rijdt nog met plezier in de voriüe eeuw Dragline- machinist uit Noord- wijkerhout is weg van heel oude fietsen Antieke karretjes zijn eestige dingen" Kleurige gezelligheids meubels Haarlemmer Hans van exposeert in Amsterdam REPORTAGE: HERMA NIJHUIS FOTO'S: SIMON KEESMAN (Articapress) Gek van plastics ZATERDAG 31 OKTOBER 1964 PAGINA 3 J}°OpDWIJK, 31 okt. et lijkt moeilijk, maar het arfetje zit fantastisch. Je ordt er niet moe op en je kunt er makkelijk een snel heid van negen kilometer mee halen. Alleen het op- en afstappen is een hele toer. In het begin gebeurt dit met vallen en weer opkrabbelen. Zó moet het." Wil Koomen zet zijn rechtervoet op het stepje, maakt 'n forse sprong °P het zadel en rijdt weg op zijn stalen ros. Hij trapt en stuurt op één wiel, ander halve meter hoog. De een zame wandelaar op de Voge- laar dreef kijkt heel verbaasd als hij getuige is van een ta- lat eel uit de vorige eeuw. „velocipede", die hij hechts van plaatjes en uit Verhalen van zijn betover- §rootvader kent, sukkelt hem V°orbij. Van zijn verheven zitplaats ziet de opvallend uitgedoste berijder lachend op hem neer. Met een sier lijke zwaai neemt hij het ge ruite petje af. Terug van zijn rit vertelt Wil Koomen, een 28-jarige dragline machinist, enthousiast over de ne gen antieke karretjes, die hij her en der in ons land op rommelzol ders of bij scharrelaars heeft'ont dekt. „Ik weet er nog genoeg te vinden, maar de mensen doen er geen afstand van. Voor ik iets los krijg, moet ik wel honderd keer vragen. Mijn werk is wel gunstig om de provincies af te stropen. Dan ben ik zes weken hier, dan weer twee maanden daar. Verza melen is een kwestie van goed uit je ogen kijken en overal informe ren." Een genoeglijk familietafereeltje voor de witte boerdeiij in de buurtschap Langeveld. ^oonipatcl a^een óij „Moeder' kachel in het woonvertrek aan n: wd sleutelt bij de warme zijn „triplet". Wil voelt zich op zijn gemak in het pak, dat honderd jaar geleden op en top modern was voor de sportieve man, en dat hij voor onze fotograaf heeft aangetrok ken om in stijl te blijven. „Ja, ilc had best in de vorige eeuw willen leven. Het was toen zo heerlijk rustig. Ik houd van de dingen uit die tijd." Voorlopig kan ik echter nog mijn aandacht bij mijn fietsen houden. Ik ken zeven andere ver zamelaars, met wie ik regelmatig contact heb. Mijn wens is een ver eniging voor rijwielenthousiasten op te richten. Misschien zijn er nog meer belangstellenden?" Het is rustig fietsen op de Voge laardreefJe hebt er de ruimte voor. Alleen dat op- en afstappen. HAARLEM, 30 okt. In Galerie Amstel' 73 in Amsterdam wordt morgenmiddag een tentoon stelling geopend van de Haarlem mer Hans van Eek. Het is een zeer opmerkelijke expositie, in die zin, dat er geen schilderijentekenin gen of beeldhouwwerken aan de bezoekers getoond zullen worden. Eerder is men geneigd het ten toongestelde onder te brengen bij de pop-art, of zo men wil de avant gardistische kunst. Van Eek noemt zijn objecten „gezelligheids meubels" en heeft zich in zijn ma teriaal keuze voornamelijk bepaald tot vele soorten plastics die hij in oude meubelstukken samenbrengt met veelkleurige gebruiksvoor werpen uit het dagelijkse leven. Bezorgd zwaait moeder de jonge lui uit. Fietsen was een eeuw ge leden een hele onderneming. De Haarlemmer Hans van Eek met naast hem één van de 28 ten toongestelde „gezelligh eidsmeu- bels". WIL KOOMEN Hjj zit weggedoken in een ouderwet se crapaud in de kantine van het café pension-restaurant bedrijf van „moeder Koomen". Vroeger stonden hier koeien en paarden op stal. Nu zorgt de veelheid van allerhande tafels, stoelen en anti quiteiten voor een knus geheel. Aan de eiken balken hangt een vierwieler in de touwen. „Dit is een triplet, merk Rudge, uit circa 1886; mijn eerste aan koop van de verzameling. Er kunnen drie personen op zitten. De middelste stuurt, de andere twee trappen alleen maar mee. Dit karretje ontdekte ik zes jaar ge leden puur toevallig bij een vodden- koopman in Haarlem. Het is wel iets bijzonders, want destijds werden er slechts drie van ingevoerd. Jammer, dat de beide achterwielen ontbreken. Ik ben nu bezig er andere op te zet ten. Hier heb ik fijn de ruimte bij de warme kachel. Niet iedere moeder vindt het goed, dat je je fietsje aan de balken hangt. Bij dezelfde handelaar had ik 'ook een hoogwieler zien staan, een geestig ding. Het kopen zat op de prijs vast. Na een televisie-uitzending over antieke ve- hikels was ik zo geestdriftig, dat het bedrag me niets meer kon schelen. Op die velocipede heb ik een tochtje naar en door Haarlem gemaakt. Ik viel wel op. „Uitslover", zeiden sommige voorbijgangers, maar ze vonden het toch wel mooi. Ze bleven me tenminste lang nakijken. In de Grote Houtstraat moest ik stop pen voor een verkeerslicht. De pijp van m'n broek kwam tussen het stepje, en daar lag ik. Ik was blij dat ik geen oud kostuum had aangetrokken, zoals ik eerst van plan was. Met een streepjes pantalon en hoge hoed zou ik nog meer voor aap hebben gestaan; o nee, gelegen. Op de Wagenweg vroeg een agent me bars wat ik op dat gevaarlijke apparaat moest". Op die olielamp is pas een bod ge daan. Ik doe hem voor geen prijs van de hand. Die poen heb ik toch zo weer op, ik zou trouwens ruzie krijgen met mijn zusters als ik iets verkocht. De karret jes wil ik wel voor reklamedoeleinden gebruiken, maar vooral niet voor het kar naval. Als u soms adressen weet...." Hij kijkt ons vragend aan en vervolgt: „Op onderdelen en oude afbeeldingen ben ik ook verzot. Er zijn vast wel mensen, die er niets aan hebben. Mij maken ze er ontzettend blij mee". Wil loopt naar de pathéfoon en zet een plaat op. Uit de enorme hoorn klinkt „Dichter und Bauer". „Echt muziek om bij na te denken. Hoe vaker ik die plaat draai, hoe mooier ik hem vind. Wacht, ik zal u iets anders laten zien". Hij ver dwijnt en komt even later terug met een houten kinderwagen, bijna zeventig jaar oud. Van de grond raapt hij een curi euze naaimachine op. „Een leuk geval en het werkt ook nog". We gaan met Wil mee naar de schuur, waar de rest der verzameling museum stukken staat. Hij rijdt een rode houten Michaux het erf van de witgeschilder de boerderij op. De koperen pedalen en knoppen heeft hü pas gepoetst. Ze glim men uitdagend. „Deze fiets heb ik bij een antiquair in Middelburg opgedoken. Hij verkeert nog in prima staat. Mi chaux was degene, die in 1864 voor het eerst trappers toepaste om het voorwiel van een door hem gekonstrueerde fiets aan te drijven. Hij vroeg geen patent aan. Het gevolg was, dat zijn vinding door dorpssmeden werd nagebootst, en dat hij van de armen moest worden begraven. Deze driewieler, merk Humber, is twin tig jaar ouder. Hij is bestemd voor twee personen. Er zijn mensen, die denken dat dit een invalidenwagentje is, maar zij hebben het helemaal mis. Verder be zit ik drie hoogwielers van Swift, een zogenaamde „veiligheidsbicycle" met smalle bandjes, die veel op onze tegen woordige fietsen lijkt, een soortement racefiets met een hangmatje in plaats van een zadel, en een speciale dames fiets. Een speciale voorkeur ken ik niet. Elk vehikel is een pronkstuk, als die maar oud is. Om nieuwe geef ik niets. Naar mijn werk rijd ik in een Mer cedes. In een andere schuur staan een Harley uit 1922 en een Austin uit 1930" Nu fietsen de gewoonste zaak van de wereld is, klinkt het vreemd, dat het in de vorige eeuw onzedelijk werd genoemd. De enkeling, die zich zo'n exentriek V°fJ ülg: k°n veroorloven, moest veel geld hebben en hij moest de spot van de brave burgerbevolking kunnen weer staan. De zedepredikers uit die tijd rie pen hel en verdoemenis uit over de vrouwen die zich op een fiets waagden. I deugden niet. De eerste velocipèdes werden een gevaar voor de weg en de berijder genoemd. -locóL de eerste wielerwedstrijd die in j tussen Parijs en Rouaan werd ver reden en waar het snelheidsrecord 12 kilometer was, waarschuwde een Franse arts voor een verschrikkelijke bochel vorming die je door die onbetamelijke trapgevallen krijgt. Collega's steunden hem en vulden de lijst met kwalen aan met: hartvergroting, borstaandoening, scheuring van de blaas en zelfs tijde lijke blindheid bij te snelle afkoeling. Er verscheen een handboek op de markt met. aanwqzingen voor wielrijders. Daar in staat te lezen; „Een lange rit op de eerste dag. zal de berijder meestal zo uitputten, dat hij vijf of zes dagen no dig heeft om weer op te knappen". Wil slaat het boek dicht waaruit hij ons heeft laten lezen en draait een shagje. »Ze zeggen dat boeren verza melen, maar iedereen zou het doen als hij voldoende ruimte had. Vraag niet waarom ia al die oude boel vergaar, ik word er gewoon door aangetrokken. Als ik getrouwd ben, wil ik graag in een molen wonen. Het vrijgezellenleven is me nu nog te het, maar dat kan gauw genoeg veranderen. je weet nooit hoe iets loopt Het lijkt me prachtig, als mijn toekomstige meisje met mij op een hoge fiets naar het stadhuis rijdt. Zij moet lang haai' hebben, dat wappert zo fijn in de wind, en ze moet natuurlijk be langstelling voor antiek tonen. Nee, zelf moet ze met ouderwets zijn, iets „dar- teligs" is beter. (Van een verslaggever) De 23-jarige Haarlemmer wil zich niet direct tot de schilders rekenen, hoewel hij zijn tekenopleiding aan de Amsterdamse Academie kreeg. Schet sen en tekeningen uit die tijd, met name een grote serie portretten, treft men nog wel aan in zijn atelier-woning aan de Kokstraat in Haarlem, maar zti liggen nonchalant tussen stapels plasticwaren. Het figuratieve heeft hij helemaal vaarwel gezegd en ook de reliëfschilderijen, waartoe hij zich en kele jaren geleden bepaalde, staan on aangeraakt, wat stoffig op de zolder. „Deze werkstukken berustten min of meer op het traditionele stramien en als je daarvan af wil wijken verval je gauw in artistiek gescharrel" vertelt Hans van Eek. „Het was allemaal vrij uitzichtloos tot het moment, waarop ik me geheet en al tot de plastics ben gaan bepalen. Het: moderne materiaal intrigeerde me. Niet alleen voor wat het Prod",'J^,„ betrof, maar meer nog de verwerking ervan In die tijd. nu ongeveer twee jaar geleden, ben ik met het verzame len van plasticprodukten begonnen. Ik kreeg goede contacten met de plastic- verwerkende industrie en bovendien met warenhuizen. Iedere vrydag maak ik od een afgesproken tijd een tocht langs deze grote instellingen, waar dan vaak grote partijen afgekeurd waren voor mij klaar liggen. Allemaal afgedankte waar: gescheurde emmers, schalen, be kers. kopjes. Maar ook Donald Duck's, Ivanhoe-zwaarder en ander felgekleurd kinderspeelgoed." Ook bjj de gemeente is Hans van Eek geen onbekende. Elke woens dagmiddag kan men hem vinden op de gemeentelijke vuilverbrandings- plaats, waar hij dan op zoek is naar oude waardeloze kastjes, commodes, of oud-modtsche kabinetten. ..Dat spul is allemaal voor een kunstzinnig ex periment", heeft de jonge Haarlem mer de daar werkzame lieden des tijds verteld, en daar houden deze beltbewaarders het maar op. al be grijpen ze er niet veel van. Een an dere leverancier voor zijn „kunstzin nig experiment" is een plasticfabriek in Hillegom, bü welke hü regelmatig nartiien plastic-follie opscharrelt. Hp krfitrt er de onbruikbare stukken, die geproduceerd worden zolang de machi nes warm lopen. Op één van zijn tochten naar het Hillegomse bedrijf heeft hij dit voor jaar lange tijd stilgestaan bij de im mense bloembollenvelden. Nog altijd „gek van plastics" vroeg hij zich af, waarom niet, na het bollenseizoen de velden vol te zetten met plastictul pen, narcissen en hyacinthen Tien duizenden toeristen rijden ieder"voor- jaar in een lange stoet langs de hollen- route en zeggen in koor ..oh wat mooi" vlakken Wa ™de en lila kleur- 'ho hLi Waarom dan geen syntheti- nn fiiil!, die blijven altijd fris 9, hetuag en gaan het hele jaar mee", aldus Van Eek. Zijn „gezelligheidsmeubels" zijn op de tentoonstelling in Amsterdam, welke tot 23 november dagelijks geopend is, niet voor het eerst ter zien. Eerder ex poseerde hij in Kampen en Zeist, ter wijl ook één van zijn plastic-objecten „Het- meubel Irene" (verzekerde waar- do j'1500,-), een plaatsje kreeg op de groepse.xpositie van „Nieuwe Realisten deze zomer in het Haags Gemeentemu seum gehouden. Daarnaast staat thans werk van hem in Wenen en Dnsseldorf, terwijl deelname aan een expositie in Berlijn op handen is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1964 | | pagina 3