in de war van Gala-succes is bang, om alleen gelaten te worden LIA DORANA NAAR JOSEPHINF BAKER Smokkel Automobilist Cremer Joden Telegraaf Nieuw concordaat Spanje-Vatieaan? Conciliem op ie Belangrijkste Liturgische week kalender it h';S n.ben Avondjurk van moeder U.ÏÏ, Beeld van haar leven Ook'chansonnière Ander vak ZATERDAG 10 OKTOBER 1964 PAGINA 9 Voor miljoenen Nederlanders, die vorige week zaterdag naar het Grand Gala du Disque keken was er maar één ster, één grandioos hoogtepunt op een avond waarbij het toch waarlijk niet aan beroemd heden ontbrak. Dat was Lia Dorana met haar chanson „Laat me niet alleen". Haar vertolking ontroerde velen. Willem Duys zei „Ik kom er eerlijk voor uit ,ik heb een brok in mijn keel". De Edison die hij uitreikte aan Lia Dorana staat nu op de zwarte Steinberg-piano in Lia Dorana's Rotterdamse vierhoge zolderwoning. Het boeket bloemen dat zij kreeg ligt op een antiek tafeltje, andere felicitatie ruikers herinneren ook aan het succes. Lia met Josephine Baker, de ster ren van het Grand Gala. kj Na „Laat me niet alleen" reikte Willem Duys met een brok in de keel de Edison uit. lied"36^!™; h6t Hongaarse net of de cirkel nu ge- da^dë onschuld van kinderen dezer Edison ais bekroning voor werk in musical. LIA DOR AN A actrice en chansonnière In het „Apostolaat van de Weg" trof- 'en wij dit „Gebed van een automo bilist" aan. Het kan geen kwaad als "mu het doorleest: Hevrjjd ons, o Heer, Van onze heerszucht op de weg, Yhn de tjdelheid van macht **n van de infectie van snelheid. „Bevrijd ons, o Heer, /Sn onvoorzichtigheid en onverschillig heid, ^an deeduivel van ongeduld £-n van de tiran van de tijd. Bevrijd ons, o Heer vin hSrdvocht1Sh°"i10-ffelykheid' Er> van dommS m ons oordeel "omme verwensing. Bevrdd ons, 0 Van onoplettendheid ef>' Van de begoocheling van drankSheid' En van duisternis door vermoeidheid. Maak ons, O Heer, voorkomend jegens uilen, Maak ons oplettend voor de ouden van dagen Fn voor de roekeloosheid van de jeugd. Maak onze voertuigen tot uw instru- Om^geluk te brengen aan allen die met ons reizen En nimmer de oorzaak van rouw te Dit smeken wij U in naam van Chris- Gs, Amen. Misschien is de moeder van „Ik, Jan Cremer" nog niet zo dor als zij »De Haagse Post" vertelt: Zegt Rosa Cremer over het succes van „Ik, Jan Cremer": ,,Ik heb maar 10 bladzijden in het boek gelezen en toen heb ik erg moeten lachen. Al leen wat er over mij instaat vind ik heel erg. Waarom het zo'n succes ge worden is? Jan heeft al heel vroeg begrepen dat hoe vromer het gezicht, hoe meer vuiligheid erachter steekt. Die oude viezerikken zitten allemaal van dat boek te gemeten." In „De Nieuwe Linie" van deze week stond deze pikante opmerking: Opmerking van een geïnspireerd bisschop achter een glas Campari-so- da: Waarom wordt het jodendom de godsdiensten gerangschikt? Christus betekent: Mes sias. De joodse godsdienst is messi- fusnS'belhdenhdri''telijk; Hoewel sus beladend. Antwoord van een waarnemer: „Wat wij hier in het ca fe zeggen, wordt over honderd iaar op een concilie bevestigd" „Vrij Nederland" geeft deze week nog eens een zeer nuchtere en daarom zeer leerzame beschouwing over „De Tele graaf" en de „Waarheid": In de laatste uitzending van Zo is hetwerd aan de hand van de stukken aangetoond dat De Telegraaf in zijn haatcampagne tegen mr.™Cals gebruik heeft gemaakt (en nog steeds maakt, want „onze bladen" drenzen almaar verder) van een vals citaat Mr Cals zou volgens De Telegraaf gezegd hebben: „Wat het publiek wil, zegt mij niets". Deze uitspraak werd tussen aanhalingstekens geplaatst als gold het een letterlijk, uit de mond yan de oud-minister opgetekend ci taat. Het was een mooie slogan, die dan ook grif voor ai in De Telegraaf zelf werd gebruikt, door stukjesma ker Jacques Gans en vervolgens door •Leonard Huizinga, die Gans sedert kort mag nakwaken in een vaste Te- tegraafkolom. Nu heeft mr. Cals m werkelijkheid gezegd: „Wij moeten niet schromen I® peggen dat wij deze ingewikkelde Problemen beter kunnen overzien dan ysfe krantelezers, die uiteraard maai ®en klein stukje van de hele legpuzzel lilt i0ns '"gewikkelde maatschappe- hn le.ven zien, die niet weten van kan v?.rstrekkende betekenis dit alles die zyn voor ons rechtsbestel." En eJr. voor een groot deel worden „voor- v<W t" door niterst eenzijdige, be- eervit00rdeelde en bepaald niet in bun hart 1- leu§en gestikte persorejaRen. al* er nog bij kunnen zeggen onz» TweerV» „lel een Veel hoefte aan hebt? Dan zou ik wel een schop tegen die gesloten deur willen geven. Op bepaalde uren is hij open. staat er. Maar dan is die persoon die er een half uur rust had willen vin den, al weer voorbij." „Soms denk ik", roept ze, „kon ik die bisschop zelf maar eens te pakken krijgen. Het zit me zo hoog." „Ik heb alles zelf moeten ontdekken. Wat ik vast heb gehouden zijn de vaste lijnen van een geloof, zeg maar de tien geboden, twaalf artikelen van het ge loof. zonder al die bepalingen zoals zondags naar de kerk. Geloof, hoop en liefde heb ik bewiard. Ik heb heel wat meegemaakt, maar die drie blijven boven komen. Ik zal zeker dui zenden fouten maken, maar Zijii lijn behouden. Ik ga naar de kerk als ik kan, en DAN IS DIE DICHT." „Mensen vragen me soms waarom ik zo kan zingen. Vaak denken ze dat het niet echt gemeend is. Ze kunnen er niet in komen dat ik altijd in ieder een en alles geloof. Ze vinden dat ik overdreven ben." „Dit lied „Laat me niet alleen" heeft een prachtige tekst, gemaakt door Ernst van Altena. Elk mens is bang om alleen gelaten te worden, door vrouw, of man, of kind, of door de wereld. Ieder heeft die angst, ook jonge mensen, dat hoor ik wel aan de reacties die ik gekregen heb. Als iemand je wil verlaten, dan roep je toch „Laat me niet alleen. Ik wil al les voor je doen, als je me niet ver laat." „Voor mij is de liefde het belang rijkste wat er is in het leven, niet al leen voor mijn man, maar de liefde voor de mens in het algemeen. En als dat je dreigt ontnomen te worden...! Je moet wel geen hart hebben om zo'n lied zonder hart te kunnen bren gen." „Het is geen verdienste van me. Ik iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiMi KOPENHAGEN, 10 okt. (ANP) Dr. Jose Cardona Gregori, het hootrt van de Spaanse evangelische commis sie voor de verdediging van de rech ten van de protestanten, heeft «op een persconferentie meegedeeld, dat hei mogelijk is dat de ussies in het Vaticaanse Concilie zullen leiden tol een nieuw Concordaat tussen het Vati- caan en de Spaanse regering. Hoewei de inhoud van de voorgestel de Spaanse wet op de protestanten nog niet bekend is zei dr. Cardona dat men wel weet, dat de wet in overeen stemming zal zjjn met de principes van godsdienstige tolerantie. Hij legde er de nadruk op dat het geen kwestie is van vrijheid van godsdienst, maar van tolerantie. Zondag 11 oktober: 21e zonuag na Pinkste ren; eigen mis; credo; pref v d H Drieëenheiö —groen— Maandag. Mis v d zondag —groen Dinsdag H Eduard. belyder mis Os Justi wit— Woensdag. H -allistus, paus-martelaar; mis Si Diligis rood— Donderdag. H Theresia van Avila; mis Dilexisti wit— Vrijdag H Hedwig. wedm 2; mis Cognovi wit— Zaterdag- H Margaretha Maria Aiacoque maagd; eigen mis wit— Zondag 18 okto" er: 22e zondag na Pinkste ren; eigen mis; 2e gebed votiefmis tot voortplanting v h geloof; credo; pref v ri. H. Drieëenheid groen „Krankzinnige toestanden", zegt baardige echtgenoot Reinier Jan Venvijs „Dat lied is enorm ingeslagen. Na het Gala spraken allerlei mensen ons aan, de taxichauffeur, mensen in het hotel. Iedereen vond het geweldig. De telefoon staat niet stil. Wildvreemde mensen bellen op: „WTe willen met 50 man naar Kiss me Kate, waar speelt het nu?" Men vraagt om foto's grammofoonplaten. Het is onbegrijpelijk". Lia Dorana zit te bellen aan haar antieke bureautje. Strakke zwarte pantalon, met zwarte ceintuur. Lichte blouse met V-hals. Modieuze zwarte strik in het nu als paardestaart ge kamde rossige haar. Haar stem is hees en klinkt ver moeid. Ze ziet er moe uit, nerveus. „Het zjjn uiterst vermoeiende dagen geweest. Door al die emoties ben ik een paar pond afgevallen. Ik ben er nog steeds van in de war, dat de men sen zo hebben gereageerd. Elke dag krqg ik brieven van mensen die ik niet ken". „Maar al ken je ze nier, Je kan er niet zo aan voorbij lopen. Ik ben geen maatschappelijk werkster, maar door mijn werk maak ik iets bij de mensen los. Ik heb dat talent gekregen en dat kan ik niet in de grond stoppen. Ik heb altijd geleerd, dat je er mee moet woekeren en dat doe ik ook. Niet om het geld, dat is me nooit gelukt, anders zou ik niet hier zitten, maar in een mooie bungalow. Maar ik ben hier erg gelukkig." Henegouwerweg 20 a in Rotterdam. Het lawaai van het drukke verkeer glijdt voor een groot deel af langs de schuine dakwand. De regen klet tert daarentegen met dubbel kabaal tegen de dakpannen. De planken wan den zijn bruin en groen geschilderd Bij een van de yee dakkapellen waar het enige licht doorheen komt lekt het als een mandie op de planken vloer Even een bloempot er onder. „Zondag na het Granef Gala aten we in een Hongaars restaurant. Er komt een dame naar ons toe. Ze zegt- „Bent u Lia Dorana? Mijn moeder heeft gisteren zo gehuild, toen u dat lied zong. Zou u niet bij ons een kopie koffie willen drinken?" Ik Was al 24 uur op de been geweest, maar ik zas dat het haar verdriet zou doen als ik nee zei Dus we zijn mee gegaan naar hun tafeltje. Die oude mevrouw was dolgelukkig. Dank denk ik „,a( k te snel er, h.i 6en. H<»gaars lied te spelen dat ik kon ti» t i PPznnop„ r»„t Ik heb het mee- t was nou zo'n klein teven voor ieder heeft. Door dit Gala heb ik chanson, na jarenla- geweest te zijn en dan eigenlijk van die Gala-i er door het lot op geaUenaeerd: Zo succ" met een alleen actrice ats besluit avond word ik OP geattendeerd: lied". Het is sloten is. dam. „Ik kreeg daar een audlt'Th" Gregor Serban. Ik had bll van mijn moeder aan In rtp°m jl,lrk mocht je natuurlijk geen F™ .oorl.°S gen en zo kwam ik hi het Hn Zln" terecht, dat trok me altilrlH°?gaars Peter Kellenbach, Un he£l„£an' zei dal ik dan een naam moest hehh"' die er bij paste. Mijn eiïen e" Elisabeth van Werven. Dat is een naam voor een klassiek zangeres hTe deftig. Lia hadden we al gfuw en we waren het er over eens dat het moest zijn Lia tatata. Plotseling zei iemand Lia Dorana en dat is het gebleven Ik leerde de Hongaarse uitspraak van een Hongaar s corresponden t Ba- las. En een Hongaarse kleermaker die gevlucht was, bracht me bij wat I- od papier gezet kan worden hm p jet op - - ux Mctii ner gevoel. Hij had een klein Hongaars vrouwtje en een hele rits kindertjes. Hij zat altijd met zijn benen gekruist op tafel, lang zwart sluik haar, bril- tje op. Hij heette Lajos Thót." letje op. „Nou, alle Hongaren met families kwamen naar La Gaieté. Dat iemand de moeite had genomen om hun liedjes te leren vonden ze prachtig. Dat gaf een enorme band. Ik koos een keer een soort loflied op Hon garije (Even zoeken. Komt terug met een schrift vol Hongaarse lie- deren) ...„dat heette Szép_vagy gjjonijöü, vagy magyarorsag, jp ben zo mooi, mijn Hongarpe. Nou mens dat was zalig. De Duitsers kwamen er ook, maar die hadden er geen benul van wat wij daar deoen. Het was eigenlijk een soort ondergronds werk. Daar ontmoette ik Wint Sonneveld voor het eerst. Toen hij een cabaret begon kwam ik er bij. Daar waren Connie Stuart, Hettie Blok, Elly Wel- ler, Sophie Stein, Eric Rouché, Emmy A "boes, een ongelooflijke vrouw. We wj.mden daar een team, altijd vol be langstelling voor elkaar, nooit een spoor van jaloezie. Sonneveld was een man die altijd sfeer wist te scheppen De twee sterren van het Grand «aia, Lia Dorana en Josephine oaker, zullen elkaar over enkele dagf,n weer ontmoeten. Josephine heelt Lia en haar man uitgeno- ga °m haar een bezoek te bren gen op haar kasteel Les Milandes. Natuurlijk gaan zij en een stemming maakte waardoor je fyn kon werken. In die jaren heb ik Te eifd °P alles waarvan ik j t met theater te maken bad. Bant«mime met Eugène De Croux en Marcel Marceau, zang- en spraakles van Boris Pelski, ballet bij Nel Roos. dansen bü Murilof. Daar is de basist gelegd voor wat ik later heb gedaan. Spreken met Lia Dorana in deze drukke tpd na het Gala, vlak voor een rustperiode m Frankrijk, betekent springen van de hak op de tak, af dwalen van onderwerpen, telefoon aannemen en neerleggen. „Waar wa ren we gebleven?" Tussen de onder brekingen door geeft zij een beeld van zichzelf, van haar carrière, van haar leven, de pijlers waarop dat steunt: geloof, hoop, liefde en trouw. Van hu'® ult is Lia Dorana katho liek. „Ik doe fr niets aan. Dat wil zeggen P s zondags nooit naar de kerk. Ik wil naar de kerk gaan als ik daar behoefte aan heb. Maar dan zijn ze alt«d dicht. Mijn parochie kerk, hier vlak bij. ik kom er al tien jaar, ?n-gsv, Mtjjd is de deur dicht. Ik heb in Parjjs een paar clo chards gezien, met hun blote voe ten op het verwarmingsrooster in de kerk, met brood m hun hand. Die zaten te eten in Gods huis. Waarom moeten de deuren hier altijd dicht zjjn. Ik heb eens gebeld bij de pas torie en toen zei de huishoudster dat er geen koster was, en ze waren bang dat er iets gestolen zou worden. La- ze er dan voor zorgen dat er niets te stelen is. Hoe vaak is het niet gebeurd dat ik niet wist waar ia net zoeken moest. Moet ik dan naar die ene Dominicus- kerk aan het andere eind van de stad die wel open is terwijl mijn eigen pa rochiedeur gesloten is. is net nou niet belangrijk dat je een kerk binnen kan gaan als je er zo vreselijk be te keurige plaats was om dit soort dinger te zeggen. Het „citaat" in De Telegraaf was dus in de eerste plaats een versimpeling („vele krantelezers" werd „het pu bliek"), en in de tweede plaats een verdraaiing, want uit de woorden van mr. Cals sprak beslist geen minachting voor het publiek. In „Zo is hetheeft men deze zaak dus trachten recht te zetten. De Telegraaf liet dat uiteraard niet op zich zitten. In het nummer van maan dagmorgen tekenden de parlementaire verslaggevers van De Telegraaf bij het bewuste VARA-programma aan, dat er achteraf nog wel eens iets wordt „verfraaid" in de Handelingen (zonder erbij te vermelden datdit in het geval van de uitlatingen van mr. Cals niet is geschied). Verder stelt De Telegraaf: „De journalistieke versimpeling die wij in ons verslag hebben toegepast, is een sinds jaar en daS geoorloofde handeling, zoals „:,eder kind in de journalistieke praktuk weet." openliikS fr0<?. ?at dit hier nu eens tiele wii'ze i= 0p een wat infan" nalistieke 'gewoon^L^®4 is een iour" de uitspaken 6 blj De Telegraaf „versimpelen il, !?n kamerleden te de uitspraken dan i aldus vervorm- halingstekens te maiinog tussen aan" volksvertee-pnwr,„?ia n> als had de door Telegraafexnerfethin kwestie ziJn den letterlijk zo glzegd'ewerkte woor" Uit „Elsevier" plukten wil bii mi„i,„i van der Plas weer een c^ciiLm^je Eindelijk hebben ze zo'n lange Zwitserse garde aangeschoten en gevraagd wat hij vai} het Concilie dacht. Hij schraapte zijn keel en zei geringschattend: „Nou vergaderen ze al drie jaar en ze hebben nog niet een van de tien geboden afgeschaft." In De Groene" stond dit berichtje, wereld zo duidelijk illustreert. Er worden niet slechts pakjes room boter en flesseto dl Verenigde1" Staten kwam men dezer Congo 6 naar Hfiti gesm°kkeeldr Zg"l waar zij het bewind van d valier zullen moeten schragen. IIIIMIIIHIilllllIllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII toneel gooit. Dat klinkt heilige boon- tjesachtig, maar zo is het." heb alle narigheid gehad en altijd ge probeerd er positief uit te komen. Leugen vind ik het afschuwelijkste wat er bestaat. Dat is nou een dood zonde. Dat lied heb ik met mijn hele hart gebracht. Van Onze lieve Heer hebt ik het talent gekregen om alles wat ik heb meegemaakt zo te repro duceren dat de mensen ondergaan wat mjj is overkomen, al is het dan maar voor even." Nerveus rookt ze zware sigaretten. Drinkt kleine glaasjes sherry. Pro beert vruchteloos een Amsterdams nummer op te bellen, totdat blijkt dat ze voortdurend het kengetal van Den Haag draait. Ze is hard toe aan rust. „Alleen al voor veertig voorstellingen met het Nieuw Rotterdams Toneel in de provincie reis ik 24.000 kilometer. Dan ben ik nog net niet dood en dan moet ik tot mezelf komen." Sinds een jaar of drie gebeurt dat met haar man in Frankrijk. „Ik was toen over vermoeid. Mijn man heeft alles ge regeld en sindsdien houden we er de hand aan." Reinier Jan Verwijs is schilder en ontwerpt momenteel decors en kos tuums voor „Madame sans gêne," welk spel met Lia in de hoofdrol van- al januari op het repertoire staat. Lia Dorana is een groot actrice. „Na de oorlog dacht ik: Ik moet een ander vak leren. Ik wilde op het grote toneel. Mevrouw Bouwmeester, een geweldige vrouw, vroeg of ik in haar reveu wilde komen, met Buziau. Die trok zich later terug, dat was wel een teleurstelling. Ik zei onmid dellijk ja, maar Sonneveld zei „Hoe kan je dat nou doen?" Later zei hij, dat ik er goed aan had gedaan. Ik heb er geweldig veel geleerd. Toen vroeg Cor Ruys of ik in zijn ca baret wilde komen, met Sonneveld. Die begon zelf een paar jaar later weer en ik ging mee. Daarna werkte ik een jaar bij Wim Kan. Maar ik wilde naar het grote toneel. Ik had toen al wat naam en ik wilde dus niet al te ver terug stappen, maar ik gaf mezelf anderhalf jaar. Cor van der Lugt Melsert zei eens tegen me: „Als je op het grote toneel wilt komen, dan is de enige manier om wat je nu doet goed te doen." „Ik heb dus gewoon gewacht op een soort mirakel. Ik geloof in wonder tjes, kleine dingen die elke dag kun nen plaatsvinden. En wat gebeurt er? Ik speel bij Kan in Diligentia en op zekere avond klopt Jan Teulings op mijn deur. Hij gaat op de rand van de kleedtafel zitten en zegt: „Lia, zou jij er wat voor voelen om op het grote toneel te komen?" Hij had een grote rol voor me, maar weinig geld. Dat kon me niet schelen, dus zei ik graag. Een week later had ik de hoofdrol in „Thee en sympathie." Daarna volgde tal van rollen bij het Rotterdams Toneel met als hoogte punten Masja in Tsjechow's „De Meeuw" onder regie van Peter Sja- rov en Grusche in De Kaukasische Krijtkring van Brecht. Voor de laat ste rol kreeg zij in 1962 de Theo Mann Bouwmeesterplaquette. Toen het Rotterdams Toneel ver dween en het Nieuw Rotterdams To neel kwam bleef Lia Dorana. Ook trouw vindt zij belangrijk. „Zij heb ben me ooit de gelegenheid gege ven om me te ontplooien. Bovendien gebeuren er dingen zoals dit: Een vrouw staat naast me in de Bijen korf een zeem te kopen. Ze zegt' „Mevrouw Dorana, we hebben zo'n fijne avond gehad deze week, dank u wel". Zulke dingen raken me het meeste en geven me kracht. Die mensen laat ik niet in de steek. Ik kreeg een brief die herinnerde aan het lied „Laat me niet alleen." Er stond in: Laat ons Rotterdammers met alleen. Het gezelschap geeft me de gelegenheid om zes maanden te spelen en dan te rusten. Dan kom ik ook zes maanden, al heb ik een kaakverzwering die me bijna op het Lia Dorana is actrice en chanson nière, twee volkomen verschillende beroepen, die ze echter dank zij haar enorme ervaring volledig beheerst. In de musicals waarin ze opgetreden is, Irma La Douce, Kiss me Kate, is ge bleken hoe verstandig het is geweest, dat ze jaren geleden andere terreinen ging betreden. ..Het gezelschap ge bruikt me in beide beroepen. Het is te vergelijken met arts en tandarts. Ze liggen in hetzelfde vlak, maar zijn toch heel anders." Het was ook eigenlijk de bedoeling dat ze op het Gala een liedje uit de musical Kiss me Kate zou zingen, waarvoor ze tenslotte de Edison heeft ontvangen. „Op het laatste nippertje zeiden ze: Waarom zing je niet „Laat me neit alleen". Hne ik' de tekst in mijn hoofd gekregen heb weet ik niet. Ik weet wel dat als ik niet zoveel er varing had gehad, dan was ik niet zo rustig de trappen af komen lopen. Ik was gespannen van mijn haren tot mjjn tenen. Ik kon alleen maar hopen dat het goed zou gaan. Niemand heeft gemerkt dat ik een fout heb gemaakt. Ik zong namelijk „minzaamheid" in plaats van „misverstand." Het succes van het Gala-optreden zal geen wijziging brengen in de car rière van Lia Dorana. Het was vorig jaar al de bedoeling om plaatsjes te gaan maken, met een eigen combo, bestaande uit Henk van Dijk, Peter Niewerf, Tom Disseveid, Ado Brood boom, Rudi Bos en Cor de Bruin. Dat plan blijft. Het heerlijke is, zegt Lia, dat ik mijn eigen repertoire mag sa men stellen. En dan hopen we maar dat het gaat." „Ik ben geen teenagerzangeres, in een klap naar de top gesprongen. Ik heb de ladder tree voor tree moeten beklimmen. Dan kan ik ook nooit zo diep vallen. Ik heb medelijden met die teenagers. Een op de tien kan zich handhaven. Het is een hard vak. Da gelijks leer ik nog, je bent er nooit. Je moet de volmaaktheid nastreven. Dageltjks leer ik nog, je bent er nooit. Je rnoet de volmaaktheid nastreven. Je bereikt dat wel nimmer, maar misschien breng je dan ooit iets rede- (Advertentie) 300.000 kinderen leven angstig in de riolen van de grote steden in Zuid- Am erika. Helpt het kin», in zijn schreeuwende nood Bij storting vanaf 25.— ontvangt U deze aangrijpende litho, van Aart van Dobbenburgh. Stichting Switzar's Jongensstad, Brasil. Secr.: Vijverhoef 54, Amsterdam-Zuid 2. Postgiro 559955.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1964 | | pagina 9