Er gaan meer mensen MET klachten NIET
naar de dokter dan ZONDER klachten WEL
E
M
V
DUET
meuwe
man
house of enqiand
Meer Nederlands
in de Mis
1VYLOIVS
JiOWSC en de
Liturgievernieuwing in de praktijk
„Gezondheidszorg"
Fout in opleiding
VRIJDAG 16 OKTOBER 1964
PAGINA 13
een beetje meelijden met de patiënt...
r ongeveer 4500 huis
artsen in Nederland. Dage-
me ^0en meer dan 200.000
arts e£een beroep °P hun huis-
bei is bij ieders leven, bij
»^ke gebeurtenissen als
artj, °rte en dood betrokken. Ons
over ••Van enige weken terug
heeft Zl^n klachten en problemen
ken Veei belangstelling getrok-
jje en telefonische of schrifte-
ee e reacties uitgelokt. Minstens
(lan Y^tigtal huisartsen heeft
h a-an teie^oon gehangen
ken rP *nzichten kenbaar te ma-
de een of andere manier
hun artikel iets van
hun e^en situatie herkend. Maar
Uite ^Pingen liepen echter toch
ert van volmondige instem-
(„dit zou iedereen in ons
eens goed moeten lezen")
20v Reuring („een dokter die
,ei klaagt, is zelf patiënt").
kei bijzonder vielen mij en-
huf stemmen op van doorknede
^rtsen die blijk gaven het
kW66111 van he „dokter met
rtg^ten" goed te kennen, uit
l°?h garing meestal, maar die
°]pen enden dat dit kwaad ver-
Va^ kon worden. Zij waren
huiSa ieel dat de bedreigde
Ö0p„ er zelf veel aan kon
„U Hij mocht natuurlijk niet
..platen de al te veel eisende pa
tiënten op te voeden, maar ver
der moest hij hen nemen zoals
Ze zijn. Ik heb sindsdien „visite
Sweden" bij een aantal huisart-
Se« met uiteenlopende praktijken
h als diagnose mag ik wel stel-
hat men hier met een actu-
ke bttisartsenprobleem te ma-
Wordf ft- Aan hit probleem
ten ha>3i0k thans door specialis-
T rh gedokterd.
spaar plezierigmet
met gratis
waardezegels
van 15 en 25 ct.
vraag vooral om de
DUET-spaarkaart
BROEK in WATERLAND
„NEELTJE PAATER"
HENK SUÈR
...zit iets creatiefs...
89.50-199.50
Alléén het allernieuwste, alléén het allerbestel
ZEUREN BIJ
HUISARTS?
klacht" enUlf\ weken terug „de
Raakte ijf" de huisarts" weergaf,
jan de amnfn °PP°rtunistisch gebruik
!?e arme °nderdrukte angina die
eWust ziin en; Mje'de. Ik nam doel-
?Ver om diiifl??"ilns geprikkelde toon
kouwens dat te z«n- Ik wist
®U dat tal van g?en eenling was
Soortgelijke „rartsen dezelfde en
J* ten overvloed«mgen hebben. Dat
hadet geblekei? £?g uit de telefo-
dokter zoals onze ^aar een S°ede
een is, loont Ult het artikel
?)et zo'n waslifst "atm?rlijk niet altijd
^nder va^k gt,Hanh .k'aehten en nog
zL" narigheid op tafel T em°tio?eel
«ette dokter uit ™en drukbe-
?°rdeelde dat heel n* .Volksbuurt be-
keer in de maan lPUC!es: -Een paar
®*jr. H"t ™aand. denk ik er net zo
?ltten. Maar ik heb Vns tot hier
beroep". K neb vrede met mijn
KtufJ kan iedereen
*st z«n geneeskunst ?inj™ogelÜk- be-
jfi t«dgebSrek een oudl en *Tn' Nu
doelen °nder huisartsen zff"1?,110
te wn- daar doorgaans mee Ut
studTe "hff Vjd kunnen besteden aan
het t.'-het lezen va« vaktiidsnhiir?
strafbewonen van klinische !U~en'
tnet les' het onderhouden van oS??0n7
bijLnieClalisten' het bezoeken van U
en' ukornsten van de MaatUh
vPlgeh„eUanHuiSartsenge"0^chapChaPh™
Vrijp y.an cursussen enzovoort Ctoer
een®. ^dpsPreken z« fen nog niet
hid aan hn Vf" .hen z°uden meer
Öa^z« nuUdnoePntlenten WÜlen besteda"
Is 4nr°Up kan, bet dan niet? Daar
een uau n1^
prakthkUe(UVOudlg antwo°rd op. De
Praktno, kunnen te groot zijn De
doelniatigeria- ("0r de arts) kan
meh "deUAnZljn- ,Het tan 00k' zoals
wÜten 7U°nge keer heeft gezien, te
patiënten R-fn, al .te veeleisende
Len- By de artsen
kan
echter eA' ai isen aan men
0ver vort 9. eensluidende mening hier-
tijk van11' Velen zie" een prak-
2l.elen a,drn. ®n nabÜ de tweeduizend
Plet volnl? ldeaal. maar die levert
J°ch gennei1 inkomsten, zodat men
troles als Kaa Ï-1S keurinsen en con-
Se" huiiartbaanbes erbij te nemen.
!n een BrU Tet een grote praktijk
honderd hf a,^se streek (4200 zielen,
ifheburean a lngen Per iaar. consul-
inSen aa v°or kleuters en zuige-
a eft mii i=fen aP°theek aan huis)
doende tiid n Zlen dat hÜ no§ vol-
erhoudt K°i0r zlchzelf en zijn gezin
??'s fabninf ?en vele van zijn col-
r, belaneroi- ln de oren zal klinken.
gn^iijk-assist/^ddAdd^ hÜ van een
?ehouden -a 9 e" Een minutieus bjj-
J^hers edmimstratie, drie kleed-
:®st uit "Kieedt u zich daar maar
s„uekUuf J°ig?nde patiënt!"), één
bitop on waarin alleen maar con-
p «spraak en dertig jaar
ervaring helpen hem soepel door de
dagen heen. Hij heeft ervoor gezorgd
dat niemand hem rechtstreeks te
spreken krijgt, persoonlijk noch tele
fonisch. Zijn assistente of zijn echt
genote maken al een schifting.
aar stellig is zijn praktijk niet
te vergelijken met een in een
stad. In een proefschrift van
dr. H. A. M. Ruhe is aange
toond dat boeren veel minder vaak
een dokter raadplegen dan andere be
volkingsgroepen. Hoe groter de ge
zinnen, hoe sterker het religieus be
sef, des te geringer de behoeften aan
medische verzorging, staat er te lezen.
De plattelandsdokter ervaart dan wel
dat boeren niet gauw een beroep
op hem doen. „Maar als ze je nodig
hebben, is het vaak voor iets wat
je in de stad maar zelden meemaakt.
De haat die je soms in boerenge
zinnen vindt, die vertwijfeling, de gek
ke deformaties daar schrik je vaak
van. Het zelfmoordcijfer op het platte
land is hoger dan men zou denken
Deze dokter heeft zich jarenlang veel
moeite gegeven om zij 11 klantjes dui
delijk te maken dat zij zich moeten
wassen alvorens zich aan een onder
zoek te gaan onderwerpen en niet
moeten spugen op de vloer van de
spreekkamer.
Op het platteland heeft de arts nog
autoriteit. Men komt meermalen in
zjjn beste kleren de dokter raad
plegen. Dit zal ook tot uiting komen
in de discipline in de praktijk. In
stedelijke woongebieden is daarvan
veel minder sprake. Een voorstad
dokter zegt: „Ik meen een aardig
gedirigeerde praktijk te hebben. De
mensen zijn er in ieder geval van
doordrongen dat ze voor half tien
moeten bellen als ze mij nodig hebben,
maar zij zijn weer van het soort dat
verwacht dat je je therapie uitvoerig
met hen bespreekt". In ieder geval
blijkt uit deze twee situaties al dat
een ideale praktijk-grootte niet zo
maar vast te stellen is. Wil men
daarb;j een redelijke financiële zeker
heid, dan kan men toch niet ver
beneden de 3000 zielen blijven.
De goede praktijkvoering is even-
mm een eenvoudige zaak. Veel kan
mv!J Te, zijn nuchtere verstand al
achterhalen. Zo moet men niet her en
de sta.d Prenten hebben
zitten, om maar iets te noemen. Men
moet met meer doen dan nodig is,
maar wat is dat? „Nou denk ik aan
een betrekkelijk jonge patiënt met een
longcarcinoom", vertelt een arts,
„voor wie ik feitelijk niets kan doen.
Maar ik loop voor hem het vuur uit
mijn sloffen. Als hij je met die half
gebroken ogen aankijkt en vraagt:
„dokter, hoe is het ermee?" dan zeg
ik maar dat ik gauw terug kom. Die
man is ongeneeslijk ziek. Je loopt een
hele tijd om hem heen en je vraagt
je af of je het hem moet vertellen...
Dat kost zeeën van tijd. Administra
tief gezien is dat verloren tijd,"
Men kan als arts niet zeggen: Ik doe
zoveel visites in een uur. „Je wilt
iedereen nog helpen, terwijl je een
lange lijst hebt. Ineens is er dan een
vrouwtje dat barst in huilen uit. En
aarzelend begint ze aan een verhaal
dat haar hele ziektebeeld verklaart.
En het duurt misschien wel een uur
voordat je daar weg kunt gaan".
eela' dringt men er bij de huis
artsen op aan dat zij hun relatie
met hun patiënten niet emotio
neel, maar wetenschappelijk
moeten bezien. „Je hebt een acade
mische studie ook doorlopen om je
eigen situatie te observeren en analy
seren. Al die moeilijkheden in je prak
tijk zijn op een gegeven moment te
ontleden. Dan kan de iplossing niet
ve meer zijn. Je brengt schema in
je werk en je leert fouten voorkomen.
Dit is de redenering. Er is geen arts
die dit wil ontkennen, maar enkelen
gaven zich moeite om mij te ver
tellen dat deze redenering niet overal
en altijd opgaat, omdat er in de
geneeskunst veel meer dan techniek
en psychologie komt kijken.
Een al vergrijsde en resolute dokter
zei: „In het echte genezen zit iets
creatiefs, iets waarvoor je soms niet,
soms wel gedisponeerd bent. Het duurt
wel eens een paar dagen voordat je
weet: Dit ga ik doen! En ook dat is
het nog niet alleen, want dan moet
je ook nog contact krijgen met je
patiënt. Hij moet in je geloven. De
technische geneeskunst voldoet niet
volledig. Vandaar vaak die behoefte
van vele mensen aan kwakzalverij. Er
is „een geheim" in de geneeskunst,
hoe gek het ook klinkt. Het kan bij
voorbeeld gebeuren dat je bij een be
valling uren van tevoren zegt: Om
half zes is het er. Je gaat rustig
je krantje .lezen. Om vijf uur ga je
kijken en om half zes is het kind er.
Kijk, dan heb je weer even „het"
te pakken gehad".
Een andere arts vindt voor ditzelfde
weer andere woorden, en zegt vol
overtuiging: „Genezen is een talent.
De een lukt het en de ander niet.
Meermalen vraag je je wel eens af:
Kan ik het nou, of hoe zit het? Dan
ga je maar weer eens een kijkje
nemen bij de patiënt. Je bent heel
blij als het na enige tijd blijkt te
lukkenOok merkte iemand op dat
er geen geneeskunst mogelijk is zon
der emotionele betrokkenheid. „Ik heb
het gevoel dat ik tekort zou schieten
als ik alleen maar met koel overleg
mijn daden zou beramen. Ik moet
een beetje mee-lijden met de patiënt
om zijn kwaal te vinden en hem
weer op de been te krijgen".
Men kan niet alles vanuit een boek
voor de huisarts regelen. Ongetwijfeld
zal er bij een aantal artsen wel
wat aan te merken zijn op hun prak
tijkvoering. Maar bij de meesten kan
dat geen chronisch knelpunt blijven,
want de ervaring wijst hun onge
twijfeld de betere wegen. Er zullen
ook wel artsen zijn met een ontoe
reikend instrumentarium, zoals er ook
zijn die uit luiheid of gebrek aan in
teresse hun nooit ophoudende studeer-
plicht verwaarlozen en aldus op de
snelle ontwikkeling van de medische
wetenschap achterblijven. Maar wij
hebben het hier niet ove slechte huis
artsen.
En wat valt er te vertellen van de
lastige patiënten? De zeuren? De pa
tiënten zonder respect voor de druk
bezette tijd van de arts? De lieden
die op zondag komen om een wondje
te laten zien? Die 's avonds aan de
deur bellen omdat zjj overdag moeten
werken? DieIk heb mü over hen
onvriendelijk uitgelaten", zei de huis
arts uit mijn eerste reportage, toen
ik hem kortgeleden opnieuw bezocht.
„Ik zou eigenlijk niet graag aan pa
tiënten het recht ontnemen om af en
toe lastig te zijn. Daar hebben wij
het de vorige keer niet over gehad,
maar natuurlijk weet ik hoezeer men
sen soms om een zieke in angst
kunnen zitten. Het gebeurt zo vaak
dat je 's avonds om tien uur een
telefoontje krijgt: Dokter zou u nog
even kunnen komen, wij durven zo de
nacht niet iu. Deze mensen zijn echt
bang en die hebben misschien alleen
maar een bemoedigend woord van de
dokter nodig".
„Als je toch wel eens boos wordt
om flauwekul-dingen of cp mensen
die je vrije tijd verstoren, dan kun
je je ooi afvragen: Moet ik rnij zo
druk maken? Vanmorgen uit de kerk
(Het is zondag) merkte ik patiënten
op die achter mij aan reden haar
mijn huis. Voor mijn deur stond dat
bord met GEEN DIENST, maar toch
ging even later de bel. Toen dacht
ik alleen maar: Eigenlijk zijn het
toch schatten. Ze willen jou en nie
mand anders. Dat is toch vleiend,
laten wij maar eerlijk zijn. Straks met
Sinterklaas en Kerstmis, dan kun je de
gekregen banketletters, de taarten,
konijnen, fazanten, kerstkransen en
flessen wijn niet meer op. Nou, echt
hoor, dat vertedert mij wel, al had
ik net zo lief dat ze wat kalmer
aan deden".
Zeuren ze nu wel of niet? Uit
eindelijk is het maar een klein
percentage van een praktijk, aan
wie men dit verwijt zou kunnen
maken. Ze geven veel werk, maar
ook is waar dat ze ergens wel iets
kunnen mankeren, al weet men soms
na jaren nog niet wat. Er zün de
laatste tijd verschillende onderzoekin
gen in die richting ontwikkeld en die
te11ve.I™°eden, al zijn ze nog
erg onvolledig, dat er meer mensen
met klachten zijn die niet naar de
huisarts gaan, dan mensen zónder
klachten wèl. Zolang dit waar is moet
men er in het algemeen nog steeds
op aandringen dat mensen van tijd
to1 tijd een arts raadplegen. Dit is
ook al gewenst om de dokter de
gelegenheid te geven zo vroeg moge
lijk in een ontwikkelingsstadium van
een ziekte in* te grijpen. Bovendien
kan hij op die manier preventief ook
iets uitrichten. Het zou ''us onjuist
zijn in het algemeen te propageren
dat mensen minder gauw naar hun
dokter moeten lopen.
De hele „gezondheidsopvoeding" van
ons volk is echter een delicaat iets.
Er zijn ook duidelijke aanwijzingen dat
mensen van een bepaald ontwikkelings
peil eerder naar le dokter gaan dan
de lager-ontwikkelden. Men kan dus
die lager-ontwikkelde mensen niet on
der de neus wrijven dat zij de deur
bi, de dokter plat lopen. Ook mag
men volgens de onderzoekingen niet
zeggen dat ziekenfonds-patiënten de
dokter meer last ge^en dan particu
lieren. In de eerder genoemde disser
tatie wordt gemeld dat in een platte
landspraktijk ziekenfondspatiënten even
druk de hulp van de arts inroepen
als de dorpsnotabelen. (Klein schetsje
uit het leven van een dorpsarts:
„Dokter, kunt u vanmiddag even langs
komen?" Het is de echtgenote van
een notabele die aan de telefoon hangt.
„Zou het vanmorgen kunnen, mevrouw,
zo vraagt de dokter. „Nee, nee, van-
Advertentie)
m
(Advertentie)
^el. 02903—392
'JUD-HOLLANDS TAVEERNE
RESTAURANT
Riant gelegen aan het Havenrak.
Het gehele jaar geopend.
10 km van Amsterdam
Ruime parkeergelegenheid.
morgen heb ik een afspraak met mijn
kapster". Waarop de dokter, prijs-
stellend op zijn eigenwaarde, dan wel
behoort te antwoorden: „Het spijt
mij mevrouw, maar vanmiddag heb
ik verscheidene afspraken met mijn
patiënten". En hij zal terwille van
zichzelf moeten aanvaarden dat dit
hem soms klanten kost).
Een Engels onderzoek heeft iets aan
getoond waarvoor het Nederlands Huis
artsengenootschap, evenals enkele
hoogleraren in de sociale genees
kunde de laatste jaren grote belang
stelling hebben en dat is het volgende:
De meeste klachten die een huisarts
te horen krijgt, berusten alleen maar
op angst. In het morbiditeitspatroon
dat in consulten en visites \an de
huisarts ontstaat, komt de angstklacht
vaker voor dan elke andere klacht,
vaker dan griep of maag- en darm
stoornissen, of wat dan ook. Ver
bazingwekkend is dit zeker, maar nog
vreemder is dat de opleiding van de
medicus op alle denkbare ziekten ge
richt is, behalve op die angstklacht.
Met andere woorden: elke huisarts
ziet zich steeds maar weer geplaatst
voor een moeilijkheid die hij nooit ge
leerd heeft aan te vatten. Tastender
wijs en intuïtief, met een veronder
stelde belangstelling voor psychoso
matische oorzaken moet hjj maar zien
hoe hij de weg vindt.
Sinds de invoering van. het zieken-
fends is de huisarts meer dan ooit
belast met een groot geheel van
psychische en maatschappelijke moei
lijkheden. En hij staat er min of
meer alleen voor. „Het grote pro
bleem van de huisarts is zijn grote
eenzaamheid, ondanks de voortduren-
de stroom van menselijke contacten",
wordt in een proefschrift van dr. J. T.
Buma gezegd. De huisarts in zijn
frontpositie heeft grote behoefte aan
een gesprek, een forum, aan kritische
contacten met collega's en andere des
kundigen. Sinds kort bekijkt men de
geïrriteerde huisarts wat klinischer.
Waardoor zijn er zoveel geïrriteerde
huisartsen? Waar komt zijn irritatie
precies vandaan? Van zijn te grote
praktijk? Zijn lastige patiënten? Het
blijkt dat huisartsen de oorzaken van
hun irritatie vaak bij zichzelf kunnen
ontdekken. Zij is te verklaren uit een
orvoldoende vertrouwen van de pa
tiënt in de dokter. Of uit een met
werkende therapie. Of uit een ge
maakte fout. Of uit een botsing van
tegengestelde karakters. Uiteindelijk
dus heeft zijn irritatie veel te maken
met een zekere onmacht. Nu zou het
zeer goed mogelijk zijn dat de on
macht om iets doeltreffends uit te
richten tegen de veel voorkomende
angst-klachten menig hard werkende
huisarts dwars zit zonder dat hy het
zich helemaal bewust is. Om deze ir
ritatie te vermijden moet hij trach
ten inzicht te krijgen in de eigen
emotionaliteit tegenover de patiënt.
Hü zal ook meer te weten moeten
komen over de psychische achter
gronden van het ziek zijn, over de
bron van die vele angsten. Als hij
zich dan een duidelijk inzicht heeft
verworven, zal hij gemakkelijker een
patiënt accepteren zoals deze is, het
geen weer tot gevolg kan hebben dat
de patiënt een stuk agressie, oftewel
zijn lastig gezeur, kwijt raakt.
Moet men nu de dokter euvel
duiden dat hij nog zo weinig
weet van de medische psycho
logie? Nee, de fout ligt in zijn
opleiding. Hoewel hij als medicus
het specialisme van huisarts beoefent,
is hij daarvoor niet opgeleid. Maar
om hierin te gaan voorzien, verricht
het Nederlands Huisartsengenootschap
op het ogenblik pionierswerk. Men
brengt langzamerhand de medische
psychologie tot bloei. Het nog P'eP"
jonge Huisartseninstituut in Utrecht
wil de verdere scholing van de huis
arts groots aanpakken. Jaarlijks zul
len cursussen worden gegeven waar
in „de psychische oorzaken van ziek
ten" een der centrale thema's is en
voortdurend buigen zich studiegroepen
van artsen over de specifieke huis-
artsenproblemen. (Een der snelle suc
cessen van dit instituut is een in
entingsschema tegen Tetanus etc. dat
nu de hele wereld over gaat.) Op
deze manier vindt hij ook het ge
hoor voor zijn problemen, het kri
tische gesprek met deskundige colle
ga's, waaraan zoveel behoefte be
staat.
(Advertentie)
'D 'a. v. \a>ssé
Afl-weathercoat In diolen. Zonnig
over de arm (leight-weight!) of tegen
najaarsbuien (hooggesloten). Makkelijke
raglanmouwen, verdekte sluiting.
In kleuren... noem maar opl
BREDA, 15 okt. (KNP) De Neder
landse commissie voor liturgie deelt
over de vorderingen van de liturgiever—
meuwing het volgende mee:
Het is t» verwachten dat in het Neder
lands taalgebied binnenkort, wellicht
vanaf de komende Advent, het Neder
lands een veel ruimere plaats krijgt bU
de viering van de H. Mis en bij de toe
diening van de sacramenten.
Bij de viering van de H. Eucharistie
zal het Nederlands de plaats van het
Latijn innemen in vieringen met het
volk, vooral op zondagen. Het Neder
lands zal in de diensten het Latijn ver
vangen vanaf het begin tot de offer
ande en daarna weer vanaf het gebed
des heren, het Onze Vader, tot het einde.
De Latijnse hoogmis zal een plaats
behouden, maar er zal naar gestreefd
worden steeds meer diensten die tot nu
toe zonder zang werden gevierd, met
Nederlandse zang te vieren. In de Latijn
se hoogmis zullen wel Nederlandse le
zingen en gebeden een plaats krijgen.
Er wordt naar gestreefd tijdig een ver
taling gereed te maken die algemeen
in Nederland en Vlaanderen zal ge
bruikt worden. Deze vertaling zal zeker
omvatten de voetgebeden, het Kyrie
Gloria, Credo, Sanctus, Agnus Dei en
een aantal kortere formules.
Voor de teksten waarvoor geen alge
mene vertaling voor Nederland en Vlaan
deren kan vastgesteld worden, zal ge
steld worden dat gebruik gemaakt kan
worden van vertalingen, die tot op ne-
den met kerkelijke goedkeuring zpn ver-
schenen (bv. in volksmissaals).
Een aparte opgave voor het Neder
lands taalgebied is het, tot een een-
sluitende liturgische tekst van het Onze
Vader te komen. Thans bidden de Ne
derlandse en Vlaamse katholieken een
verschillende tekst, terwijl ook de re
formatie een afwijkende tekst bezigt.
De commissies voor het Nederlands
taalgebied hebben als opdracht een
eensluidende tekst voor de Nederlandse
en Vlaamse katholieken voor te berei
den, daarnaast zullen er pogingen in het
werk gesteld moeten worden om te be
reiken dat alle Nederlandstalige chris
tenen eenzelfde vertaling gaan gebrul-
Ren.
Omdat nu ook voor de zgn. sacra
mentele kernformules de volkstaal ge-
bfZ'gd zeü kunnen worden, is de Neder-
lands-Vlaamse rituale commissie ge-
vraagd haar werk thans af te ronden.
betekent dat binnenkort de lands
taal ingevoerd zal worden voor heel de
sacramenten-bediening.
De Nederlandse en Vlaamse commis
sie voor liturgie laten internationale ver
taalcommissies vertalingen voorberei
den van afzonderlijke delen van de li
turgie als het vaste gedeelte van de
plechtigheden en de wijdingen en zege-
mis, de psalmen, de Goede Week-
plechtigheden en de wijdingen en zege
ningen.
Bij de vernieuwing van de liturgie is
er een nauwe samenspraak met de in
terdiocesane commissie voor liturgi
sche zielzorg in Vlaanderen zodat de
vernieuwing van teksten in Nederland
en Vlaanderen parallel zal lopen.