alle
maal
mensen
ALDO MORO, een
politieke Valentino
DE DICTATOR en de PADDESTOEL
Bokma
3
De ring van de Castellacs
ZAL HET GELIJK
TOCH KOMEN
Pelsjagers van Rio Pecos
Alfredo
L
St
PIET LOERIS EN DE INCA-SCHAT
R
Tekenaar
Met mefvejïb® zeozon
tussen de zon en
uw huid wordt u
ZATERDAG 18 JULI 1964
-
HOEBA,
Jë
door DULCE CARMAN
Twee ca «e kj LflTee...
'KARL MAY
De Wadders
HERMAN BOLLMANN uit Brons
wijk (Noord-Duitsland) is de enige
graficus ter wereld, die zich speciaal
heeft toegelegd op het tekenen van
Steden in z.g. vogel-perspectief: van
daar ook, dat men hem heeft ge
vraagd de gehele wereldtentoonstel
ling van New York per pen vast te
leggen op de wijze, die de 52-jarige
Duitser beroemd heeft gemaakt.
„De Merian van de 20e eeuw", wordt
Bollmann genoemd, naar de grote
cartograaf, die driehonderd jaar gele
den in 30 lijvige boekdelen het getrou
we beeld van de Europese steden aan
het nageslacht overleverde. Het is
een minutieus werkje om ieder detail
vast te leggen; ieder huis, ieder bal-
con, ieder venster, ja zelfs iedere
schoorsteen is aangegeven en alles
klopt precies met de werkelijkheid.
Vele steden heeft Bollmann op deze
wijze reeds „in kaart gebracht", zo
als Keulen, Dusseldorf en Hamburg,
en ook Amsterdam en New York.
Zoals zo dikwijls was ook Boll-
mann's specialistenwerk eerst een
hobby. Toen de graficus in 1949 uit
krijgsgevangenschap naar Brunswijk
terugkeerde, vond hij een verwoeste
Aldo Moro? zeggen zijn tegenstanders of vijanden, wat lang niet al
tijd hetzelfde is, Aldo Moro? Een stuk rubber. Je kunt het in elkaar
knijpen, er tegen aan schoppen, het vertrappen, het blijft een stuk
rubber. Je krijgt er geen greintje af, geen deuk erin. En dat stuk
rubber doet wat het wil, als men het tenslotte wanhopig ergens in
een hoek neersmijt. Ja, zo is Aldo Moro
want hij houdt zich In geen enkel op-
graag buiten de deur, omdat hij dan men.
sen kan ontmoeten, met wie hij liever
niet spreekt. Pas wanneer hij trek krijgt,
komt hij naar huis. Dat kan voor het
avondeten 's nachts om drie uur zijn.
Soms, als hij er zin in heeft, komt hij
de kleine Giovannio halen, om mee naar
I Natuurlijk, geven zijn vrienden, die
niet altijd zijn medestanders zijn, zonder
j meer toe. Je krijgt nu eenmaal geen vat
op Moro. Hjj is altijd even voorkomend,
maar doet wat hij wil, is een meester in
de kunst van de geweldloze weerstand,
waarin Ghandi zulk een meester was.
Evenals Ghandi bereikt hij echter te
langen leste znn doel. Hij put ieder an- ae Kieine uiuv«iimu u«ieu, um mee uaa
der uit, heeft hersens als een ijzeren pot de bioscoop te gaan. Hij houdt van ko
en beidt zijn tijdmische en wildwestfilms. Of Giovannino
Tja, ook zijn vrienden beklagen zich ^an juist in bad moet, laat hem onver -
weleens over hem. Hij is bijv. nooit op «chillig.
tijd, vergeet de helft van zijn afspraken Maar ja, Leonora is aan Aldo's capri-
en kan een mens uren laten wachten, olen gewend. Ze maakte enkele jaren
voordat hij hem bij zich toelaat. Een voor de oorlog kennis met hem, toen ze
ouderwetse Italiaan. Hij beseft niet, dat in secretaresse was van de president van de
het Italië van het economisch wonder het ACI (katholieke actie). Het moet liefde
Amerikaanse „time is money" de plaats op het eerste gezicht zijn geweest, van
heeft ingenomen van het oude „dolce far weerszijden. Echter, de oorlog scheidde
niente". hen. Moro vocht in Zuid Italië, zij woon-
Niet dat Aldo Moro lui is. Alleen, hij j de in Rome. Ze kon hem beluisteren,
wenst zich niet te laten opjagen, hij wil toen hij in 1944 vpor Radio Bari ging
zün levenswijze zoveel mogelijk zelf re- spreken. Na de oorlog trouwden ze. Er
gelen en wanneer hij er zin in heeft, ver- stond geen letter over in de krant. Nie-
dwijnt hij eenvoudig, 's Zondags is hij mand kende Aldo Moro.
nooit te bereiken. Dan verblijft hij op een Hij is in 1916 geboren in een dorp bij
boerderij in de buurt van Rome, die hij Bari, de grote Italiaanse havenstad en
gekocht heeft. Daar verbouwt hij graan, voelt zich volkomen een Barees, want hij
volgens ideeën, die hij zichzelf over destudeerde er en werd professor in het
landbouw gevórmd heeft. Volgens destrafrecht. Ongeveer tegelijkertijd ging
boeren daar is zijn graan waardeloos.
Toen professor Aldo Moro minister
president werd, voorspelde menigeen,
dat zijn premierschap wel niet lang zou
duren, eenvoudig niet lang kón duren.
Bij zijn eerste tegenslagen schudden ze
begrijpend het hoofd. Ze hadden het wel
gedacht, nietwaar?
Maar telkens bleek, dat Aldo Moro, die
met veel tegenzin zijn professoraat aan
de universiteit van Bari had opgegeven,
zichzelf trouw bleef. Hij ging voort, met
taai en geduldig op zijn doel af te gaan en
toonde zich een meester in de politiek
van onderhandelen en het bereiken van
een compromis. Zowat iedere maand
wordt de val van zijn regering voor
speld. Maar Moro blijft....
Als minister-president spreidt hij de
zelfde vasthoudendheid ten toon, waar
door hij zich als een der kopstukken van
de Democrazia Cristiana onderscheidde.
Hij was als secretaris-generaal een der
mannen van de nieuwe koers centro-si-
nistra, van de samenwerking van het
centrum met links, inplaats van met
rechts. De bekende socialistische partij
leider Nenni is een van zijn grootste
vrienden. Daartegenover kan hij de
christen democraat Fanfani ex-pre-
mier tot zijn verbitterdste tegenstan
ders rekenen.
En wie is nu deze merkwaardige man?
Hij was tot dusver een nauwelijks op de
voorgrond tredende figuur in de politiek.
1 Daarbuiten werd zijn naam zelden ge
noemd. Zulks als gevolg van het feit, dat
hij, noch zijn vrouw, ook maar iets voor
publiciteit voelen. Ze gaan nergens op
bezoek, ontvangen thuis ook geen bezoe
kers. Hun gezinsleven is een hardnekkig
verdedigd bolwerk. Het echtpaar heeft
vier kinderen. Drie meisjes, waarvan het
oudste vijftien jaar is en een jongetje
van vijf. In dit gezin is Aldo Moro al
even onberekenbaar als op zijn rege
ringsbureau.
Zijn vrouw, doctoranda in de letteren,
heeft het daardoor niet gemakkelijk,
hij in de politiek. In 1947 werd hij met
een flinke meerderheid tot lid van het i
parlement voor Bari gekozen. Bij elke
nieuwe verkiezing steeg het aantal op i
hem uitgebrachte stemmen op bijna op-
zienbarende wijze.
Boze tongen beweren, dat hij een on
weerstaanbare aantrekkingskracht op de
vrouwen heeft. Vandaar al die stemmen!
Reeds als student ging hij voor een soort
Rudolf Valentino door. De meisjes-stu
denten waren dol op hem. Ook als pro
fessor was hij het idool der vrouwelijke
studenten. Nu, als premier, krijgt hij per
maand gemiddeld 150 brieven van be
wonderaarsters uit heel het land, al of
niet met een huwelijksaanzoek. Hij laat
de lectuur er van aan de secretaressen
over.
Moro, de naam betekent Moor of
Moors. In de aderen van de bewoners
van Apulië, waar Aldo Moro vandaan
zicht aan orde en regelmaat. Hij eet niet komt, stroomt veel Saraceens bloed. Dit
vormt wellicht een der grondoorzaken
van Moro's karakter, dat voor vele Itali
anen onbegrijpelijk is. Ze vinden hem
nogal mysterieus. Ook vanwege zijn af
keer van publiciteit. In Rome, waar
iedereen er op uit is, door iedereen ge
kend of minstens besproken te worden,
is hij daardoor een inderdaad opvallende
persoonlijkheid. Mede door zijn zuidelijk,
donker voorkomen en zijn grote haardos,
waar een brede streep zilvergrijs door
heen loopt.
Aldo Moro, zoon van een onderwijs
man en een lerares, was'een soort won
derkind. Op school varieerden zijn cij
fers tussen de acht en de tien. Als stu
dent was hij als zeventienjarige de jong
ste. Professor op 24-jarige leeftijd, kon hjj
er groot op gaan, de jongste professor
van het land te zijn. Nu is hij de jongste
minister-president, die Italië gehad heeft.
Als secretaris-generaal van de christen
democraten gaf hij een veilige politieke
functie prijs voor een volgens vele wan
kel premierschap. Zijn bewonderaars be
weren inmiddels, dat prof. Aldo Moro
hier toe pas is overgegaan, toen hij de
tijd ervoor rijp achtte. Wel, de tijd zal
het leren!
mmmmSÊh
(Advertentie)
Oude genever Bessenrood Citroen jenever
s
Advertentie
Herman Bollman: vakman
geboortestad. Om dit beeld van de
verwoesting vast te houden, trok hij
van de ene straat naar de andere,
van het ene huis naar het andere, van
de ene ruïne naar de andere en leg
de wat behouden bleef en wat vernie
tigd werd op zijn schetsblok vast. Een
uitgever liet deze alleen eis tijddocu-
ment gedachte plattegrond van de
stad drukken, die zeer enthousiast
ontvangen werd en onlangs voor de
vierde maal herdrukt werd.
Toen Bollmann ondertussen door
opdrachten overladen aan zijn 23e
beeldkaart bezig was, zag hij in, dat
hij zijn werk, alleen gewapend met
potlood en schetsblok, niet zou kun
nen doen zonder in tijdnood te komen.
Hij nam dus „het zwaarwegende be
sluit, mij met de techniek in te laten".
Het menselijk oog werd door de lens,
de hand door de filmstrook vervan
gen. Op het dak van een auto is op
een meter hoogte een volautomatische
camera gemonteerd, die, gestuurd
door de aandrijfas van de snelheids
meter, elke halve seconde aan elkaar
aansluitende opnamen maakt. De
auto heeft daarbij een snelheid van
30 tot 40 kilometer per uur. Bij het
vliegtuig geldt hetzelfde principe: op
800 meter hoogte en bij een snelheid
van 180 kilometer per uur worden door
acht naar verschillende kanten gerich
te camera's eveneens elke halve se
conde opnamen gemaakt. Een staf
van medewerkers brengt de filmbeel
den op papier over.
Kon Bollmann vroeger jaarlijks
slechts één grote en één kleine stad
uitwerken, nu na de invoering van de
techniek is het hem mogelijk, zes tot
zeven plattegronden van grote steden
per jaar te vervaardigen. Bij een klei
ne stad duren de grondopnamen on
geveer een uur, de luchtopnamen
slechts enkele minuten. In Munchen
werden van de auto uit in vier dagen
25.000 opnamen gemaakt. Met behulp
van het vliegtuig vervaardigde men in
een uur de benodigde overige 10.000.
Nu gebleken is, dat het in kaart bren
gen van een stad als New York ook
geen moeilijkheden geeft, heeft Boll
mann het plan opgevat, binnenkort
een hele Duitse deelstaat in vogelpers
pectief uit te tekenen.
Alleen de plattegrond van de New
Yorkse wereldtentoonstelling heeft wel
bruin
bruin
Zeozon, In spray-bus of flacon^ is
verkrijgbaar bij apotheken, drogis
ten en parfumerieën. V.a. f 1.65.
NO O- BI/SA/ GSDtSCD.
£etO/GT/ <*JG ZfJM C.NUUJ
B/J OCr O/0VSA/'
het uosree-L. s
Tujee mncgn bH&G
va nog on! voce, oe
0/eo7-e UVGG MfPOe.
e-JV D/}N
rfVi
enige hoofdbrekens gekost: Toen
eraan begonnen werd, stond er op
het terrein nog geen enkel gebouw,
men moest dat tekenen, wat nog niet
aanwezig was. Ook tekeningen of
schetsen waren er nog niet, alleen ge
tallen en nog eens getallen. Niette
min is het allemaal goed gelukt, tot
grote vreugde van Herman Bollmann,
want die heeft thans een (goede)
naam te verliezen.
73.
„Nee. Ik kan me niet herinneren hem ooit eerder gezien te hebben,
maar het is hier natuurlijk veel te donker om daar zeker van te zijn.
Hij schijnt niet iemand van betekenis te zijn. Zijn kleren zijn erg oud
en versleten."
„Maar je kunt niet altijd op het uiterlijk van iemand afgaan," zei
Daryl.
„Nee, dat is zo," gaf Riu ernstig toe. „Maar wie hij ook mag zijn,
er kan nu niet3 worden gedaan vóór Dusky terug is met mijn vader."
„Ik hoop dat ze de Pa veilig bereikt heeft. Ze heeft een hekel aan
klimmen - zegt altijd dat het haar duizelig maakt, en er zijn een paar
ellendige plekken in dat pad over de rotsen."
„Ze zal niet uitglijden," verzekerde Riu vol kalme overtuiging.,, Dat
is niets voor Dusky. Wat ze zich voorneemt te doen, dat volbrengt ze
ook, hoe dan ook. Maar ze kunnen de eerste tijd onmogelijk hier zijn."
Beide jongens gingen op een paar rotsblokken zitten, nadat Daryl moei
zaam klauterend de plek aan de overzijde van de Poel had bereikt,
waar Riu zich bevond. Zo nu en dan ging het jonge Opperhoofd even
naar de gewonde man kijken, die hij zo gemakkelijk mogelijk had neer
gelegd, met Daryls jas opgerold onder zijn hoofd.
Inmiddels had Dusky volkomen uitgeput op het strand voorbij de
Punt gelegen en het duurde enige tijd vóór zij voldoende krachten had
vergaard voor de steile klim. Ondanks de warmte in de atmosfeer was
het kind door en door verkleumd door het lange zwemmen en haar
doorweekte ondergoed plakte klammig aan haar lichaampje. Haar an-
den klapperden hevig, toen ze zich tenslotte dwong om op te staan voor
de laatste klim die haar wachtte.
Rangi Ruatani, het Grote Opperhoofd, zat te genieten van het maan
licht, terwijl zijn gedachten vertoefden bij de vrouw, die het vorig jaar
was gestorven, en bij de jeugdige zoon, wiens tragische lot de levens
van de beide ouders totaal had veranderd en met droefheid gevuld. Hij
tsprong verras overeind, toen een druipend, klein wit figuurtje om de
laatste bocht van het rotspad verscheen en plotseling voor hem stond.
„Oh!" stamelde Dusky. „Ik ben zo blij dat ik u heb gevonden. Riu
stuurde me hierheen om u te vragen terstond naar de Klagende Poel te
komen. Er ligt daar een man een Pakeha die u wil spreken.
Hij heeft zijn hoofd ernstig geblesseerd. Hij heeft een massa bloed ver
loren maar hij wilde er niet van horen dat wij een dokter zouden ha
len ,of hulp uit het stadje of van wie ook behalve van u. Wilt u komen?"
De Maori stond op en riep zijn huishoudster, die terstond een warme
deken haalde die ze om de schouders van het kind sloeg.
„Ben je helemaal van Waitangi gekomen om mij te halen?" vroeg
het Opperhoofd. „Ik kan het nauwelijks geloven. Jij een klein balnk
meisje helemaal alleen .'Daar was een flinke dosis moed voor nodig.
En hoe kom je zo nat? Ben je in een van die plassen aan het strand
gevallen?"
„Ik ben overgezwommen!" antwoordde Dusky eenvoudig.
„Gezwommen?" herhaalde de man verrast. „Kind! Je bent heel dap
per. Hier Toen de vrouw met een glas met de een of andere gloei
end hete drank terugkwam. „Je moet dit terstond opdrinken. Dat is een
middel van de Maoris om kout te weren en zonder die drank zou je
waarschijnlijk ernstig ziek worden. Daarna zullen we je droge kleren
geven en dan ga je in de auto met mij terug en zul je geen nadelige
gevolgen van je zwemmerij ondervinden."
En zo reed Dysky in triomf terug in de grote Studebaker en de uit
werking van de gloeiend hete bittere drank was zodanig, dat zij niet
de minste onaangename gevolgen van haar langdurige zwemtocht on
dervond.
(Wordt vervolgd)
MOCO
16. Nadat men ons had laten wachten, werden
wij bij het opperhoofd gebracht, die zijn vuur in het
midden van het dal had. Zijn haar was grijs en met
adelaarsveren getooid. Hij droeg moccasins en een
zwarte broek. Zijn kiel was van gekleurde stof en
kunstig geborduurd. Een dubbelloops geweer lag
naast hem op de grond en een oud pistool stak in
zijn gordel. Wij waren nog niet afgestegen toen wij
al door een groot aantal mannen, waaronder ver
schillende blanken, omringd werden. Onze paarden
werden direct weggevoerd en daar Old Deth hier
niet tegen protesteerde zag ik er geen gevaar in.
Het opperhoofd stond op, kwam ons tegemoe ten
reikte Old Death op de wijze der blanken de hand.
„Mijn broeder Old Death bereidt de krijgers der
Comanchen een verrassing" zei hij vriendelijk. „HIJ
is welkom en zal met ons die honden van Apachen
bestrijden". Old Death antwoordde hem in hetzelf
de mengsel van Spaans, Indiaans en Engels: „De
wijze Manitoe voert zijn rode en blanke kinderen op
vreemde wegen. Gelukkig is hij, die op al die we
gen een vriend ontmoet. Zal de Witte Bever ook met
mijn vrienden de vredespijp roken?"
nmrmmi
r!|(tJJIgPS
•CTTfwirlüm—-
En zo zien wij Piet Loeris metipitein hebben we nog nooit gehad!"
jja Y/illem," zei de ander: „En als
33.
een paar welgekozen woorden het
commando over de barkas van Hat
Si Kee nemen. De zeelieden Kees en
Willem waren nu zo mak als gedres
seerde schoothonden en haastten zich,
zijn bevelen uit te voeren. „Presen-
nings brassen!" donderde de detecti
ve: „Leidekkers bijstellen! Flenspeu-
ters hijsen en loef zwabbers indraaien.
Koers zestien graden westerbreedte
met het krabbetje op de nul!" Vol
bewondering voor zijn navigatiekunst
gingen de twee stoere kerels aan de
slag. „Die heeft er verstand van,
Kees" sprak de grootste: „Zo een ka-
je het mij vraagt is 't nog een fijne
kerel ook!" De barkas begon zich nu
met enorme vaart van de Acapulco
te verwijderen, een breed spoor van
schuim achterlatend. En eerlijk ge
zegd, werd het de hoogste tijd ook,
want Hat Si Kee had zich intussen
van z'n kluisters ontdaan en keek van
af het dek van de Acapulco vuisten-
schuddend toe, hoe het veel kleinere
scheepje nog steeds kleiner werd.
„Mij nog afrekenen met grote man
darijn en kleine Lotusknop!" brulde
hij. „Mij regering van Agressie
waarschuwen. Grote Loeris nog niet
jarig zijn." Maar de fameuze detec
tive hoorde deze woorden niet. Hij
stond peinzend in de stuurhut naar
zijn nieuwe personeel te kijken. „On
gelofelijk, meneer Loeris," zei Sien-
tje, die zich als steeds aan zijn zijde
bevond: „Met een paar woorden heeft
u die kerels gewoon als was ge
maakt." De speurder knikte. „Ja.
Sientje," sprak hij: ,,'t Is een kwestie
van geestelijk overwicht, 't Zijn wel
eenvoudige lieden, maar ze ruiken ge
woon m'n genialiteit!"