alle maal mensen Prothesen geven het gehandicapte kind duizenden mogelijkheden na een juiste voorbereiding DE DICTATOR en de PADDESTOEL i ZAL HET GELIJK TOCH KOMEN? t Alfredo Pelsjagers van Rio Peco' GORILLA is ONTSNAPT El Oe ring van deCa PIET LOERIS EN DE INCA-SCHA* Revalidatie biedt uitkomst Geld Feestje Hoe jonger hoe beter Revalidatie Valse schaamte Wat zeggen de dokters? l ifA DINSDAG 18 AUGUSTUS 1964 r - - M WMÊÈMêmmmm pi g p 'M Ze A/OBBeA/ -ZrcH efJKEut, O/qcoa/ cecedea/ op mw Boor /a/C escheepr/ zé. lO/CDe// AJPP/S A/effCUL» door DULCE CARMAN /-/£Lflf eoeae Wee/S!/K Cc/eer, &>/?P/S o/e rct/se, D/e u Zoeur, 2WJ/J' ze Z/JA/? w co/sr a//st\ Coec/... zcomeaj jucc/e D/?r uer &0/J- Opt/zz Mee/ a/er Moe- O/ere// U/a/S£A/,\ Te/V A/ee/Z ajcec/a/ z.o 7e Zioce// e/e mocsujk wpa/esca/c/- ee/St/jcz a/r Etv. Uitstaand kapitaal 1 Aug 1963 f 13.200.000 1 Aug 1964 f 30.000.000 DE NEDERLANDSCHE FONDSEN MIJ. NEFO N.V. KARL MAY De Wadders ITALIANEN, die in Duitsland wer ken, maakten het vorig jaar enig geld over naar de familieleden thuis. Om precies te zijn een bedrag van 530 miljoen Mark. Men heeft uitgerekend dat de buitenlanders, die in Duitsland werken, in 1963 in totaal meer dan elf miljard Mark „naar huis" heb ben gestuurd. DE HEER LANCE uit Richmond in de Verenigde Staten had thuis een feestje en bij de feestgangers rees (om welke vreemde reden, weten we niet precies), de vraag, of de West- duitse minister van defensie Von Has- sel 's nachts te bereiken zou zijn. Men greep de telefoon en ja hoor, op donderdagmorgen even voor vijven greep minister Von Hassel hoogstper soonlijk de telefoon en zei (slaperig) „met von Hassel". Zie je wel dat- ie te bereiken is, zeiden ze daarna op het feestje, wat een lol! Hansje werd geboren met één armpje. Voor zjjn ouders was het nieuws dat de dokter hen bracht ontstellend. Al hun hoop op een gezond, mooi, gaaf kindje werd daar met een mededeling de bodem ingeslagen. Voor de moeder van Hansje was het 't ergst. Negen maanden van afwachting op het kind dat geboren zou worden, ver anderde van negen maanden blijde verwachting in een afschuwelijke zekerheid van een invalide kind te bezitten. Natuurlijk, dit is voor elke moeder, direct na de geboorte, een te zware slag. Het heeft dan ook wekenlang geduurd voordat deze moeder zich helder en klaar ging afvragen op welke manier zij voor haar kind zoveel zou kunnen doen dat in ieder geval voor het kind alles zo normaal mogelijk leek. Haar eerste tasten, naar de richting die zij in het leven van Hansje zou moeten volgen, was niet erg hoop vol. Zij had wel eens gehoord dat er kunstarmpjes waren. Prothesen. Toen zij echter hierover advies vroeg, werd ze een beetje vreemd aangekeken. „Prothese voor zo'n klein kind?" werd haar gevraagd. „Waar denkt u aan, wacht maar tot het kind zo ongeveer veertien tot zestien jaar is". Voor de moeder, die haar kind op deze manier ter wereld brengt betekent dit natuurlijk een groot verdriet. Zij zal de inzet van al haar krachten nodig hebben om aan het idee te wennen dat haar kind anders is dan de anderen. Anders dan de anderen? Is dat eigenlijk wel waar. Is een kind dat niet één armpje wordt gebo ren wel anders dan andere kin deren? Natuurlijk, lichamelijk mist het iets, maar is dit gemis nu wel zo groot, dat we dan direct moe ten gaan spreken van een invali de kind. Al deze vragen zijn moeilijk te beantwoorden. Een ding is zeker. Er kan voor deze kinderen meestal zoveel gedaan worden, dat zij voor zichzelf het gevoel hebben niet anders te zijn dan hun vrienden en vriendinnetjes. Het aantal kinderen in Neder land, dat op de een of andere manier verminkt is neemt steeds toe. Zonder nu direct te denken aan oorzaken als bijvoorbeeld de beruchte softenonaffaire, zijn er niettemin tal van andere onge lukken waardoor het aantal ver minkten onder de jeugd steeds groter wordt. Denken we hierbij alleen maar aan het verkeer, dat elke dag meer slachtoffers, ook onder onze kinderen, maakt. Ook worden er elke dag in ons land kinderen geboren, die op de eèn of andere manier een lichame lijke handicap hebben. De ouders van Hansje hebben zich niet bij dit advies neergelegd. Terecht heb ben zij gezocht naar een oplossing die hun kind zo snel mogelijk een normaal leven zou kunnen geven. En wie zoekt, die vindt- Reeds vanaf zijn tweede jaar heeft Hansje, die nu zes is, een kunst- armpje. Hij heeft in een instituut voor revalidatie geleerd hoe hij zich met be hulp van deze prothese door het leven moet slaan. Wie Hansje nu ziet als een fijn leuk jochie, dat alles doet met zijn twee arm pjes en handen, realiseert zich absoluut niet dat dit kind eigenlijk invalide is. Hansje gaat naar school, hij klimt op1 hekken en in de bomen als zijn kame raadjes. Hij is een van de besten bij de gymnastiekles. Kortom Hansje is een vol waardig ventje geworden ondanks zijn zogenaamde handicap. Dat kan alleen maar door de vele mo gelijkheden die de revalidatie tegenwoor dig biedt. Het is onmogelijk dat de ouders dit allemaal alleen doen. Een team van uiterst deskundige specialisten moet wor den ingeschakeld om een kind dat op wel ke manier dan ook een handicap heeft opgelopen, te helpen deze handicap te overwinnen. Het gehele proces begint bij j de huisarts. Deze is nog steeds de meest vertrouwde figuur om een advies te ge ven. Hij kent het gezin, hij kent meestal ook het kind. Voor hen die niet zo vaak met de huisarts in aanraking komen be- ■taat de mogelijkheid om op de consulta- Controle is ook nodig. De prothese is namelijk aangepast aan de moge lijkheden van de mens die ermee moet werken. Juist daarom moet alles uiterst nauwgezet gebeuren. tiebureaus meer over de revalidatie te weten te komen. De daar aanwezige kin derarts kan zeer goed beoordelen welke apecialist ingeschakeld moet worden om net kind zo goed mogelijk te helpen. IJ merkt het al. De weg is lang. .Want van ae specialist, rva verschillende on derzoeken. zal het kind naar de revalida tiearts worden verwezen. Uiteindelijk zal uit al deze onderzoekingen een conclusie se voorschijn komen, een conclusie waar in de lijn om het kind zo goed mogelijk te nelpen, te vinden zal zijn. Er zal een prothese worden ontworpen en gemaakt, en als het kind dan een- maai dit hulpstuk heeft gekregen zal het tijdelijk naar een revalidatie-inrichting moeten om te leren op welke manier net de prothese zo goed mogelijk kan zeoruiKen. De revalidatie is dan begonnen. Naar-' mate de aanleg en ae ontwikkeling van net kind zal de revalidatie sneller of langzamer gaan. Maar dat het kind ge lukkiger wordt, naarmate het vooruit gaat, ls zeker. Toch is het verbazingwekkend hoeveel kinderen nog op dit moment niet gehol pen worden. Natuurlijk, er zijn nog veel "te weinig revalidatie-artsen en niet ieder een kan tegelijk worden geholpen en opge vangen. Ook het aantal instituten is nog beperkt als is daar elk jaar een verbe tering in te constateren. De opleiding van deskundig personeel vraagt tijd en ook dat gaat langzaam. Maar dat er meer kinderen geholpen kunnen worden is zeker. De grootse oor zaak dat er te weinig kinderen gehol pen worden is valse schaamte. Nog te veel ouders vinden het verschrikkelijk als hun kind met een kunstarm- of been door het leven moet. Inplaats daarvan vertroetelen zij het kind en stellen zij de komende beslissing uit. Natuurlijk is dit voor het kind uiterst nadelig. Hoe eerder een kind leert zich met een prothese te behelpen, hoe beter het naderhand de weg door het leven vindt. Het kind zal mettertijd onherroe pelijk voor een gewichtige beslissing wor- den geplaatst. „Wat ga je worden?" Het kind dat gehandicapt is, maar van jongs af aan heeft geleerd met deze handicap te leven, zal deze beslissing makkelijker kunnen nemen dan het kind dat ais het i voor deze vraag wordt gesteld, nog niet gerevalideerd is. Valse schaamte bete kent dus meestal een minder maken van de kansen die het kind heeft. Wie name lijk op latere leeftijd gerevalideerd moet worden, heeft veel langer nodig terwijl nooit het grootste maximum van de reva lidatie kan worden bereikt. Voor ouders, die dan ook een kind heb ben dat op de een of andere manier lichamelijk gehandicapt is, is het zaak zo snel mogelijk via een revalidatiearts te proberen hun kind te helpen. De adres sen van deze artsen kan elke huisarts, of elk consultatiebureau u geven. Vraag ernaar, het gaat'om de toekomst van uw kind. Praktisch alle dokters staan vandaag zeer positief tegenover de revalidatie' v-ttri jo_nge kinderen. Een revalidatie-arts fie wij naar ziln mening vroegen zei: „Ja. de meeste kinderen kunnen voor nun vierde jaar worden geholpen". Ook wees hij op het contact met de huisarts, die het kind goed kent en daardoor meest al een goed advies kan geven. JDok dr. Drukker van de /Rijks Verzekeringsbank in Amsterdam is zeer positief ten aan zien van de revalidatie, terwijl de mees te kinderartsen een zo vroeg mogelijke hulp toejuichen. Kinderpsychologen wij zen op het belang voor het kind dat reeds vroeg leert zijn handicap als normaal te aanvaarden en ook zij menen dat °en prothese het kind meer steun geeft naar mate het vroeger leert met deze prothe se te werken. Alle artsen wijzen er echter op dat het noodzakelijk is dat ook de ouders zich volkomen met 't beeld van hun kind met een kunstlidmaat vertrouwd maken. Reva lidatie ls dus nodig voor het kind, voor de ouders is het noodzakelijk zich met de revalidatie vertrouwd te maken. Daarvoor zullen zij alle steun ondervin den die deskundigen op dit terrein hun kunnen geven. Hulp is dus mogelijk. Uw kind, al heeft het dan ook een handicap, kan geholpen worden. Het zal door toepassing van de moderne wetenschap in staat gesteld kun nen worden om een gelukkig leven te leiden. Natuurlijk een prothese blijft een vervangingsmiddel voor een natuurlijk orgaan en met een prothese kan niet al les, maar wel bijna alles. Zet in ieder geval het gevoel van valse schaamte opzij, als u ooit deze zware beslissing zou moeten nemen. .Uw kind is alleen gebaat met uw eerlijke liefde en die liefde voor uw kind zal u doen be sluiten uw kind alles te geven wat het nodig heeft om te kunnen leven, ook al zou dat misschien een prothese moeten zijn. A. A. J. DE WOLF /DE MARSUR/LAMf iBiailOTH HOBEjA; E/s Z*JC ee/j CoE- De eetoAZ/A/c Ce Cet/eA/ u/oeoe/j /jf/A, OeoeeA/, D/e ze Oaoz oe ceyeA/D /qoa/ oa/s otse/Sce t.' Advertentie jaar GROEI 2ix Herengracht 436, Amsterdam (c). Telefoon 231974 98. „Ik weet zeker dat ze er spijt van heeft," drong Dusky aan. „Laat het bezoek aan mijn moeder maar even rusten. Kom mee naar het grote huis om de uwe op te zoeken. Wilt u mij ook laten meekomen? Mrs. Esdaile is altijd zo lief een aardig tegen me geweest, en ze zal zo blij zijn." „Vooruit dan maar meisje! We zullen eerst naar haar nms gaan, zoals je wilt dat ik doen zal, en daarna gaan we naar je moeder." Dusky was inmiddels zulk een vertrouwde verschijning m het grote huis geworden en ze was zó vertrouwd geraakt met gewoonten van al zijn bewoners, dat ze wist dat de gehele familie verzameld zou zijn in de fraaie zitkamer van mevrouw Zonneschijn, in afwachting van de thee. Daar zouden de nieuwtjes van de dag besproken worden en vandaag zouden ze daar bovendien als gast hebben het Grote Opperhoofd van de Waikatos en zijn pas teruggevonden zoon, die al een heel andere jongen was geworden, sinds hij zijn naam had gevonden en zich bewust was geworden van zijn trotse voorgeslacht. In antwoord op Dusky's kloppen en het korte „binnen" van mrs. Es daile, duwde het kind de der open. Mevrouw Zonneschijn glimlachte toen ze zag wie er op de drempel stond. „Je bent precies op tijd voor de thee, Dusky," zei ze vrolijk. „Brownie brengt ze zo binnen. Kom maar hier! Je hebt je zeker afge vraagd waarom al onze jonge mensen op zo'n stralende middag niet op het strand waren?" „Ik kwam. zei Dusky en haar stem trilde. „Ik kwam om u ik heb iemand meegebracht o, kijk eens wie ik hier bij me heb!" Ze duwde haar metgezel zachtjes naar voren en hij was nu voor alle aanwezigen in de kamer duidelijk zichtbaar. Mrs. Esdaile kwam op haar gewone, statige manier overeind om de onverwachte bezoeker te be groeten. „Wilde u mij spreken?" informeerde ze hoffelijk. „Wilt u niet Ro ger!" Er was een wereld van vreugde en ongeloof vermengd in de scherpe uitroep die op de herkenning volgde. 'Maar de man aan Dusky's zijde trad niet naar voren, in de naar hem uitgestoken armen. „Kijk eens aan! Dat is de man van de Taniko," zei Riu verrast. „Fijn dat u bent teruggekomen, sir. Waar heb je hem gevonden, Dusky?" „Naast de Klagende Poel," antwoordde het kind gelukkig. „Hallo, jongen. Jij ook hier?" De man glimlachte charmant. „En mijn vriend Rangi Ruatani ook al. Het schijnt een hele volksverzame ling te zijn, hè?" Het Grote Opperhoofd glimlachte kort maar vriendelijk. Hij zei niets. Zijn donkere ogen waren strak gericht op het vertrokken gelaat van zijn nog al formidabele gastvrouw. „Roger!" herhaalde mrs. Esdaile zachtjes en smekend. „Ben je het werkelijk? Je bent dus teruggekomen?" „Ja! Het is Roger. Maar u hebt hem ongeveer twaalf jaar geleden uit uw leven geschrapt, als u het zich nog herinnert. U bent altijd een trotse vrouw geweest, en trots doet iemand soms lijden, weet u. Ik ben enkel gekomen om u te vertellen, dat de ware dief vóór zijn dood be kend heeft en het, geld heeft terugbetaald, dat u zo zeker dacht dat ik had gestolen. De firma zal u nu natuurlijk terstond uw geld terugbe talen." (Wordt «■ervolRd) "«jf ©PIB COttHHAGfH MOCO 9-1 -sr 41. Langzamerhand werd het weer stil in het dal, wat erop wees, dat er weer krijgsraad werd gehouden. Na ongeveer een half uur zagen wij, hoe verschillende krijgers onze richting uitkwamen. „Ze zoeken ons," zei Old Death, met opzet zo hard, dat de Comanchen rn de buurt het hoorden en naar ons toe kwamen. „Zijn de bleekgezichten hier? Willen zij bij het vuur komen?" „Wie vraagt dat ?„Het opperhoofd." „Zeg maar tegen het opperhoofd, dat hij hierheen kan komen, als hij Old Death spreken wil." De Indianen verwijderden zich en enige tijd later kwam het nieuwe opperhoofd aanlopen. Hij was aan zijn arm gewond en men had hem ver bonden. „Heeft mijn blanke broeder gevraag<j' ik bij hem wilde komen?" begon hij. „Inder»^ maar zeg mij eerst uw naam." „Die is op prairiën bekend .want ik wordt „Groot Hert' e(> noemd." „Wel, ik ben op alle prairiën maar heb die naam nog nooit gehoord. Nu naam weet kunt u gaan zitten." ,Wil Old ^go> niet aan ons vuur komen zitten?" ,Om zo een doelwit te vormen voor een Apache? Als u veJ'5 dig was, liet u uw gebruiken varen en beraads' de u in het donker. Ik zal u mijn mening z®, en dan moet u verder maar zien ,wat u doet- *W*H rtATOWS trWCATt N/Ota MQKUTAjP 58 Toen Piet Loeris en Sientje ein delijk achter José Pereira zaten, die trots op de bestuurdersplaats troon de, begon deze pogingen te doen, de motor aan de gang te krijgen. Eerst klonk er een gesputter, alsof er een reus met soep morste, maar opeens begon de propeller te draaien. „Hoe was het ook weer," prevelde de oude piloot: „Eerst dit knoppie en dan dat hendeltje of is het nou omgekeerd? Jammer, dat dat wijzertje van de ma nometer af is. En in de stuurknuppel zit een breuk „Wat zegt ie alle maal. meneer Loeris?" vroeg Sientje, „Niks," bromde de detective, die ech ter alles verstaan had, maar zijn hulpje niet ongerust wilde maken: „Laat die man nou maar gaan, Sien tje. Hij weet best, wat ie doet." On danks het feit, dat hij aan zijn eigen woorden twijfelde, was Piet Loeris vastbesloten, de luchtreis dóór te zet ten en de Inca-schat in handen te krijgen! Opeens begon de motor luid te brullen. Het curieuze museumstuk zette zich in beweging en versnelde langzamerhand z'n vaart. „Daar gaan 'we!" gilde Pereira: „Wat heb ik jullie gezegd?!" Het vliegtuig ma paar huppelspdongetjes en zich toen fladderend van 'I Binnen enkele seconden war y een paar honderd meter h° Is, dat ik er zélf inzit, anders het niet geloven!" lachte P1® J het zweet van zijn voorn1o J send. Daarna gaf hij de o Ijoh een goedkuerend schoud .^i J „Knap gedaan, broer, ..luj* fy riep hij: „En als je die ijzelt, nou ook nog naar Peru ore ik je rijk belonen!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1964 | | pagina 4