in de war van Gala-succes
is bang,
om alleen
gelaten te worden
LIA DORANA NAAR
JOSEPHINF BAKER
Smokkel
Automobilist
Cremer
Joden
Telegraaf
Nieuw concordaat
Spanje-Vatieaan?
Conciliem op ie
Belangrijkste
Liturgische week
kalender
it h';S n.ben
Avondjurk van moeder
U.ÏÏ,
Beeld van haar leven
Ook'chansonnière
Ander vak
ZATERDAG 10 OKTOBER 1964
PAGINA 9
Voor miljoenen Nederlanders, die vorige week zaterdag naar het
Grand Gala du Disque keken was er maar één ster, één grandioos
hoogtepunt op een avond waarbij het toch waarlijk niet aan beroemd
heden ontbrak. Dat was Lia Dorana met haar chanson „Laat me niet
alleen". Haar vertolking ontroerde velen. Willem Duys zei „Ik kom er
eerlijk voor uit ,ik heb een brok in mijn keel". De Edison die hij
uitreikte aan Lia Dorana staat nu op de zwarte Steinberg-piano in
Lia Dorana's Rotterdamse vierhoge zolderwoning. Het boeket
bloemen dat zij kreeg ligt op een antiek tafeltje, andere felicitatie
ruikers herinneren ook aan het succes.
Lia met Josephine Baker, de ster ren van het Grand Gala. kj
Na „Laat me niet alleen" reikte
Willem Duys met een brok in
de keel de Edison uit.
lied"36^!™; h6t Hongaarse
net of de cirkel nu ge-
da^dë onschuld van kinderen dezer
Edison ais bekroning voor werk
in musical.
LIA DOR AN A
actrice en chansonnière
In het „Apostolaat van de Weg" trof-
'en wij dit „Gebed van een automo
bilist" aan. Het kan geen kwaad als
"mu het doorleest:
Hevrjjd ons, o Heer,
Van onze heerszucht op de weg,
Yhn de tjdelheid van macht
**n van de infectie van snelheid.
„Bevrijd ons, o Heer,
/Sn onvoorzichtigheid en onverschillig
heid,
^an deeduivel van ongeduld
£-n van de tiran van de tijd.
Bevrijd ons, o Heer
vin hSrdvocht1Sh°"i10-ffelykheid'
Er> van dommS m ons oordeel
"omme verwensing.
Bevrdd ons, 0
Van onoplettendheid ef>'
Van de begoocheling van drankSheid'
En van duisternis door vermoeidheid.
Maak ons, O Heer, voorkomend jegens
uilen,
Maak ons oplettend voor de ouden van
dagen
Fn voor de roekeloosheid van de jeugd.
Maak onze voertuigen tot uw instru-
Om^geluk te brengen aan allen die met
ons reizen
En nimmer de oorzaak van rouw te
Dit smeken wij U in naam van Chris-
Gs, Amen.
Misschien is de moeder van „Ik, Jan
Cremer" nog niet zo dor als zij
»De Haagse Post" vertelt:
Zegt Rosa Cremer over het succes
van „Ik, Jan Cremer": ,,Ik heb maar
10 bladzijden in het boek gelezen en
toen heb ik erg moeten lachen. Al
leen wat er over mij instaat vind ik
heel erg. Waarom het zo'n succes ge
worden is? Jan heeft al heel vroeg
begrepen dat hoe vromer het gezicht,
hoe meer vuiligheid erachter steekt.
Die oude viezerikken zitten allemaal
van dat boek te gemeten."
In „De Nieuwe Linie" van deze week
stond deze pikante opmerking:
Opmerking van een geïnspireerd
bisschop achter een glas Campari-so-
da: Waarom wordt het jodendom
de godsdiensten
gerangschikt? Christus betekent: Mes
sias. De joodse godsdienst is messi-
fusnS'belhdenhdri''telijk; Hoewel
sus beladend. Antwoord van een
waarnemer: „Wat wij hier in het ca
fe zeggen, wordt over honderd iaar
op een concilie bevestigd"
„Vrij Nederland" geeft deze week nog
eens een zeer nuchtere en daarom zeer
leerzame beschouwing over „De Tele
graaf" en de „Waarheid":
In de laatste uitzending van Zo is
hetwerd aan de hand van de
stukken aangetoond dat De Telegraaf
in zijn haatcampagne tegen mr.™Cals
gebruik heeft gemaakt (en nog steeds
maakt, want „onze bladen" drenzen
almaar verder) van een vals citaat
Mr Cals zou volgens De Telegraaf
gezegd hebben: „Wat het publiek wil,
zegt mij niets". Deze uitspraak werd
tussen aanhalingstekens geplaatst als
gold het een letterlijk, uit de mond
yan de oud-minister opgetekend ci
taat. Het was een mooie slogan, die
dan ook grif voor ai in De Telegraaf
zelf werd gebruikt, door stukjesma
ker Jacques Gans en vervolgens door
•Leonard Huizinga, die Gans sedert
kort mag nakwaken in een vaste Te-
tegraafkolom.
Nu heeft mr. Cals m werkelijkheid
gezegd: „Wij moeten niet schromen
I® peggen dat wij deze ingewikkelde
Problemen beter kunnen overzien dan
ysfe krantelezers, die uiteraard maai
®en klein stukje van de hele legpuzzel
lilt i0ns '"gewikkelde maatschappe-
hn le.ven zien, die niet weten van
kan v?.rstrekkende betekenis dit alles
die zyn voor ons rechtsbestel." En
eJr. voor een groot deel worden „voor-
v<W t" door niterst eenzijdige, be-
eervit00rdeelde en bepaald niet in bun
hart 1- leu§en gestikte persorejaRen.
al* er nog bij kunnen zeggen
onz» TweerV» „lel een Veel
hoefte aan hebt? Dan zou ik wel een
schop tegen die gesloten deur willen
geven. Op bepaalde uren is hij open.
staat er. Maar dan is die persoon die
er een half uur rust had willen vin
den, al weer voorbij."
„Soms denk ik", roept ze, „kon
ik die bisschop zelf maar eens te
pakken krijgen. Het zit me zo hoog."
„Ik heb alles zelf moeten ontdekken.
Wat ik vast heb gehouden zijn de vaste
lijnen van een geloof, zeg maar de tien
geboden, twaalf artikelen van het ge
loof. zonder al die bepalingen zoals
zondags naar de kerk. Geloof, hoop
en liefde heb ik bewiard. Ik heb heel
wat meegemaakt, maar die drie
blijven boven komen. Ik zal zeker dui
zenden fouten maken, maar Zijii lijn
behouden. Ik ga naar de kerk als ik
kan, en DAN IS DIE DICHT."
„Mensen vragen me soms waarom
ik zo kan zingen. Vaak denken ze dat
het niet echt gemeend is. Ze kunnen
er niet in komen dat ik altijd in ieder
een en alles geloof. Ze vinden dat ik
overdreven ben."
„Dit lied „Laat me niet alleen"
heeft een prachtige tekst, gemaakt
door Ernst van Altena. Elk mens is
bang om alleen gelaten te worden,
door vrouw, of man, of kind, of door
de wereld. Ieder heeft die angst, ook
jonge mensen, dat hoor ik wel aan
de reacties die ik gekregen heb. Als
iemand je wil verlaten, dan roep je
toch „Laat me niet alleen. Ik wil al
les voor je doen, als je me niet ver
laat."
„Voor mij is de liefde het belang
rijkste wat er is in het leven, niet al
leen voor mijn man, maar de liefde
voor de mens in het algemeen. En als
dat je dreigt ontnomen te worden...!
Je moet wel geen hart hebben om
zo'n lied zonder hart te kunnen bren
gen."
„Het is geen verdienste van me. Ik
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiMi
KOPENHAGEN, 10 okt. (ANP)
Dr. Jose Cardona Gregori, het hootrt
van de Spaanse evangelische commis
sie voor de verdediging van de rech
ten van de protestanten, heeft «op een
persconferentie meegedeeld, dat hei
mogelijk is dat de ussies in het
Vaticaanse Concilie zullen leiden tol
een nieuw Concordaat tussen het Vati-
caan en de Spaanse regering.
Hoewei de inhoud van de voorgestel
de Spaanse wet op de protestanten nog
niet bekend is zei dr. Cardona dat
men wel weet, dat de wet in overeen
stemming zal zjjn met de principes
van godsdienstige tolerantie. Hij legde
er de nadruk op dat het geen kwestie
is van vrijheid van godsdienst, maar
van tolerantie.
Zondag 11 oktober: 21e zonuag na Pinkste
ren; eigen mis; credo; pref v d H
Drieëenheiö —groen—
Maandag. Mis v d zondag —groen
Dinsdag H Eduard. belyder mis Os Justi
wit—
Woensdag. H -allistus, paus-martelaar;
mis Si Diligis rood—
Donderdag. H Theresia van Avila; mis
Dilexisti wit—
Vrijdag H Hedwig. wedm 2; mis Cognovi
wit—
Zaterdag- H Margaretha Maria Aiacoque
maagd; eigen mis wit—
Zondag 18 okto" er: 22e zondag na Pinkste
ren; eigen mis; 2e gebed votiefmis tot
voortplanting v h geloof; credo; pref
v ri. H. Drieëenheid groen
„Krankzinnige toestanden", zegt baardige echtgenoot Reinier Jan Venvijs
„Dat lied is enorm ingeslagen. Na het Gala spraken allerlei mensen ons
aan, de taxichauffeur, mensen in het hotel. Iedereen vond het geweldig.
De telefoon staat niet stil. Wildvreemde mensen bellen op: „WTe willen met
50 man naar Kiss me Kate, waar speelt het nu?" Men vraagt om foto's
grammofoonplaten. Het is onbegrijpelijk".
Lia Dorana zit te bellen aan haar
antieke bureautje. Strakke zwarte
pantalon, met zwarte ceintuur. Lichte
blouse met V-hals. Modieuze zwarte
strik in het nu als paardestaart ge
kamde rossige haar.
Haar stem is hees en klinkt ver
moeid. Ze ziet er moe uit, nerveus.
„Het zjjn uiterst vermoeiende dagen
geweest. Door al die emoties ben ik
een paar pond afgevallen. Ik ben er
nog steeds van in de war, dat de men
sen zo hebben gereageerd. Elke dag
krqg ik brieven van mensen die ik
niet ken".
„Maar al ken je ze nier, Je kan er
niet zo aan voorbij lopen. Ik ben geen
maatschappelijk werkster, maar door
mijn werk maak ik iets bij de mensen
los. Ik heb dat talent gekregen en
dat kan ik niet in de grond stoppen.
Ik heb altijd geleerd, dat je er mee
moet woekeren en dat doe ik ook. Niet
om het geld, dat is me nooit gelukt,
anders zou ik niet hier zitten, maar
in een mooie bungalow. Maar ik ben
hier erg gelukkig."
Henegouwerweg 20 a in Rotterdam.
Het lawaai van het drukke verkeer
glijdt voor een groot deel af langs
de schuine dakwand. De regen klet
tert daarentegen met dubbel kabaal
tegen de dakpannen. De planken wan
den zijn bruin en groen geschilderd
Bij een van de yee dakkapellen waar
het enige licht doorheen komt lekt het
als een mandie op de planken vloer
Even een bloempot er onder.
„Zondag na het Granef Gala aten
we in een Hongaars restaurant. Er
komt een dame naar ons toe. Ze zegt-
„Bent u Lia Dorana? Mijn moeder
heeft gisteren zo gehuild, toen u dat
lied zong. Zou u niet bij ons een kopie
koffie willen drinken?" Ik Was al 24
uur op de been geweest, maar ik zas
dat het haar verdriet zou doen als ik
nee zei Dus we zijn mee gegaan naar
hun tafeltje. Die oude mevrouw was
dolgelukkig. Dank denk ik „,a( k
te snel er, h.i 6en. H<»gaars lied
te spelen dat ik kon ti» t i
PPznnop„ r»„t Ik heb het mee-
t was nou zo'n klein
teven voor ieder heeft.
Door dit Gala heb ik
chanson, na jarenla-
geweest te zijn en dan
eigenlijk van die Gala-i
er door het lot op geaUenaeerd: Zo
succ" met een
alleen actrice
ats besluit
avond word ik
OP geattendeerd:
lied". Het is
sloten is.
dam. „Ik kreeg daar een audlt'Th"
Gregor Serban. Ik had bll
van mijn moeder aan In rtp°m jl,lrk
mocht je natuurlijk geen F™ .oorl.°S
gen en zo kwam ik hi het Hn Zln"
terecht, dat trok me altilrlH°?gaars
Peter Kellenbach, Un he£l„£an'
zei dal ik dan een naam moest hehh"'
die er bij paste. Mijn eiïen e"
Elisabeth van Werven. Dat is een
naam voor een klassiek zangeres hTe
deftig. Lia hadden we al gfuw en we
waren het er over eens dat het moest
zijn Lia tatata. Plotseling zei iemand
Lia Dorana en dat is het gebleven
Ik leerde de Hongaarse uitspraak
van een Hongaar s corresponden t Ba-
las. En een Hongaarse kleermaker
die gevlucht was, bracht me bij wat
I- od papier gezet kan worden hm
p jet op - - ux Mctii ner
gevoel. Hij had een klein Hongaars
vrouwtje en een hele rits kindertjes.
Hij zat altijd met zijn benen gekruist
op tafel, lang zwart sluik haar, bril-
tje op. Hij heette Lajos Thót."
letje op.
„Nou, alle Hongaren met families
kwamen naar La Gaieté. Dat iemand
de moeite had genomen om hun
liedjes te leren vonden ze prachtig.
Dat gaf een enorme band. Ik koos
een keer een soort loflied op Hon
garije (Even zoeken. Komt terug
met een schrift vol Hongaarse lie-
deren) ...„dat heette Szép_vagy
gjjonijöü, vagy magyarorsag, jp ben
zo mooi, mijn Hongarpe. Nou mens
dat was zalig. De Duitsers kwamen
er ook, maar die hadden er geen
benul van wat wij daar deoen. Het
was eigenlijk een soort ondergronds
werk.
Daar ontmoette ik Wint Sonneveld
voor het eerst. Toen hij een cabaret
begon kwam ik er bij. Daar waren
Connie Stuart, Hettie Blok, Elly Wel-
ler, Sophie Stein, Eric Rouché, Emmy
A "boes, een ongelooflijke vrouw. We
wj.mden daar een team, altijd vol be
langstelling voor elkaar, nooit een
spoor van jaloezie. Sonneveld was een
man die altijd sfeer wist te scheppen
De twee sterren van het Grand
«aia, Lia Dorana en Josephine
oaker, zullen elkaar over enkele
dagf,n weer ontmoeten. Josephine
heelt Lia en haar man uitgeno-
ga °m haar een bezoek te bren
gen op haar kasteel Les Milandes.
Natuurlijk gaan zij
en een stemming maakte waardoor je
fyn kon werken. In die jaren heb ik
Te eifd °P alles waarvan ik
j t met theater te maken
bad. Bant«mime met Eugène De
Croux en Marcel Marceau, zang- en
spraakles van Boris Pelski, ballet bij
Nel Roos. dansen bü Murilof. Daar is
de basist gelegd voor wat ik later heb
gedaan.
Spreken met Lia Dorana in deze
drukke tpd na het Gala, vlak voor
een rustperiode m Frankrijk, betekent
springen van de hak op de tak, af
dwalen van onderwerpen, telefoon
aannemen en neerleggen. „Waar wa
ren we gebleven?" Tussen de onder
brekingen door geeft zij een beeld van
zichzelf, van haar carrière, van haar
leven, de pijlers waarop dat steunt:
geloof, hoop, liefde en trouw.
Van hu'® ult is Lia Dorana katho
liek. „Ik doe fr niets aan. Dat wil
zeggen P s zondags nooit naar
de kerk. Ik wil naar de kerk gaan als
ik daar behoefte aan heb. Maar dan
zijn ze alt«d dicht. Mijn parochie
kerk, hier vlak bij. ik kom er al
tien jaar, ?n-gsv, Mtjjd is de deur
dicht. Ik heb in Parjjs een paar clo
chards gezien, met hun blote voe
ten op het verwarmingsrooster in de
kerk, met brood m hun hand. Die
zaten te eten in Gods huis. Waarom
moeten de deuren hier altijd dicht
zjjn. Ik heb eens gebeld bij de pas
torie en toen zei de huishoudster dat
er geen koster was, en ze waren bang
dat er iets gestolen zou worden. La-
ze er dan voor zorgen dat er niets
te stelen is.
Hoe vaak is het niet gebeurd dat ik
niet wist waar ia net zoeken moest.
Moet ik dan naar die ene Dominicus-
kerk aan het andere eind van de stad
die wel open is terwijl mijn eigen pa
rochiedeur gesloten is. is net nou
niet belangrijk dat je een kerk binnen
kan gaan als je er zo vreselijk be
te keurige plaats was om dit soort
dinger te zeggen.
Het „citaat" in De Telegraaf was dus
in de eerste plaats een versimpeling
(„vele krantelezers" werd „het pu
bliek"), en in de tweede plaats een
verdraaiing, want uit de woorden van
mr. Cals sprak beslist geen minachting
voor het publiek.
In „Zo is hetheeft men deze
zaak dus trachten recht te zetten. De
Telegraaf liet dat uiteraard niet op
zich zitten. In het nummer van maan
dagmorgen tekenden de parlementaire
verslaggevers van De Telegraaf bij
het bewuste VARA-programma aan,
dat er achteraf nog wel eens iets
wordt „verfraaid" in de Handelingen
(zonder erbij te vermelden datdit
in het geval van de uitlatingen van
mr. Cals niet is geschied). Verder
stelt De Telegraaf: „De journalistieke
versimpeling die wij in ons verslag
hebben toegepast, is een sinds jaar
en daS geoorloofde handeling, zoals
„:,eder kind in de journalistieke
praktuk weet."
openliikS fr0<?. ?at dit hier nu eens
tiele wii'ze i= 0p een wat infan"
nalistieke 'gewoon^L^®4 is een iour"
de uitspaken 6 blj De Telegraaf
„versimpelen il, !?n kamerleden te
de uitspraken dan i aldus vervorm-
halingstekens te maiinog tussen aan"
volksvertee-pnwr,„?ia n> als had de
door Telegraafexnerfethin kwestie ziJn
den letterlijk zo glzegd'ewerkte woor"
Uit „Elsevier" plukten wil bii mi„i,„i
van der Plas weer een c^ciiLm^je
Eindelijk hebben ze zo'n lange
Zwitserse garde aangeschoten en
gevraagd wat hij vai} het Concilie
dacht. Hij schraapte zijn keel en zei
geringschattend: „Nou vergaderen ze
al drie jaar en ze hebben nog niet
een van de tien geboden afgeschaft."
In De Groene" stond dit berichtje,
wereld zo duidelijk illustreert.
Er worden niet slechts pakjes room
boter en flesseto dl
Verenigde1" Staten kwam men dezer
Congo 6 naar Hfiti gesm°kkeeldr Zg"l
waar zij het bewind van d
valier zullen moeten schragen.
IIIIMIIIHIilllllIllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
toneel gooit. Dat klinkt heilige boon-
tjesachtig, maar zo is het."
heb alle narigheid gehad en altijd ge
probeerd er positief uit te komen.
Leugen vind ik het afschuwelijkste
wat er bestaat. Dat is nou een dood
zonde. Dat lied heb ik met mijn hele
hart gebracht. Van Onze lieve Heer
hebt ik het talent gekregen om alles
wat ik heb meegemaakt zo te repro
duceren dat de mensen ondergaan
wat mjj is overkomen, al is het dan
maar voor even."
Nerveus rookt ze zware sigaretten.
Drinkt kleine glaasjes sherry. Pro
beert vruchteloos een Amsterdams
nummer op te bellen, totdat blijkt dat
ze voortdurend het kengetal van Den
Haag draait. Ze is hard toe aan rust.
„Alleen al voor veertig voorstellingen
met het Nieuw Rotterdams Toneel in
de provincie reis ik 24.000 kilometer.
Dan ben ik nog net niet dood en dan
moet ik tot mezelf komen." Sinds een
jaar of drie gebeurt dat met haar
man in Frankrijk. „Ik was toen over
vermoeid. Mijn man heeft alles ge
regeld en sindsdien houden we er de
hand aan."
Reinier Jan Verwijs is schilder en
ontwerpt momenteel decors en kos
tuums voor „Madame sans gêne,"
welk spel met Lia in de hoofdrol van-
al januari op het repertoire staat. Lia
Dorana is een groot actrice.
„Na de oorlog dacht ik: Ik moet
een ander vak leren. Ik wilde op het
grote toneel. Mevrouw Bouwmeester,
een geweldige vrouw, vroeg of ik in
haar reveu wilde komen, met Buziau.
Die trok zich later terug, dat was
wel een teleurstelling. Ik zei onmid
dellijk ja, maar Sonneveld zei „Hoe
kan je dat nou doen?" Later zei hij,
dat ik er goed aan had gedaan.
Ik heb er geweldig veel geleerd.
Toen vroeg Cor Ruys of ik in zijn ca
baret wilde komen, met Sonneveld.
Die begon zelf een paar jaar later
weer en ik ging mee. Daarna werkte
ik een jaar bij Wim Kan. Maar ik
wilde naar het grote toneel. Ik had
toen al wat naam en ik wilde dus niet
al te ver terug stappen, maar ik gaf
mezelf anderhalf jaar. Cor van der
Lugt Melsert zei eens tegen me: „Als
je op het grote toneel wilt komen, dan
is de enige manier om wat je nu doet
goed te doen."
„Ik heb dus gewoon gewacht op een
soort mirakel. Ik geloof in wonder
tjes, kleine dingen die elke dag kun
nen plaatsvinden. En wat gebeurt er?
Ik speel bij Kan in Diligentia en op
zekere avond klopt Jan Teulings op
mijn deur. Hij gaat op de rand van de
kleedtafel zitten en zegt: „Lia, zou
jij er wat voor voelen om op het grote
toneel te komen?" Hij had een grote
rol voor me, maar weinig geld. Dat
kon me niet schelen, dus zei ik graag.
Een week later had ik de hoofdrol in
„Thee en sympathie."
Daarna volgde tal van rollen bij het
Rotterdams Toneel met als hoogte
punten Masja in Tsjechow's „De
Meeuw" onder regie van Peter Sja-
rov en Grusche in De Kaukasische
Krijtkring van Brecht. Voor de laat
ste rol kreeg zij in 1962 de Theo Mann
Bouwmeesterplaquette.
Toen het Rotterdams Toneel ver
dween en het Nieuw Rotterdams To
neel kwam bleef Lia Dorana. Ook
trouw vindt zij belangrijk. „Zij heb
ben me ooit de gelegenheid gege
ven om me te ontplooien. Bovendien
gebeuren er dingen zoals dit: Een
vrouw staat naast me in de Bijen
korf een zeem te kopen. Ze zegt'
„Mevrouw Dorana, we hebben zo'n
fijne avond gehad deze week, dank
u wel". Zulke dingen raken me het
meeste en geven me kracht. Die
mensen laat ik niet in de steek. Ik
kreeg een brief die herinnerde aan
het lied „Laat me niet alleen." Er
stond in: Laat ons Rotterdammers
met alleen. Het gezelschap geeft me
de gelegenheid om zes maanden te
spelen en dan te rusten. Dan kom
ik ook zes maanden, al heb ik een
kaakverzwering die me bijna op het
Lia Dorana is actrice en chanson
nière, twee volkomen verschillende
beroepen, die ze echter dank zij haar
enorme ervaring volledig beheerst. In
de musicals waarin ze opgetreden is,
Irma La Douce, Kiss me Kate, is ge
bleken hoe verstandig het is geweest,
dat ze jaren geleden andere terreinen
ging betreden. ..Het gezelschap ge
bruikt me in beide beroepen. Het is
te vergelijken met arts en tandarts. Ze
liggen in hetzelfde vlak, maar zijn
toch heel anders."
Het was ook eigenlijk de bedoeling
dat ze op het Gala een liedje uit de
musical Kiss me Kate zou zingen,
waarvoor ze tenslotte de Edison heeft
ontvangen. „Op het laatste nippertje
zeiden ze: Waarom zing je niet „Laat
me neit alleen". Hne ik' de tekst in
mijn hoofd gekregen heb weet ik niet.
Ik weet wel dat als ik niet zoveel er
varing had gehad, dan was ik niet zo
rustig de trappen af komen lopen. Ik
was gespannen van mijn haren tot
mjjn tenen. Ik kon alleen maar hopen
dat het goed zou gaan. Niemand heeft
gemerkt dat ik een fout heb gemaakt.
Ik zong namelijk „minzaamheid" in
plaats van „misverstand."
Het succes van het Gala-optreden
zal geen wijziging brengen in de car
rière van Lia Dorana. Het was vorig
jaar al de bedoeling om plaatsjes te
gaan maken, met een eigen combo,
bestaande uit Henk van Dijk, Peter
Niewerf, Tom Disseveid, Ado Brood
boom, Rudi Bos en Cor de Bruin. Dat
plan blijft. Het heerlijke is, zegt Lia,
dat ik mijn eigen repertoire mag sa
men stellen. En dan hopen we maar
dat het gaat."
„Ik ben geen teenagerzangeres, in
een klap naar de top gesprongen. Ik
heb de ladder tree voor tree moeten
beklimmen. Dan kan ik ook nooit zo
diep vallen. Ik heb medelijden met die
teenagers. Een op de tien kan zich
handhaven. Het is een hard vak. Da
gelijks leer ik nog, je bent er nooit.
Je moet de volmaaktheid nastreven.
Dageltjks leer ik nog, je bent er nooit.
Je rnoet de volmaaktheid nastreven.
Je bereikt dat wel nimmer, maar
misschien breng je dan ooit iets rede-
(Advertentie)
300.000 kinderen leven angstig in de
riolen van de grote steden in Zuid-
Am erika.
Helpt het kin», in zijn schreeuwende
nood
Bij storting vanaf 25.— ontvangt U
deze aangrijpende litho, van Aart van
Dobbenburgh.
Stichting Switzar's Jongensstad, Brasil.
Secr.: Vijverhoef 54, Amsterdam-Zuid 2.
Postgiro 559955.