PITTSBURGH - in niets meer Smoke City99 van vroeger - is luchtverontreiniging de baas Overdag groot licht Twintig Jaar geleden kon men overkant van straat niet meer zien Los Angeles richt zich op uitlaat gassen van auto's Sjiek colld$7 A Sloofje Assepoester kwam als „glamourprinses" uit de vuile lucht van de Amerikaanse staalstad Alliantie van de hoop Zwart stadsvlees" Cultuur VERNUFTIG NABRANBERTJE MAANDAG 21 SEPTEMBER 1964 Toen ik 's avonds met de Greyhond-bus Pittsburgh binnenreed, had ik een af stotende foto uit een oud aard rijkskundeboek in mijn herinne ring. Op die foto was Amerika's Staalstad no. 1 afgebeeld als een walmende hel, bedekt met zwarte roetkorsten. Dit was de hel die Industriële giganten als United States Steel, Alcoa-Aluminium, Westnghouse, Pittsburgh Coal, de Spiegelglas Maatschappij, H. J. Heinz e.d. zichzelf geschapen had den. En zonder veel fantasie zag men daarin het stervend bestaan van een vreugdeloze arbeiders massa, de vaalbleke gezichten van de kinderen die lusteloos uit het smoezelige raam van de ellende staarden. Een zachte stank van sulfer drong de bus binnen. Ik zag buiten de donkere fabrieks- silhouetten met hun hoge schoor steenpijpen, en nog iets van een glans in de verwarde rails van de spoorwegcomplexen. Maar hoe dichter ik het stadscentrum na derde, hoe meer het beeld begon af te wijken van de donkere foto uit het verjaarde aardrijkskunde boek. Zomers geklede mensen zochten verkoeling onder de bo men in parken. Een springvloed van neonlichten kleurde de stad tot grote bergen tutti-frutti. En op de glinstering van brede water stromen dreef een romantische avondstemming naar het bos van luchtige wolkenkrabbers. Pitts burgh leek in niets meer op „Smoke City" van vroeger. En al lang voordat ik mijn bed opzocht wist ik dat hier een wonderbaar lijke metamorfose was geschied, zoiets als met het sloofje Asse poester dat een glamour-prinses werd. En dat verhaal dient ver teld te worden, nu men zich in Straatsburg zo bezorgd heeft ge maakt ovei de luchtverontreini ging die de wereld onbewoonbaai dreigt te maken. Twintig jaar geleden kon men in Pittsburgh nauwelijks overzicht foto's maken, vanwege de altijd aanwezige „smog". Maar hier is dan nog een opname uit die helse tijd, tegelijk met een recente opname van hetzelfde punt. Dit zou een opname van de Hoogovens bij Beverwijk kunnen zijn, maar deze foto werd twintig jaar geleden gemaakt van een cement fabriek in Pittsburg. Dezelfde schoorsteenpijpen, maar nu voorzien van elektrostatische „neerslag-apparaten" van een miljoen dollar per stuk, laten nu amper een wit nevelsliertje ontsnappen. En dat is met nagenoeg alle Pittsburgse fabriekspijpen het geval. Dit is het fonkelnieuwe IBM-ge bouw op „de Punt" van Pitts burgh. Zijn uit glas en staal ver vaardigde exterieur (in de zgn. rooster-architectuur) rust op twee punten op de grond. Tussen de gladde wolkenkrabbers-stijl doet dit als een diamant geslepen uiterlijk barok aan. Dit Pittsburghse tentoonstellings gebouw, ,fiivic arena", is voor alles bruikbaar, voor congressen, shows, opera-voorstellingen, wed strijden etc. Het dak is in twee-en- halve minuut weg te draaien en binnen bevindt zich een groot to neel dat in- en uitklapbaar is. Maar de akoestiek is nog een vrij zwak onderdeel in het vernuftige geheel. Vanaf de heuvelige omtrek Z cp men veelvuldig een door KJ jf de hei-boren binnenstad Allegheny- en Monongahelw t/ ren, die samen de brede Oh' gt men. De stedelijke vernieuw grotendeels een particuliere gelegenheid. Ik vraag ir. Purcell of eerder iemand uit Nederla' J zijn bureau heeft ontvangt' schien iemand die hem spi"al\$ J de neerslag van de HoogoKe' f Velsen, of over de stank v olieraffinaderijen bij of over de walnt van chef fabrieken in Hij kan l^A' niet herinneren. Wel veel ingenieurs uit het Duitse gebied. „In uw land zullen z schien schrikken van d' zegt hij, „maar vertel ze A. luchtverontreiniging onn°e „t L veel meer kost. En dan nog niet over dokters- en nisrekeningen". (ft „Laat het verkeer aan °nS zo is de slagzin van de on jf. zen Greyhound-bussen, d pf kras door de Amerikaans# eindeloze afstanden afleKJ §MtMH Tegenover my zit ir. Purcell, hou til ingenieur van bet Pittunui ghse Con trole-bureau voor de luchlverontreiui ging. Toen hü twintig jaar geleden zijn echtgenote meedeelde dat hjj een be noeming kon krjjgen in Pittsburgh, wei gerde zjj pertinent mee te gaan. „Maar zo'n salaris kan ik in héél Amerika bouwen. Elke trein uit het oosten bracht ladingen emigranten die in de mijnen, de hoogovens of de fabrieken gingen werken, en nam kisten vol technische wonderwerken mee terug. De auto-in dustrie van Detroit, toenemend in be lang, verlangde steeds groter stromen staal. En Pittsburgh werd een zwarte hel, van rook, roet, stank en hete open vuren. De vakbeweging vocht bloedige oorlogen uit met het grootkapitaal, maar elk seizoen wéér sloeg met de werkloosheid de armoede toe. Onder de zwarte hemel leefden meer dan ander half miljoen beroete mensen. De stad waarin ir. Purcell ar riveerde, laat zich nauwelijks beschrijven. Maar iedere Pitts- burgher van boven de dertig jaar weet het nog. De zon drong er nooit door. Ook overdag reden auto's met hun grote lichten aan. Straten makers konden slechts onder de uit voerigste voorzorgsmaatregelen hun werk doen, want ze waren onzicht baar. De hele dag brandden de straat lantaarns. De bomen, die hier ooit overvloedig hadden gebloeid, stierven de een na de ander. En alle blade ren zagen zwart. Het gebeurde zelden dat men van een straat in de binnenstad de over kant kon zien. Wie prijs stelde op een enigszins gereinigd gezicht, moest met minstens tien zakdoeken van huis. Elke arts in de stad begon het onderzoek van een patiënt bij de lon gen. Er stierven jaarlijks duizenden mensen aan de luchtverontreiniging. Alles, maar dan ook alles was be dekt onder een laag roet. Behalve zwart en grijs vertoonde de hele stad geen enkele kleur. Hier wilde nie mand meer wonen, en tegelijk met het dalend bevolkingsgetal verdwenen bedrijven en kleine industrieën. Te gen het einde van de Tweede Wereld oorlog leek heel deze desolate, stad aan de rand van de afgrond te staan. United States Steel begon zijn leiden de positie te verliezen en ook de an dere grote reuzen zochten tussen steeds meer donkere ruïnes naar een uitweg om niet met de stad méé ten onder te gaan. Op een dag kort na de oorlog zocht Richard „King" Mellon, de on gekroonde koning bij opvolging, burgemeester David L. Lawrence op. Hü kwam edelmoedig een groot stuk grondgebied van de familie aanbieden als gemeentepark. Zo werd geboek staafd het begin van een renaissance; want beide mannen geraakten in een bijzonder lang gesprek over het droe vige lot van een miljoenenstad en slo ten een „alliantie van de hoop". En wie heden ten dage wil meemaken dat Jan-met-de-pet loffelijke dingen zegt niet verdienen," protesteerde hij. Na tuurlijk wist hij even goed als zijn vrouw dat het hoge salaris een lok kertje was, een schrale troost voor het wonen in een verdoemde stad. De jon ge ingenieur besloot voor twee jaar te gaan en dan zou hij wat spaarduitjes hebben en een springplank naar een zonnige baan in het gouden westen. Van alle afzichtelijke industriesteden in de wereld spande Pittsburgh de kroon. Het was ontstaan aan de drie sprong van grote rivieren. Vandaar stroomde de Ohio-rivier met haar vele riverboats naar New Orleans. Rondom lagen Amerika's rijkste kolengebieden en nergens beter dan hier kon Andrew Carnegie zijn eerste staalovens bouwen waaruit 's werelds grootste staalfabriek groeide. Maar ook ondernemende uit vinders als George Westinghouse (lucht- remmen en elektrische krachtcentra les). Charles M Hal) 'aluminium) an John Pitc-airn (spiegelglas) grepen hier hun kans De geniale bankier Thomas Mellon stak zjjn geld in staal, kolen olie, aluminium en spoorwegen tegel# Met zijn volle schatkisten werd hij de ongekroonde koning van de stad. Door een merkwaardige voorkeur voor mie rikswortel, die hij rondom in de neu- vels overvloedig vond, kon ook H. J. Heinz in deze stad een wereldomvat tend concern in voedingsprodukten op- over het grootkapitaal moet in de stra ten van Pittsburgh de naam „Mellon" laten vallen. Hü heeft de stad gered, zegt men. Maar er zijn meer helden opgetreden in het verhaal van de we dergeboorte van Pittsburgh. Want „King" Mellon heeft bjj velen geest drift kunnen losslaan en het herstel van de stad is een verbazingwekkend staal van gemeenschapszin geworden, waarbij tallozen buiten hun directe werk zich hebben ingespannen voor hun medeburgers. Pittsburgh bond in alle hevigheid de strijd aan tegen de luchtverontreiniging, tegen de 500 ton sulfer dioxide en de 2000 ton roet die dagelijks in de Pitts burghse lucht werden geblazen, en het teven vergiftigden. Ook hier ging blijken dat Amerikanen op hun best zijn als zjj voor een hoge opgave zijn gesteld. Voor een aanzien lijk deel werd een louter technische en financiële prestatie gevergd. Die was a, nie> gering- sinds 1947 heeft de in dustrie van de stad ongeveer 360 mil joen dollar geïnvesteerd in apparatu- ren tegen de luchtverontreiniging. Alle 39 hoogovens werden voorzien van rei- nigingsinstallaties, nabrand-ovens, roet deksels en viiurafschermers De oude hoogovep Isabella, die de onzalige hoe veelheid van 100 ton roet per dag af scheidde en nauwelijks te temmen bleek, werd zonder mankeren uit de produktie genomen. Alle grote bedrijven schaften zich elektrostatische „neer- slag-apparaten", een reusachtig soort filters, aan die minimaal negen mil joen dollar per stuk kostten, en spe ciale bemanningsploegen vergden. De stoomlocomotieven en stoomboten wer den de een na de ander voorzien van dieselmotoren. Voor de verwarming van huizen en gebouwen en voor de energielevering aan lichtere industrieën schakelde men van kolen over op gas, en waar men toch met kolen moest sto ken, koos men een hoogwaardiger kwa liteit. Steeds doeltreffender werden de tech nische apparaturen in de Mammoet-be drijven. Er was een reglement van eisen ontstaan waarmee de overheid zonodig bedrijven kon dwingen tot ver beteringen, maar doorgaans ging de ontwikkeling ver voor de steeds straf fere eisen uit. De mentaliteit verander de ten goede, zodat een bedrijf niet langer genoegen nam met beroete schoorsteenpijpen. Men leerde zich schikken naar meteorologische omstan- digheden voor het afblazen van stoom en rook. Van deze omstandigheden was er ook sprake toen ik op de avond van mijn aankomst in Pittsburgh de geur van sulfer snoof; de dagen daarna rook ik het niet meer. Op zekere dag brak duidelijk de zon door. Zij bescheen „het zwar te stadsvlees" (Bert Voeten), uit gestrekt over smerige heuvels en valleien. Men kon zich werkelijk afvra gen of al die inspanningen wel de moei te waard waren geweest. Maar Pitts burgh was van een nieuwe geest be zield, legde alsof het vanzelf sprak de tientallen miljoenen dollars (per jaar) op tafel die nodig waren voor verdergaan de zuiveringen. „Als je geen walm ziet, zit je nog nier in gezonde lucht," zegt ir. Purcell. Er was een totale vernieu wing nodig, zowel van de kolossale ha ven (van waaruit dertig miljoen ton lading per jaar verscheept wordt), als van de armzalige uitgewoonde stad met zjjn stervende city. Weer met voorna melijk particulier geld en particuliere initiatieven en een coördinerend deelne mende overheid werd grond gekocht, verkocht o± verhuurd en werden bedrij ven verplaatst, overeenkomstig een grootscheeps plan, waarin het stadsbe stuur ruimte kreeg voor tunnels, boule vards, een adembenemend wegennet, parken en pleinen. Verpauperde stads wijken gingen tegen de grond, en de arbeidersbevolking kreeg torenflats te rug. Ik krijg Amerika's glorieus herboren Staalstad no. 1 te zien als een aantrek kelijk, intens levend oord, hier en daar nog midden in de verbouwing, of nog bezig met het reinigen van zwarte ge vels, maar verder vol groen en uitpui lende warenhuizen. Van grootse allure is „de Punt" geworden, de driehoek tussen de samenkomende rivieren. Het wandelpark aan het water gaat onge- iiiiiiiiiiiiiHiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiimHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii De strijd tegen de luchtveront reiniging in Amerika wordt geenszins met halve maat regelen gevoerd. Men mag in Straatsburg menen dat voor 35 et. per hoofd van de bevolking zui vere lucht „aangeschaft" kan wor den, het Amerikaanse voorbeeld leert dat de strijd tegen de roet en de gaswalmen absoluut geno men peperduur is. Per jaar wordt er thans in de Verenigde Staten voor vijf miljard dollar geïnves teerd om de verontreinigde lucht te bestrijden. Pittsburgh, dat na Salt Lake City de industriestad met de minst vervuilde lucht is ge worden, bewijst dat men zichzelf van zuivere lucht kan voorzien, hetgeen voor steden als Londen, of Rotterdam, of Essen, of voor een gebied als de IJmond toch een lesje moet inhouden. Maar er is toch één stad die de deskundigen in Amerika hoofdpijn bezorgt en dat is Los Angeles. Ik kan niet uit persoonlijke er varing getuigen, omdat ik er niet geweest ben, maar in de Stad der Engelen schijnen de uitlaatgassen van de ontelbare auto's tot een verschrikkelijke plaag te zijn ge worden. Zij zucht onder een bijna tastbare wolk koolmonoxyde, die het daglicht een bruinige kleur geeft, de inwoners opscheept met oogirritaties, ademhalingsstoornis sen en (waarschijnlijk) een ver hoogd sterftecijfer door longkanker. Men kan zich voorstellen dat deze uitlaatgassen wat lastiger te be teugelen zijn dan de walmen uit de statische hoogovens en de che mische fabrieken Ze zijn trouwens voor een deel onzichtbaar, hoewel zij ook diep invreten in de stenen van gebouwen en het metaal van installaties Los Angeles worstelt met de complicatie van de mist die zes maanden per jaar uit zee komt opzetten. Deze specialiteit heeft een geduchte aanval gedaan op de reputatie van dit Califor- nische paradijs met zijn grote auto dichtheid. De situatie heeft geleid tot een Californische noviteit op wette lijk gebied. Over enige tijd zullen alle nieuwe auto's voorzien moeten zijn van zogenaamde na- branders en ook onder de motor kap wordt een bepaalde voorzie ning vereist (hetgeen in de nieuwe Amerikaanse series al verwerkt ie). Welk soort nabrander is geschikt en mag van de automobilist ge- eist worden? Dit is een vraag waarover de auto-industrie zich al vele jaren heeft gebogen, en het blijkt doenlijk een doeltreffende uitlaatgas-verbrander te fabriceren. Maar de kosten zijn hoog. Nu schijnt echter in de Chrysler- fabrieken een uiterst vernuftig apparaatje te zijn geboren, dat bij massaproduktie niet meer dan tien dollar hoeft te kosten, zo heb ik in The Saturday Evening Post van 24 april gelezen. Het hoofd van het bureau tegen de luchtverontreini ging in Los Angeles is na een serie proefnemingen zeer enthousiast. Maar volgens de grote Ford- en GM-heren in Detroit zal pas in 1967 de autofabricage in overeen stemming kunnen zijn met de wet telijke eisen van de staat Califor- nië. In de Stad der Engelen is men niet ten onrechte van mening dat de lucht even zuiver dient te zijn als zuiver drinkwater. Vandaar dat men al veel eerder de chemische industrieën verboden heeft gas te lozen in de mistmaanden van het jaar. En dit geldt eveneens voor olieraffinaderijen en hoogovens. Elk eenvoudig wasserijtje, elke koffiebranderij, elke restaurant- keuken dient de lucht gefilterd af te voeren. Men gaat nog verder: straatwalsen mogen zich slechts over een natgemaakt pad van ste nen, zand en gruis voortbewegen Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat de produktie van staal in Los Angeles volkomen reuk- en rookloos geschiedt Dit heb ik mij althans laten vertellen door lieden die het weten kunnen. H. S. hinderd over in de verzameling van stijlvolle wolkenkrabbers. Merkwaardig hoe er tussen dit glas met beton, dit marmer met aluminium een verheven rust heerst, hoe ruimte en beslotenheid hier samengaan. „Twintig jaar geleden zou je voor de Punt geen dime hebben gegeven," zo zegt ir. Purcell. Hoezeer overigens de familie Mellon (die o.a. het Nationaal Museum in Washington een onschatbaar rijke kunstverzameling heeft geschonken) de hand heeft gehad in de face-lifting van Pittsburgh, blijft geen minuut verborgen. Het wereld vermaarde Mellon Research-instituut vertelt er evenzeer van als het intie me Mellonparkje, dat boven op een on dergrondse parkeergarage van zes ver diepingen midden in de city ligt. Er zjjn liefst drie Mellon-foundations, dus als de een in een bepaalde onderne ming geen hulp kan bieden, doet de ander het wel. Trouwens, de familie Heinz (die zonder katholiek te zpn een fraaie kerk liet bouwen in de stijl van een gothische kathedraal) en de fami lie Hall (Alcoa) ontbreken evenmin als enkele andere industriële dynastieën in de lijsten der begunstigers als er weer een Pittsburghs initiatief op het ge bied van de wetenschappen of de cul tuur gesteund moet worden. De bevolking doet opvallend haar best om ook in kunstzinnig op zicht mee te doen. Zo heeft het Pittsburghse Symfonie-orkest (on der leiding van William Steinberg) een staf van duizenden medewerkers uit de burgerij. Deze duizenden zijn wekelijks op pad om medeburgers te bewegen toegangskaarten voor concerten en grammofoonplaten van het stedelijke ensemble te kopen, 's Zomers wordt er op de rivier bij „de Punt" ook naar hartelust gemusiceerd op een groot, met lampionnen versierd vlot. En als het publiek in het gras uitgeluisterd is, wordt het uitgenodigd de kunstexpositie op het vlot te bezichtigen. Intussen pas seren de riverboats met hun ladingen uit de hoogovens; met enige korte stoten op de hoorn geven zij de echo aan dit feest voor de zintuigen. De internationale kunsttentoonstel lingen in het Carnegie Instituut heb ben het culturele leven van de stad formaat gegeven. Hoezeer er op het terrein van de wetenschappelijke re search inspirerend gewerkt wordt, is vooral aan de dag getreden toen Salk in een laboratorium van de Pitts burghse universiteit zjjn vaccin tegen kinderverlamming vond. In recente re jaren heeft van dezelfde universi teit het onderzoek van ruimtevaart- problemen faam verworven. Er zijn nog andere hogescholen en universi teiten, waaronder het beroemde „Car negie Tech". De ongeveer 35.000 stu denten in de stad zorgen allicht voor een extra verlevendiging. In de to tale sfeer schijnt zich ook iets ka rakteristieks te demonstreren doordat men een groot aantal emigranten uit t iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitniiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiHiiii1)"" Balkan-landen onder de ste^e aantreft. D De relaties tuSsen de concerns y vakbewegingen zijn sterk verbet" vakbondsleiders hebben mogen n 'j ken dat de werkloosheid, ev (ioA armoede, sterk is afgenomen, het werkloosheidspercentage stad nog boven het landelijk Se ie-; de ligt. Ach, natuurlijk is het n®|ric niet allemaal koek en ei, al i dat als buitenstaander niet n"1. hoor wel een verhaal van een fu.„ i»'f', ris van United States Steel, 1 verhaal iets schemert van een jift lijks te aanvaarden arbeidsveen" Deze man had zich een nieUW^jS, van General Motors aangeschaft^ <i| in voor een beduidend deel plas verwerkt. Maar hij moest van - t v rectie wel degelijk terug naar 11 fit'; ditionele staalprodukt, waarvoor .(A burgh zo graag aan Detroit de B5tU stof levert. Ook echter was U- jje de eerste Amerikaanse industrie ustjP in 1936) een soort c.a.o. voor de arbeiders wilde nakomen. Dat. er in het vroeger zo veabt^. lijke Pittsburgh zelfs een voor luxe is ontstaan, is oP?iif maken uit de plaatselijk® en de kunstuitleenbureaus, en vf- ook uit het sjieke Chathan Colle.U K meisjes. Om dochterlief op deait>y geerlijke school te krijgen, heel wat families lang van te L sparen (jaarlijks 2650 dollar vo derricht en logies, en onder a m geld vergende verplichtingen d® j-9, ling dat men voor minstens vj® schoolgeld betaalt) De jaarlijkse produkfie-stüffing^ 0$ herstel van het bevolkingscijfer, L te pasteltinten die de interiewirl huizen zo grondig hebben veTjt 'i de kolossale „civic arena" "Aofv wedstrijden en congressen, zijn piG üngen op een in- en uitklapbaar th een fantastisch gezicht -7 ei>> J tische restaurantjes in de binP f y dit alles is terug te voeren n», K compact boekje dat ir. Pure® ff J overhandigt. Ik lees „Allegheny ty, Smoke and Air Pollution Ordinance". A HENlC.l

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1964 | | pagina 6