgenoot en ik had er geen spijt van dat ik zijn gezelschap had geaccepteerd al heb ik hem onom wonden gezegd, dat ik van zijn journa listieke loopbaan weinig geloofde, maar hem er van verdacht een geheim agent te zijn. Op mijn vragen gaf Victor steeds een diplomatiek en geschoold antwoord. Er was weinig of geen ver keer op de weg tussen Cluij en Boeka rest en wij legden de ruim vierhonderd kilometer af in acht uur. Onderweg stopten we geregeld. Ik koos de plaat sen uit, maar in de buurt van de olie- stad Ploesti, waar ik naast een boor toren een bunker uit de Duitse tijd ontdekte, welk tafereel ik wilde vast leggen, raadde Victor mij met klem aan door te rijden. „Het spijt mij maar dan moet ik de hand voor de lens houden... dit is verboden terrein voor je." Over en weer luisteren en vragen Victor en ik. Af en toe moet ik stoppen voor een kudde schapen met goedmoe dige herders, die dwars over de weg naar de grazige weiden in de Karpaten- vlakten gaan. Een koppel ooievaars wiekt laag over de heuvels naar de Donaudelta om te gaan broeden. Victor vertelt het laatste mopje, dat in Roemenië de ronde doet. „Er komt een eenvoudige boerenvrouw in een staatswinkel van de collectieve gemeenschap. Zij vraagt een half ons je thee. „Wat moet het zijn... Russi sche of Chinese thee?" informeert de verkoopster. De vrouw denkt even na en zegt dan... Geen van beiden... geef mij maar liever een half onsje koffie bonen." Victor giert het uit. De mop van het jaar. Geheimzinnig lachend verklaart hjj de tendens van het grapje. „Wij willen onszelf zjjn. Onafhankelijk van Rusland en China willen wjj regeren en bouwen aan onze staat. Noem het ti- toïsme zo je wilt, maar de hoofdzaak is, dat wjj Roemenen, ons eigen lot bepalen." „Marx blijft toch de grote baas, is het niet?" Heftig knikt Victor ja en zegt: „Zijn grondbeginselen laten onze leiders nooit vallen." Een drietal huifkarren met stevig ingepakte boeren staat in de berm van de weg. Ik stop, stap uit en maak zonder veel commentaar een foto van het armelijke doch folkloris- wat onwaarschijnlijk in de oren, maar het is zo. In Romenië en nergens achter het gordijn is sprake van vrijheid van spreken, godsdienst en werken. Het is een frase, dat de communisten plotse ling van gedachten zijn veranderd en de poorten hebben opengegooid voor democratisering en contact met de vrije wereld. Op mijn hele tocht heb ik ner gens deze symptomen kunnen bespeu ren. De knoet van terreur is niet ver dwenen en wie mij niet gelooft moet maar eens per auto door Boekarest rijden. Aan de rand der stad heb ik tische tafereel. Victor vindt het maar zó, zó, maar protesteert niet. „Ik begrijp niet, wat de buitenlan ders toch altijd willen met die foto's van het boerenvolk. Fotografeer het moderne en nieuwe Roemenië... het oude is voorgoed voorbij," verzucht hij. Eindeloos is de weg, het betonnen lint waarover we rijden. Prachtig is de natuur, de bossen tegen de heuvels en de eeuwige sneeuw op de toppen der Karpaten, die het land doormidden klieven. Mijn gids wijst en verklaart. Opeens gebeurt het! In een slakken- gangetje rij ik door een klein dorpje. Op het moment, dat ik een paar houten karren passeer, steekt een man, ge tooid met een ruige berenmuts de weg over, glijdt uit over een hoop koeien- mest en komt met een smak tegen de auto terecht. Binnen drie meter sta ik stil en in het spiegeltje zie ik hoe mensen aan komen rennen en de ongeluksvogel overeind helpen. Victor en ik stappen uit de wagen en even later staan we gebogen over de man, wiens rechter hand angstig begint te zwellen en die klaagt over pijn in de buik. Maar de ijzersterke boer wuift met zijn ongehavende hand alle hulp weg, staat op, zet met een van pijn ver trokken gezicht zijn muts op de zwarte krullen en verdwijnt in de volte van Bijna drieduizend kilometer rijden heb ik erop zitten als in de avond de contouren van Boekarest zichtbaar wor den. Schaars is de verlichting van de boulevard die naar het centrum voert. Een grote lege stad met circa een mil joen murwgeslagen en murwgepraatte mensen zonder ideologie. Waarom zou ik prachtige verhalen gaan doen over de ontegenzeggelijk schitterende natuur van Roemenië, wanneer de mens, die er in moet leven, in nood is. Wellicht klinkt dat u zoveel jaren na de oorlog honderden dwangarbeiders zien zwoe gen aan wegen en projecten. Politie met mitrailleurs bewaakten hen. Zij waren geen criminelen... nee, gewoon mensen als u en ik, die er toevallig anders over dachten en die één woord te véél zeiden in een gezelschap waar in een geheime agent schuil ging. Deze Roemenen, onder wie mannen van over de zeventig, droegen haveloze kleding en hun schoeisel was samen gesteld uit lappen en stukken leer. BoekarestParijs van de Balkan, zo verkondigen de machthebbers via de reisbureaus van het vrije westen. Boe karest... één grote desillusie met een valse Are de Triomphe, met lege boule vards, met lege winkels met trieste mensen zonder toekomst. Victor lag te slapen toen ik alleen Boekarest bij nacht ging verkennen. Eerlijk gezegd, om half twaalf was de stad uitgestorven. Lege trams sukkel den naar de remises en alleen in de bar van mijn hotel dansten een paar neger studenten twist op grammofoonmuziek. Dwalend over de uitgestorven straten van Boekarest (twee miljoen inwoners) kwam ik hem tegen. Een man met een slappe hoed en een scherp gezicht. Wij stonden samen op de laatste trolleybus te wachten. Hij was slecht gekleed en door zijn baard liepen grijze strepen. Toch was hij amper veertig jaar. We wisselden een paar blikken met elkaar en toen sprak hij mij in slecht Frans aan. Ik vertelde wie ik was en wat mijn beroep was. Hij stelde voor, dat we gingen'lopen naar zijn huis vlak naast de Grieks Katholieke kerk. De priester maakte een nerveuze indruk. Vaak streek hij met zijn smalle hand over het gezicht. We raakten in een vertrouwelijk ge sprek. „Ik weet, dat ik veel riskeer door u iets van mijn leven te vertellen, maar ik hoop, dat u het westen zult inlichten over de toestand hier. Er is niets veranderd. Alleen van buitenaf gezien lijkt alles veel rustiger en eer lijker. Geloof mij vreemdeling, de tak- tiek is veranderd maar het wezen van het communisme hier is ongewijzigd gebleven. Verleden jaar ben ik uit de gevange nis ontslagen na zeven jaar celstraf te hebben uitgezeten. Mijn rechters ver klaarden mij onschuldig, maar zij heb ben niets gedaan om het leed, dat ik heb doorstaai enigermate te lenigen. En ik was niet alleen in de gevangenis. Tienduizenden van mijn landgenoten verblijven nog in de kerkers en con centratiekampen van Roemenië: ja, nog stééds, ook al praten de Amerika nen met ons over hulp en reizen vele toerister naar de facade aan de Zwarte Zee, die Mamaia heet en waar zelfs een casino is ingericht om de dollars te vangen. Roemenië is een rijk land. God heeft de grond gezegend. Nu is de staat rijk, maar de mensen zjjn arm. Wist u, dat de gemiddelde arbeider met zevenhonderd lei (circa 210 gulden) per maand naar huis gaat en dat een paar (slechte) schoenen 300 lei kost. Wist u, dat een doodgewone sinaasap pel niet te betalen is (anderhalve gul den per stuk) en dat al onze prima aardappelen naar Rusland worden ge ëxporteerd en dat wij zelf met uitschot onze maaltijden moeten doen. Wist u, dat iedere morgen duizenden strafge- vangenen als vee tussen Constanza en Boekarest worden vervoerd? Nee... vreemdeling, dat weet u niet, omdat u daar niet mag komen, laat staan foto graferen. Geraffineerd heeft de staat enkele predikanten en priesters opgeleid om in het buitenland te verkondigen, hoe goed het wel is in Roemenië, maar dat zijn spionnen van de staat. Zij staan in dienst van het communisme. Nee... dat onlangs nog vijf doktoren in Con stanza zijn veroordeeld tot achttien jaar gevangenisstraf, omdat zij in het open baar zich achter de revolutie der Hon garen hadden gesteld. Dat weten de mensen daarginds niet. Vertel het ze, vreemdeling, maar vermeld mijn naam niet. De nood is groot. De openbare gezondheid is slecht. Alleen de partij bonzen krijgen de geneesmiddelen, die het Westen ons stuurt. Ik zég het en u moet het schrijven: Rusland heeft dit land geruïneerd en onze leiders zijn blinde werktuigen van een regime, dat ons politiek, moreel en cultureel ten gronde heeft gericht." „De Groene Amsterdammer" wijdt deze week een drastisch commentaar met een kras voorstel aan de woning nood: We vragen ons eigenlijk af hoe eigenlijk een bewindsman, of hij nu minister, gedeputeerde of wethouder heet, nog de verantwoordelijkheid voor de woningnood aandurft zonder het vaste voornemen te koesteren om eens en voor altijd schoon schip te maken met de vuilnisbelt vol winst bejag, corruptie en luiheid, die de weg naar een sociaal-rechtvaardige oplossing verspert. Wie wel eens heeft geïnformeerd naar het waarom van zo plotseling gestegen kosten en even redig gedaalde kwaliteiten, zal weten hoe in de bouwwereld gegniffeld kan worden om „het geheim van de smid". We zouden het wel eens precies willen weten, hoe het nu precies met dat geheim gesteld is, en wie er allemaal hun voordeel mee hebben gedaan. Wat zou men denken van een parlemen taire enquête? „De Katholieke Werkgever" verrast ons voortdurend met commentaartjes, die men ook als men de inhoud vol ledig verwerpt moet bewonderen om hun speelse aanpak. Hier wordt minister Bogaers in een houdgreep genomen. Het doet deugd de Minister van Volkshuisvesting zich zijn economi sche afkomst te horen herinneren. Tijdens zijn begrotingsbehandeling gaf hij te kennen dat de subsidies zo snel mogelijk dienen te verdwijnen. Een goede woning is haar prijs waard, zei de minister verder. Deze geluiden zijn bepaald realistischer dan het eerste geroep om zovéél mogelijk wo ningen, hoe dan ook, waarmede de minister toentertijd uit het struik gewas kwam gekropen, als resultaat van zijn studiën aldaar. Dat hij er niet voor voelt om als de burgemeester van Bidonville de historie in te gaan, is begrijpelijk, temeer daar hij zo jong is dat hij 't instorten van de naar hem genoemde woningen nog Deze woorden uit de mond van een geteisterd man, wiens rug nog de spo ren vertoonde van martelingen in 1964. Ja, u leest het goed, in 1964, moeten door de wereld schallen. Het sprookje in Roemenië is sinds jaren uit en nog maals, de mensen zijn murw geslagen. Zfj lezen en neuzen, die hen overal worden voorgeschoteld niet eens meer. Zij berusten en vegeteren op voorbije dagen. Dacht u, dat de jeugd anders was? Dacht u, dat de jongeren in Roemenië niet in de gaten hebben, dat zjj worden overspoeld met drogredenen en leu gens? Van een onderwijzeres, die ik ontmoette in haar klasje in Boekarest (ik was gewoon een school binnenge stapt om een paar foto's van een klas te maken) vernam ik, dat haar liefste wens was naar Wenen te reizen in haar vakantie. Twee jaar geleden had zij een paspoort aangevraagd, maar dat was geweigerd. De reden had men niet opgegeven. Wel was zij sindsdien inge schakeld bij de arbeidsdienst op zon dagen, feestdagen en vakanties. Haar taak? Schapen melken op de collectieve boerderij. Haar verdiensten voor dit extra werk? Niets! Alles ter meerdere eer en glorie van de heilstaat, die dit jonge leven ver woestte. Groot en droevig waren de ogen van de lieftallige onderwijzeres. Ik kon haar niet helpen! zou beleven, indien hij op de eerste weg was blijven voortgaan. Ook dezerzijds wordt de woning nood als een gruwel ervaren, daarom dient zij door te lage huren niet kunst matig te worden aangewakkerd. Al» een auto 500,- zou kosten, zou er op slag een grote autonood ontstaan, waaruit het natuurrecht op een auto weer gemakkelijk zou kunnen worden afgeleid. Een bidon ville is een dorpje, opge bouwd met afvalstoffen, waar in de buurt van Parijs b.v. Abbé Piene de noodklok luidde. In de „Haagse Post" van deze week kwam nadat de fusie tussen de Am sterdamse en Rotterdamse banken re bekrachtigd was deze door de feiten achterhaalde gedachte voor: Op 22 juli 1939 werd meegedeeld, dat commissarissen van de Amsterdamsche Bank en en van de Rotterdamsche Bankvereniging hadden besloten hun di recties te machtigen om een fusieplan uit te werken. Op 7 oktober 1939 werd medegedeeld, dat onder de gewijzigd» omstandigheden (wereldoorlog II was inmiddels uitgebroken) de samenwer king niet zou worden tot stand ge bracht. Na de oorlog is van de huwelijksplan nen niets meer gekomen: de verkering was uit en bleef uit. Overwerk betekende voor Erik» Kurz, die in een bar in Wiesba den werkt, op haar verjaardag de redding van een wisse dood. Toen zij zich 's avonds drie uur later dan normaal haastig naar huis begaf om de dag toch nog een feestelijk ein de te kunnen geven vond de zo pa» 22 jaar geworden Erika drie vriendin nen op haar wachten. Zij wezen haar op een in roze papier gewikkeld pak ketje dat op de vloer lag, en vroegen haar dringend het niet open te maken maar meteen de politie te bellen. De meisjes hadden uit nieuwsgierigheid het pakje bij hun aankomst opgeraapt en laten vallen. Het geschrokken drie tal zag toen tot zjjn verbazing een wolk zwarte poeder uit het omhulsel omhoog stijgen. De politie was er na het telefoontje van de jarige barjuf frouw binnen vijf minuten en haald» behalve een antiek juwelen kistje een tijdbom uit de verpakking. Het was de bedoeling dat deze laatste bij opening van het pakket zou exploderen. De afzender bleek de 38-jarige Bel gische zakenman Isadore Hayen t« zjjn die, na diverse malen bij zijn ge liefde Erika een blauwtje te hebben ge lopen, het plan had opgevat zjjn mis kende amoureuze gevoelens te wreken. Twee jaar tevoren had hij Erika Kurz in de bar te Wiesbaden leren kennen en haar, naar het meisje zei, tot ver velens toe nagelopen. Zjj vroeg hem kort voor haar verjaardag voor de zo veelste keer uitdrukkelijk haar voort» aan met rust te laten omdat zij de ge voelens van de Belg toch nooit beant woorden kon. Hayen, die van beroep electro-techni- cus is, knutselde daarop uit wraak voor Erika's verjaardag een bom in elkaar, die gemaakt was van zwart buskruit. Het explosieve materiaal was voldoen de om iedereen binnen een straal van 4V« meter te doden, en het huis waar Erika Kurz een kamer bewoont, op te blazen. LEIDEN, 11 juni R. K. Lyceum St. Bonaventura, Gymnasium diploma A Piet Bouwhuis, Sassenheim, Sjirk Ger- ritsma," Katwijk, Joop Gillissen, Wasse naar, Fred Groot, Noordw. Hout, Henk van de Hulst, Oud-Ade, Martien Moe- rings, Katwjjk, Chiel van de Poll, Bo degraven, Hans Smittenaar en Ton Snel- derwaard, Leiden, Clemens van Weelden Katwijk, Theo de Wit en Jan-Just Wit kam, Leiden, Piet Zuidwjjk, Hazerswou- de. Diploma B: Piet Bik, Ambro Gieske, Leiden, Jos Gouverneur, Piet Jonkheer, Sassenheim, Kees Kallenberg, Oegstgeest, Hans van der Kleij, Was senaar, Ger Kraan, Koudekerk, Adri» Overgraag, Wassenaar, Bavo van der Poel, Oud-Ade, Ben Ponsioen. Oud-Ade, Jos Ragas, Lisse, Miklós Schermer Voest, Leiden, Hans Sevenhoven, Theo Uitermark, Katwijk, Jules Verlaak, van Wely, Leiden, Jan Westgeest, Zoe- termeer, Joop Zuydervliet, Zevenhoven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1964 | | pagina 9