POT ASC I t EN PERLEMOER WORDT N.Y. Geweldig •JS't - m SÉI® if6 e K raiï r"" Alléén zuiver wollen damespullovers r \|00R M-Uu PIRSONWNWBK 975 damesvesten en -pullovers Italiaanse damesvesten sïïK I 1975 fyMHkemöfferfgas tlit;sD Dicht bij publiek Wij zijn de eeuwige schlemielen vrijdag en I zaterdag: DE Exodus Dictatuur m mmm drink het 2.65 2.95 GLENCANN0N SCHOTS EN SCHEEF DONDERDAG 25 JUNI 1964 PAGINA 13 De goudberingde vingers maken snelle reizen door j. de lucht. De ogen van deze eine> gezette man nemen intus- schattend de kwaliteit van t;1Jn ^°stuum op. Zijn ietwat nat- Jiddisch-Amerikaans doet mij e e®Jls sterk denken aan Schiller \T ®et Hembrandtplein. Hij heet hifU5ice' zegt Dus Moos. En J doet in textiel. Dit spreekt fizelf tussen de 35e en 40e raat en langs de 7de Avenue in ew York City, in 's werelds «motste confectiecentrum. De be- ijvigheden van het Garment v,?ïer noemt Moos eenvoudig „de madenhandel". >1 Rekken vol met japonnetjes mid- in de drukte van een wereld stad. Wat wil het publiek? is steeds joeer de grote vraag van de con fectionairs. Moet men het zoeken in duster-achtige regenjassen? Het antwoord beslist over rijk worden of failliet gaan. Tiet bij alle vrouwen van de r~| wereld beroemde warenhuis *- ■*- van Macy wordt althans op Manhattan geflankeerd door zijn grote concurrenten Gimbél's en Sack's. Wat men er niet kan kopen, is nauwelijks het opsom men waard. Over confectie ge sproken: een afdeling met confec- tiekleding voor honden en katten ontbreekt niet. Dit is het triviaie beeld dat ik van de confectiemodp kan krijgen. Maar ik heb ook gezien hoe één zo'n blauw, bloemig jurkje wordt uitgestald in de etalage van het modemagazijn, met palmbomen en foto's met zonnige stranden en fikse manspersonen met zwarte zonnebrillen als entourage. Op deze manier worden weer al die zoveelduizenden blauwe bloemige japonnetjes verkocht. Want Ame rikanen weten „Je moet niet de biefstuk verkopen, maar het gesis en de geui uit de braadpan". De man die de kniespijkerbroek ook niet geweten dat hij heeft uitgevonden, heeft van tevoren er schatrijk mee kon worden. WEEKEND-SHIRT 1..e ha Yd" stabilise"0089 ,,n Gezond en lekker 3.95 2.95 I1EH0AHNÖN ^Voddenhandel" van New York is Monte Carlo in het groot jaarlijkse New Yorkse produktie Pvj Japonnen, mantelpakjes, lingerie, '"fcrr s, bikini's, bruidsjaponnen en henr ssen 's een optelsom van miljoe- „eenecords; in business slang uitgedrukt dan miljard dollar industrie, meer centr °''eProctoktie van Texas. In dit Vork"1 vindt een kwart miljoen New conf» j? ?en bestaan in de lapjes. De Dkstt'e-industrie is veruit de belang- m e Pijler van de New Yorkse econo- <)e dus ook van vitaal belang voor eletAerenigde Staten. Hier knippen hond scharen de stoffen vaak met dig ir-d couP°ns tegelijk, wat wel no- Jurk- ïn een zaak die een half miljoen hlijje* per jaar aflevert. Niettemin hess'' oos spreken van de „rag busi- Vr'i'N"ddenhandel", dat geeft toch een ti'J JUiste beschrijving van het verba- C Spekkende mirakel van het Garment ham ®p misschien een halve vier- W0iT in de donkere verouderde 8an6ehkrabberswijK die onmiddellijk ijwlfdnt tegen de verblindende amuse- hetalsindustrie van Times Square, staat honei bij elkaar. De straten zijn ^Peioos verstopt door de plompe bssn uto s' bie staan te laden en te Jidrt- ,De trottoirs zijn vol met valk dat °aan Brooklyns, Italiaans, Portori- tot b en Duits met vlugge armgebaren eon o1 bizarre cocktail mengt. Als op g6(J "erzische markt wordt hier zaken n1js®au in de open lucht. Honderden, of ^seinen duizenden vierwielige bakjes v, '/ekken vol japonnetjes eh mantels als in het nauw gebrachte tor- be J*00r het gewoel gemanoeuvreerd, den uiers z°uden razend moeten wor- s6ljrtvan zoveel obstakels, van de klet- e- wachtende, rennende en worste- ehde mensenpakken, en het vastgelo- autoverkeer. Steeds weer moeten zij tw n tot bet stoplicht ze laat over- z0,ken en telkens sluit zich vlak voor de .zoekend wagentje het gat in de hor- Maar de kruiers duwen onverstoor- g?a r tegen hun karretjes en hun afwezi ge» °®e'n verklappen dat ze het oor ge itel hebben aan de vele New Yorkse ronica>s uit het kleine transistor-ra- tn° tje in hun hand. Ziedaar het reilen zeilen van een miljardenindustrie. Binnen, in de oude chaotische ge bouwen wordt de voddenhandel er niet fraaier op. De van la waai donderende ateliers en de *toffige kantoren, de expeditiehallen hun opgekropte uitlaatgassen en ?e muf ruikende voorraadkamers ont hullen nog een bar hoofdstuk 19e €fiuws werkgeversbeleid. Maar van de ftnderé kant hebben zij een goed stuk kan de gezellige straatdrukte binnen ?e muren verzameld. Van de open jUcht tussen de wolkenkrabbers naar bedrijfskantine binnen is maar een hlein stapje, en het New Yorkse stads centrum heeft nu eenmaal veel weg Van een gigantisch gekkenhuis. Als ik even denk aan Amsterdam, waar de Confectie veelal uit stijlvolle grachten huizen komt, en waar een voorbeel dig tuinstad-paleis de dromen van de gezamenlijke textielheren gaat vervul- en, dan begrijp ik er helemaal niets hieer van. Moos voelt direct aan wat !k bedoel en hij vertelt over de einde loze strijd die wordt gevoerd over het s 4s al of niet verplaatsen van het Gar ment Center, dat op het oog volkomen onhoudbaar is in het hartje van de City. Er is dan ook sprake van een exodus, de laatste vijftien jaar, en mannencon- fectie vindt men nog maar weinig langs de 7e Avenue. Om de stad, in het gebied dat men wel eens het Greater New York noemt, en in de nabije steden van de staten Delaware, New Jersey, Penn sylvania, Connecticut etc. is veel tex tielindustrie neergestreken. Ze liggen nooit verder van New York weg dan een nachtje rijden met een zware vrachtauto. De verleiding om weg te trekken naar gebieden waar een gro tere winstmarge berekend kan worden, waar de lonen lager zijn, het verkeer gemakkelijker is en de belasting min der kwellend, is voortdurend aanwezig. En de meeste van de ongeveer 16.000 bedrijven zijn zo klein (minder dan 30 personeelsleden) en zo mobiel dat men in een dag compleet zou kunnen verhui zen. Het Garment Center is dus niet zeker van zijn toekomst, te meer daar de duizenden Potasches en Perlemoers zo verdeeld zijn dat men zelden tot ge meenschappelijke ondernemingen kan besluiten. In een New York dat zo on gehinderd lijkt te slopen en te herbou wen zou het trouwens mogelijk moeten zijn om op dezelfde plaats een modern Garment Center in een paar superwol kenkrabbers met luchtbruggen tot over de rivieren onder te brengen. Het Center gaat niet uit New York weg, ondanks alle moeilijkheden. De aderlatingen van de laatste vijftien jaar zijn selectief geweest en hebben de con fectionairs van Manhattan verlost van de goedkoper, stijllozer, slordiger kle ding. In de moordende concurrentie en de altijd dreigende werkloosheid is men met vakbekwaam, degelijk en inventief produceren overeind gebleven. De con fectie-industrie kan de str.d niet missen. Het klinkt wat bekakt, maar de duizen den ontwerpers bestaan bij de gratie van het immer inspirerende, artistieke en beweeglijke New York met zijn thea ters, musea en exposities. Een confectie-industrie moet dicht bij haar publiek leven. Zij moet de vrouwen om zich heen heb ben die modieus en mooi willen zijn in de nieuwe japonnetjes en man tels, die show lopen in de avenues en op de trappen van de subways. Zij wordt gaande gehouden door de na bije concurrentie, want juist in het uitgebreide palet van eindeloos geva rieerde bedrijven kan men voldoen aan de eindeloos gekleurde smaak van de metropolitische massa. Er is nog veel meer dat een onverbrekelijke band legt tussen het Garment Center en New York. Het is wenselijk om in de buurt van de Madison Avenue te blijven met zijn reclamebureaus en zijn publiciteits-agenten. En om de bladen met hun miljoenenverkoop te bereiken waarin men met adverten ties over vier, vijf, zes pagina's de collecties presenteert. En boven alles is bij de New Yorkers de vakbe kwaamheid geïnvesteerd. Vroeger wa ren het vooral de Joodse en Italiaanse groepen die vertrouwd waren met het maken van de patronen, met knippen en het bedienen van de naaimachines en de persen, nu heeft men dit ge schoolde personeel grotendeels be trokken uit de negerbevolking en de honderdduizenden Portoricanen. En dit zijn New Yorkers in hart en nie ren, even gek op hun stad als Grieken op hun vaderland. De ondernemers zelf willen diep in hun hart evenmin weg, al klagen zjj graag. De voortreffelijke Moos legt mU dat uit aan de hand van zijn persoon lijke ervaringen. „Wü zijn bijna alle maal als heel kleine baasjes begonnen. Je hebt immers niet zo veel geld nodig om een confectiebedrijfje op poten te zetten. Elke dag leveren wjj nieuwe miljonairs aan de belastingen af, en elke dag betreuren wij nieuwe faillis sementen. You never know. Het is hier één groot Monte Carlo. Wij blijven op de een of andere manier allemaal de zelfde kleine baasjes, en er is in New York niemand die je daar op aan kijkt. Hier zijn geen sociale klassen. En in elke andere Amerikaanse stad mag je wel rijk worden, maar zeker niet straat arm; kortom, New York is een stad voor kleine baasjes, hoe het balletje ook over de roulette rolt. Voddenhan del, dat heb ik je toch gezegd, en wij zijn de eeuwige schlemielen." Ontelbare advocatenkantoortjes en rechtskundige bureaus in de buurt vertellen over het geweldige gok spel, dat Garment Center heet Het aantal faillissementen of zaakover nemingen schijnt soms tot twintig per cent op te lopen; zeg 3000 per jaar. Het is namelijk een verbreide gewoonte in het Garment Center om heel het be drijfskapitaal enkele keren per jaar te steken in de produktie van een nieuwe collectie. Men maakt dus bijvoorbeeld in één keer tienduizend trouwjaponnen aan. Worden die verkocht, dan kan men de volgende keer twaalfduizend stuks van dat moois fabriceren, maar gebeurt dat niet, dan is men op de fles. De kans om snel rijk te worden is er dus net zo goed als de kans om van alles berooid in de schoot der familie terug te keren Daarom is het geen wonder dat de confectionairs over hun eigen negotie smalend gingen spreken als over „voddenhandel". De zenuwslopende confectie-industrie is een vorm van speculatie, althans voor zeer velen. Het was vroeger veel erger dan nu. Als vroeger een ondernemer in het va banque spel goud had gewonnen, vluchtte hij eruit. Maar ook tegen woordig zijn er nog velen die hun winst telkens in een veiliger artikel steken en intussen met een kleine zaak blijven gokken in de lapjes. Door het voorbeeld van enkele snel ge groeide miljoenenzaken als Jonathan Logan en Bobbie Brooks begint er iets te veranderen. Er zijn nu ongeveer 350 firma's met minstens 250 personeels leden (voor ruim tachtig percent vrouwelijk). En vrij recent is de ver schijning van een veertigtal textiel zaken, of van speciaal gevormde com binaties van zaken, op de New Yorkse effectenbeurs. Potaseh Perlemoer wordt N.V. Dat lokt nog allerlei ge hoon uit. ,,Een fatsoenlijk mens gokt met ziln eigen geld, maar de N.V. speelt bingo met andermans duiten," roepen de tegenstanders. Inmiddels kan nie. ontkend worden dat de toe vloed van kapitaal in de confectie- industrie bevorderlijk is voor de sta biliteit. De constellatie van het Garment Cen ter is mogelijk nog ingewikkelder dan het van de buitenkant al lijkt. De massa- aanmaak en de verregaande specialisa tie hebben vanzelf geleid tot het uitbe steden van allerlei werk; vooral admi nistratie en expeditie, en zeer vaak ook de verkoop worden aan anderen overgelaten. Veel fabrikanten hebben niet meer dan één of twee klanten, die de hele produktie opkopen en aan de rnan gaan brengen bij inkoopcom bina ir w&lipftv ,:iiii!iiiiiiiiiiiiiii(iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiMiiii;mmiiiiiiiMiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiitimiiimiiiiiiimiiiiiiiimniiiiiiiiin MÉM ■KB... ties, modemagazijnen, warenhuizen en winkeliers. Wat er kan gebeuren als je je ene klant verliest, laat zich raden. Het lot van het Garment Center ligt echter bovenal in handen van David Dubinski, een Rus van afkomst, in veler ogen een on vervalste terrorist en in ieder geval een zeer gevreesd man. HU is de grote boss van de ILGWU, de International Ladies' Garment Workers Union. Men krijgt geen werk in het Garment Center ais men geen lid is van de vakvereni ging, want zover strekt de dictatuur van David Dubinski over de confectie- industrie. In het Amerika waar vrijhoid altijd als het hoogste ideaal gepredikt wordt, heeft de ILGWU het hoogst be. reikbaar getal van 423,000 leden. Door bitter oorlog te voeren tegen de werkge vers heeft de vakvereniging ongetwU- feid goed werk gedaan, zodat in ieder geval de hongerlonen tegen stukwerk verleden tijd zijn. De eigen leden dwong Dubinski tot hoge contributies en met deze ruggesteun kon hU vaardig het wapen van de staking hanteren. Een algemene staking bleef echter een zeld zaam verschijnsel, want Dave Dubinski besefte beter dan wie ook dat het Gar ment Center met zUn kleine winstmarges in korte tUd naar de ondergang gehol- pe„ zou zün. Als men nu op het kantoor van de Union vraagt: „Wat wil de ILGWU?" dan kan men te horen krijgen: de po litiek van de Union is gericht op het ver kleinen van de kloof tussen de lonen in New York en elders... door elders de lonen te verhogen. In het Garment Cen ter wordt dan ook redelijk verdiend en de onoverzienbare schare van vrouwe lijke employees behoort to> de beste klanten van de confectie-industrie. De nu al een halve eeuw bestaande Union bezit een uitermate goed geoutilleerd gezondheidscentrum. En ze heeft de universiteit van de staat New York ver rijkt met een internationale hogere mo devak- en textielschool. Ze bezit ook andere opleidingsinstituten, research afdelingen en adviescolleges op het ge bied van techniek, handel en bedrijfsor ganisatie. Brandnieuw zjjn de grote Blokken woonhuizen op Manhattan waar voor de ILGWU met ruim twintig mil joen dollar als sponsor is opgetreden. De vakvereniging doet alles om <g)k een Vriendelijk gezicht te tonen. Een groot succes was daarbij de eigen musical van enkele jaren geleden. „Pins and Needles", met een hele collectie modinettes op de planken, draaide twee jaar lang op Broadway en toen was stellig de hele ILGWU wel wezen kijken. („Wat moet ik ook weer tegen jou zeggen aan het begin van het derde bedrijf?" zo vroeg, bo ven het lawaai van de naaimachines uit, de ene modinette aan de andere aldus een tekst in The New Yorker.) De werkgevers betalen met bloe dend hart het grootste deei van de werkloosheidsverzekering, die zo onmisbaar is in dit speculatieve seizoenswerk. Dat Union-gelden, dus de contributie van de leden, ook in puur politieke zaken worden gestoken, is een publiek geheim. Een zeer vreemd aspect van de ILGWU is namelijk haar zeer nauwe binding met de liberale partij, de kleine derde partij in het politieke Amerikaanse spel. David Dubinski laat zijn hecht verbonden leden sinds 1944 liberaal stemmen, terwij) elke keer weer de twee grote partijen naar zijn gun sten dingen. Toen onlangs president Johnson een bezoek bracht aan het Gar ment Center en aan Dubinsk' in zijn hoofdkwartier, ontstond het grapje dat hij grossierskorting wilde genieten op de aankopen van de drie vrouwelijke LBJ's. „Maar iedereen weet dat John son vooral belangstelling heeft voor de grossier in stemmen," zo lacht Moos. Ongetwqfeid is er achter de schermen van deze grote klein-industrie nog een boeiend patroon te ontdekken. Maar erg veel meer dan de volbeladen karretjes in de drukke straten is er niet te zien. Ik moet zeggen: het is een ontluisterend gezicht om vettig precies eendere, ge bloemde damesjaponnetjes in een kar retje te zien passeren. En daar nog een karretje, met precies dezelfde blauwe bloemen. En wéér één... HENK SUÊE. S. Twee dagen in de week is u vrij en neemt u er uw ge mak van. Maakt het u dan nog gemakke lijker en draagt een korrekt zittend v.a. 15.90 t.e.m. 24,50 Komt u in ieder ge val eens kijken. Koopt u niet, u blijft wel kom bij IVél u GR.HOUTSTRAAT 96 Een fantastische aanbieding: pullovers tegen fabu leus lage prijs! Ronde hals of V-hals, lange of korte mouw, Normaal 16.90-19.75, slechts 2 dagen Een grote partij modieuze vesten en pullovers in zuiver wol, draion en Shetland, in alle moderne tinten. Normaal 19.75-24.75, slechts 2 dagen 869° Damesvesten en -pullovers, full-fashioned, in een prachtige kwaliteit zuiver wol. Keuze uit alle mode kleuren! Normaal 24.75-29.75, slechts 2 dagen n da fabrlkage wordt I M-H42-H P°stblJ,s^.Hertoge'PboSt pbbriek te., s pepita HAARLEM PER GEZELLIGE BOTTEL SINAS PER GROTE FAMILIEFLES SINAS een jeugdig garni tuur van modieuze katoen, bedrukt met rose/witte of zwart/witte ruitjes met leuke kantgar nering voorgevormde drie/kwart beha tienerbeha, voor gevormd model letje leuke jupon split opzij jarretelgordeltje met 4 jarretels koketslipje, bikini model Urote Houtstraat 71 Haarlem Telet 130.21 Guy Gilpatric De Scheve Schot rtnit Een Glencannon-Omnibus Tweede druk De klassiek geworden verhalenserie over de merkwaardige machinist Glencannon van de Inchdiffe Castle, de onverstoorbare genieter van de fameuze Duggans Dauw van Kirkintil loch. ZTjn onuitputtelijke fantasie en dolkomi sche zetten doen ons van de ene verbazing in de andere vallen, van de ene lachbui in de andere schieten. Een tweetal nonsensboeken van het beste ge halte, dat zeker niet uitsluitend de vaderlandse zeelieden zal amuseren. VerlcrQgbeer In de boekhandel N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD - HAARLEM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1964 | | pagina 13