„HEILIGE
HUISJES"
WEKKEN
JALOEZIE
Joh
nson
verdedigt
Ook de mens die priester
kan zonder de weldaad van de
beantwoorde liefde niet leven
Priesters hebben behoefte aan
thuisen vrienden
NA 25 JAAR GEEN HOOP MEER
Duizenden Esten
de vlucht voor
op
het Rode Leger
Koningin, Prins en
Prinses dineren bij
familie Marijnen
RES A-HILVERSUM
Infaam spel
Afgetreden
Vlucht
ZATERDAG 10 OKTOBER 1964
Zijn er tegenwoordig veel priesters, die te lijden hebben onder
hun alleen-zijn? Je krijgt wel eens de indruk. Ze staan meer dan
vroeger voor belangrijke, persoonlijke beslissingen in hun zielzor
gelijke arbeid. Er zijn zoveel dingen onduidelijk. Ze kunnen lang
niet meer zoals vroeger „aanleunen" tegen duidelijke ervaringen en
omschreven regels van boven af. Ook schijnen heel veel zielzorge
lijke „methodes", die tot nu toe als waardevol werden beschouwd,
stuk voor stuk aan waarde in te boeten. Telkens moeten priesters
piekeren over nieuwe vormen van benadering. De kritiek op en het
onbehagen over allerlei kerkelijke praktijken blijft en wordt sterker,
ondanks alle goedbedoelde pogingen.
Het verschil in mentaliteit tussen oudere en jongere priesters is
vaa kheel groot, zodat beide groeperingen (die men niet altijd in
leeftijd precies kan omschrijven) steeds meer op zichzelf aangewe
zen lijken. Met name waar jonge of oudere priesters weinig con
tactmogelijkheden hebben met anderen (kleine parochies op het
platteland) kan er sprake zijn van moeizaam „alleen staan".
De waardering voor het ongehuwd zijn van de priester is lang
niet meer zo ongenuanceerd algemeen als vroeger, terwijl anders
zins de waardering voor huwelijk, voortplanting, sexualiteit, ge
zinsleven, steeds groter wordt en talloze veranderingen ondergaat.
Dit zijn enkele facetten van het huidige kerkelijke leven, die
(naast vele andere) doen vermoeden dat het alleen-zijn van de
priester wel steeds moeilijker moét worden.
Toch is het helemaal niet de
bedoeling dat priesters alleen
zijn. Integendeel. Het priester
lijke celibaat is er niet, omdat
gehuwd zijn minder zou zijn,
dat weten we nu wel. Maar het
is er ook niet, opdat de priester
zomaar het offer zou brengen
van de eenzaamheid, alsof dat op
zichzelf verdienstelijk zou zijn
voor zijn priesterschap of alsof
dat op zichzelf hem een bepaalde
waardigheid zou verschaffen.
Een positief beleefd celibaat
zou elke priester juist in
plaats van tot eenzaamheid
tot zeer grote en zeer intensieve
gemeenzaamheid met zeer velen
kunnen brengen. Priesters zou
den hun hart „vrij" kunnen hou
den van de binding aan één mens
in totale verbondenheid, om voor
zeer velen zeer veel te betekenen,
ook gevoelsmatig. Hun belang
stelling voor iedereen, zou, lou
ter menselijk gezien, al een heel
bijzonder karakter kunnen heb
ben juist doordat ze van nie-
Sf'tpaf zi'n- In zo'n in-
die veieS0"^ *Unnen 2« dan
ontmoeten dat priesterlijk
hen staande,
pen zoeken naar het evangelisch
perspectief in hun leven. Het te
gendeel dus van eenzaamheid zou
het effect moeten zijn van het ce-
libataire leven van de priester:
grote gemeenzaamheid met veel
mensen, om in die mensen God
en in God die mensen lief te heb
ben. Elke tegenstelling tussen
beide is onjuist, omdat „deze
twee één zijn".
18
...priesters hebben behoefte aan
vrienden, bij wie zij letterlijk en
figuurlijk „de benen op tafel mo
gen leggen"...
Op de centrale markt te Taïlinu
(Revalde hoofdstad van Estland
komen ook Russische vrouwen
hun inkopen doen.
n de vroege ochtenduren van
10 oktober 1939 thans dus
25 jaar geleden over
schreed het Rode Leger de grens
van Litauen en reeds enkele uren
later rolden zware tanks -
meest van het model T 34 ge
volgd door gemotoriseerde infan
terie de hoofdstad Kaunas bin
nen. De bevolking bleef in huis
en keek door de vensters naar
buiten, waar de tanks met rate
lende kettingen door de straten
rolden en grote vrachtauto's vol
Sovjet-soldaten voor regerings
gebouwen, kazernes en bureaus
stopten. De troepen maakten een
korrekte indruk, maar niemand
wist wat hij er eigenlijk van
moest denken. De gebeurtenissen
hadden elkaar de laatste weken
dan ook wel bijzonder vlug opge
volgd.
veel priesters zoekers naar brokstuk
ken huiselijkheid en vrijheid bij ande
ren. En dat blijft zo tot ze zelf pastoor
zijn. tussen hun veertigste en hun vijf
tigste jaar. Dat is beslist een ongun
stige situatie, die het alleen-zijn van
priesters helemaal onnodig gecompli
ceerd maakt. Ook in de meest gunstige
gevallen is het duidelijk dat een kape
laan „slechts" inwoont bij de pastoor
en zijn huishouding, om over de vele
ongunstige gevallen maar te zwijgen.
Men moet hier niet te licht over den
ken. Men moet hier vooral als gelovi
ge over mee gaan denken.
Priesters kunnen in hun celibataire
•taat gelukkig worden. Maar dat ver
eist wei een grote mate van geestelijke
en gevoelsmatige volwassenheid, die
meestal slechts door pijnlijke groei
heen bereikt wordt. Sommigen blijven
in het groeiproces steken en vinden
geen bevredigende uitweg.
Het is een vraag of de opleiding op
de seminaries de toekomstige pries
ters voldoende inleidt op zo'n positieve
eelibraatsbeveling vooral ook in het
gevoelsmatige vlak.
Over die vraag wordt tegenwoordig tot
in de hoogste kringen serieus gestu
deerd. In het bestek van dit korte arti
kel kan ik er niet verder op ingaan.
Met name voor de lezeressen van dit
blad wil ik liever in het kort een paar
aspecten van het contact tussen prie
sters en gewone gelovige noemen, die
van grote invloed zijn op de beleving
van het alleen-zijn van de priesters.
,Jfjng H Pbesters hebben de-
ïSJ c??ac ten voor de werkzaam-
5e fn' A1? ze, ^oete.i verrichten. En
a ziJ"n vaak eindeloos
veelsoortig. Van
n priester in de ziel-
Sommige priesters hebben veel uiter
lijke capaciteiten. Anderen hebben
met veel of soms met alles de irrnnfcf»
moeite. Het is heel belangrijk te be
denken, dat voor een priester zijn werk
alles is. Als hij daarin niet slaagt is
lijn leven mislukt. Hij kan niet van
beroep veranderen. Hij kan zich ook
niet, na zijn werk, terugtrekken in zijn
huis en zijn gezin, als een waarde naast
zijn werk. Daarom zou het goed zijn
als de kritiek op priesters zich niet zo
vaak richtte juist op de uiterlijke
capaciteiten. Ook een priester met be
scheiden begaagdheden kan goed
priester zijn. Het gaat erom of hij een
goede pastorele instelling heeft: of hij
graag alles voor allen wil zijn in sym
pathie mee-leven, begrip, om van daar
uit te kunnen verwijzen naar de reli
gieuze waarden.
Men hoeft een priester geen kritiek
sparen, als men maar voortdurend
een appèl doet op deze pastorele instel-
Img, en geen dingen van hem ver
dacht, die hij niet kan geven. Vooral
als een priester naar de uiterlijke kwa
liteiten vergeleken wordt met anderen,
die daarvan meer bezitten, kan hij
moedeloos worden. Uit angst „mislukt"
m zijn sluiten sommige priesters zich
af. zodat ook eerlijke, opbouwende kri-
u®k niet meer „doorkomt". Ze moeten
oan vaak hun heil zoeken in bepaalde
.hobbies" en hun gezag ontlenen aan
het feit dat ze het ambt nu eenmaal
bekleden. Veel gelovigen houden in
hun kritiek te weinig rekening met
deze kwetsbaarheid. Wat we nodig heb
ben is een sfeer van onderling ver
trouwen, v aardoor twee excessen wor
den vermeden: nooit iets durven zeg
gen tegen priesters, omdat ze zo hoog
verheven zijn en kritiek leveren op
priesters die voorbij schiet aan hun
eerste opdracht van zielzorger te zijn.
Zo: Is ieder mens heeft ook een
priester behoefte aan wederliefde. Van
hem wordt verwacht dat hij zichzelf
helemaal zal geven aan de gelovigen.
Maar liefde is altijd een beweging heen
en weer. Het is irreëel te stellen dat
de enige voldoening van priesters
louter „geestelijk en bovennatuurlijk"
zou moeten zijn. Dat zijn theoretische
kreten, die ai veel onnodig verdriet
hebben bewerkt. Natuurlijk moet een
priester een sterk geestelijk leven en
groot vertrouwen hebben, om te kun
nen „geloven, ook in de oogst, die hij
niet zal zien". Maar de mens, die
priester is (niet: de priester, die „ook"
mens is, zoals zo vaak gezegd wordt)
kan evenmin als elk ander mens leven
zonder de weldaad van de beantwoorde
liefde.
Hij kan heel veel vreugde beleven
aan de goedheid van familie en vrien-
„f51 fn eventueel collega's. Maar het
hertSi„?,®voelis: is h j voor tekenen van
voor m J, de mensen waar hij
echte waarden86^"' Hcurkenning van d.f
liefde wil door*»? w' zo graag Ult
op een preek S"' Positief reageren
blematiek van en over de pro"
Seven in eeA felezorg, vertrouwen
bieden van die?ft rfel gesPrek> aan-
vele lijdenden m T je,n gunste van de
en voortgang ie° van vreugde
loosheid. verdriet en machte-
he?ahart ^an^n df dingen. die
meer verwarmen dan mf' onel"dlg
en welstand ook in etprw^t, ,v?°,r luxe
hobbies en buitenlandse reizen z^k-en
die niet zelden onderwerp vomen van
bedenkelijke opmerkingen van de kant
van veel gelovigen. Priesters die wei
nig of geen van zulke tekenen van her-
k inning aantreffen in hun werk lopen
kans zich terug te trekken in gefrus
treerde ambtelijkheid. Hun alleen-zijn
wordt niet meer vruchtbaar, maar ont
aardt in met allerlei eigenaardigheden
gecamoufleerde eenzaamheid. Het liefst
zou ik bovenstaande opmerkingen wil
len illustrer met de vele voorbeel
den, die zich bij het schrijven van deze
regels aan mij opdringen. Maar ik denk
wel dat de goede verstaanders aan een
half woord genoeg hebben.
Een zaak wil ik in dit verband toch
nog her graag apart vermelden. Al
zjjn priesters dan niet getrouwd, ze
hebben wel behoefte aan een „thuis",
waar ze gewoon nelemaal zichzelf kun
nen zijn. Ze moeten ergens een ruimte
hebben, waar hun boeken en andere
dierbare dingen staan en waar ze de
mensen kunnen ontvangen die ze wil
len ontvangen en op de wijze waarop
ze dat willen. Dat laatste al is op veel
pastorieën niet mogelijk. Maar oak moe
ten priesters eens af en toe de moge
lijkheid hebben af te reageren. Behalve
aan adviseurs en geestelijke leidslieden
hebben ze ook behoefte aan vrienden
bij wie ze letterlek en figuurlijk „de
benen op tafel mogen leggen". Ook in
het meeste gunstige geval van een goed
pastorieleven kan dat door de huisge
noten niet worden opgebracht (en het
is geen geheim dat de niet gunstige ge
vallen geen uitzondering zijn'! Je
paalde huizen (denigrerpn,? i -v
huisjes" genoemd) vaak tp "1?eiI.lge
Ze „hoeven" daar nilu ga-st 5ljn"
gewoon gelijkwaardk vriend Z1i^ v®"
nen daar gewoon padc end: eiJ kun-
alleen hun ergenis en A'et
maar ook evengoed teleurstelling,
verwachting. Allicht blijdschap en
daar uiterlijk wel eens n"+ ze zich
dig gedragen maar d Z0 eerwaar
hen deze gastvriihof vrienden die
meer dan anderen Jh S?nu ieden 2uUen
lijke waardigheid 1 £1J de wezen
schap verkeren priester-
-amenlevingn^0nardaT e611 katholieke
deze heilige huiUs f t6 °u anderszins
jalouzie niet goed v achterdocht of
wordt het befoek lil ve?werken. Vaak
huizen in een vit Priesters aan die
een verkeerd d»i:.v>
steld, terwijl ze daar juist bezig zijn
t-iliger te worden. Als ze werkelijk
verkeerd willen kunnen ze dat heus
wel zo dat niemand het merkt. Natuur
lijk kunnen ze die huizen ook zoeken
buiten het gebied van parochie of
kerkgemeenschap. Maar vriendschap
vind je niet op bestelling. Het was
veel beter, dat men er zich helemaal
met mee bemoeide. In hun werk zijn
priesters terecht „eigendom" van de
„f ?Ylgen> maar als mens hebben ze
°P een eigen privé-leven". Het
5f ®lfeblijk dwaas dat zoiets nog uit
at ukkelijk vastgesteld moet worden.
Ik weet zeker, dat het voor de meeste
priesters gewoon nodig is dat ze derge-
!5!k?, mstuif-adresser hebben. En toch
U J onvolledig en min of meer
eeiï toestand, zolang ze niet ook
zelf een helemaal eigen „thuis" hebben
waar ze wederkerig vriendien kunnen
ontvangen, thuis waar ze zowel
lensen die hen nodig hebben als ook
anderen, kunnen ontvangen. Nü zijn
De vraag of het celibaat al dan niet
moet worden gehandhaafd is voor de
meeste katholieke gelovigen als vraag
nog onverteerbaar. Ofschoon ik er van
overtuigd ben, dat het in de toekomst
faculatief zal worden gesteld en er dus
ook gehuwde priesters zullen komen,
denk ik toch dat we voorlopig het
alleen-zijn van de priester minder pro
blematisch kunnen maken door aan
bovengenoemde aspecten grote zorg
zame aandacht te schenken. Zorgzame
aandacht, die gewoon noodzakelijk is,
hoe ook de kwestie van wel of niet
celibaat zal worden opgelost.
Ik heb het niet genoemd, maar het
zal tussen de regels waarschijnlijk wel
heel duidelijk zijn geweest, dat ik bij
die zorgzame aandacht met name aan
vrouwen een heel grote rol toebedeel.
Omdat priesters mannen zijn is hun
zielzorgelijk contact met vrouwen niet
altijd ongecompliceerd. Het zou zo
goed zijn als in het vrijblijvende vlak
van volwassen vriendschap priesters
geholpen konden worden door de pe-
cifieke vrouwelijke belangstelling voor
.un persoon en hun werk.
Het is een van de vormen van vrou
welijke „inbreng" in het kerkelijke
leven, waaraan we in zo'n toenemende
mate behoefte hebben.
Rector D. COPPES
DEN HAAG, 10 okt. De koningin,
prins Bernhard en prinses Beatrix heb
ben gisteravond aangezeten aan een
diner, dat de minister-president en me
vrouw Marijnen gaven in de ambtswo
ning van de minister-president, het
Catshuis.
(Advertentie)
Geslaagddank zij
(Bsksnds SchrlftaW Cursus)
H.B.S. Gymnatham, Mulo, art. S
LOUISVILLE, 10 okt. (UPI) Pre
sident Johnson heeft gisteren in een
verkiezingsrede gereageerd op een wil
de beschuldiging van de Republikeinse
presidentskandidaat, Barry Goldwa-
ter, aan het adres van wijlen presi
dent Kennedy. Het gaat hier om een
aantijging van Gohlwater, die in de
Verenigde Staten veel stof heeft doen
opwaaien: de aantijging namelijk, dat
Kennedy de Cubaanse crisis in het na
jaar van 1962 met opzet op een zodanig
tijdstip heeft gesteld, dat hij er zoveel
mogelijk politiek voordeel uit zou kun
nen slaan. Amerika stond toen aan de
vooravond van verkiezingen voor het
Congres en Kennedy hoopte, aldus
Goldwater, door zijn regie van de Cu
baanse crisis zoveel mogelijk steun
voor de Democraten te veroveren.
Johnson trok fel van leer tegen de
ze beschuldiging van de Republikein
se senator, die hem Goldwater
volgens waarnemers stemmen zal
kosten. „Premier Nikita Khroesjt-
sjev moest tot zijn grote vernedering
de raketten van Cuba verwijderen",
aldus Johnson. „Nu van Kennedy,
die zich niet meer kan verdedigen,
wordt gezegd dat hij de rakettencri-
sis heeft geënsceneerd, is de blama
ge voor de auctor intellectualis van
die verklaring groot genoeg om ie
dereen duidelijk te maken welke kan
didaat voor het presidentschap moet
worden gesteund."
Johnson noemde Goldwater niet één
keer bij naam. Dat doet hij tijdens zijn
campagne vrijwel nooit, als onderdeel
van zijn strategie te poseren als pre
sident en niet als presidentskandidaat
Slechts zelden gaat Johnson tijdens zijn
campagne in op uitlatingen van Gold
water: hij acht het beter en voordeli
ger voor zichzelf op te treden als lei
der van het Amerikaanse volk in
plaats van als leider van een partij.
Waarnemers geloven dat Johnson op
deze manier veel succes boekt en dat
Goldwater, die zelf ook wel weet dat
zijn kansen om Johnson te verslaan
gering zijn. er duchtig door wordt ge
ïrriteerd. Een fei is in ieder geval
dat Goldwaters aanvallen op de Demo
craten in het algemeen en op Johnson
in het bijzonder steeds onbesuisder en
onbehouwenerworden. Onlangs zei de
Republikeinse kandidaat nog dat de
regering-Johnson een politiek voert,
die zal uitmonden in ..socialisme en
dictatuur".
NEW YORK. 10 okt. (UPI) John
Rousselot, hoofd Public Relations van
het Amerikaanse ultra-rechtse John
Birch-genootschap, heeft vrijdag in een
televisieprogramma van CBS, gezegd
dat de Republikeinse kandidaat voor
het Am.erikaan.se presidentschap. Senator
Barry Goldwater, lid is van een com
missie binnen het genootschap.
De commissie ad hoe waarover Rous
selot sprak, was de „Committee Against
Summit Entangelments." Goldwater is
er volgens Rousselot vijf jaar gele
den lid van geworden. In het „blue
Book of the John Birch Society" staat
de commissie genoemd als „ons enige
grote nationale front van vandaag"
en veruit onze succesrijkste onderne
ming in deze caegorie.
Soms daUe i?eerwacht. Zoveel
soms, dat je je afvraagt of er wel dui-
dieve^wattojnTp ëni,0staa
den- een tnoH 1 kunnen beantwoor-
schriiver een Jul e* eneen vaardig
gesprekspartner, een^psycholooT
ee n °p o mal a r i sa t o r gG' ^dHn
een popuiarisator, een pratende en
luisterende vriend, een initiatiefnemer
en een bescheider raadsman.
Op 10 oktober 1939 begon in
Estland, Letland en Litauen
Mensen met een vooruitziende blik
hadden deze ga"g van zaken al voor
speld, toen Stalin m augustus een
met-aanvalsverdrag met Hitier
had gesloten, waardoor de Sovjets de
vrije hand in Oost-Europa zouden
krijgen. Terwijl sovjets en Nazi's in
frote saamhorigheid het verslagen
olen verdeelden, vloog <je Duitse
minister van Buitenlandse Zaken, Jo
achim von Ribbentrop, voor de twee
de maal naar Moskou om de verdere
„reorganisatie" van Oost-Europa met
Stalin te bespreken. Een dag later
reeds werd de minister van Buiten
landse Zaken van Estland, Karl Set
ter naar Moskou ontboden om een
„handelsovereenkomst te teke
nen. De manier, waarop Estland aan
gepakt werd, werd met een tussen
poos van enkele weken ook toegepast
op Letland en Litauen. Het is belang
wekkend deze gang van zaken met
betrekking tot Estland nog eens
nauwkeurig te volgen. Vijfentwintig
jaar geleden immers werd in West-
Europa oorlog gevoerd en werden de
gebeurtenissen in de Baltische lan
den door de meeste dagbladen met
slechts enkele korte berichten afge
daan.
de RUSSIFICATIE
Terwijl de Estlandse minister Sel-
ter in Moskou vertoefde, verspreidde
op 27 september 1939 het Sovjet-pers
agentschap Tass het bericht, dat het
Russische schip „Metallist" voor de
kust van Estland was getorpedeerd.
Stalin eiste genoegdoening en boou
Selter een verdrag van .wederzijdse
bijstand aan, dat de Sovjet-Unie net
recht zou geven een aantal strategi
sche punten in Estland te bezetten.
De in paniek geraakte Selter pleegde
nog telefonisch overleg met zyii re
gering, maar men zag geen bei
tegenstand en reeds de volgende g
werd het verdrag getekend. ,^e'
infaam spel de Sovjets speelilen jï
blijken uit het feit, dat de „Metal
list" het getorpedeer e schip
enkele weken latei- zonder een
schrammetje een Zweedse haven
nenliep...
Hoewel de uit Moskou teruggekeer
de minister Selter voor de radio ver
klaarde, dat Stalm PerJ°'onlyk
had verzekerd, dat het roet de Sov
jets gesloten verdrag een P11'1;
taire aangelegenheid was^en jdat de
souvereiniteit van Estland m geen
enkel opzicht z-u worden geschon
den heerste er een gedrukte stem
ming in Estland. Sommige Esten
hoopten, dat Frankrijk en Engeland
zouden ingrijpen, maar deze hoop
was iidel Oudere mensen wezen er
op dat Sovjet-Rusland ook in 1920
'twee jaar nadat Estland zich on
afhankelijk had verklaard - een der-
ffeliike overeenkomst met de kleine
naburen had gesloten, maar dat het
dat verdrag reeds m 1924 had ge
schonden door te proberen een revo
lutie in Estland te ontketenen. Het
was destijds werkelijk met aan de
communisten te danken geweest, dat
die troebelen waren onderdrukt. Het
was duidelijk, dat het Kremlin nu de
rekening presenteerde.
Aanvankelijk schenen de pessimis
ten ongelijk te krijgen, want het le
ven ging spoedig weer z«n gewone
gang. De in het land gelegerde Sov
jet-troepen gedroegen zich uiterst ge
disciplineerd en met de binnenlandse
aangelegenheden van het land be
moeiden zij zich niet. Op 13 juni 1940
echter meldde Tass, dat Estland het
verdrag van wederzijdse bijstand had
geschonden en dat bandieten Sovjet
patrouilles hadden aangevallen. Een
commentator van radio-Moskou wees
er bovendien op, dat de Sovjet-Unie
zich bedreigd voelde door de zoge
naamde Baltische Unie, waarin Est
land, Letland en Litauen zich hadden
verenigd. Op 15 juni 1940 arriveerde
er een speciale gezant uit Moskou in
Tallinn, die het aftreden van de Est-
nische regering eiste, aangezien dit
kabinet niet in staat zou zjjn de
vrees voor Baltische agressie in Mos
kou weg te nemen. De speciale ge
zant liet de regering na een storm
achtig onderhoud achter met de me
dedeling, dat hjj over twee uur het
antwoord zou komen halen.
Na een bewogen zitting de op
perbevelhebber van het kleine Estni-
sche leger, generaal Laidoner, ver
zocht zijn ministers vergeefs hem
verlof te geven tegenstand te bieden
trad de regering werkelijk af. Ter
wijl in West-Europa de Duitse troe
pen de laatste strijdende Franse een
heden onder de voet liepen, werd in
Tallinn een nieuwe regering geïnstal
leerd, die was samengesteld uit een
lijst van personen, welke de speciale
gezant uit Moskou had meegebracht.
Met deze marionettenregering aan
het hoofd stond de arts-dichter Jo
hannes Y'ares had Moskou heel
weinig moeite.
De bezetting van Estland werd in
de volgende weken verscherpt en
reeds in augustus werd het land als
de „Radenrepubliek Estonskaja" bii
de1_yr!le van Socialistische Sovjet-Re
publieken ingelijfd. Letland en Li
tauen ondergingen hetzelfde lot. De
invoering van de Sovjet-grondwet en
gelijkschakeling van de pers, radio
en onderwijs ontmoetten reinig tegen
stand bij de overrimpelde en terneer-
geslagen bevolking. Dat veranderde
echter toen het bolsjewisatieproces
met volle hevigheid inzette en een
begin werd gemaakt met de collecti
visering van de landbouw. Toen het
verzet met propaganda niet was te
breken in de fabrieken werden
voortdurend „spontane demonstraties
voor het Sovjet-regiem" gehouden,
terwijl communistische redenaars op
het platteland de bevolking tegen de
grote boeren trachtten op te hitsen
en de ministers de Esten opwekten
de orders van de overheid op te vol-
schoof Moskou de r arionet-
tenregermg aan de kant en werden
afdelingen van de NKVVD, de gehei
me staatspolitie, alsmede legereenhe
den ingeschakeld om het verzet te
breken. Duizenden Esten werden ge
deporteerd, waarbij overigens vooral
m afgelegen streken herhaaldelijk ge
wapende tegenstand werd geboden.
Nadat in de herfst van 1944 de Duit
se tegenstand tussen het Peipusmeer
en de Finse Golf en aan het Narwa-
front was gebroken, rukten de Sov-
«*T f^ers onweerstaanbaar naar het
Westen op. Opnieuw rolden eindeloze
Sovjet-kolonnes Estland binnen. Hoe
wel de communistische propaganda
er voortdurend op hamerde, dat er
geen deportaties zouden plaats vin
den, vluchtten duizenden Esten voor
de oprukkende Rode legers uit in bo
ten naar Zweden of Duitsland. Enke
le weken nadat de Baltische landen
weer door de Sovjet-troepen waren
bezet, brak de terreur weer In volle
omvang los.
Duizenden „volksvijanden" te
recht of niet terecht beschuldigd van
samenwerking met de Nazi's wer-'
den door zuiveringscomité's veroor
deeld en neergeschoten of gedepor
teerd. De collectivisering van de
landbouw werd nu zonder scrupules
doorgevoerd en aan het bieden van
verzet viel in de herfst van 1944 niet
meer te denken. Letland en Litauen
ondergingen hetzelfde lot.
Reeds in de herfst van 1944 wer
den alle verbindingen met de vrije
wereld verbroken en ie drie Balti
sche landen zijn sindsdien practisch
een groot kamp geworden. Slechts
zelden sijpelen berichten naar het
Westen door. Estland, Letland en Li
tauen zjjn dat staat vast in ver
gaande mate gerussificeerd en men
neemt aan, dat er geen enkel verzet
meer tegen het communisme in deze
landen bestaat. De politiemacht is er
verbijsterend groot en de communis
tische partij als gevolg daarvan
almachtig. Vijfentwintig jaar na
dat de Sovjet-troepen de drie Balti
sche landen binnenrukten, moeten de
achtergeblevenen in deze onderdrukte
staten de hoop op bevrijding wel de
finitief hebben opgegeven...