„HEILIGE HUISJES" WEKKEN JALOEZIE Joh nson verdedigt Ook de mens die priester kan zonder de weldaad van de beantwoorde liefde niet leven Priesters hebben behoefte aan thuisen vrienden NA 25 JAAR GEEN HOOP MEER Duizenden Esten de vlucht voor op het Rode Leger Koningin, Prins en Prinses dineren bij familie Marijnen RES A-HILVERSUM Infaam spel Afgetreden Vlucht ZATERDAG 10 OKTOBER 1964 Zijn er tegenwoordig veel priesters, die te lijden hebben onder hun alleen-zijn? Je krijgt wel eens de indruk. Ze staan meer dan vroeger voor belangrijke, persoonlijke beslissingen in hun zielzor gelijke arbeid. Er zijn zoveel dingen onduidelijk. Ze kunnen lang niet meer zoals vroeger „aanleunen" tegen duidelijke ervaringen en omschreven regels van boven af. Ook schijnen heel veel zielzorge lijke „methodes", die tot nu toe als waardevol werden beschouwd, stuk voor stuk aan waarde in te boeten. Telkens moeten priesters piekeren over nieuwe vormen van benadering. De kritiek op en het onbehagen over allerlei kerkelijke praktijken blijft en wordt sterker, ondanks alle goedbedoelde pogingen. Het verschil in mentaliteit tussen oudere en jongere priesters is vaa kheel groot, zodat beide groeperingen (die men niet altijd in leeftijd precies kan omschrijven) steeds meer op zichzelf aangewe zen lijken. Met name waar jonge of oudere priesters weinig con tactmogelijkheden hebben met anderen (kleine parochies op het platteland) kan er sprake zijn van moeizaam „alleen staan". De waardering voor het ongehuwd zijn van de priester is lang niet meer zo ongenuanceerd algemeen als vroeger, terwijl anders zins de waardering voor huwelijk, voortplanting, sexualiteit, ge zinsleven, steeds groter wordt en talloze veranderingen ondergaat. Dit zijn enkele facetten van het huidige kerkelijke leven, die (naast vele andere) doen vermoeden dat het alleen-zijn van de priester wel steeds moeilijker moét worden. Toch is het helemaal niet de bedoeling dat priesters alleen zijn. Integendeel. Het priester lijke celibaat is er niet, omdat gehuwd zijn minder zou zijn, dat weten we nu wel. Maar het is er ook niet, opdat de priester zomaar het offer zou brengen van de eenzaamheid, alsof dat op zichzelf verdienstelijk zou zijn voor zijn priesterschap of alsof dat op zichzelf hem een bepaalde waardigheid zou verschaffen. Een positief beleefd celibaat zou elke priester juist in plaats van tot eenzaamheid tot zeer grote en zeer intensieve gemeenzaamheid met zeer velen kunnen brengen. Priesters zou den hun hart „vrij" kunnen hou den van de binding aan één mens in totale verbondenheid, om voor zeer velen zeer veel te betekenen, ook gevoelsmatig. Hun belang stelling voor iedereen, zou, lou ter menselijk gezien, al een heel bijzonder karakter kunnen heb ben juist doordat ze van nie- Sf'tpaf zi'n- In zo'n in- die veieS0"^ *Unnen 2« dan ontmoeten dat priesterlijk hen staande, pen zoeken naar het evangelisch perspectief in hun leven. Het te gendeel dus van eenzaamheid zou het effect moeten zijn van het ce- libataire leven van de priester: grote gemeenzaamheid met veel mensen, om in die mensen God en in God die mensen lief te heb ben. Elke tegenstelling tussen beide is onjuist, omdat „deze twee één zijn". 18 ...priesters hebben behoefte aan vrienden, bij wie zij letterlijk en figuurlijk „de benen op tafel mo gen leggen"... Op de centrale markt te Taïlinu (Revalde hoofdstad van Estland komen ook Russische vrouwen hun inkopen doen. n de vroege ochtenduren van 10 oktober 1939 thans dus 25 jaar geleden over schreed het Rode Leger de grens van Litauen en reeds enkele uren later rolden zware tanks - meest van het model T 34 ge volgd door gemotoriseerde infan terie de hoofdstad Kaunas bin nen. De bevolking bleef in huis en keek door de vensters naar buiten, waar de tanks met rate lende kettingen door de straten rolden en grote vrachtauto's vol Sovjet-soldaten voor regerings gebouwen, kazernes en bureaus stopten. De troepen maakten een korrekte indruk, maar niemand wist wat hij er eigenlijk van moest denken. De gebeurtenissen hadden elkaar de laatste weken dan ook wel bijzonder vlug opge volgd. veel priesters zoekers naar brokstuk ken huiselijkheid en vrijheid bij ande ren. En dat blijft zo tot ze zelf pastoor zijn. tussen hun veertigste en hun vijf tigste jaar. Dat is beslist een ongun stige situatie, die het alleen-zijn van priesters helemaal onnodig gecompli ceerd maakt. Ook in de meest gunstige gevallen is het duidelijk dat een kape laan „slechts" inwoont bij de pastoor en zijn huishouding, om over de vele ongunstige gevallen maar te zwijgen. Men moet hier niet te licht over den ken. Men moet hier vooral als gelovi ge over mee gaan denken. Priesters kunnen in hun celibataire •taat gelukkig worden. Maar dat ver eist wei een grote mate van geestelijke en gevoelsmatige volwassenheid, die meestal slechts door pijnlijke groei heen bereikt wordt. Sommigen blijven in het groeiproces steken en vinden geen bevredigende uitweg. Het is een vraag of de opleiding op de seminaries de toekomstige pries ters voldoende inleidt op zo'n positieve eelibraatsbeveling vooral ook in het gevoelsmatige vlak. Over die vraag wordt tegenwoordig tot in de hoogste kringen serieus gestu deerd. In het bestek van dit korte arti kel kan ik er niet verder op ingaan. Met name voor de lezeressen van dit blad wil ik liever in het kort een paar aspecten van het contact tussen prie sters en gewone gelovige noemen, die van grote invloed zijn op de beleving van het alleen-zijn van de priesters. ,Jfjng H Pbesters hebben de- ïSJ c??ac ten voor de werkzaam- 5e fn' A1? ze, ^oete.i verrichten. En a ziJ"n vaak eindeloos veelsoortig. Van n priester in de ziel- Sommige priesters hebben veel uiter lijke capaciteiten. Anderen hebben met veel of soms met alles de irrnnfcf» moeite. Het is heel belangrijk te be denken, dat voor een priester zijn werk alles is. Als hij daarin niet slaagt is lijn leven mislukt. Hij kan niet van beroep veranderen. Hij kan zich ook niet, na zijn werk, terugtrekken in zijn huis en zijn gezin, als een waarde naast zijn werk. Daarom zou het goed zijn als de kritiek op priesters zich niet zo vaak richtte juist op de uiterlijke capaciteiten. Ook een priester met be scheiden begaagdheden kan goed priester zijn. Het gaat erom of hij een goede pastorele instelling heeft: of hij graag alles voor allen wil zijn in sym pathie mee-leven, begrip, om van daar uit te kunnen verwijzen naar de reli gieuze waarden. Men hoeft een priester geen kritiek sparen, als men maar voortdurend een appèl doet op deze pastorele instel- Img, en geen dingen van hem ver dacht, die hij niet kan geven. Vooral als een priester naar de uiterlijke kwa liteiten vergeleken wordt met anderen, die daarvan meer bezitten, kan hij moedeloos worden. Uit angst „mislukt" m zijn sluiten sommige priesters zich af. zodat ook eerlijke, opbouwende kri- u®k niet meer „doorkomt". Ze moeten oan vaak hun heil zoeken in bepaalde .hobbies" en hun gezag ontlenen aan het feit dat ze het ambt nu eenmaal bekleden. Veel gelovigen houden in hun kritiek te weinig rekening met deze kwetsbaarheid. Wat we nodig heb ben is een sfeer van onderling ver trouwen, v aardoor twee excessen wor den vermeden: nooit iets durven zeg gen tegen priesters, omdat ze zo hoog verheven zijn en kritiek leveren op priesters die voorbij schiet aan hun eerste opdracht van zielzorger te zijn. Zo: Is ieder mens heeft ook een priester behoefte aan wederliefde. Van hem wordt verwacht dat hij zichzelf helemaal zal geven aan de gelovigen. Maar liefde is altijd een beweging heen en weer. Het is irreëel te stellen dat de enige voldoening van priesters louter „geestelijk en bovennatuurlijk" zou moeten zijn. Dat zijn theoretische kreten, die ai veel onnodig verdriet hebben bewerkt. Natuurlijk moet een priester een sterk geestelijk leven en groot vertrouwen hebben, om te kun nen „geloven, ook in de oogst, die hij niet zal zien". Maar de mens, die priester is (niet: de priester, die „ook" mens is, zoals zo vaak gezegd wordt) kan evenmin als elk ander mens leven zonder de weldaad van de beantwoorde liefde. Hij kan heel veel vreugde beleven aan de goedheid van familie en vrien- „f51 fn eventueel collega's. Maar het hertSi„?,®voelis: is h j voor tekenen van voor m J, de mensen waar hij echte waarden86^"' Hcurkenning van d.f liefde wil door*»? w' zo graag Ult op een preek S"' Positief reageren blematiek van en over de pro" Seven in eeA felezorg, vertrouwen bieden van die?ft rfel gesPrek> aan- vele lijdenden m T je,n gunste van de en voortgang ie° van vreugde loosheid. verdriet en machte- he?ahart ^an^n df dingen. die meer verwarmen dan mf' onel"dlg en welstand ook in etprw^t, ,v?°,r luxe hobbies en buitenlandse reizen z^k-en die niet zelden onderwerp vomen van bedenkelijke opmerkingen van de kant van veel gelovigen. Priesters die wei nig of geen van zulke tekenen van her- k inning aantreffen in hun werk lopen kans zich terug te trekken in gefrus treerde ambtelijkheid. Hun alleen-zijn wordt niet meer vruchtbaar, maar ont aardt in met allerlei eigenaardigheden gecamoufleerde eenzaamheid. Het liefst zou ik bovenstaande opmerkingen wil len illustrer met de vele voorbeel den, die zich bij het schrijven van deze regels aan mij opdringen. Maar ik denk wel dat de goede verstaanders aan een half woord genoeg hebben. Een zaak wil ik in dit verband toch nog her graag apart vermelden. Al zjjn priesters dan niet getrouwd, ze hebben wel behoefte aan een „thuis", waar ze gewoon nelemaal zichzelf kun nen zijn. Ze moeten ergens een ruimte hebben, waar hun boeken en andere dierbare dingen staan en waar ze de mensen kunnen ontvangen die ze wil len ontvangen en op de wijze waarop ze dat willen. Dat laatste al is op veel pastorieën niet mogelijk. Maar oak moe ten priesters eens af en toe de moge lijkheid hebben af te reageren. Behalve aan adviseurs en geestelijke leidslieden hebben ze ook behoefte aan vrienden bij wie ze letterlek en figuurlijk „de benen op tafel mogen leggen". Ook in het meeste gunstige geval van een goed pastorieleven kan dat door de huisge noten niet worden opgebracht (en het is geen geheim dat de niet gunstige ge vallen geen uitzondering zijn'! Je paalde huizen (denigrerpn,? i -v huisjes" genoemd) vaak tp "1?eiI.lge Ze „hoeven" daar nilu ga-st 5ljn" gewoon gelijkwaardk vriend Z1i^ v®" nen daar gewoon padc end: eiJ kun- alleen hun ergenis en A'et maar ook evengoed teleurstelling, verwachting. Allicht blijdschap en daar uiterlijk wel eens n"+ ze zich dig gedragen maar d Z0 eerwaar hen deze gastvriihof vrienden die meer dan anderen Jh S?nu ieden 2uUen lijke waardigheid 1 £1J de wezen schap verkeren priester- -amenlevingn^0nardaT e611 katholieke deze heilige huiUs f t6 °u anderszins jalouzie niet goed v achterdocht of wordt het befoek lil ve?werken. Vaak huizen in een vit Priesters aan die een verkeerd d»i:.v> steld, terwijl ze daar juist bezig zijn t-iliger te worden. Als ze werkelijk verkeerd willen kunnen ze dat heus wel zo dat niemand het merkt. Natuur lijk kunnen ze die huizen ook zoeken buiten het gebied van parochie of kerkgemeenschap. Maar vriendschap vind je niet op bestelling. Het was veel beter, dat men er zich helemaal met mee bemoeide. In hun werk zijn priesters terecht „eigendom" van de „f ?Ylgen> maar als mens hebben ze °P een eigen privé-leven". Het 5f ®lfeblijk dwaas dat zoiets nog uit at ukkelijk vastgesteld moet worden. Ik weet zeker, dat het voor de meeste priesters gewoon nodig is dat ze derge- !5!k?, mstuif-adresser hebben. En toch U J onvolledig en min of meer eeiï toestand, zolang ze niet ook zelf een helemaal eigen „thuis" hebben waar ze wederkerig vriendien kunnen ontvangen, thuis waar ze zowel lensen die hen nodig hebben als ook anderen, kunnen ontvangen. Nü zijn De vraag of het celibaat al dan niet moet worden gehandhaafd is voor de meeste katholieke gelovigen als vraag nog onverteerbaar. Ofschoon ik er van overtuigd ben, dat het in de toekomst faculatief zal worden gesteld en er dus ook gehuwde priesters zullen komen, denk ik toch dat we voorlopig het alleen-zijn van de priester minder pro blematisch kunnen maken door aan bovengenoemde aspecten grote zorg zame aandacht te schenken. Zorgzame aandacht, die gewoon noodzakelijk is, hoe ook de kwestie van wel of niet celibaat zal worden opgelost. Ik heb het niet genoemd, maar het zal tussen de regels waarschijnlijk wel heel duidelijk zijn geweest, dat ik bij die zorgzame aandacht met name aan vrouwen een heel grote rol toebedeel. Omdat priesters mannen zijn is hun zielzorgelijk contact met vrouwen niet altijd ongecompliceerd. Het zou zo goed zijn als in het vrijblijvende vlak van volwassen vriendschap priesters geholpen konden worden door de pe- cifieke vrouwelijke belangstelling voor .un persoon en hun werk. Het is een van de vormen van vrou welijke „inbreng" in het kerkelijke leven, waaraan we in zo'n toenemende mate behoefte hebben. Rector D. COPPES DEN HAAG, 10 okt. De koningin, prins Bernhard en prinses Beatrix heb ben gisteravond aangezeten aan een diner, dat de minister-president en me vrouw Marijnen gaven in de ambtswo ning van de minister-president, het Catshuis. (Advertentie) Geslaagddank zij (Bsksnds SchrlftaW Cursus) H.B.S. Gymnatham, Mulo, art. S LOUISVILLE, 10 okt. (UPI) Pre sident Johnson heeft gisteren in een verkiezingsrede gereageerd op een wil de beschuldiging van de Republikeinse presidentskandidaat, Barry Goldwa- ter, aan het adres van wijlen presi dent Kennedy. Het gaat hier om een aantijging van Gohlwater, die in de Verenigde Staten veel stof heeft doen opwaaien: de aantijging namelijk, dat Kennedy de Cubaanse crisis in het na jaar van 1962 met opzet op een zodanig tijdstip heeft gesteld, dat hij er zoveel mogelijk politiek voordeel uit zou kun nen slaan. Amerika stond toen aan de vooravond van verkiezingen voor het Congres en Kennedy hoopte, aldus Goldwater, door zijn regie van de Cu baanse crisis zoveel mogelijk steun voor de Democraten te veroveren. Johnson trok fel van leer tegen de ze beschuldiging van de Republikein se senator, die hem Goldwater volgens waarnemers stemmen zal kosten. „Premier Nikita Khroesjt- sjev moest tot zijn grote vernedering de raketten van Cuba verwijderen", aldus Johnson. „Nu van Kennedy, die zich niet meer kan verdedigen, wordt gezegd dat hij de rakettencri- sis heeft geënsceneerd, is de blama ge voor de auctor intellectualis van die verklaring groot genoeg om ie dereen duidelijk te maken welke kan didaat voor het presidentschap moet worden gesteund." Johnson noemde Goldwater niet één keer bij naam. Dat doet hij tijdens zijn campagne vrijwel nooit, als onderdeel van zijn strategie te poseren als pre sident en niet als presidentskandidaat Slechts zelden gaat Johnson tijdens zijn campagne in op uitlatingen van Gold water: hij acht het beter en voordeli ger voor zichzelf op te treden als lei der van het Amerikaanse volk in plaats van als leider van een partij. Waarnemers geloven dat Johnson op deze manier veel succes boekt en dat Goldwater, die zelf ook wel weet dat zijn kansen om Johnson te verslaan gering zijn. er duchtig door wordt ge ïrriteerd. Een fei is in ieder geval dat Goldwaters aanvallen op de Demo craten in het algemeen en op Johnson in het bijzonder steeds onbesuisder en onbehouwenerworden. Onlangs zei de Republikeinse kandidaat nog dat de regering-Johnson een politiek voert, die zal uitmonden in ..socialisme en dictatuur". NEW YORK. 10 okt. (UPI) John Rousselot, hoofd Public Relations van het Amerikaanse ultra-rechtse John Birch-genootschap, heeft vrijdag in een televisieprogramma van CBS, gezegd dat de Republikeinse kandidaat voor het Am.erikaan.se presidentschap. Senator Barry Goldwater, lid is van een com missie binnen het genootschap. De commissie ad hoe waarover Rous selot sprak, was de „Committee Against Summit Entangelments." Goldwater is er volgens Rousselot vijf jaar gele den lid van geworden. In het „blue Book of the John Birch Society" staat de commissie genoemd als „ons enige grote nationale front van vandaag" en veruit onze succesrijkste onderne ming in deze caegorie. Soms daUe i?eerwacht. Zoveel soms, dat je je afvraagt of er wel dui- dieve^wattojnTp ëni,0staa den- een tnoH 1 kunnen beantwoor- schriiver een Jul e* eneen vaardig gesprekspartner, een^psycholooT ee n °p o mal a r i sa t o r gG' ^dHn een popuiarisator, een pratende en luisterende vriend, een initiatiefnemer en een bescheider raadsman. Op 10 oktober 1939 begon in Estland, Letland en Litauen Mensen met een vooruitziende blik hadden deze ga"g van zaken al voor speld, toen Stalin m augustus een met-aanvalsverdrag met Hitier had gesloten, waardoor de Sovjets de vrije hand in Oost-Europa zouden krijgen. Terwijl sovjets en Nazi's in frote saamhorigheid het verslagen olen verdeelden, vloog <je Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Jo achim von Ribbentrop, voor de twee de maal naar Moskou om de verdere „reorganisatie" van Oost-Europa met Stalin te bespreken. Een dag later reeds werd de minister van Buiten landse Zaken van Estland, Karl Set ter naar Moskou ontboden om een „handelsovereenkomst te teke nen. De manier, waarop Estland aan gepakt werd, werd met een tussen poos van enkele weken ook toegepast op Letland en Litauen. Het is belang wekkend deze gang van zaken met betrekking tot Estland nog eens nauwkeurig te volgen. Vijfentwintig jaar geleden immers werd in West- Europa oorlog gevoerd en werden de gebeurtenissen in de Baltische lan den door de meeste dagbladen met slechts enkele korte berichten afge daan. de RUSSIFICATIE Terwijl de Estlandse minister Sel- ter in Moskou vertoefde, verspreidde op 27 september 1939 het Sovjet-pers agentschap Tass het bericht, dat het Russische schip „Metallist" voor de kust van Estland was getorpedeerd. Stalin eiste genoegdoening en boou Selter een verdrag van .wederzijdse bijstand aan, dat de Sovjet-Unie net recht zou geven een aantal strategi sche punten in Estland te bezetten. De in paniek geraakte Selter pleegde nog telefonisch overleg met zyii re gering, maar men zag geen bei tegenstand en reeds de volgende g werd het verdrag getekend. ,^e' infaam spel de Sovjets speelilen jï blijken uit het feit, dat de „Metal list" het getorpedeer e schip enkele weken latei- zonder een schrammetje een Zweedse haven nenliep... Hoewel de uit Moskou teruggekeer de minister Selter voor de radio ver klaarde, dat Stalm PerJ°'onlyk had verzekerd, dat het roet de Sov jets gesloten verdrag een P11'1; taire aangelegenheid was^en jdat de souvereiniteit van Estland m geen enkel opzicht z-u worden geschon den heerste er een gedrukte stem ming in Estland. Sommige Esten hoopten, dat Frankrijk en Engeland zouden ingrijpen, maar deze hoop was iidel Oudere mensen wezen er op dat Sovjet-Rusland ook in 1920 'twee jaar nadat Estland zich on afhankelijk had verklaard - een der- ffeliike overeenkomst met de kleine naburen had gesloten, maar dat het dat verdrag reeds m 1924 had ge schonden door te proberen een revo lutie in Estland te ontketenen. Het was destijds werkelijk met aan de communisten te danken geweest, dat die troebelen waren onderdrukt. Het was duidelijk, dat het Kremlin nu de rekening presenteerde. Aanvankelijk schenen de pessimis ten ongelijk te krijgen, want het le ven ging spoedig weer z«n gewone gang. De in het land gelegerde Sov jet-troepen gedroegen zich uiterst ge disciplineerd en met de binnenlandse aangelegenheden van het land be moeiden zij zich niet. Op 13 juni 1940 echter meldde Tass, dat Estland het verdrag van wederzijdse bijstand had geschonden en dat bandieten Sovjet patrouilles hadden aangevallen. Een commentator van radio-Moskou wees er bovendien op, dat de Sovjet-Unie zich bedreigd voelde door de zoge naamde Baltische Unie, waarin Est land, Letland en Litauen zich hadden verenigd. Op 15 juni 1940 arriveerde er een speciale gezant uit Moskou in Tallinn, die het aftreden van de Est- nische regering eiste, aangezien dit kabinet niet in staat zou zjjn de vrees voor Baltische agressie in Mos kou weg te nemen. De speciale ge zant liet de regering na een storm achtig onderhoud achter met de me dedeling, dat hjj over twee uur het antwoord zou komen halen. Na een bewogen zitting de op perbevelhebber van het kleine Estni- sche leger, generaal Laidoner, ver zocht zijn ministers vergeefs hem verlof te geven tegenstand te bieden trad de regering werkelijk af. Ter wijl in West-Europa de Duitse troe pen de laatste strijdende Franse een heden onder de voet liepen, werd in Tallinn een nieuwe regering geïnstal leerd, die was samengesteld uit een lijst van personen, welke de speciale gezant uit Moskou had meegebracht. Met deze marionettenregering aan het hoofd stond de arts-dichter Jo hannes Y'ares had Moskou heel weinig moeite. De bezetting van Estland werd in de volgende weken verscherpt en reeds in augustus werd het land als de „Radenrepubliek Estonskaja" bii de1_yr!le van Socialistische Sovjet-Re publieken ingelijfd. Letland en Li tauen ondergingen hetzelfde lot. De invoering van de Sovjet-grondwet en gelijkschakeling van de pers, radio en onderwijs ontmoetten reinig tegen stand bij de overrimpelde en terneer- geslagen bevolking. Dat veranderde echter toen het bolsjewisatieproces met volle hevigheid inzette en een begin werd gemaakt met de collecti visering van de landbouw. Toen het verzet met propaganda niet was te breken in de fabrieken werden voortdurend „spontane demonstraties voor het Sovjet-regiem" gehouden, terwijl communistische redenaars op het platteland de bevolking tegen de grote boeren trachtten op te hitsen en de ministers de Esten opwekten de orders van de overheid op te vol- schoof Moskou de r arionet- tenregermg aan de kant en werden afdelingen van de NKVVD, de gehei me staatspolitie, alsmede legereenhe den ingeschakeld om het verzet te breken. Duizenden Esten werden ge deporteerd, waarbij overigens vooral m afgelegen streken herhaaldelijk ge wapende tegenstand werd geboden. Nadat in de herfst van 1944 de Duit se tegenstand tussen het Peipusmeer en de Finse Golf en aan het Narwa- front was gebroken, rukten de Sov- «*T f^ers onweerstaanbaar naar het Westen op. Opnieuw rolden eindeloze Sovjet-kolonnes Estland binnen. Hoe wel de communistische propaganda er voortdurend op hamerde, dat er geen deportaties zouden plaats vin den, vluchtten duizenden Esten voor de oprukkende Rode legers uit in bo ten naar Zweden of Duitsland. Enke le weken nadat de Baltische landen weer door de Sovjet-troepen waren bezet, brak de terreur weer In volle omvang los. Duizenden „volksvijanden" te recht of niet terecht beschuldigd van samenwerking met de Nazi's wer-' den door zuiveringscomité's veroor deeld en neergeschoten of gedepor teerd. De collectivisering van de landbouw werd nu zonder scrupules doorgevoerd en aan het bieden van verzet viel in de herfst van 1944 niet meer te denken. Letland en Litauen ondergingen hetzelfde lot. Reeds in de herfst van 1944 wer den alle verbindingen met de vrije wereld verbroken en ie drie Balti sche landen zijn sindsdien practisch een groot kamp geworden. Slechts zelden sijpelen berichten naar het Westen door. Estland, Letland en Li tauen zjjn dat staat vast in ver gaande mate gerussificeerd en men neemt aan, dat er geen enkel verzet meer tegen het communisme in deze landen bestaat. De politiemacht is er verbijsterend groot en de communis tische partij als gevolg daarvan almachtig. Vijfentwintig jaar na dat de Sovjet-troepen de drie Balti sche landen binnenrukten, moeten de achtergeblevenen in deze onderdrukte staten de hoop op bevrijding wel de finitief hebben opgegeven...

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1964 | | pagina 11