Rochetaillée: het Bronbeek
der Franse auto-veteranen
'Utomatisering maakt snelle en
loedkope prodmktie
rsgnigat de. Rnt7ik"
dijk
INDUSTRIE MOET RAZENDE HONGER STILLEN-
Auto wordt thans „geboren
in een schone „kliniek
n
OVER NIEUWE
EN OUDE AUTO'S
tyenieuze
ijkkast" om
ëerechtigheid
P te sporen
Brein
Rochet-Schneider (1898) bracïït
Henri Maiartre op goed idee
Gemiste kans
van onze
Jack Maandag
Eén man: 10 auto's
T.V.
-camera s
Schone vloer
Pershal
In het boudoir
Geen benzinegeur
99
99
WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1964
PAGINA 11
Wmmm
Het statige Chateau de la Rochetailléewaar de bejaarde auto's van hun oude dag genieten.
Er mnü auto-industrie.
tn een sohT- Wor(Jen voldaan
e^er ^UWen(ie auto-hon-
K&enH m°»L lan§ niet meer
<d met dagprodukties van
Sfe* exemplaren. Duizenden
ri jigj zijn, vele duizenden
pg en tegen een stuk-prijs
jouwens alleen maar moge-
\iu^0°r monsterachtige massa-
an de persen. De staalplaten worden hier door de zware
vuisten in de juiste vorm gedrukt.
riek van Citroën in Rennes ziet er modern-luchtig uit
18 (Wigeven door mooie grasperken.
Het controleren van het lakwerk
is kinderspeldankzij de vernuf
tig uitgedachte verlichting in de
tunnel, die elk foutje terstond doet
opvallen.
Buiten schijnt de zon over de
fraaie, moderne fabrieksgebou
wen, over de grasvelden met fon
teinen, over het dakterras en in
het fraaie, goed-ingerichte res
taurant voor alle werknemers.
Een dame maalt met haar machi
ne een papiertje van de grond.
Een controleur in witte jas kijkt
goedkeurend naar een groen
lampje. En opgewekt rijdt de
tweehonderd en veertigste auto
van die dag de buitenlucht tege
moet. Pete-kind van automatische
machines: geboren in een kliniek.
Een De Dion-Bouton uit 1900c nog weinig stroomlijn.
Auto's in gangen en zalen.
VIC sniekers. ^Stie^oudenf'Hrt SftadSÊ Een bejaarde Panhard (1898) voor de trappen van het kasteel.
Lange banden, hoge hallen, wei
nig mensen, schone vloeren: de
Ami 6 wordt geboren in de kliniek
van Rennes.
Waar komen de auto's vandaan
en waar gaan ze naar toe,
als ze oud zijn? Over deze
vragen gaan de reportages
op deze pagina. Onze verslaggever
Ben Kroon bezocht het statige Cha
teau de la Rochetaillée 1>U Lyon,
waar de bejaarde karretjes uit het
auto-verleden de ge'uksvogels, die
aan de handen van de sloper ont
kwamen hun dagen slijten, rustig,
in de grote zalen van het auto
kasteel. Het zjjn de voorlopers van
de onafzienbare stroom automo
bielen, die nu dagelijks de fabrieken
verlaat. Over één van die fabrieken
de splinternieuwe, zeer moderne
vestiging van Citroën in Bre-
tagne schrijft onze verkeersredae-
teur Vie Sniekers. Hij signaleert te
vens de steeds intensievere automa
tisering in deze en andere Westeuro-
pese autofabrieken.
Dankzij moderne machines bou
wen steeds meer mensen veel meer
auto's. Zullen we er straks, over
enkele tientallen jaren, óók de laat
ste exemplaren van terugvinden in
de statige zalen van het wellicht nog
vele eeuwen trotserende auto-kasteel
in Lyon?
Citroen eens met een haarspeld zeven
-rj -]f-|| gaatjes méér in zo'n stam-kaart heeft
Rennes waren, plotseling een lelijk
eendje" ontdekten op de band met hon
derden Ami 6-exemplaren. Naar men
ons zei, om m deze fabriek, waar al
léén maar Ami's worden gebouwd, ook
eens te timen" hoe lang de bouw van
een 2 CV duurt. Maar het bleef een
bijzonder vreemd eendje in de bijt: wie
weet, is het misschien tóch wel een
haar-scheurtje in zo'n stamkaart ge
weest.
SN v-Amerika asn de vooravond
Ivh massa-motorisering, kon
SO4» k ziin toevlucht nemen tot het
N< systeem. De arbeiders
i 1 i Ion niet meer naar i»et werk-
het werkstuk kwam naar
Ah. biet "ef?inne weliswaar nog ge
il® mankracht, maar al ras
vi»n .op een „lopende band",
lA H HahVÏf belang zou blijken bij
flr'li.v *6 ,r'kage van goedkope auto's.
C fci, Sn iBen' nu Europa zich ver
lat H 'Iir.J is gaan motoriseren en
C kh Drn?i autofabrieken de vraag
"Mie willen bij-benen, kan
-J?f*öD-»ana al lang geen uitkomst
C' T ®r moet een beroep
tlnl? Óii» l" °P een ander hulpmid-
v II. hulpmiddel beet: automa-
Wie een vergelijk maakt tussen de
fabrikage-methoden van nog maar vijl
jaar geleden en van nu, komt tot ver
bluffende ontdekkingen. De handen, die
toen nog de staalplaten klaar legden
voor de enorme persen zijn nu vervan-
fen door vlugge, arbeidzame staal-
Iauwen, die in een hoog tempo, schijn
baar onvermoeibaar doorwerken. Het
lijken de armen van reuzen die ont
vleesd z|jn, alleen de botten en de spier
bundels en de stalen gewrichten zijn
immers maar nodig. Op honderden pun
ten namen de machines het werk van
de mensen over. Steeds weer bedachten
de ingenieurs een nieuwe machine, die
mannenhanden kon vervangen.
Bijvoorbeeld: Van links komen de
wielvelgen. Van recht de banden. Op
het „kruispunt" moeten de banden
om de velgen worden gelegd, worden
aangeklopt en worden opgepompt.
Nog niet zo lang geleden had men
hier tenminste twee man voor nodig.
Een voor het controleren van de om-
leg-machine en een voor het op span
ning brengen van de banden. Nu zorgt
een machine voor alles: voor het
synchroon lopen van de aanvoerlij
nen en voor de verdere behandeling
ei» zelfs voor de controle. In een on
onderbroken vaart komen de auto-
wielen naar buiten, als de ronde
zuurtjes uit een rolletje. In de con
trole-kamer kjjkt iemand op een me-
tertje of het allemaal goed gaat.
Een afdeling, waar nog zeer hard
gewerkt moet worden, is de las-
afdehng. Hier wordt de auto in
elkaar gezet en dat kan (nog)
geen machine. Ook de controle is een
zuiver menselijke aangelegenheid, al
helpen bepaalde „uitvindingen" daarbij,
zoals een uiterst ingenieuze „kijk-kast",
waarin de auto zó in het licht wordt
geplaatst, dat mogelijke ongerechtighe
den in de carrosserie terstond opval
len. Voor het lakken, heeft men in deze
moderne fabriek uiteraard de toevlucht
genomen tot de modernste methoden:
na ontvetting en staalplaatreinigende
behandeling en de bespuiting met grond
tak komt het spatbord of het portier in
een glazen verfhal zonder nevels. Ron-
In alle Europese autofabrièken dankt
men nu al aan de automatisering
een goed deel van het tempo, waar
in gewerkt kan worden.
In oudere bedrijven werden de men
sen stilaan door machines vervangen.
In modernere fabrieken wéét men niet
meer anders.
Natuurlijk heeft de komst van de ma
chines in heel wat fabrieken wel eens
moeilijkheden gegeven. Wie ziet zich
IUO
graag van zijn plaats verdrongen door
een apparaat, dat het allemaal twéé
maal zo snel, twéé maal zo goed en
bovendien ook nog twéé maal zo goed
koop doet? Beledigde groepen trokken
op naar de directies. Maar het proces
was niet tegen te houden.
Men heeft In dit verband eens uitge
rekend, dat In 1899 Renault met 7o ar
beiders dat jaar 75 automobielen bouw
de, dat is dus één auto per man. Vlak
voor het uitbreken van de bouw
de dezelfde fabriek met 40.000 man
63.000 auto's per jaar, dat is dus an
derhalve auto per man, en op het
ogenblik gaat het (met een jaarproduk-
tie van ca. 600.000 exemplarenhard in
de richting van tien auto's per jaar
per man, het kantoorpersoneel enz.
uiteraard méégerekend. Dankzij de mo
derne machines bouwen meer mensen
dus nog veel meer auto's, waardoor
de prjjs van die wagens zo is komen
te liggen, dat steeds meer mensen zich
de luxe van een eigen auto zullen kun
nen veroorloven.
Wat er gebeurt, als de ontwerpers
van een automobielfabriek een
„schone lei" voor zich krijgen
en de opdracht, een bedrijf te
bedenken waarin alle moderne snufjes
van de techniek zijn verwerkt, is te
zien in Rennes, waar Citroën, daartoe
aangemoedigd door de Franse regering,
in een industrie-loze streek op een lap
grond in zeer korte tijd een fabriek
stichtte, die nu al vijfhonderd Ami b
-wagens per dag aflevert.
We hebben daar onlangs met be
langstelling rondgelopen in grote, scno-
ne hallen, waar maar zeer weinig men
sen een hand bleken uit te steken.
Hoog in de lucht, aan enorme trans
portbanden, hangen de onderdelen van
de auto's om op de grond ruimte te
sparen. Waar nodig, dalen de grote was
lijnen gewillig naar beneden om de ge
vraagde artikelen af te leveren. Stalen
handen nemen de „aanvoer over.
Achter een schakelbord met lampjes
zit een man die alleen maar behoeft
te controleren.
De vloer is hier zeer schoon en we
zagen hoe dat kwam. Neen, géén ba
taljon nijvere werksters. Een dame
van middelbare leeftijd, die een gro
te machine licht voor zich uit duwde,
als was het een kinderwagen. De ma
chine poetste, schrobde, zoog en in
tussen wandelde de „werkster"
waardig verder.
Het brein van de fabriek zit in
een groot kantoor vol panelen,
lampjes en schakelborden. Elke
wagen krijgt zijn eigen stam
kaart vol gaatjes en als die gaatjes
nu maar op de goede plaats zitten,
dan komt de rest vanzelf in orde Want
dank zij die gaatjes worden er van de
onderdelenmagazijnen, soms kilome
ters transportband van de montage
lijn verwijderd, de attributen voor de
auto verzonden.
Het mopje gaat, dat men hier bij
de verstuivers draaien als chromen vin
gers in hoog tempo en de verf vliegt
uit deze verstuivers naar de elektro
statisch geladen onderdelen er valt
geen spatje naast, de verfkamer is bu
na klinisch schoon.
We wandelen langs de televisie-ca
mera's, die de wagens in aanbouw in
de" gaten houden, compleet met de
nummerbordjes erop, die weer met
de ponskaarten in het brein corres
ponderen. We wandelen langs de mon
tagelijn „uitwendige aankleding",
waar het blote chassis snel wordt
voorzien van deuren en motorkap en
kofferdeksel en andere auto-kleding
stukken; we komen bu de afdeling
„inwendige aankleding", waar de auto
geluiddempingsvilt krijgt en elek
trische bedrading en ruiten en stoel
tjes. En in een achterafstraatje ont
dekken we ook de „kneusjes", de af-
gekeurden, de wagens die tijdens de
produktie mankementen vertoonden
of beschadigd werden. Het kerkhof.
Want de auto-industrie kent geen
tweede keus."
Toen Citroën hier in Bretagne in 1959
begon, moest er 15 km heg worden
opgeruimd en een half miljoen kubie
ke meter grond worden verzet en daar
na kwam er twee maal zoveel staal bij
te pas als er verwerkt is in de Eiffel-
toren om de metaal-skeletten te ma
ken die de fabriek nu de „body" ge
ven.
In 1962 waren de montagelijnen klaar
en kwamen de eerste Ami's van de
band. Er werken nu 4500 mensen in
Rennes: per dag verlaten hier 500
Ami's de fabriek. De capaciteit kan in
de toekomst worden opgevoerd tot 2000
exemplaren per dag
Een laatste blik nog in de pers-hal.
Het meest fascinerende deel van
het bedrijf. Hier krijgt de auto
in grote trekken gestalte. In de
staalplaten herkent men de vormen al
van Citroën.
Een rol staal wordt afgewikkeld als
of het een rol pakpapier is en een snij
machine maakt er automatisch platen
van. Geheel automatisch ook gaat de
plaat de „persen-straat" in. Een kolos
drukt er een vorm in, een andere snijdt
de randen af, een derde maakt er ga
ten in. Aan het einde: de motorkap of
het spatbord.
Boem-alwéér een nieuw portier.
Boem-alwéér een dak. Monotoon dreu
nen de persen door. Terwijl we even
staan te kijken, zien de delen voor veer
tig auto's het "evenslicht. Misschien zul
len ze over een paar dagen al rijden, die
nieuwelingen. Want we hebben in Euro
pa een razende auto-honger. Er wordt
een nieuwe rol staal „opgezet". De sta
len armen graaien gulzig naar een
plaat.
hebben ze nog veel behoefte aan luid
ruchtige ritten. Een enkele maal ko
men de meest vitale oudjes nog wel
eens naar buiten voor een rally, maaï
ze blijven het liefst in hun aristocrati
sche home, genietend van de herinne
ring aan de dagen dat de jonge baron
zijn paardloos voertuig met een vaart
van wel dertig kilometer over de weg
joeg.
Als goede Hollandse chauvinisten
hebben wfj, tenslotte, ook nog gezocht
naar een Spijker, de trots van de Am
sterdamse auto-industrie en de meest
gevreesde concurrent bij de grote be-
trouwbaarheidsritten. Henri Maiartre
heeft er nog geen kunnen bemachti
gen. Ze zijn zeer schaars. Een reden
temeer, ljjkt het ons. voor het jonge
Historische Museum van Amsterdam
om haastig de markt af te zoeken voor
het te laat is. Wamt straks ts het ge
makkelijker nog een Rembrandt te
bemachtigen dan een echte rode Spij
ker.
Het museum Rochetaillée ls ln het
zomerseizoen dagelijks te bezichtigen
van 9-12 en van 14-19 uur. Wie geluk
Het begon in 1931 met een
Rochet-Schneider. Toen het
oude voertuig met al 33 levens
jaren achter de rug de werkplaats
van Henri Maiartre werd binnen
geduwd, streek de energieke auto
sloper peinzend over zjjn fraaie zwar
te snor en bekeek met de ogen van
een oprechte minnaar de oude vete
raan. Hij streelde met zijn harde
slopershanien het koperwerk,
nestelde zich behaaglijk in de ge
capitonneerde zitting en manipu
leerde dromerig de handvatten van
de besturing. Een paar dagen lang
bleef de Rochet-Schneider onberoerd
in de werkplaats staan en toen stond
het besluit vast: niet slopen maar
bewaren.
In hetzelfde jaar werd op het Water-
looplein bp de Amsterdamse autoslo
per Jack Maandag een Sizaire et Nau-
din voorgereden. Jack ontbrak het aan
een zwarte snor en evenmin ging zijn
hart sneller kloppen toen de krakende
„volture de course" zjjn opwachting
maakte. De slopershamer tolde rond in
zjjn sterke vuisten en enkele uren la
ter verhuisden de nog bruikbare onder
delen naar het magazijn. Jack zit nog
steeds in een oude leunstoel op het
oude Plein, Iaat zich bij tijd en wijlen
een glas koffie brengen van een
kraampje uit de buurt en filosofeert dan
met zijn even gesjochte kameraden
over al de auto's, die hjj als jonge
man heeft gesloopt en die nu een for
tuin waard zjjn.
Henri Maiartre zijn snor is Inmid
dels wit geworden, maar in heel
Frankrijk eert men de Lyonese auto
sloper, die van een Saulus een Paulus
werd en eenmaal besmet door de ver
zamelaarsbacil al zijn geld stak in een
groeiende collectie veteranen van de
weg. Hoog tegen de fraaie heuvels van
de Saöne-vailei bp Lyon heeft men het
kasteel Rochetaillée ontruimd voor zijn
verzameling en elk jaar komen er
meer toeristen om van de grootste his
torische autocollectie van Frankrijk te
genieten. Om precies te zijn: de col
lectie omvat 170 voertuigen, waarvan
honderd dateren uit de jaren voor 1914.
Wie op weg naar het zuiden over
de Route Nationale 433 ongeveer elf
kilometer voor Lyon de wegwijzer naar
het kasteel ziet, moet het museum be
slist niet onbezocht laten. Hem wacht
er een bijzondere belevenis. Henri Ma
iartre heeft ln zijn jongensjaren de
roerige jeugd van de auto meebeleefd
en hp heeft in de aristocratische om
geving van het kasteel iets van die
sfeer weer opgeroepen. De auto was
toen een peperdure liefhebberij voor
zeer rijke lieden en een bron van con
structievreugde en -leed voor vinding
rijke constructeurs in heel Europa.
Elk jaar bracht een nieuwe oogst
van fantastisch opgesmukte modellen
en meuwe technische vondsten. Een
paradijs voor de sleutelaars en een
bron van Inspiratie voor de verkopers,
die met de meest fantastische reclame
platen de Panhard-Levassors, de Dion
Boutons, Leon Bollées, Audibert en
Lavirottes en hoe ze verder mogen he
ten aan de man trachtten te brengen.
De reclameprenten zijn ln het
museum minstens zo beziens
waardig als de modellen zelf.
Het doet een beetje vreemd
aan, de auto's zelfs in het bou
doir van de voormalige kasteelvrou-
we te vinden, maar ze glanzen als
pauwen en ze zijn met de grootste
zorg gerestaureerd. Henri Maiartre
heeft twee restaurateurs opgeleid,
voor wie de oude auto's geen geheim
hebben en die met 'n zorg, die de bes-
daad, museumstukken geworden,
kostbaarder soms dan menig be
faamd kunstwerk en in vele geval
len minstens zo zeldzaam. Lyon heeft
inmiddels het mu9eum onder zijn
„haut patronage" genomen en dat
verschaft Henri Maiartre de moge
lijkheid om voortdurend verder te
gaan met verzamelen. Er is al een
Hall Amédée Gordini verrezen,
waarin befaamde racewagens van re
centere datum zijn opgesteld, want
de auto gaat nog steeds voort ge
schiedenis te maken.
Het ts opvallend, voor wie ln zijn
(vooroorlogse) jeugd vrijwel niet an
ders dan zwarte auto's heeft gekend.
iiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiii
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiMiiiiiiiiiHiiniiii
dat men in de vrolijke jongensjaren
van de auto genoegen schiep in de
feestelijkste kleurcombinaties. Zij be
vestigen de geliefde stelling van Henri
Maiartre „dat er eigenlijk niets nieuws
onder de zon is en dat de oude con
structeurs vrijwel alle technische en
modieuze mogelijkheden van de auto
reeds voor 1914 hadden uitgepro
beerd".
Als er dan toch van een gemis
sprake ls, dan geldt dit mis
schien alleen voor de geuren.
Het ruikt in het kasteel naar bo
men en bloemen en niet naar benzine.
De oude veteranen zijn in bun Bron-
bleek tot rust gekomen. Zij stinken niet
meer naar olie en benzine en evenmin
heeft ontmoet bjj de rondgang Henri
Maiartre zelf, een grijze, tevreden
gentleman, die de opgang van auto
sloper tot kasteelheer met Franse
elegantie heeft volbracht en zonder
moeite over elk model een uur ver
telt. HU kent ze als een paarden
vriend zijn renstal, noemt ze eerbie
dig bij de naam en waakt over hun
welzijn als een bezorgde vader. De
oude sleutelaars van vóór 1914 leven
by hem voort als grote kunstenaars.
En als Jack Maandag toen in 1931
die Sizaire et Naudin nu eens niet
had gesloopt...
BEN KROON
1 U.C O.
te museumrestaurateurs niet kunnen A
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii