Haaien-bloedbad achter de drempel van Europa
Reuzenhaai komt naar het Ierse
Archill-eiland om er te zonnen,
te luieren en wreed te sterven
Van Selachoïdees Maximus tot
zeep, schmink en lippenstift
Het opbrengen
De slacking
De aankomst
Het zonnebaden
De vangst
De moord
ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1
Het kappen en snijden in de vette trillende vleesmassa's.
Archilleiland is de drempel
van Europa. Het ligt
vreemd en grillig, vrijwel
gen de ierse westkust aan. Lang
he'irna^ en bedekt met veen en
idegrond. Maar verder zo kaal
AtlWa?" Want de stormen van de
^lur.tische Oceaan draaien hier
a °eh alvorens ze hun krachten
n Europa tonen. En geen boom
tip ,llet bij deze „generale repeti-
jj. s kan uithouden. Ogenschijn-
A is het gezicht van Archill-
and even grimmig en verbeten,
bS dat van de Engelse kapitein
°ycot, die hier ooit de arme kaal-
pPlukte eilanders zo tegen zich
jj het harnas joeg, dat zij tegen
maatregelen namen, welke we
/Pdsdien boycotten noemen. Zijn
c°ge, grauwe huis stond op de
filing van de Corghaun, Archill's
Aeste boogie, waarop de lange
Jfiing van de Atlantic met dave-
vjicje klappen te pletter slaat, het
ty.V telkens weer in een razende
OjW^ling van opspattend schuim
je? °°g tegen de klippen. De huis-
P,. *ijn er laag en wit en hebben
L°rrne wijdmazige netten over
1Heten dak, aan alle kanten
(je.yig aan de gevel bevestigd. Zon-
jD deze voorzorg zou geen dak
«tj Janë uithouden bij het komen
Saan van de winden.
*aüNeming 1:
Eer de kleine makohaai binnen
boord komt, is er heel wat meer
strijd geleverd.
JIM O'CORMAN
Haaien en (Old)-Scotch
Dode reuzenhaaien in het drooggevallen haventje van Arehilleiland, wachtend op de slachting.
geen pardon
ledig te benutten. Men had immers ge
leerd dat de reuzenhaai zich werkelijk
als een sul liet afslachten, zonder ook
maar één greintje gevaar als je de
staart goed in de gaten hield. En geen
man op Arehilleiland die zich daarop
verkeken heeft.
Hier geen vissers met algebeten ar
men, zoals de haaienslachtoffers van
de Zuidzeeeilanden. Geen verbitterde
kapitein Achab, zoals Melville die be
schreven heelt in zijn Moby Dick. Geen
Juan Rodriguez, zoals wij hem ont
moetten in het stinkende dorp der pot
visjagers Canipal op Madeira, Rodriguez
had zijn been verspeeld aan een pot
vis. De klap van een staart verbrijzel
de de boot en het been van Rodriguez.
Het rechterbeen, dat even onder de
knie moest worden afgezet. Maar de
reuzenhaai, hoe groot en sterk ook, is
geen potvis. Daarom geen slachtoffers
op Arehilleiland. Geen haaien-
wraak voor de oude mannen van de
Keembaai. Al denken zij er dan zelf an
ders over. Want na lang aandringen
vertellen zjj het trieste verhaal van
Guy Foulkes, de man die de opdracht
had, een film te maken van Ar
ehilleiland en de haaienvaugers. Hij
voer met zijn vrouw, een privë-schip-
per en een cameraman uit om buiten
vanaf zee de Keembaai te fil
men. Maar, zo sprak onze verteller
somber, het scheepje werd door een
onzichtbare macht op de „Daisy's" ge
trokken, kleine, verraderlijk scherpe
rotspunten, even onder de waterspiegel,
drie kilometer buiten de Keembaai.
Het schip maakte direct water en
zonk snel. Guy Foulkes was de enige
die het overleefde. Zijn vrouw, de schip
per en de cameraman zakten met het
scheepje weg langs de rotspunten van
de „Daisy's". Guy Foulkes zwom als
een gebroken man m het spoor van de
reuzenhaaien de Keembaai binnen,
waar de uitkijk onbewogen op de rots
helling zat en de oude mannen in de
roeibootjes zaten te dommelen. Hun in
teresse ging nu eenmaal niet verder
dan de Keembaai.
WAARNEMING V:
Om de hoek van de Keembaai „tok-
kert" een kleine houten kotter. Het
is de St. Patrick van mr. Sweeney,
die met de verpekelde zeerot Jim
O'Corman aan het roer de gevangen
haaien komt halen. Ook het jongste
slachtoffer van de oude mannen.
Om de brede kop van de vis gaat
een lus. Het touw glijdt tot achter
de kieuwen. Dan wordt de reuzen
haai met zijn medeslachtoffers aan
weerszijden van de boeg vastgebon
den. Sommigen blijven drijvenan
deren zakken langzaam langs de
flanken van de St. Patrick omlaag
Het scheepje hangt scheef over
stuurboord. Er zijn grote en kleine
haaien gevangen. De gewichten ver
schillen. Het scheepje kan er kenne
lijk goed tegen. Het „hoest" even
als de motor weer op gang gebracht
wordt. Dan tokkert het weer bedrij
vig de Keembaai uit, op weg naar
het kleine ha.ventje Purteen van Ar
ehilleiland, de laatste etappe der
reuzenhaaien. Beneden ons op de
rotshelling is de oude man weer
gaan zitten en steekt een nieuw
pijpje op. En in de roeibootjes bij
het net zitten zijn collega's weer
te dutten. Ze hebben de vijf pond
er al lang bij getrld. De-rest zal hun
een zorg wezen.
Jim O'Corman buigt zich diep over de
morsige toog van Seam Mulloy's
pub en nipt voorzichtig aan zijn
Old-Scotch. Hij is een mar van de
zee. Altijd al geweest en zal bet ook blij
ven. De Atlantische oceaan is zijn wereld.
Hij is er enige jaren tot op 'n diepte van
50 m in afgedaald als duiker. Met zware
gewichten in zijn loden schoener omlaag,
op zoek naar waardevolle dingen in de
scheepswrakken van de tweede wereld
oorlog. Hij heeft daar de vissen gezien
in kolossale hoeveelheden, die nu voor
een belangrijk deel zijn bestaan uitma
ken Hp weet cok meer van de vissen
dan wie ook op Arehilleiland. Daarom
is hij er de grote man en kleedt zich
daarnaar. Een witte wollen kabouter
muts boven het rode, verweerde gezicht
e een even witte trui boven de donkere
broek. Het tenue van een kampioen.
En Jim O'Corman is kampioen. De eer
ste visser van Arehilleiland. Vvu- over de
reuzenhaaien wil praten, komt bij hem.
Want hij weet dat het seizoenrecord rond
de drieduizend stuks ligt en hij weet ook
heel precies dat de Basking-Shark een
grote stommeling is, die altijd zal blij
ven komen omdat hij de ie? van de
Keembaai maar niet begrijpen kan.
Doch omdat Jim O'Corman niet alleen
voor zijn beroep vist, maar zo nu en
dan ook voor zijn plezier, kent hij ook
andere haaien. De kleinere maar slim
mere dieren in de wateren rond Ierland
en Zuid-Engeland. En daarom is hij be
ter dan wie ook in staat om de vergelij
king te bepalen. Want Jim O'Corman
is ei ook met zijn sporthengel, zijn ha
ken, aas en zakje ruby-duby üokvoer
voor de vis) op uitgetrokken. Samen
me* de grote zeevissers die geregeld
vanuit het Engelse Loee of het Ierse
Westport eerbiedwaardige zeevissers
nesten opereren. Daarom heeft Jim
O'Corman twee gezichten, net ene is
dat van de meedogenloze lager, de kil
ler zonder rust. Het andere is dat van
de man die zuiver uit sportief genoe
gen in de vechtstoel plaats neemt en
ons na zijn vierde Old-Scotch zachtjes
opdat toch maar vooral niemand an
ders in de pub het kon horen toe
fluisterde, dat hij eenmaal in een ge
vecht van meer dan een half uur door
zo'n kleine haai, die van geen wijken
wist was verslagen.
WAARNEMING VI:
De St. Patrick heeft de haaien in
het haventje van Arehilleiland af
geleverd. Ze liggen er op een grote
hoop bijeen, terwijl onder hun vet
tige buiken hel water slurpend met
de ebstronm wegtrekt Boven hun
draait een kraan. Een stalen lus
komt omla,ag en wordt om de boven
ste haai gelegd Weer geheel precies
achter de kieuwen. Dan wordt de
haat opgetakeld. Het enorme beest
nog eenmaal in zijn volle lengte,
de staart zachtjes heen en weer
zwaaiend, de grote tandeloze bek
half geopend De kraan trekt de haai
op tot vlak boven de kade. bedekt
met een dikke laag rottende blub
ber, die een meer dan afschuwelijke
stank verspreidt. Daarin baggeren
enkele mannen rond met hoge zwar
te knielaarzen Ze slaan met hun
lange messen in de dikke lillende
vleesmassa's. Lange messen als de
zeisen van de dood. Ze doen hun
werk in stilte. Alleen het zagende
geluid van hun messen is hoorbaar
en het schorre, gulzige gekrijs van
de meeuwen die hier te kust en te
keur kunnen gaan.
Het gaat om de lever. Een grote,
langwerpige zak die er eenvou
dig wordt uitgesneden als er ten
minste geen aanvraag is van de
vismeelfabriek. Want alleen dan gaat de
hele haai eraan. Dan wordt er gekapt
en gesneden bij het leven. Omdat er
dan nog wat extra te verdienen valt.
Maar Jim O'Corman hield ons voor dat
dit lang niet altijd het geval is. Vaak
wordt de kolossale vis alleen maar ge-
speerd voor zijn lever. Deze gaat dan
in de molen, die de sappen eruit perst.
De sappen komen in grote tonnen terecht
die eens in de zoveel tijd door een
kustvaarder worden opgehaald en naar
Hamburg gebracht. Daar huist de grote
klant van Arehilleiland. Een ko.smetische
industrie. De weg naar zeep, lippenstift
en andere make-up begint hier in een
walgelijke stank en een afgrijselijk
bloedbad. De haai sterft ervoor in gro
ten getale. Geen mens die erom treurt.
HAYE THOMAS
OCEAAN
\j
ver van kapitein Boycot's Car-
1eCi-rehous6 liggen de resten van een
fcr^stort vliegtuig. Amerikaanse vlie-
torenden op weg naar huis een se-
tlpj, te vroeg de vrije oceaan voor
4e (.te hebben. Europa's laatste berg,
«Uef^ehauii, werd hun noodlottig. Maar
ehiH'lj'een de mens vergist zich in Ar-
ti)Alla,Hl. Dat doet ook de vis en met
c4o,de enorme reuzenhaai, de Sela-
biaj, eus Maximus, of zoals de Engels-
Jbpj z©gt Basking-Shark. Van begin
•et ®t en met half juli zwemt hü om
toe raadselachtige redenen
ff*chili>° drempel van Europa, om in
,"s ondiepe, volkomen doorzichtige
•tp baai te zonnen te luieren en te
«lei ';'i. Oude, verweerde mannen in
4'it "ootjes spannen er het geweldige
'tin °°r hun „altijd prijs". Want op
terug naar de blauwgroene
v! «n Zu emt de haai daar ook altijd
i^ordt het dier net zolang met spe-
®Werkt tot het hall op zijn rug ge-
W',4® strijd opgeeft en klaar is om
rt^Pitr 'ne' g°re fabriekje zijn lang-
C^tie 6 lever af te staan voor de pro-
'Uft, Van schmink, zeep en lippen-
*Jq
h.euzenhaai zwemt links de
i'n ®'sblauwe Keembaai binnen. Op
kuip oie akkertje, als het ware
de )Te'jjd. De brede vin trillend in
<i.j abbeling, de machtige staart er
Va toe wild zwiepend bovenuit.
>ots °nze uitkijkpost hoog in de
b0( n> kunnen wij hem uitstekend
«e II\-P* zon vol en rond boven
t heeft groot licht aan-
*toar, n in de baai. Het lange,
*en .Hij, duidelijk zichtbaar tus-
in A'-olen zalm en pollak, glijdt
van het kleine, witte
baj, cbe. Traag en ietwat sullig ook.
®a« 0Peens houdt hij stil, blijft half
[o0s oppervlakte liggen. Roer
hei donkere huid glinstert in
eioe, schijnsel van de zon. Soms
4e n even de kieuwen en kinkt
V stQa rt.
J| '*'®n hebben de slechte naam
de visstand. Niet de veJe
u ~^.u'-lse wangedrochten met hun
«E^Uiige koppen en bloeddoor-
4e i? 'n 4e grote, peilloze diepten
taj oceaan. Niet de Orka,
GJ* Vaal?fdwalvis met zijn kolos-
Gcspogi °Ie«e kop en rondloerende var-
bn, 'hit' o' 4ie de zeven zeeën af-
G RHit.n alles consumeert wat hij
Gn vE®n kan- Niet 4e kleine bolge-
GhÜ^h Iv s in Zuidamerikaanse
v' minrt' opererend in groepsver-
Gt 6l' 4an een halve minuut no-
af te 1101?1 niens en dier tot op het
v t gevr Maar 4e haai is de
4«>o li doet 4e vis in menselijk" opren.
W ten.if Ook geen enkele moeite van
$<h!?eer af te kom Tenminste
4^^k \va'J. behoort tot het agressieve
•boot eni. baaienfamilie is bijzon-
kent vele soorten. De grond-
VOOR SULLEN VAN
het hier afgesproken werk is. De
oude man als uitkijk op de rots
helling, het pijpje stevig tussen de
tanden geklemd, zonder een spoor
van emotie. En ver beneden ons
de mannen in hun roeibootjes bij
het net, roerloos op hun smalle
bankjes, rustig meewiegend op het
lome ritme van de slappe oceaan
deining. De reuzenhaai nadert het
net, onzichtbaar onder de drijvers
in het water. Het kolossale dier,
wat zijn afmetingen betreft de ko
ning der haaienfamïlie, is zich van
geen kwaad bewust. Even later
boort de brede kop zich in de maas
van het net en breekt de hel in de
Keembaai los.
Het zijn hooguit een man of tien die
betrokken zijn bij de jacht op de
reuzenhaaien. En niet alleen de
reuzenhaaien. De Keembaai is
een verzamelplaats voor haaien en
kleine vissen. Daarom hebben zij ook
andere netten uitgezet, her en der ver
spreid, waarin zij zalm, pollak en ma
krelen vangen. De netten staan midden
in de stroomdraden van het getij. De
oogst is zeer wisselvallig. Het kan mee
zitten of zwaar tegenvallen. De zalm,
de pollak en de makreel laten zich min
der vlok verschalken dan de reuzenhaai.
Maar eenmaal ln de knoestige knuisten
van de oude mannen is er ook voor
hen geen ontkomen meer aan. Stuk
voor stuk krijgen ze met een kort eind
hout een klap op het hoofd. Die klappen
klinken dof en soppig. Op de blanke
visbuiken verschijnen kleine bloedvlek-
tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimii
bevestiging van wat de mannen in
de roeibootjes allang hebben gezien.
Ineens komen hun gebogen licha
men tot leven. De riemen zwaaien
op en ploffen precies in de dollen
neer. De voeten gaan schrap tegen
de buikdenning en er wordt krach
tig aan de riemen getrokken. De
smalle, met canvas bedekte roei
bootjes schieten naar voren. In de
boeg staat de „killer" al klaar. De
mouwen opgerold en in de rechter
hand de trillende speer De stalen
punt ervan is gericht op de plek
waar het water woest golft, flarden
schuim omhoog schieten, telkens
weer als de machtige staart uithaalt
voor een wanhopige klap. Het ene
bootje blijft voor het net, het andere
nadert de haai van achteren. Dan
flitsen de speren in het schuimbad.
Twee felle prikken die eenvoudig
niet missen kunnen. Het zijn zonder
meer daverende voltreffers. Heel
even maar komt het zwarte lijf om
hoog in de kabbeling, glimmend en
dampend. Opnieuw wordt er gesto
ken Er in en er uit. En altijd raak
Een halve minuut op zijn hoogst.
Dan is de weerstand gebroken. Voor
het net is een rood vlekje aan de
oppervlakte verschenen. Het vlekje
breidt zich snel uit tot een brede
kring.
in een hoek van mr. William Swee
ney's super-bazar op Arehilleiland
staat een kanon. In de loop ervan
steekt een duivelse harpoen, met
lange, puntige weerhaken Mr. Swee
ney is de eerste man op Arehilleiland.
Hij verkc niet alleen alles wat voor
het levensonderhoud noodzakelijk is, of
wat de levenspret kan vergroten, maar
mr. Sweeney is ook de man die achter
haai oftewel ruwe haai, de voshaai, de
makohaai, de neushaai en de blauwe
haai, om maar enkele van de kleine
re soorten te noemen. De felle, be
weeglijke tijgerhaai behoort tot de gro
tere types, maar blijft qua afmetingen
toch mg duidelijk onder de maat van
de reuzenhaai, de grootste aller haai
en, maar tegelijkertijd ook de meest
sullige en goedige telg van de familie.
Het dier heeft een weliswaar omvang
rijke maar tevens tandeloze bek. Geen
vis hoeft er voor aan de haal, want hij
is zielstevreden met de meest kleine
diertjes, die tezamen plankton heten.
De vis kan gemakkelijk een meter of
twaalf lang worden en heeft een grote,
zwaar gespierde staart, doch mist een
voudig de handigheid om er rake klap
pen mee uit te delen. De reuzenhaai
heeft nog nimmer een mens kwaad ge
daan.
WAARNEMING II:
De reuzenhaai is „warm gebakken"
in de zon. Hij zet zich zachtjes in
beweging, zwemt soepel en speels
op langs de kustlijn, schijnbaar on
gevoelig voor het peloton makrelen,
dat driftig voor hem langs flitst. Bij
de rotswand aan het rechtereinde
van de oaai mindert hij weer vaart.
De schaduwen van de rotsen geven
hier het water een donkere tint.
De afmetingen van de vis vervagen,
maar onder, tegen de rotswand
haast, blijft een grote zwarte vlek
zichtbaar De oude man, schuin be
neden ons op de helling, klopt zijn
pijp uit op een steen Zijn ogen
blijven gericht op de zwarte vlek
waarboven het water zachtjes golft.
Zo heeft hij er vele honderden ge
zien. Hij weet wat er gebeuren
gaat
De Keembaai is een vast punt in
de route der reuzenhaaien. Nog
sterker, zij frequenteren de be
trekkelijk kleine inham pal ach
ter de drempel van Europa, als geldt
het eeu soort uitspanni .g, waar het
goed toeven is. Natuurlijk: de bodem
loopt er op en in het ondiepe water vlak
achter het witte zand, kan de zon voor
een aangename temperatuur zorgen.
Maar zijn liefde voor het zonnebaden
kan hü natuurlijk ook elders uitleven.
En, o zeker, ook tussen de rotsachtige
uitlopers van de Schotse kust en in de
Noorse fjorden is hq waargenomen.
Doch nimmer in de aantallen, die voor
de Keembaai op een bloedige lqst zün
vastgelegd. De mannen van liet eiland
hebben er zich vaak het hoofd over ge
broken, monkelend met hun Archill-
koeterwaals boven hun grote potten
Guiness in de halfdonkere pubs. Zij ko
men er niet uit en houden het maar op
de lange dunne leamprey's, oftewel
bloedzuigers, die zich in de oceaan op
het haaienvlees vastzuigen. Ook om zich
van deze „lastpakken" te ontdoen, zou
de reuzenhaai de Keembaai bezoeken.
Eerstens om er te zonnen en ten twee
de dus om zich langs de rotswand van
de bloedzuigers vrij te schuren. Fan
tasie of werkelijkheid? Een feit is het
dat de reuzenhaai de Keembaai altijd
vlak langs de rotswand verlaat. Vast
staat ook dat bij tal van gevangen
reuzenhaaien bloedzuigers, reeds half in
de dikke spekhuid doorgedrongen, zün
gevangen.
WAARNEMING III:
De oude man met het dampende
pijpje is gaan staan. Met zijn ene
hand draait hij snelle kringetjes
boven zijn hoofd. Een teken voor
de collega's verdeeld over twee roei
bootjes bij het net, aan het uiteinde
van de baai. De andere hand wijst
streng omlaag, naar de haai, die
weer boven is gekomen en langzaam
zijn weg langs de rotswand ver
volgt. Dat alles heeft iets machi
naals. iets vanzelfsprekends, alsof
jes. Het laat de oude mannen Siberisch
koud.
Zij weten dat de zalm, de pollak en
de makreel zonder deze tikken net zo
gemakkelük de boot uitspringen als
zü er zijn in gekomen en vooral wat
de zalm betreft is dat erg zonde.
Want zelfs in het erbarmelijk slecht
vis etende Ierland, ligt deze vis hoog
in de prijs. Eigenlijk is het zo dat de
oude mannen een goede zalmvangst
prefereren boven een paar reuzen
haaien. En dan levert de Basking-
Shark hen vqf pond per gevangen
vis op, ongeveer 50, die ze met de
hele ploeg moeten delen. Er zün da
gen dat ze er wel zo'n stuk of tien
aan de haak slaan. Maar wonderlijk
genoeg komen de haaien alleen in hun
vakantie en de spreiding daarvan ligt
kennelijk tussen mei en half juli. Bui
ten die tijd is er van de zijde der
„lobbesen' 'geen interesse. Dan dui
ken zq diep weg in de wereld van
de grote stilte, ver beneden de opper
vlakte van de oceaan. Dan wordt ook
het net aan de uitgang der Keem
baai zorgvuldig ingehaald en op het
droge uitgelegd. Dan worden de ma-
ze- ;V:k voor stuk grondig geïnspec
teerd en eventueel zwakke plekken
vernieuwd. Het zou doodzonde zün
nis er eens een doorglipte. Vijf pond
naar de haaien.
de haaienjacht staat. Na de oorlog heeft
h\j deze haaienjacht, die heel, héél vroe
ger door Archill's voorvaderen is inge
zet, doch nadien helemaal in het ver
geetboek was geraakt, weer nieuw le
ven ingeblazen. Met het kanon van een
oude Noorse walvisjager. Maar al gauw
bleek dat men met het kanon alleen
maar kruit erspeelde. De ervaring
leerde dat een simpele, zelfgemaakte
speer voldoende was. En bovendien de
gelegenheid bood om het buitenkansje
van twee haaien tegeljjk in het net, vol-
WAARNEMING IV:
De oude man neemt zijn pijpje uit
de mond en brult. Een schorre,
langgerekte kreet: „Shaaark" Ter