Wilko Bergmans achter
het IJzeren Gordijn
Harde knoet van de terreur
houdt staat op de been
Kamperen
bevalt
de
Sheik
uitstekend
OVERVOLLE
KERKERS EN
KAMPEN
Explosief
verjaardags-
geschenk
Bij ma twee dagen
Laatste mopje
knoet
Niets veranderd
Woningnood
Bogaers
Sprookje
Blunder
drieling in Brunssum
Eindexamen
ZATERDAG 13 JUNI 1964
PAGINA 9
^oas* ïmmmAik IS!
y^erdl langs de wegen in Roe-
en?'ë zijn deze borden geplaatst,
J}aJ°P te lezen valt hoe groot de
°duktie is geweest in de afge
lopen maanden.
Voor de groen rode slagbomen van de Roemeense grens bij
Bors kwam mijn auto tot stilstand. Bijna tien minuten was ik
door het niemandsland gereden, dat tussen Hongarije en
Roemenië ligt. Alleen de betonnen weg, die door de ijverige Duitsers
in 1942 was aangelegd en die nog steeds de beste en meest directe
verbinding vormt tussen oost en west, was de trait d'union tussen
de elkaar vijandelijk gezinde landen. Voor wie het nog niet wist,
is het goed te vertellen, dat de verhouding tussen de landen achter
het IJzeren Gordijn beslist niet vriendelijk is. Zij haten en becon
curreren elkaar by het leven. De Bulgaren verachten de Roemenen,
de Tsjechen wantrouwen de Roemenen, de Hongaren spugen op de
Russen, de Russen het nieuwe élite volk in Oost-Europa krijgen
de buik vol van de chicanes der Albanezen.
Politieofficier protesteert wan
neer ik hem in Constanza in de
lens neem.
De kinderen op de Roemeense
scholen dragen rode dassen.
Paneel van eer, de verdienstelijke
partijmensen worden gefotogra
feerd en in het openbaar uitge
stald in een paneel in Constanza,
Devotie van een oud Roemeens
vrouwtje in een Grieks Orthodox
kerkje te Bors.
-V. -
aw~ i,962^iöö
IN ROEMENIË HEERST
EEN DOFFE ELLENDE
IA e sheik Soeleiman Daher uit
M Arabië, die met zijn gevolg van
20 man enkele weken letterlijk zijn
h tenten had opgeslagen in ons land
tj. F^nderdagmorgen naar Duitsland ver-
gev aen is, is al meningmaal naar tips
V0| aaRd door leergierige kampeerders,
hit aUur ,Jan baardigde opperhoofd
veM ae verlaten staat Ras-al-Khalma
dat uHen over het leven onder canvas,
niet zou kunnen missen. Op deze
kan h'.i trouwens van jongsaf
buit Kewoond. Toch brengt ook dit vrjj-
hr'tersbestaan problemen mee. Dat
der sheik-Soeleiman bijvoorbeeld on-
lany°nden tijdens het verblijf in Enge-
i,n a- Toen hij vorige maand een schaap
l!g een camping wilde slachten werd
ï6 ('it op beleefde doch pertinente wij-
voor>er">0 Daar was de slachter
Islam schrijft echter voor, dat de
«U uer zelf zijn eigen beesten moet
achten, zodat het vlees niet door „on-
«eiovj
pen
"en
gj?vigen" verhandeld kan worden. Om
b0!:n,moeilijkheden te veroorzaken, heb
niet, 11086 kampeerder en zijn gevolg
*v- R tOf»n moor trnrrprf^n CPSt.PlH
biet >toen maar steeds tevreden gesteld
naa?.kt worden voor consumptie. Maar
ll®n dagen kregen zij genoeg van de-
kippen. Deze kumjen tenminste
in .kleine gesloten ruimte klaarge-
eentonige kost, en begonnen zij de
jjapebout met de dag meer te missen.
t,,a en andere moeilijkheid vormde het
Import. Naast de tent van sheik Soe-
bpn sta&t slechts één wagen gepar-
Die moet dienst doen voor hem-
VQf maar ook voor de leden van zijn ge
hipt?' om van huishoudelijke zaken maar
W»,eens te spreken. Aan een Engels-
bve vroeg de sheik een keer advies
von llet krijgen van een extra wagen
hwr zijn mensen. Zou hij eens infor-
oj ph bij kampeerders op een camping
Zoif misschien een auto over was? Van-
h,/sPrekend wekte dit idee de nodige
W/iteit op. In Arabië is dit echter een
^njmale gang van zaken. Wanneer men
e^Psert in Ras-al-Khama, en daar om
kan bestel)wagen zou vragen, is de
W s groot dat de plaatselijke autori-
ïn.,jeen °f twee vehikels ter beschikking
a<J®n stellen,
j/tbdanks zo nu en dan optredende te-
^nwerking bevalt deze manier van rei-
W sheik, die in zijn land niet als
*\va sder maar als boer de scepter
der i' opperbest. „Kamperen is min-
"uur en bovendien gemakkelijk",
Vv?' de Arabische sheik er zelf van.
Ovei!neer in de zomermaanden de hotels
op t raken, hoeft hij zijn tenten maar
•hini s,aan om zijn 20 mensen in een
'mum van tijd onderdak te bieden.
9&NSSUM, 13 juni In het Sint
^„"oriusziekenhuis is donderdagavond
dMPIdrieling geboren. Het is de eerste
geo U|ig, die in dit vier jaar geleden
Scl,„e e ziekenhuis het levenslicht aan
bouwde.
Spn_b°uders, het echtpaar J. Theunis-
geleri c.m-vers, traden vierenhalf jaar
§chi„en, bet huwelijk. Zij wonen in
kindo en badden tot nu toe geen
ters /ftn' 1Je moeder en haar drie doch-
Wdie resp. «00, 2900 en 2700 gram
verkeren in blakende gezond-
Yvoün meisjes zullen de namen
Vader T <?nla en Monique krijgen. De
W*ats.1S che£ van een constructiewerk-
Zo daar stond ik dan voor de slag
bomen van partijleider en president, de
gewezen elektriciën Georghe Georghiu-
Dej. Deze man, (wiens keurige en obli
gate portret zelfs op de WC's van Roe
menië hangt) is zeventig jaar en zijn
ijzeren regiem is overal voelbaar.
Het regende! De politiemannen en
douaniers droegen gummi capes over
de schouders en zij monsterden mij uit
dagend. Een van hen sprak Frans.
Ahh.bent u monsieur we weten
van uw komst. Boekarest heeft ons ver
wittigd. Paspoort alstublieft...?!" Een
uur moest ik wachten voor het legitie-
matiebewijs mij weer werd over
handigd en ik was hierover niet ver
baasd evenmin Over het feit, dat mijn
naam al bekend was. Bjj de aanvraag
van mijn visum had ik zes pasfoto's
moeten inleveren.
Het was tegen de avond, dat ik ver
der reed in de richting Cluij (het vroe
gere Klausenburg), over de serpentine-
weg dwars door de Karpaten. Een
mistbank versperde mij soms de weg.
Bijna 180 kilometer had ik nog voor de
boeg en het was tegen middernacht dat
ik in Cluij arriveerde. In hotel Conti
nental streek ik neer. Nauwelijks ech
ter had ik mijn kamer op slot gedaan of
er werd geklopt. Een uiterst charmante
man stond in de deuropening. Hij druk
te mijn hand en zei in perfect Frans:
„Beste vriend uit Holland... ik heb van
vanmorgen tien uur op je gewacht...
ik ben journalist en ik wilde graag een
praatje met je maken over je ervarin
gen in Roemenië." Toen ik hem zei
dat die ervaringen pas tien uur oud
waren, wuifde hij mijn bezwaren weg
en zei, dat hij mij graag die volgende
ochtend bij het ontbijt wilde inter
viewen.
Dat „interview" heeft bijna twee dar
gen geduurd. Het bleek mij al gauw,
dat de man, die mij met woorden en
gebaren verschrikkelijk in de watten
legde, een slimme reisgids was van de
toeristische organisatie Carpati, en tot
opdracht had mij geen seconde uit het
oog te verliezen tijdens mijn tocht naar
Boekarest. Hij nestelde zich in de
auto en hjj „interviewde" honderd-uit.
Over het hoe en waarom van mijn
tocht naar zijn land.
Victor de journalist (ziarist stond op
zijn kaartje) was een innemend en on
derhoudend reisgenoot en ik had er
geen spijt van dat ik zijn gezelschap
had geaccepteerd al heb ik hem onom
wonden gezegd, dat ik van zijn journa
listieke loopbaan weinig geloofde, maar
hem er van verdacht een geheim agent
te zijn. Op mijn vragen gaf Victor
steeds een diplomatiek en geschoold
antwoord. Er was weinig of geen ver
keer op de weg tussen Cluij en Boeka
rest en wij legden de ruim vierhonderd
kilometer af in acht uur. Onderweg
stopten we geregeld. Ik koos de plaat
sen uit, maar in de buurt van de olie-
stad Ploesti, waar ik naast een boor
toren een bunker uit de Duitse tijd
ontdekte, welk tafereel ik wilde vast
leggen, raadde Victor mij met klem
aan door te rijden. „Het spijt mij
maar dan moet ik de hand voor de
lens houden... dit is verboden terrein
voor je."
Over en weer luisteren en vragen
Victor en ik. Af en toe moet ik stoppen
voor een kudde schapen met goedmoe
dige herders, die dwars over de weg
naar de grazige weiden in de Karpaten-
vlakten gaan. Een koppel ooievaars
wiekt laag over de heuvels naar de
Donaudelta om te gaan broeden.
Victor vertelt het laatste mopje,
dat in Roemenië de ronde doet. „Er
komt een eenvoudige boerenvrouw in
een staatswinkel van de collectieve
gemeenschap. Zij vraagt een half ons
je thee. „Wat moet het zijn... Russi
sche of Chinese thee?" informeert de
verkoopster. De vrouw denkt even na
en zegt dan... Geen van beiden... geef
mij maar liever een half onsje koffie
bonen."
Victor giert het uit. De mop van het
jaar. Geheimzinnig lachend verklaart
hjj de tendens van het grapje. „Wij
willen onszelf zjjn. Onafhankelijk van
Rusland en China willen wjj regeren en
bouwen aan onze staat. Noem het ti-
toïsme zo je wilt, maar de hoofdzaak
is, dat wjj Roemenen, ons eigen lot
bepalen."
„Marx blijft toch de grote baas, is het
niet?"
Heftig knikt Victor ja en zegt: „Zijn
grondbeginselen laten onze leiders
nooit vallen." Een drietal huifkarren
met stevig ingepakte boeren staat in
de berm van de weg. Ik stop, stap uit
en maak zonder veel commentaar een
foto van het armelijke doch folkloris-
wat onwaarschijnlijk in de oren, maar
het is zo. In Romenië en nergens achter
het gordijn is sprake van vrijheid van
spreken, godsdienst en werken. Het is
een frase, dat de communisten plotse
ling van gedachten zijn veranderd en
de poorten hebben opengegooid voor
democratisering en contact met de vrije
wereld. Op mijn hele tocht heb ik ner
gens deze symptomen kunnen bespeu
ren.
De knoet van terreur is niet ver
dwenen en wie mij niet gelooft moet
maar eens per auto door Boekarest
rijden. Aan de rand der stad heb ik
tische tafereel. Victor vindt het maar
zó, zó, maar protesteert niet.
„Ik begrijp niet, wat de buitenlan
ders toch altijd willen met die foto's
van het boerenvolk. Fotografeer het
moderne en nieuwe Roemenië... het
oude is voorgoed voorbij," verzucht hij.
Eindeloos is de weg, het betonnen
lint waarover we rijden. Prachtig is de
natuur, de bossen tegen de heuvels en
de eeuwige sneeuw op de toppen der
Karpaten, die het land doormidden
klieven. Mijn gids wijst en verklaart.
Opeens gebeurt het! In een slakken-
gangetje rij ik door een klein dorpje.
Op het moment, dat ik een paar houten
karren passeer, steekt een man, ge
tooid met een ruige berenmuts de weg
over, glijdt uit over een hoop koeien-
mest en komt met een smak tegen de
auto terecht.
Binnen drie meter sta ik stil en in
het spiegeltje zie ik hoe mensen aan
komen rennen en de ongeluksvogel
overeind helpen. Victor en ik stappen
uit de wagen en even later staan we
gebogen over de man, wiens rechter
hand angstig begint te zwellen en die
klaagt over pijn in de buik.
Maar de ijzersterke boer wuift met
zijn ongehavende hand alle hulp weg,
staat op, zet met een van pijn ver
trokken gezicht zijn muts op de zwarte
krullen en verdwijnt in de volte van
Bijna drieduizend kilometer rijden
heb ik erop zitten als in de avond de
contouren van Boekarest zichtbaar wor
den. Schaars is de verlichting van de
boulevard die naar het centrum voert.
Een grote lege stad met circa een mil
joen murwgeslagen en murwgepraatte
mensen zonder ideologie. Waarom zou
ik prachtige verhalen gaan doen over
de ontegenzeggelijk schitterende natuur
van Roemenië, wanneer de mens, die
er in moet leven, in nood is. Wellicht
klinkt dat u zoveel jaren na de oorlog
honderden dwangarbeiders zien zwoe
gen aan wegen en projecten. Politie
met mitrailleurs bewaakten hen. Zij
waren geen criminelen... nee, gewoon
mensen als u en ik, die er toevallig
anders over dachten en die één woord
te véél zeiden in een gezelschap waar
in een geheime agent schuil ging.
Deze Roemenen, onder wie mannen van
over de zeventig, droegen haveloze
kleding en hun schoeisel was samen
gesteld uit lappen en stukken leer.
BoekarestParijs van de Balkan, zo
verkondigen de machthebbers via de
reisbureaus van het vrije westen. Boe
karest... één grote desillusie met een
valse Are de Triomphe, met lege boule
vards, met lege winkels met trieste
mensen zonder toekomst.
Victor lag te slapen toen ik alleen
Boekarest bij nacht ging verkennen.
Eerlijk gezegd, om half twaalf was de
stad uitgestorven. Lege trams sukkel
den naar de remises en alleen in de bar
van mijn hotel dansten een paar neger
studenten twist op grammofoonmuziek.
Dwalend over de uitgestorven straten
van Boekarest (twee miljoen inwoners)
kwam ik hem tegen. Een man met een
slappe hoed en een scherp gezicht. Wij
stonden samen op de laatste trolleybus
te wachten. Hij was slecht gekleed en
door zijn baard liepen grijze strepen.
Toch was hij amper veertig jaar. We
wisselden een paar blikken met elkaar
en toen sprak hij mij in slecht Frans
aan. Ik vertelde wie ik was en wat mijn
beroep was.
Hij stelde voor, dat we gingen'lopen
naar zijn huis vlak naast de Grieks
Katholieke kerk. De priester maakte
een nerveuze indruk. Vaak streek hij
met zijn smalle hand over het gezicht.
We raakten in een vertrouwelijk ge
sprek. „Ik weet, dat ik veel riskeer
door u iets van mijn leven te vertellen,
maar ik hoop, dat u het westen zult
inlichten over de toestand hier. Er is
niets veranderd. Alleen van buitenaf
gezien lijkt alles veel rustiger en eer
lijker. Geloof mij vreemdeling, de tak-
tiek is veranderd maar het wezen van
het communisme hier is ongewijzigd
gebleven.
Verleden jaar ben ik uit de gevange
nis ontslagen na zeven jaar celstraf te
hebben uitgezeten. Mijn rechters ver
klaarden mij onschuldig, maar zij heb
ben niets gedaan om het leed, dat ik
heb doorstaai enigermate te lenigen.
En ik was niet alleen in de gevangenis.
Tienduizenden van mijn landgenoten
verblijven nog in de kerkers en con
centratiekampen van Roemenië: ja,
nog stééds, ook al praten de Amerika
nen met ons over hulp en reizen vele
toerister naar de facade aan de Zwarte
Zee, die Mamaia heet en waar zelfs
een casino is ingericht om de dollars
te vangen. Roemenië is een rijk land.
God heeft de grond gezegend. Nu is
de staat rijk, maar de mensen zjjn arm.
Wist u, dat de gemiddelde arbeider
met zevenhonderd lei (circa 210 gulden)
per maand naar huis gaat en dat een
paar (slechte) schoenen 300 lei kost.
Wist u, dat een doodgewone sinaasap
pel niet te betalen is (anderhalve gul
den per stuk) en dat al onze prima
aardappelen naar Rusland worden ge
ëxporteerd en dat wij zelf met uitschot
onze maaltijden moeten doen. Wist u,
dat iedere morgen duizenden strafge-
vangenen als vee tussen Constanza en
Boekarest worden vervoerd? Nee...
vreemdeling, dat weet u niet, omdat u
daar niet mag komen, laat staan foto
graferen.
Geraffineerd heeft de staat enkele
predikanten en priesters opgeleid om
in het buitenland te verkondigen, hoe
goed het wel is in Roemenië, maar dat
zijn spionnen van de staat. Zij staan
in dienst van het communisme. Nee...
dat onlangs nog vijf doktoren in Con
stanza zijn veroordeeld tot achttien jaar
gevangenisstraf, omdat zij in het open
baar zich achter de revolutie der Hon
garen hadden gesteld. Dat weten de
mensen daarginds niet. Vertel het ze,
vreemdeling, maar vermeld mijn naam
niet. De nood is groot. De openbare
gezondheid is slecht. Alleen de partij
bonzen krijgen de geneesmiddelen, die
het Westen ons stuurt. Ik zég het en u
moet het schrijven: Rusland heeft dit
land geruïneerd en onze leiders zijn
blinde werktuigen van een regime, dat
ons politiek, moreel en cultureel ten
gronde heeft gericht."
„De Groene Amsterdammer" wijdt
deze week een drastisch commentaar
met een kras voorstel aan de woning
nood:
We vragen ons eigenlijk af hoe
eigenlijk een bewindsman, of hij nu
minister, gedeputeerde of wethouder
heet, nog de verantwoordelijkheid
voor de woningnood aandurft zonder
het vaste voornemen te koesteren om
eens en voor altijd schoon schip te
maken met de vuilnisbelt vol winst
bejag, corruptie en luiheid, die de
weg naar een sociaal-rechtvaardige
oplossing verspert. Wie wel eens heeft
geïnformeerd naar het waarom van zo
plotseling gestegen kosten en even
redig gedaalde kwaliteiten, zal weten
hoe in de bouwwereld gegniffeld kan
worden om „het geheim van de smid".
We zouden het wel eens precies willen
weten, hoe het nu precies met dat
geheim gesteld is, en wie er allemaal
hun voordeel mee hebben gedaan. Wat
zou men denken van een parlemen
taire enquête?
„De Katholieke Werkgever" verrast
ons voortdurend met commentaartjes,
die men ook als men de inhoud vol
ledig verwerpt moet bewonderen om
hun speelse aanpak. Hier wordt minister
Bogaers in een houdgreep genomen.
Het doet deugd de Minister van
Volkshuisvesting zich zijn economi
sche afkomst te horen herinneren.
Tijdens zijn begrotingsbehandeling
gaf hij te kennen dat de subsidies zo
snel mogelijk dienen te verdwijnen.
Een goede woning is haar prijs waard,
zei de minister verder. Deze geluiden
zijn bepaald realistischer dan het
eerste geroep om zovéél mogelijk wo
ningen, hoe dan ook, waarmede de
minister toentertijd uit het struik
gewas kwam gekropen, als resultaat
van zijn studiën aldaar. Dat hij er niet
voor voelt om als de burgemeester
van Bidonville de historie in te
gaan, is begrijpelijk, temeer daar hij
zo jong is dat hij 't instorten van de
naar hem genoemde woningen nog
Deze woorden uit de mond van een
geteisterd man, wiens rug nog de spo
ren vertoonde van martelingen in 1964.
Ja, u leest het goed, in 1964, moeten
door de wereld schallen. Het sprookje
in Roemenië is sinds jaren uit en nog
maals, de mensen zijn murw geslagen.
Zfj lezen en neuzen, die hen overal
worden voorgeschoteld niet eens meer.
Zij berusten en vegeteren op voorbije
dagen.
Dacht u, dat de jeugd anders was?
Dacht u, dat de jongeren in Roemenië
niet in de gaten hebben, dat zjj worden
overspoeld met drogredenen en leu
gens? Van een onderwijzeres, die ik
ontmoette in haar klasje in Boekarest
(ik was gewoon een school binnenge
stapt om een paar foto's van een klas
te maken) vernam ik, dat haar liefste
wens was naar Wenen te reizen in haar
vakantie. Twee jaar geleden had zij
een paspoort aangevraagd, maar dat
was geweigerd. De reden had men niet
opgegeven. Wel was zij sindsdien inge
schakeld bij de arbeidsdienst op zon
dagen, feestdagen en vakanties. Haar
taak? Schapen melken op de collectieve
boerderij. Haar verdiensten voor dit
extra werk? Niets!
Alles ter meerdere eer en glorie van
de heilstaat, die dit jonge leven ver
woestte. Groot en droevig waren de
ogen van de lieftallige onderwijzeres.
Ik kon haar niet helpen!
zou beleven, indien hij op de eerste
weg was blijven voortgaan.
Ook dezerzijds wordt de woning
nood als een gruwel ervaren, daarom
dient zij door te lage huren niet kunst
matig te worden aangewakkerd. Al»
een auto 500,- zou kosten, zou er op
slag een grote autonood ontstaan,
waaruit het natuurrecht op een auto
weer gemakkelijk zou kunnen worden
afgeleid.
Een bidon ville is een dorpje, opge
bouwd met afvalstoffen, waar in de
buurt van Parijs b.v. Abbé Piene de
noodklok luidde.
In de „Haagse Post" van deze week
kwam nadat de fusie tussen de Am
sterdamse en Rotterdamse banken re
bekrachtigd was deze door de feiten
achterhaalde gedachte voor:
Op 22 juli 1939 werd meegedeeld, dat
commissarissen van de Amsterdamsche
Bank en en van de Rotterdamsche
Bankvereniging hadden besloten hun di
recties te machtigen om een fusieplan
uit te werken. Op 7 oktober 1939 werd
medegedeeld, dat onder de gewijzigd»
omstandigheden (wereldoorlog II was
inmiddels uitgebroken) de samenwer
king niet zou worden tot stand ge
bracht.
Na de oorlog is van de huwelijksplan
nen niets meer gekomen: de verkering
was uit en bleef uit.
Overwerk betekende voor Erik»
Kurz, die in een bar in Wiesba
den werkt, op haar verjaardag
de redding van een wisse dood.
Toen zij zich 's avonds drie uur later
dan normaal haastig naar huis begaf
om de dag toch nog een feestelijk ein
de te kunnen geven vond de zo pa»
22 jaar geworden Erika drie vriendin
nen op haar wachten. Zij wezen haar
op een in roze papier gewikkeld pak
ketje dat op de vloer lag, en vroegen
haar dringend het niet open te maken
maar meteen de politie te bellen. De
meisjes hadden uit nieuwsgierigheid
het pakje bij hun aankomst opgeraapt
en laten vallen. Het geschrokken drie
tal zag toen tot zjjn verbazing een
wolk zwarte poeder uit het omhulsel
omhoog stijgen. De politie was er na
het telefoontje van de jarige barjuf
frouw binnen vijf minuten en haald»
behalve een antiek juwelen kistje een
tijdbom uit de verpakking. Het was de
bedoeling dat deze laatste bij opening
van het pakket zou exploderen.
De afzender bleek de 38-jarige Bel
gische zakenman Isadore Hayen t«
zjjn die, na diverse malen bij zijn ge
liefde Erika een blauwtje te hebben ge
lopen, het plan had opgevat zjjn mis
kende amoureuze gevoelens te wreken.
Twee jaar tevoren had hij Erika Kurz
in de bar te Wiesbaden leren kennen
en haar, naar het meisje zei, tot ver
velens toe nagelopen. Zjj vroeg hem
kort voor haar verjaardag voor de zo
veelste keer uitdrukkelijk haar voort»
aan met rust te laten omdat zij de ge
voelens van de Belg toch nooit beant
woorden kon.
Hayen, die van beroep electro-techni-
cus is, knutselde daarop uit wraak voor
Erika's verjaardag een bom in elkaar,
die gemaakt was van zwart buskruit.
Het explosieve materiaal was voldoen
de om iedereen binnen een straal van
4V« meter te doden, en het huis waar
Erika Kurz een kamer bewoont, op te
blazen.
LEIDEN, 11 juni R. K. Lyceum St.
Bonaventura, Gymnasium diploma A
Piet Bouwhuis, Sassenheim, Sjirk Ger-
ritsma," Katwijk, Joop Gillissen, Wasse
naar, Fred Groot, Noordw. Hout, Henk
van de Hulst, Oud-Ade, Martien Moe-
rings, Katwjjk, Chiel van de Poll, Bo
degraven, Hans Smittenaar en Ton Snel-
derwaard, Leiden, Clemens van Weelden
Katwijk, Theo de Wit en Jan-Just Wit
kam, Leiden, Piet Zuidwjjk, Hazerswou-
de.
Diploma B: Piet Bik, Ambro
Gieske, Leiden, Jos Gouverneur, Piet
Jonkheer, Sassenheim, Kees Kallenberg,
Oegstgeest, Hans van der Kleij, Was
senaar, Ger Kraan, Koudekerk, Adri»
Overgraag, Wassenaar, Bavo van der
Poel, Oud-Ade, Ben Ponsioen. Oud-Ade,
Jos Ragas, Lisse, Miklós Schermer
Voest, Leiden, Hans Sevenhoven, Theo
Uitermark, Katwijk, Jules Verlaak,
van Wely, Leiden, Jan Westgeest, Zoe-
termeer, Joop Zuydervliet, Zevenhoven.