RO VENDE EN PL UNDERENDE REBELLEN Missionarissen juist ontsnapt aan kogels van .ONKWETSBARE Loemoemba ^rde i; jaar dood "WiTpzen sijn Lijk en in de straten Twee gaan we vermoorden Zoek de beul Half glas whisky Gewapende bandiet Mulele komt Vliegtuigen vallen aan Braaf wuiven RAT RICE LOEMOEMBA, Ï.-J l T. SN. WIM HORNMAN ZATERDAG 7 NOVEMBER 1964 PAGINA 9 Het nationale leger. De tovenaar. Secondenlang was het stil. Toen zagen de gevangen genomen paters het gezicht van de onder commandant veranderen in een duivels masker. Hij kwam enkele stappen naar de zwarte abbé toe, bleef voor hem staan, bekeek hem vol verachting en haat en stompte hem toen met alle kracht die hij op kon brengen in het gezicht. Zijn stem daalde tot een gefluister, toen hij siste: „Zo, wilt u ver moord worden. U hebt zeker zo veel kunnen profiteren van de kapitalen van de blanken, dat u nu oververzadigd bent. Kom maar mee, we zullen u leren sterven!' als God aanbeden. bisdom °Sent>lik; dat ik dit schrijf, worden de missieposten in het &epluncle ^at °P de evenaar in het onafhankelijke Congo ligt, van de en vtaehten de nog enkele overgebleven missionarissen ^ar de °ngre^a^e van de paters Assumptionisten door de wildernis centrale ?r0ns. van Oeganda. Het zoveelste missie-drama, waar de aan het refer*në *n Leopoldstad machteloos tegenover staat, is zich 0rrtgevin tre^en- Het heeft zich al grotendeels voltrokken in de ^Ohen p V-an k0* Prachtige Uturi-woud, waar de kleine Pygmeeën 2e§gerr nA Mutwanga. Dit is de streek waarvan de bewoners Ö°de hvp Wat rï°°d is> wordt door de hyena's gegeten, maar een 2egt: ven\eet n^emand", terwijl men van het gevreesde luipaard trom"" pan hnpaard is de stilte de neef; de dood komt zonder hebben- Ze*den de tovenaars, die nu weer de macht in handen lastertaal woord is het zaad van de mens en boze woorden en haehtme Verst°ren het evenwicht". Het evenwicht is verstoord. De de aper.ri!es z9n gekomen en met de nachtmerries „Het uur dat En in dat °men"' zoa's men boze dromen zo gaarne omschrijft. Efuieig t"rf"UUr aPen dromen" heeft de pro-communistische zijn macht ^nS reSerin§ van Loemoemba minister van onderwijs, breid met V1 Noord-Oosten van de Congo meer en meer uitge- alle gevolgen van dien. T>T> Je mag je niet wassenzolang de heilige oorlog duurt. Christus en Loemoemba samen aanbeden in Congo mijn orders." De ander begon te la chen: „Bedreig me niet. Je hebt geen kogels in je geweer." Nog altijd even kalm trok de bewaker de grendel open en liet zien hoeveel kogels hij nog had. Daarop richtte hij het geweer op de terrorist en snauwde „En nu vlug!" Grommend verliet de man onze gevan genis. Dan kwam de beurt aan die kleine duivel. Hij had zich opgesteld achter een tweede deur van het magazijn, waar wij opgesloten waren. Toen alles rustig leek te zijn, hoorden we hem in het, duistei tegen ons praten in een ta melijk zuiver Frans. Met zyn kinder stem fluisterde hij gedurende twee volle uren om de vijf minuten enkele zinne tjes. „Ga maar rustig zitten, bidt en slaapt. Wij doen u niets." Priesters zijn de mannen van God. Wij doen niets aan de mannen van God. Wees niet bang." „Gij, priesters van Beni, gij hebt de Kongo verkocht aan de Amerikanen. Dus wordt gij morgenvroeg allen ver moord... allen." Gij hebt Amerikaanse vliegtuigen ge roepen om onze opmars te stuiten. Gij hebt slecht gehandeld. Om te tonen dat het nutteloos is tegen Loemoemba te willen strijden, schieten wij U morgen allemaal neer." „Vorig jaar volgde ik de zesde La tijnse in het Klein-Seminarie. Men vond dat ik niet slim genoeg was om priester te worden. Om God te vinden ben ik dan maar Muletist geworden." „Gij zijt de vrienden van de soldaten en de politie-agenten. Die vermoorden we tot de laatste man en u erbij." „Strekt u maar rustig uit en probeert te slapen. Wij zullen u niets doen."... Dat ging zo twee uur door. Twee uur lang dezelfde zinnetjes van dood en aanmoediging. 's Morgens om zes uur begon in het restaurant, dat grensde aan onze ge vangenis de plechtigheid van het LOE- MOEMBA-WATER, die van zes tot ne gen uur duurde. De tovenaar bestreek alle strijders met water: hoofd, borst, rug, het geweer, de lans, terwijl een voorbidder zonder onderbreking met zware stem „MAYI LOEMOEM BA MAYI" riep, de onkwetsbaarheid formule van de Muielisten. Toen dat voorbij was, gingen drie rechters voor onze' deur zitten beraad slagen. Ze spraken swahili met de ken nelijke bedoeling, dat we hen zouden kunnen verstaan. Het gesprek verliep kort samengevat als volgt: „Dus twee gaan we vermoorden? Wie?" Ze blader den in onze paspoorten. „De beste oplos sing is die twee grijsaards maar dade lijk op te ruimen. Met een kogel neer schieten? Ja, maar eerst moeten onze vrienden zich wat kunnen vermaken. Slaag moeten ze krijgen en veel. Eerst goed afranselen en ze dan dood schie ten. Laat die andere paspoorten eens zien. Als we die twee anderen eens na men. Vooral die met de baard. Die is altijd streng geweest. Dadelijk doden? Neen, we zullen hem de baard uittrek ken. Of neen, laten we die baard in brand steken. Ja, met naft, dat brandt geweldig. Laten we eigenlijk maar lie ver petroleum nemen, dat duurt wat langer." „De uren leken eeuwen. Maar om streeks twee uur hoorden we iemand roepen. „Ga een vent zoeken om die paters dood te schieten." Monseigneur gaf ons de algemene absolutie. Nie mand sprak meer. We baden tot de Hei lige Martelaren van Oeganda. Het bleef maar duren, voordat men de beul vond. Het duurde zelfs zó lang, dat onze hoop weer begon te herleven." „Maar buiten gebeurde intussen het wonder. De Muielisten waren bij het plaatsje Mukulia in het nauw gedreven door het leger van de Centrale Rege ring. Om drie uur kwam de eerste vrachtwagen met vluchtende rebellen bij het hotel aan. De tovenaar en de commandant riepen hen toe terug te gaan: „Gij verliest uw onkwetsbaar heid omdat ge schrik hebt. Jullie mo gen geen schrik hebben, want zonder angst veranderen alle kogels in water. Ga gauw terug. Vooruit." „Maar er kwamen meer vluchtelin gen, auto's, voetgangers. Ze renden het hotel voorbij de wildernis in. Wij pro beerden de koorden van enkele zwarte medegevangenen, die de laatste uren bij ons waren binnengebracht, los te maken. Op dat moment kwamen er drie negers binnen, die gelukkig familiele den waren van deze lieden en ze nu pro beerden te bevrijden." „We konden een deur openkrijgen en zagen onze bewakers al niet meer. Met diepe teugen ademden we de nachtlucht in en hoorden, dat het gevecht tussen de soldaten en rebellen zich even buiten het centrum van Beni had afgespeeld. Wegens de snel-vallende avond waagden de soldaten zich niet verder in Beni- centrum en door diezelfde angst ont ruimden ook de rebellen het centrum." Beni lag die nacht verlaten, gehavend en geplunderd, met lijken in de straten en slechts de gevangenen als enige menselpke wezens in dit oord van ang stige stilte. Nadat de nacht gevallen was gingen monseigneur, de paters en de broeders zich verschuilen, de een hier en de ander daar. Vroeger in de ochtend vertrokken twee verschillende groepen naar Oeganda waar ze behou den aankwamen. ons. Wü hadden de vliegtuigen opge roepen en wu m°fst®n dus onmiddel lijk voor het volkstribunaal komen In Beni aangekomen werden we naar het hotel overgebracht. „Mateka.... „Oorlogs buitOorlogsbuit., schreeuwden onze begeleiders en die kreet werd overal overgenomen. Ik had die geranium, te ken van vriendschap nog in mijn hand, maar die werd me door een razende man ontnomen. Ik moest mijn bril op de grond g0?'®1? ®n vin ANetene traP- te hem in stukken. Eind hjk zaten we dan voor het tribunaal. Honderden Mu ielisten stonden rondom ons en wacht- ten op een tek®" v^T".cle ,cornmandant om ons te doden. Maar deze gaf dat teken niet. Kalm ging hij voor ons staan, keek ons aan, keek de huilende bende aan en nep bars'„Simba!" Een ogenblik was het stil, maar toen begon een twaalf-jarige .longen te eil- ze op een tafel, ook len: „Brillen...Horloges. Wij legden ze op een tafel, ook het borstkruis van de bisschop. Toen het de commandant een kolos van een neger op nor;j_ um komen. Hij praatte een ogenblik met hem en daarop liet die neger ziin broek zakken en toonde ons wonden zo diep dat men er zpn vinger in kon leggen. Intussen hield de commandant een toespraak over het waarom van de opstand van de echte Kongolezen te een profiteurs, tegen Kasavoeboe, Tsiom- be, het nationale leger, heel de admi nistratie, die met machtsmisbruik allp gelden van de Kongo in hun eigen zak ken liet verdwijnen. Na nog wat gehar rewar over een Griek, die hen verra den zou hebben en diens eventuele ver blijfplaats, nam de commandant ons mee naar zijn eigen kamer, deed de deur op slot, zette er wachten voor neer en ging met de andere rehpllen leiders over ons beraadslagen Het duurde lange tijd voor de commandant terugkwam en hij deelde ons mede dat de grote toxenaar van de Mulel'isten onze dood met wilde en dat daarom de rebellen-generaal Olenga, die te Stan' leystad verbleef, maar over nL w moest beslissen." V „Daarna bleef hij met ons praten Hii noemde ons zijn gasten, bracht ons ei genhandig wat te drinken en vertelde over zijn familie, over de oorlog die hu smds jaren voerde tegen de centra le regering en ook over het gebrek aan tucht van zijn manschappen Hiizelf zou ons de volgende dag naar Stanley- stad brengen en hij wilde dan tevens aan generaal Olenga zijn ontslag aan bieden, omdat de zaken hem over het hoofd groeiden wegens herhaalde mui terij van zijn manschappen. zyn corDS bestond uit 2000 soldaten, die elk hun eigen weg gingen zonder zich iets aan te trekken van de bevelen van hun com mandant. Op zeker ogenblik verdron gen zich een aantal bendeleden om het gebouw en schreeuwsen „Leta mate ka". Geef ons de buit! en de enige me thode om ze weg te krijgen was ze elk een half glas whisky te geven, terwijl de anderen al verdwenen waren, om dat ze toestemming hadden gekregen de winkel van de gezochte Griek te plunderen." Een van de zaken, die ons het meest trof tijdens die beruchte zaterdagmid dag „as de aanwezigheid van talrijke kinderen tussen de rebellen, jongens van twaalf tot veertien jaar, maar ook kinderen van zes tot acht. Een van die jongetjes, zes jaar oud, liep rondom onze kamer met een stuk kinderspeel goed, een mitraillette. Van tijd tot tijd legde hij op ons aan en draaide dan aan het molentje om het geknetter van de mitraillette na te bootsen. En dan lachte hij.... en hij kon zo aanstekelijk lachen. Een andere jongen zat in een hoek van onze gevangenis met een revolver te spelen en zei, „U moet niet bang zijn." Wij zullen u niets doen." Tegen half zes werden er buiten en kele koeien gebracht om geslacht te worden. De jongen kreeg toestemming om zich met de revolver te gaan oefe nen op de dieren. Wij vroegen hem naar zijn leeftijd: Hij was acht jaar!. Inmiddels liet de commandant ons terugbrengen naar de missiepost, omdat hjj bang was dat we het er anders niet levend zouden afbrengen, maar we hoor den pas later, dat hij het over deze beslissing aan de stok kreeg met de onder-commandant, die hem beschuldig de dat hij zich door ons had laten om kopen. Deze kwam ons opnieuw met een vrachtwagen ophalen en ditmaal werden we met slagen en stompen opnieuw de gevangenis ingeslagen. Een van de be wakers kwam met een geweer voor ons staan, uitte aan één stuk door bedrei gingen, liep tenslotte op de bisschop af en zei maar één verschrikkelijk woord: „Deze". Op hetzelfde moment deed de Kongo lese priester, die bij ons opgesloten zat, een stap naar voren en vroeg of hij iets mocht zeggen. Men stond hem dat toe. Zijn bewakers recht in de ogen kij kend, zei hij: „Als er nu onmiddellijk een gedood moet worden, neem dan mij, maar niet de oude bisschop." Verlamd keken we toe hoe hij naar buiten gesleurd werd. Ze sloegen, trap ten, schopten hem overal waar ze hem raken konden en ze hielden pas op toen hfj zich niet meer bewoog. Daarop over legden ze waar ze hem het beste neer konden schieten maar ze ^amen tot de conclusie, dat ze hem de volgende ochtend beter in stukken Ronden snij den. Hierop werd hu als een vod terug in onze gevangenis gegooid. Terwijl wii hem verzorgden, kwam plotseling een hevig geagiteerde vooraanstaande Muletist Binnen, joeg de bewakers weg en zei langzaam „Wat hier gebeurde en nog aan het gebeuren is, heb ik nooit gewild en ik wil ook nu niet. Gaat u toch zitten en probeert u wat te rusten. Men zal u niet meer lastig vallen." ,Hoe laat het geweest is, weten we niet meer, maar op zeker ogenblik ging de deur weer open en kwam er een ge wapende bandiet binnen. Hij wilde ons neerschieten. Onze bewaker, die duide lijke instructies had gekregen, probeer de de man met zachtheid buiten te zet ten, maar deze weigerde. Heel kalm richtte de man zijn geweer op de ban diet. „Eruit vriend," zei hij. „Ik heb verboden angst te hebben. Een Muielist, die steelt uit eigen voordeel (in het voordeel van de beweging is het een goed werk) wordt v'oor het volkstribu naal gedaagd en als zijn fout is be wezen, wordt hü op staande voet neer geschoten. Het bisdom Beni heeft een opper vlakte van 45.000 vierkante kilometer en een inwoneraantal van 500.000 men sen. Er wonen 350.000 katholieken, die het nog steeds voor hun missionarissen opnemen, in gedachten althans, want ze zijn doodsbang voor de terroriseren de Mulelisten. Over de gebeurtenissen in Beni ver tellen de paters: de missionarissen i«. uevmi,-lge achtergrond. Het 1? niet rie v=. die ze verjaagt, MLjlen moeütik0n®,0jef® regering, die nieuwe godsdienst V 's met de moeilUk" nrekkende.^muitlndp1, 9let de .„-i>:Uwe godsdienst 'bezeten Mule" V- die menen, dat ze onkwetsbaar Ier de kogels van het nationale V)? de gebeurtenissen, meegemaakt c °:a- pater Monulfus Bastiaense, Sdo- harige missionaris uit Sittard en nete- Belg, pater P. Th. Steegen, Hrst je kunnen begrijpen volgt hier iN$diin det kort *ets dver de nieuwe ritf,n?t' die verdacht veel lijkt op »?an-ne5 n, die ook tijdens de Mau- k'ani, ri°de in Kenya jaren geleden in s waren. j. zeSgen de Mulelisten, „is j'kt be-.??r en Meester van alles. Jj}ijfeop0°k G°d zijn. Tijdens hun ve'r- Ok°rd rl„ Zi|n ze alle twee ver- 4p r'stUs j or h"n politieke vijanden. ve dood; r "erde dag verrezen uit s f'j'j!®" God staan twee figuren: en "Mus en Loemoemba, die ■wod* 1 uag verrezen uu dv'^Zen' on >!n°v.ml?a is he* derde jaar in sta„i epJt de bracht alle moor- ki;.,0nSc:liiii,i:an "e vijand om te toveren Vii e", F- water voor al de inge- Sen. Loemoemba-water ont- k'eeN^vopu-'t01' de verrijzenis van Loe- 41 Waar aan> dat niemand dn °P Vele nio,»gt is" HÜ is trouwens ®eöaant Piaatsen verschenen onder hemnstrhdt Als hi-rsbaar strydt, is men on- •- te vÖv.k9™„ die onkwetsbaarheid \Va„" w Vprli^.L oimweisuaarneiu hetS-en zoHnt- P' A1?,? men zich niet te Vs verhnrW, N f ge oorlog duurt. ven i\.Zn.et,.®en vrouw samen is het streng „Op een dag heerste er in de stad Beni, waar ook de bisschop woonde, een ongewone bedrijvigheid van de soldaten van het regeringsleger. Vrachtauto's werden in gereedheid ge bracht en er werd om een plaats ge vochten. Toen een van de paters vroeg wat er gaande was, antwoordde men: „Mulele komt." Op het moment dat de auto's wegreden, zag hij hoe alle in woners de wildernis invluchtten en al- les doodstil werd. De voormiddag ver liep tamelijk rustig, maar na het mid dagmaal klonken er schoten in de ver te. Het leek of er hard gevochten werd, maar dit was niet het geval. De van haat bezeten Mulelisten schoten in de lucht en op de lege hutten langs de weg. Ze trokken onmiddellijk het ver laten centrum van Beni binnen, waar ze zich installeerden in de gemeente lijke gebouwen. Op dat moment hield het geweervuur op en toen wisten we dat Beni gevallen was. Geen kwartier later hoorden we een auto de missie oprijden. Wjj waren sa men met monseigneur Piérard, pater Flavien, Salvinus, abbé Philippe, een inlandse priester, twee inlandse broe ders en een broeder van Charles de Foucauld. Toen de au.o stopte, gin- gen we naar buiten om de Muletisten te ontvangen. Wat we zagen zou eigenlijk op onze lachspieren hebben moeten werken, maar daarvoor was de situatie, zoals later ook bleek, veel te ernstig. Voor ons stonden een kwajongen van hoog stens vijftien jaar, die met een lans gewapend was en één soldaat met een geweer. De jongen, die onder invloed van een of ander verdovend middel verkeerde, vloog uit de auto recht op ons af. Als enig kledingstuk droeg hij een klein broekje, een kroon van bla deren rond zijn hoofd en een gordel van bladeren om zijn middel. Hij maakte groteske gebaren en schreeuw de: Simba.Simbd!!!.Leeuw. Leeuw!!! Mayi Loemoemba Water Loemoemba Kamate ma- jani"' Neem blaren of bloemen in uw '"handenVerder schreeuwde hü dat Beni nu eindelijk bevrijd was en dat we bloemen in onze handen moesten nemen om dat mee te vieren." Een Concilie-vader van 71 jaar, een dokter in het kerkelijk recht, een pater met een baard tot aan zijn kmeen en een Belgische broeder van ongeveer 1.90 m lengte namen heel braaf een takje blaren in hun handen en wuifden er gedwee mee om de jongen tot be daren te brengen. Ik had," zegt pater Steegen, „een scheut van een geranium in mijn handen met aan de top een vuurrode bloem, maar mijn handen jeukten, want ik had zo graag dat joch over mijn knieën gelegd om hem met zijn lans op zijn mulelistisch achter werk te timmeren." „De komedie duurde niet lang. De man met het geweer stond heel rustig naar ons te kijken, terwijl de mulelis- tische dwaas ons nu op een veel kal mere toon het een en ar.:',er vertelde over de onkwetsbaarheid. Alle kogels van de vijand veranderen in water op bevel van Loemoemba. Hjj toonde ons een plaats op zijn knie waar een na tionale kogel in water uiteengespat was. Wü paters moesten niét bang zpn. De Mulelisten, het leger van de volksrepu bliek van Stanleystad, zou ons geen kwaad doen, maar wee de soldaten de politie-agenten, de staats-ambtena! ren van welke graad of plaats ook, die zouden allen zonder genade worden neergeschoten. Na deze toespraak eis te hij het contactsleuteltje van de bis- schoppeiyke auto en vertrok. Tweemaal kwamen er nog andere, grotere groepen, die schietend hun komst aankondigden en dan met onze auto's verdwenen. Bij de tweede maal, vertelt pater Steegen, liep ik in de rich ting van de rivier Paida en vond daar in het struikgewas een zwarte zuster, die zat te snikken als een verloren kind. In monterde haar wat op en liep ver der het riet in. En daar voelde ik plot seling hoe een ontzettende paniek zich van me meester maakte. Ik rilde over mjjn hele lichaam en mijn benen wei gerden me ineens te dragen. Ik kreeg de indruk dat ze me aan het zoeken wa ren en dat ik de geweerschoten dich ter en dichterbij hoorde. Teneinde raad ging ik in het moeras zitten, voelde het water door mijn kleren trekken, maar kon me desondanks nog niet bewegen. Ik zat daar of God me lamgeslagen had. Hoelang ik daar gezeten had, kon ik later onmogeiyk vertellen, maar eindelijk hoorde ik de auto's wegrijden, het schieten hield op, ik rievtte me doornat overeind en liep terug naar de missie. Nu pas besef ik hoe bang sol daten in een oorlog kunnen zün." „Misschien heb ik ooit gedacht, dat het nu afgelopen was," zegt pater Bas tiaense," maar wij waren te optimis tisch; het ergste moest nog komen. Omstreeks half negen stormden hon derden gewapende Mulelisten het mis sie-terrein op. Ze schreeuwden niet al leen, maar vuurden aan één stuk in de lucht, op het gebouw, maar geluk kig met op ons. Eer we goed en wel wisten wat er aan de hand was, waren we omringd door tierende, schietende scheldende mannen, die ons belachelijk genoeg toe riepen niet bang te zijn, want wie bang was zou een bewüs ge ven dat hü tegen hen was. Wü stonden braaf met onze groene takken te wui ven, maar zü stormden de gebouwen in, gooiden alles overhoop en zochten, naar ze zeiden, naar Amerikanen en soldaten van het Kongolese leger. In tussen kwam iedereen op zün beurt uit leggen dat ze onkwetsbaar waren. Ver volgens werd op enige afstand beraad slaagd wat ze met ons zouden doen. Eenstemmig waren ze van oordeel, dat we onmiddellijk naar het volkstribu naal in het centrum van Beni moesten worden gebracht." Op dat moment hoorden we geronk van vliegtuigen, vliegtuigen van het Kongolese leger. Niemand verborg zich, want ze waren toch immers on kwetsbaar. Ze bleven staan en schreeuwden: Maüi Loemoemba Maiji Loemoemba...Maüi Loe moemba! Maiji...Maiji! Een van hen kwam rustig vertellen, dat de kogels van die vliegtuigen hele maal geen kwaad konden, want ze zou den direct in water veranderen. Nie mand zocht dekking, het was eenvou dig ongelooflijk. Wij die niet onkwets baar waren verscholen ons toen de vliegtuigen gierend naar beneden kwa men en uit hun mitrailleurs hun lading moordend staal op de groep beneden afvuurden. Het waren echter slechte schutters, want er werden maar vier van de honderden Mulelisten gedood. Vier meter van ons af boorde een ko gel zich in de grond en even later kwam een geëxalteerd Muielist ons op gewonden vertellen, dat hü juist op die plaats stond en dat de kogel onder voo' praak van God Loemoemba wa ter was geworden." Maar nu keerde de woede zich tegen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1964 | | pagina 9