Ontsnapte ze aan het bloedbad van Russisch keizerlijk gezin? CKefarme ,,4' E ZAL HET GELUK TOCH KOMEN? rotterdamsche bank rb Alfredo DE DICTATOR en de PADDESTOEL De ring van de i 3 Pelsjagers van Rio PecoS Betere bestrijding van pijn en griep! PIET LOERIS EN DE INCA SCHAÏ Gor de Meulemeester terug naar V.V.V. Hoe verzekert u zich van een zorgeloze vakantie? DINSDAG 28 JULI 1964 Kleermaker Het verhaal van de oude kleermaker De vier middelen verenigd in Che- farine „4", ieder afzonderlijk al beroemd, werken te zamen nog beter en helpen ook vaak dan wan neer andere middelen falen. Ook zij, die een gevoelige maag hebben, kunnen Chefarine „4" gebruiken, want één bestanddeel dient om de maag te beschermen. Dikke boeken TIEN AANDELEN Waardevermeerdering f 200 Contant dividend Stockdividenden 200 283 NA VIJF JAREN Revenu f 483 Vraagt ons zojuist verschenen halfjaarbericht DE NEDERLANDSCHE FONDSEN MIJ. NEFO N.Y. Herengracht 436, Amsterdam (O, Tel. 231974 door DULCE CARMAN Door de Rotterdamsche Bank te laten zorgen voor uw reisverzekeringen (bagage, ongeval, ziekte) reisdeviezen (in kontanten of chèquesj kostbaarheden en waardepapieren (in de kluis) Een brochure met volledige informatie ligt voor u klaar bij alle 355 kantoren van de overal binnen uw bereik At uw ee/u! heup! UJ/QLGeUJU KO« t/ooe KARL MAY 3 De Wadders Nog steeds strijd om grootvorstin Anastasia Advertentie Sinds veertig Jaar woedt de penne- en advocatenstrijd om Anastasia. Ergens In een dorp in Midden-Dnitsland woont een vroow, bekend als Anna Anderson, maar die in ettelijke processen gepro beerd heeft, officieel erkend te worden als grootvorstin Anastasia, een der doch ters van de laatste tsaar van Rusland. Tsaar Nicolaas II werd met zijn gemalin, de tsarina Alexandra, zijn zoonte Ale- xei, dat zoals bekend door de beruchte bloedziekte was aangetast en met zijn dochters Anastasia, Olga, Tatiana en Ma ria door soldaten van het Rode Leger in 1918 op bevel van de sovjet van Jeka- terlnenburg aldaar vermoord. De weer lozen werden voor een vuurpeloton ge bracht en daarna, om zeker te zijn dat ze dood waren met bajonetsteken door boord. Grootvorstin Anastasia zou de moord partij overleefd hebben. Althans, vol gens Anna Anderson, die beweert deze grootvorstin Anastasia te zijn. Achter haar heeft zich een aantal personen, al of niet aan de Romanofs verwant, ge schaard tegenover welken zich evenwel een groot aantal anderen stelde. Voor de laatsten staat het absoluut vast, dat Anastasia niet aan het bloedbad van Jekaterinenburg is ontsnapt Ze be schouwen Anna Anderson zo niet als een oplichtster, dan toch als iemand, die zichzelf en anderen bedriegt. De zaak-Anastasia is overbekend. We behoeven hier nnet in bijzonderheden te treden. Men zou bijna geneigd zijn te zeggen, dat ze zo goed als afgedaan is en wat vervelend dreigt te worden. Deson danks blijft het mysterie rond de merk waardige Anna Anderson boeien, al was het slechts om haar interessante levens loop. Ze kwam in het n/ieuws als „de on bekende van Berlijn". Ze was daar ais Jonge vrouw bijna levenloos uit het wa ter opgehaald, naar een ziekenhuis over gebracht en daar verpleegd. Een der dok toren, die haar behandelde maakte be kend. dat hij sporen van bajonetsteken en lichte brandwonden op haar lichaam had aangetroffen. Een andere verklaar de later evenwel, nooit iets van dien aard bij Anna Anderson geconstateerd te hebben De jonge vrouw beweerde, met de hulp van een soldaat van het Rode Leger uit Siberië ontsnapt te zijn. Na een lange zwerftocht met hem was ze ten slotte in Roemenië terechtgekomen en vandaar in Berlijn beland. Ook dit alles is ge noegzaam bekend. Er werd voorts in de loop der jaren zoveel over haar geschre ven, dat het bijna onmogelijk leek, dat er nog iets nieuws aan de dag zou kun nen komen. Toch is dit gebeurd tijdens het pro ces, dat onlangs voor het gerechtshof te Hamburg werd gevoerd. Het zal in sep tember hervat worden. Dan zullen des kundigen gehoord worden, die de op dracht hebben gekregen, langs weten schappelijke weg na te gaan, of er inder daad enige lichamelijke overeenkomst bestaat tussen Anna Anderson en groot vorstin Anastasia. Zulks op grond van foto's en van bijzonderheden, die over de grootvorstin bekend zijn. Of hun ver klaringen als doorslaggevende bewijzen zullen worden aanvaard, is een open vraag. Het zal niet de eerste maal zijn. indien zulks niet gebeurt! Bijzonder interessant was inmiddels de verklaring door een oude Weense kleermaker afgelegd. Hi) deelde als de onomstotelijke waarheid mede, dat grootvorstin Anastasia inderdaad het bloedbad van Jekaterinenburg heeft overleefd. Hij was er zelf getuige van. Zijn opzienbarende verhaal, een totaal nieuw facet in de veelbewogen historie van de zozeer omstreden tsarendochter of... pseudo-tsarendochter, komt op het volgende neer: Hij was in 1917 als soldaat van het OostenrijksHongaarse leger door de Russen gevangen genomen en als krijgs gevangene naar Siberië getransporteerd. Daar werd hij bij een Russische kleer maker in Jekaterinenburg te werk ge steld. Hij leerde er Russisch spreken en werd door zijn patroon en diens vrouw goed behandeld. Hun huis stond in de zelfde straat, waar zich het pand bevond waarin het tsarengezin was onderge bracht. Zijn patroon verstelde de unifor men van de soldaten van het Rode Le ger, die de gevangenen bewaakten. De nu 70-jarige Josef Klaiberzettl heeft zijn verhaal wel heel lang voor zich gehouden. Pas toen hij in de kran ten over het proces in Hamburg las. i schreef hij aan de advocaat van Anna Anderson, wat hij destijds in Jekateri nenburg heeft beleefd. Op een middag moest ik enkele opge lapte uniformen naar het pand Ipatieff brengen, waar het keizerlijke gezin ge vangen werd gehouden. De wacht liet me passeren. Men kende mij. De mannen zaten te drinken. Naar de binnenplaats lopend, hoorde ik opeens geweerschoten. Ik verborg me ijlings achter een stapel kisten, die een soort barricade vormden, om de gevangenen het ontsnappen te beletten. „Ik dacht", aldus Klaiberzettl, „Jongen, ze schieten en als ze schieten, kunnen ze jou ook raken!" Door de ope ningen in de stapel kisten kon ik zien. dat de leden van het keizerlijke gezin, dat ik goed kende, omdat ik hen menig maal had kunnen gadeslaan, onder de kogels van een peloton soldaten vielen. Ik heb toen snel de vlucht genomen. Ik was dus getuige geweest van de wraak der Finnen en Letlanders En kele dagen tevoren nad 'n soldaat van de wacht aan mij en mijn patroon ver teld, dat de commandant van de rode troepen in Jekaterinenburg, Yourovs- ki, uit Moskou was teruggekeerd en een aantal Finse en Letlandse bolsjewistische soldaten had meegebracht Dit voorspelde volgens Petrov niet veel goeds voor net keizerlijk gezin. „Wij Russen" zei nlj, „zullen onze voormalige keizer, zijn vrouw en zijn kinderen geen leed berok kenen. Maar de Finnen en de Letlan ders ziij hun doodsvijanden, omdat hun land vele jaren onderdrukt was. Diezelfde avond versperde mijn patroon me de weg naar mijn kamer boven. „Er is daar iemand anders", voegde hij me toe. „Je moet maar hier beneden m de werkplaats slapen". Ik spreidde er een kermisbed en legde me er te slapen. Ik sliep al, toen Anoesjka, de vrouw vao mijn patroon, naar de aangrenzende keu ken kwam, me wakker makend. Ik stond op en ging kijken, wat ze er deed. Ze was bezig, water te koken. Ik vroeg waarom ze dat deed. „Om thee te zet ten", antwoordde ze. „Voor wie. zei ik. „Voor onze gast", luidde het be scheid. Ik werd nieuwsgierig, want het was al laat en wilde weten wie het was. Na enige aarzeling vertrouwde Anoesjka me toe, dat het grootvorstin Anastasia was. Ze was gewond en bulten kennis. Misschien, dat wat warme thee haar goed zou doen dacht Anoesjka. Ik stelde haar voor, aldus Klaiberzettl mee naar boven te gaan, om haar te helpen. Op mijn bed lag Anastasia, de jongste dochter van de tsaarl Ik kende haar, zoals ik al gezegd heb, evenals de andere leden van het Russische keizer lijk gezin, omdat ik haar menigmaal met de anderen op de binnenplaats van het huis, dat hun gevangenis was, zag wan delen, wanneer ik uniformen ging halen of brengen. Ik was goede maatjes met de wachtposten en maakte vaak een praatje met hen, daarbij mijn ogen goed de kost gevend. Anastasia was bewusteloos. Haar kle ding was gedeeltelijk met bloed be smeurd. Het lukte me, haar mond te openen en met een lepel wat thee erin te gieten. Toen ze het warme, verkwik kende vocht doorslikte, opende ze even haar ogen, maar verloor daarna weer het bewust zijn. Misschien was ze, het geen ook mogelijk is, te zwak om haar ogen open te houden. Anoesjka vertelde me, dat er iets bij haar gebroken was. Anastasia zag zo bleek als een dode. Drie dagen lang is ze in het huis van de kleer maker gebleven. Al de tweede dag kwa men er soldaten naar haar zoeken. Ze gingen bij ons evenwel niet naar boven, omdat ze naar ze zeiden, ons volkomen vertrouwden. Op de derde dag versche nen een rode soldaat en een burger. Ze hebben haar toen meegenomen. Niet lang daarna kwamen in Jekaterinenburg de anti-bolsjewistische troepen, die later weer door de rode verjaagd werden. Ik werd toen vrijgelaten. Tot zover het verhaal van de oude kleermaker uit Wenen over de onbeken de van Berlijn", die in 1920 voor het eerst de sensatie ontketende, door te ver klaren niemand minder dan grootvorstin Anastasia te zijn. Van de kant der Roma nofs en hun aanhang werd haar het recht zich Anastasia Federowina Romanof te V/er middelen in één iabtei doen wonderen zonder dm maag van streek ie maken BEROEMDE GENEESMIDDELEN IN ÉÉN TABLET noemen al spoedig betwist en een recht bank beval haar zich Anna Anderson te noemen en als zodanig te laten inschrij ven. Sindsdien verschenen er dikke boeken over de zaak-Anastasia, er wenden films van gemaakt en er ontstond een hevige pennestrijd welke nog steeds voortduurt. Anna Anderson, die als ze inderdaad grootvorstin Anastasia is, thans 63 jaar oud moet zijn, woont teruggetrokken in een eezaam staand huisje ergens in het Schwarzwald. Ze heeft het met een hoge schutting moeten laten omringen, nadat de slimme leiders van reisgezelschappen op de gedachte waren gekomen, een be zoek aan haar tot een attractie voor bus gezelschappen te maken. Ze leeft zeer eenvoudig, maar de op brengst van een door haar geschreven hoek en van artikelen, waarin door haar verstrekte gegevens verwerkt werden, alsmede van foto's, radio- en televi siereportages etc. hebben haar toch vol doende ingebracht, om het huisje te ko- pen en een vrijwel onbezorgd bestaan te leiden. Ze wordt inmiddels door ernstige ontstekingen in haar gebeente gekweld. Waarom ze, tegen een grote groep in vloedrijke persoonlijkheden in, zo hard nekkig volhoudt en tot in hoogste instan ties uitgemaakt wil zien, of ze de naam Romanof mag voeren of niet, dus wer kelijk grootvorstin Anastasia is? Niet om de miljoenen van tsaar Nico laas n. Volgens de Romanofs is het te enen male onjuist, dat deze een groot vermogen in het buitenland zou hebben VENLO, 28 juli De oud-VW-speler Cor Meulemeester, die de laatste twee seizoenen voor het Utrechtse DOS speel de, keert terug naar zijn oude vereniging in Venlo. belegd. Dit neemt Anna Anderson zon der meer aan. „Wat moet ik met mil joenen doen, ik, oude vrouw?" zo zei ze kort geleden tot een reporter, die tot haar wist door te dringen. „Het is slechts mijn innigste wens en mijn volste recht, vol gens de wet de naam te voeren, die mij toekomt". In het proces te Hamburg is nog naar voren gekomen, dat de Deense koning in het bezit moet zijn van documenten, waarvan vermoed wordt, dat ze ten gun ste van Anna Anderson zouden kunnen pleiten. Ze werden in 1925 door prins Waldemar van Denemarken, die aan de Romanofs verwant is, opgemaakt naar aanleiding van op zijn initiatief gedane onderzoekingen. De koning heeft ook de ze keer ee„ vorig maal is het hem reeds gevraagd beslist geweigerd, de ze documenten ter beschikking van de advocaat van Anna Anderson en daar mee van het Hof te stellen. Hij grondt zijn weigering op het feit, dat de docu menten zich in het huisarchief van de Deense koninklijke dynastie bdvinden, waaruit niets gepubliceerd mag worden. Onnodig eigenlijk nog op te merken, hoezeer ook ditmaal tal van tegenstrijdig heden door beide partijen ten beste zijn gegeven. Precies zoals zulks bij derge lijke processen gewoonlijk het geval is, maar wel in het bijzonder in de zaak- Anastasia. Wat ten slotte het verhaal avn de Weense kleermaker betreft, op de vraag, waarom hij er nu pas voor de dag mee gekomn is, antwoordde hij. dat als men een revolutie in al zijn verschrikkelijkhe den heeft meegemaakt, men er over zwijgt, zoals een soldaat niet over de oorlog praat Door er wiet meer over te spreken, was hij het hele voorval bijna vergeten Allv-rtMH!» 30 juni 1959:10 aand. NEFO f 910 30 juni 1964: koerswaarde f 1.110 Advertentie 81. „Dat moet wel," zei de man met de Taniko. „Ik geloof ei gens iemand ter wereld is die zoveel voor mij zou doen- a s ik.cut geld vind en het aan de eigenaars heb teruggegeven, moet ik mijn vrouw gaan zoeken die verdwenen is en dan moest ik -ens zlen wat er gedaan kan worden voor miss Dusky Lancaster." Tjonci u „Mogelijk zoudt u heel wat kunnen doen," antwoordde ngi Ruata- ni,EenStlman, die ik bij de rotsen naar de weg vroeg' ,ye^de me' dat dit plaatsje grotendeels bestond uit zomer-bungalows van rijKe men sen uit de grote steden. Is dit kleine meisje al rijk gezegend met aardse goederen? Of zou het mogelijk zijn, dat haar vader «UI «w voor zijn dochtertje zou laten doen van alle dingen die ik voor mijn eigen kind gedaan kon hebben als ik er een had bezeten?" „Dusky heeft geen vader. Haar moeder is een dame, erg arm, die in een bescheiden huisje in een van de achterstraatjes woom en taarten bakt om in haar onderhoud te voorzien." „Dan zal ik voor Dusky zorgen," zei de vreemdeling ern?s,j18- ..Of we dat geld vinden of niet. En zouden we nu maar niet £aaI}_ Zoals Rangi Ruatani wel voorspeld had, stemde mrs. Lancaster ter stond in met Riu's verzoek dat Dusky met hem, zijn vader en hun gast mer zou mogen naar de poel. Zij achtte Rangi Ruatani heel hoog en wist dat haar geneiae dochter tje onder zijn hoede veiliger zou zijn dan in die van menige blanke. En dus gingen Dusky en Riu samen in de donkere zomeravond op avontuur en kozen hun weg via het strand naar de KlaSencie Poel. „Waarom wilden zij mij er bij hebben," vroeg Dusky nieuwsgierig on der het lopen. „Je hebt me nog niet veel verteld." .Dat kon ik niet. Ze zullen het je wel vertellen als je aaar bent. Ik heb gevraagd of jij ook mee mocht, omdat ik wist dat je bit voor geen geld zoudt willen missen. Hij wilde het eerst niet b®bben> t0®n hij dacht dat je een gewoon klein meisje was, maar toen ik hem vertelde hoe jij gisteravond dwars over de Baai bent gezwommen om mijn va der te halen, stond hij er op dat je erbij zou zijn." „Het klinkt heel interessant," bekende Dusky. „Ik n sterf bijna van nieuwsgierigheid. Ik hoop dat ze op ons zullen wachten- „Dat denk ik wel," zei Riu vol overtuiging. ,Ze zeiden allebei dat je het recht had erbij te zijn en daarom ben ik er zeker van, dat ze zullen wachten." „Hoe heet hij?" vroeg Dusky plotseling. „Ik weet het niet. Vreemd hè? Ik heb zijn naam geen enkele keer horen noemen. Vader spreekt tegen en over hem altijd als „mijn vriend". Hij leek me een erg geschikte kerel. Het is grappig, maar ik geloof niet dat hij ook maar half zo arm is als wij dachten. Die oude kleren natuurlijk maar dat kan wel met een speciale bedoeling zijn, denk je niet?" „Ik geloof niet, dat ik er slordig en armoedig zou willen uitzien als het niet nodig was. Mensen houden er soms rare ideeën op na, hè?" „Wel.... hier zijn we er en hier zijn zij!" verklaarde Riu op opgeluchte toon, terwijl ze de donkere kring van rotsen betraden die de Klagende Poel omgaven en twee figuren opstonden om hen te begroeten. „Daar zijn jullie dan eindelijk," zei de vreemdeling met een prettige stem. „Wij hadden de moed bijna opgegeven." „Het was een heel eind," zei de jongen. „Mrs. Lancaster vond het direct goed dat Dusky meeging toen ik haar vertelde, dat u en vader een experiment bij de poel wilden proberen." (Wordt vervolgd' <C PIB WE moeten ze ee- cwo&zutr HAuEAt.f, zezvuew Gmcic&tff EH... METS (EEBEOkEWTÜ. WAK. de D/E/SENrr/kr wjser /terw/er... ez=>//Er&sEwsi/k: UMt? I/OEEW /A/M/J/V EtCHr/WG ML~ IEU... DOOE OESZWOk WEB /kT Af UN UCOEW /AS&EIA7EW. AT/JU /wsrzuMEwr/ ew Die avowd 24. Het zag er niet zo mooi voor ons uit. De overspannen schurk was niets te goed om de trek ker over te halen en de blanken rondom ons waren op zijn hand. Gelukkig kwamen enige Comanchen aanstorme nop het geschreeuw van Gibson en een hoofdman greep de schurk bij de arm, terwijl hij hem de revolver ontrukte. „Zwijg hond! Moet je ons de Apachen op de hals halen". Gibson begon te jammeren, dat ik hem voor een ander had aan gezien. „Dat is niet mogelijk" zei Old Death, „in zo'n boeventronie kun je je niet vergissen. Zijn dit de twee Topias?" vroeg hij toen, op twee Indianen wijzend. Dit bleek zo te zijn en terwijl Gibson weg sloop, begon hij de twee boodschappers te onderi vragen. „Komen mijn rode broeders van het ber|j land Topia? Zijn zij de vrienden der Comanchen- „Ja, wij stellen ons en onze wapens in dienst de Comanchen." „Hoe kan het dan, dat jullie uit het noorden gekomen zijn, waar jullie stam niet w°on^ maar de vijandige stammen der Llanero- en Ta racona-Apachen?" „Wij zijn naar het noorden êe„ Weest, om de troepen der Apachen te verkenner1 was na enige aarzeling het antwoord. „En hebben jullie daar gezien?" „Winnetou, het opP®L hoofd, die met alle krijgers naar de Rio Concb trok". 41 Het moet gezegd worden, dat Piet Loeris wel even schrok, toen hij zo ruw in de kraag werd gepakt, terwijl zij het veilinggebouwtje wil-1 den betreden. „Dat gaat zomaar niet' herhaalde de mesties, die als portier fungeerde. „Vreemdelingen worden hier niet toegelaten. Die kopen al onze kunstschatten weg!" „Maar wie zegt jou, dat ik iets wil kopen, broer, streepdeken?" mopperde de detec tive: „Zou je zo goed willen zijn, om dat bosje wortelen van m'n schouder te halen?" Geïmponeerd door zijn kalme en beheerste toon liet de por tier hem inderdaad los, maar hij maakte geen aanstalten om ons twee tal door te laten. „Dat zeggen ze alle maal," mopperde hij: „Nooit komen ze iets kopen, maar als ze eenmaal binnen zijn beginnen ze direct met d'r portefulje te wapperen, en hup! Dan is er weer een kunstschat het land uit! En een fooitje geven is d'r ook niet bij!" Ondanks zichzelf moest Piet Loeris even lachen om de stille wenk, die de man hem gaf. Met een gul gebaar drukte hij hem iets in de hand. „Hier, rook 'm maar lekker op, oliekuif! Dan heb jij ook een goeie dag!" De portier veranderde op slag van houding. „Dat 's andera soep," sprak hij tevreden: Ik zal 'm °P gezondheid opsteken, meneer! lijk welkom op onze veiling en succes!" Met een diepe buiging ?^tj® de hij de deur voor Piet en Sl„efii die zich even later in een r° zaaltje bevonden. „Ik wist niet' y!' U sigaren bij u had, meneer L° %o sprak Sientje verbaasd: „Ik zie j-d' j weinig roken!" Haar verrn0iifte broodgever keek haar met een i blik aan. „Dat was geen 9 ^2$ Sientje!" monkelde hij: ..D 09 een doodgewone muurblutser- 0llt' dat ogenblik schudde een beV1® ,eeT Iploffing het gebouwtje heen en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1964 | | pagina 4