RO VENDE EN PL UNDERENDE REBELLEN
Missionarissen
juist ontsnapt
aan kogels van
.ONKWETSBARE
Loemoemba
^rde i;
jaar
dood
"WiTpzen
sijn
Lijk en in
de straten
Twee gaan we
vermoorden
Zoek de beul
Half glas whisky
Gewapende
bandiet
Mulele komt
Vliegtuigen
vallen aan
Braaf
wuiven
RAT RICE LOEMOEMBA, Ï.-J l T.
SN.
WIM HORNMAN
ZATERDAG 7 NOVEMBER 1964
PAGINA 9
Het nationale leger.
De tovenaar.
Secondenlang was het stil.
Toen zagen de gevangen genomen
paters het gezicht van de onder
commandant veranderen in een
duivels masker. Hij kwam enkele
stappen naar de zwarte abbé toe,
bleef voor hem staan, bekeek hem
vol verachting en haat en stompte
hem toen met alle kracht die hij
op kon brengen in het gezicht.
Zijn stem daalde tot een gefluister,
toen hij siste: „Zo, wilt u ver
moord worden. U hebt zeker zo
veel kunnen profiteren van de
kapitalen van de blanken, dat u
nu oververzadigd bent. Kom maar
mee, we zullen u leren sterven!'
als God aanbeden.
bisdom °Sent>lik; dat ik dit schrijf, worden de missieposten in het
&epluncle ^at °P de evenaar in het onafhankelijke Congo ligt,
van de en vtaehten de nog enkele overgebleven missionarissen
^ar de °ngre^a^e van de paters Assumptionisten door de wildernis
centrale ?r0ns. van Oeganda. Het zoveelste missie-drama, waar de
aan het refer*në *n Leopoldstad machteloos tegenover staat, is zich
0rrtgevin tre^en- Het heeft zich al grotendeels voltrokken in de
^Ohen p V-an k0* Prachtige Uturi-woud, waar de kleine Pygmeeën
2e§gerr nA Mutwanga. Dit is de streek waarvan de bewoners
Ö°de hvp Wat rï°°d is> wordt door de hyena's gegeten, maar een
2egt: ven\eet n^emand", terwijl men van het gevreesde luipaard
trom"" pan hnpaard is de stilte de neef; de dood komt zonder
hebben- Ze*den de tovenaars, die nu weer de macht in handen
lastertaal woord is het zaad van de mens en boze woorden en
haehtme Verst°ren het evenwicht". Het evenwicht is verstoord. De
de aper.ri!es z9n gekomen en met de nachtmerries „Het uur dat
En in dat °men"' zoa's men boze dromen zo gaarne omschrijft.
Efuieig t"rf"UUr aPen dromen" heeft de pro-communistische
zijn macht ^nS reSerin§ van Loemoemba minister van onderwijs,
breid met V1 Noord-Oosten van de Congo meer en meer uitge-
alle gevolgen van dien.
T>T>
Je mag je niet wassenzolang de
heilige oorlog duurt.
Christus en Loemoemba samen aanbeden in Congo
mijn orders." De ander begon te la
chen: „Bedreig me niet. Je hebt geen
kogels in je geweer." Nog altijd even
kalm trok de bewaker de grendel open
en liet zien hoeveel kogels hij nog had.
Daarop richtte hij het geweer op de
terrorist en snauwde „En nu vlug!"
Grommend verliet de man onze gevan
genis.
Dan kwam de beurt aan die kleine
duivel. Hij had zich opgesteld achter
een tweede deur van het magazijn,
waar wij opgesloten waren. Toen alles
rustig leek te zijn, hoorden we hem in
het, duistei tegen ons praten in een ta
melijk zuiver Frans. Met zyn kinder
stem fluisterde hij gedurende twee volle
uren om de vijf minuten enkele zinne
tjes.
„Ga maar rustig zitten, bidt en slaapt.
Wij doen u niets."
Priesters zijn de mannen van God.
Wij doen niets aan de mannen van
God. Wees niet bang."
„Gij, priesters van Beni, gij hebt de
Kongo verkocht aan de Amerikanen.
Dus wordt gij morgenvroeg allen ver
moord... allen."
Gij hebt Amerikaanse vliegtuigen ge
roepen om onze opmars te stuiten. Gij
hebt slecht gehandeld. Om te tonen dat
het nutteloos is tegen Loemoemba te
willen strijden, schieten wij U morgen
allemaal neer."
„Vorig jaar volgde ik de zesde La
tijnse in het Klein-Seminarie. Men vond
dat ik niet slim genoeg was om priester
te worden. Om God te vinden ben ik
dan maar Muletist geworden."
„Gij zijt de vrienden van de soldaten
en de politie-agenten. Die vermoorden
we tot de laatste man en u erbij."
„Strekt u maar rustig uit en probeert
te slapen. Wij zullen u niets doen."...
Dat ging zo twee uur door. Twee uur
lang dezelfde zinnetjes van dood en
aanmoediging.
's Morgens om zes uur begon in het
restaurant, dat grensde aan onze ge
vangenis de plechtigheid van het LOE-
MOEMBA-WATER, die van zes tot ne
gen uur duurde. De tovenaar bestreek
alle strijders met water: hoofd, borst,
rug, het geweer, de lans, terwijl een
voorbidder zonder onderbreking met
zware stem „MAYI LOEMOEM
BA MAYI" riep, de onkwetsbaarheid
formule van de Muielisten.
Toen dat voorbij was, gingen drie
rechters voor onze' deur zitten beraad
slagen. Ze spraken swahili met de ken
nelijke bedoeling, dat we hen zouden
kunnen verstaan. Het gesprek verliep
kort samengevat als volgt: „Dus twee
gaan we vermoorden? Wie?" Ze blader
den in onze paspoorten. „De beste oplos
sing is die twee grijsaards maar dade
lijk op te ruimen. Met een kogel neer
schieten? Ja, maar eerst moeten onze
vrienden zich wat kunnen vermaken.
Slaag moeten ze krijgen en veel. Eerst
goed afranselen en ze dan dood schie
ten. Laat die andere paspoorten eens
zien. Als we die twee anderen eens na
men. Vooral die met de baard. Die is
altijd streng geweest. Dadelijk doden?
Neen, we zullen hem de baard uittrek
ken. Of neen, laten we die baard in
brand steken. Ja, met naft, dat brandt
geweldig. Laten we eigenlijk maar lie
ver petroleum nemen, dat duurt wat
langer."
„De uren leken eeuwen. Maar om
streeks twee uur hoorden we iemand
roepen. „Ga een vent zoeken om die
paters dood te schieten." Monseigneur
gaf ons de algemene absolutie. Nie
mand sprak meer. We baden tot de Hei
lige Martelaren van Oeganda. Het bleef
maar duren, voordat men de beul vond.
Het duurde zelfs zó lang, dat onze hoop
weer begon te herleven."
„Maar buiten gebeurde intussen het
wonder. De Muielisten waren bij het
plaatsje Mukulia in het nauw gedreven
door het leger van de Centrale Rege
ring. Om drie uur kwam de eerste
vrachtwagen met vluchtende rebellen
bij het hotel aan. De tovenaar en de
commandant riepen hen toe terug te
gaan: „Gij verliest uw onkwetsbaar
heid omdat ge schrik hebt. Jullie mo
gen geen schrik hebben, want zonder
angst veranderen alle kogels in water.
Ga gauw terug. Vooruit."
„Maar er kwamen meer vluchtelin
gen, auto's, voetgangers. Ze renden het
hotel voorbij de wildernis in. Wij pro
beerden de koorden van enkele zwarte
medegevangenen, die de laatste uren
bij ons waren binnengebracht, los te
maken. Op dat moment kwamen er drie
negers binnen, die gelukkig familiele
den waren van deze lieden en ze nu pro
beerden te bevrijden."
„We konden een deur openkrijgen en
zagen onze bewakers al niet meer. Met
diepe teugen ademden we de nachtlucht
in en hoorden, dat het gevecht tussen
de soldaten en rebellen zich even buiten
het centrum van Beni had afgespeeld.
Wegens de snel-vallende avond waagden
de soldaten zich niet verder in Beni-
centrum en door diezelfde angst ont
ruimden ook de rebellen het centrum."
Beni lag die nacht verlaten, gehavend
en geplunderd, met lijken in de straten
en slechts de gevangenen als enige
menselpke wezens in dit oord van ang
stige stilte. Nadat de nacht gevallen
was gingen monseigneur, de paters en
de broeders zich verschuilen, de een
hier en de ander daar. Vroeger in de
ochtend vertrokken twee verschillende
groepen naar Oeganda waar ze behou
den aankwamen.
ons. Wü hadden de vliegtuigen opge
roepen en wu m°fst®n dus onmiddel
lijk voor het volkstribunaal komen In
Beni aangekomen werden we naar het
hotel overgebracht.
„Mateka.... „Oorlogs
buitOorlogsbuit., schreeuwden onze
begeleiders en die kreet werd overal
overgenomen. Ik had die geranium, te
ken van vriendschap nog in mijn hand,
maar die werd me door een razende
man ontnomen. Ik moest mijn bril op
de grond g0?'®1? ®n vin ANetene traP-
te hem in stukken. Eind hjk zaten we
dan voor het tribunaal. Honderden Mu
ielisten stonden rondom ons en wacht-
ten op een tek®" v^T".cle ,cornmandant
om ons te doden. Maar deze gaf dat
teken niet. Kalm ging hij voor ons
staan, keek ons aan, keek de huilende
bende aan en nep bars'„Simba!"
Een ogenblik was het stil, maar toen
begon een twaalf-jarige .longen te eil-
ze op een tafel, ook
len: „Brillen...Horloges. Wij legden
ze op een tafel, ook het borstkruis van
de bisschop. Toen het de commandant
een kolos van een neger op nor;j_
um komen. Hij praatte een ogenblik
met hem en daarop liet die neger ziin
broek zakken en toonde ons wonden
zo diep dat men er zpn vinger in kon
leggen. Intussen hield de commandant
een toespraak over het waarom van de
opstand van de echte Kongolezen te een
profiteurs, tegen Kasavoeboe, Tsiom-
be, het nationale leger, heel de admi
nistratie, die met machtsmisbruik allp
gelden van de Kongo in hun eigen zak
ken liet verdwijnen. Na nog wat gehar
rewar over een Griek, die hen verra
den zou hebben en diens eventuele ver
blijfplaats, nam de commandant ons
mee naar zijn eigen kamer, deed de
deur op slot, zette er wachten voor
neer en ging met de andere rehpllen
leiders over ons beraadslagen Het
duurde lange tijd voor de commandant
terugkwam en hij deelde ons mede dat
de grote toxenaar van de Mulel'isten
onze dood met wilde en dat daarom de
rebellen-generaal Olenga, die te Stan'
leystad verbleef, maar over nL w
moest beslissen."
V
„Daarna bleef hij met ons praten Hii
noemde ons zijn gasten, bracht ons ei
genhandig wat te drinken en vertelde
over zijn familie, over de oorlog die
hu smds jaren voerde tegen de centra
le regering en ook over het gebrek aan
tucht van zijn manschappen Hiizelf
zou ons de volgende dag naar Stanley-
stad brengen en hij wilde dan tevens
aan generaal Olenga zijn ontslag aan
bieden, omdat de zaken hem over het
hoofd groeiden wegens herhaalde mui
terij van zijn manschappen. zyn corDS
bestond uit 2000 soldaten, die elk hun
eigen weg gingen zonder zich iets aan
te trekken van de bevelen van hun com
mandant. Op zeker ogenblik verdron
gen zich een aantal bendeleden om het
gebouw en schreeuwsen „Leta mate
ka". Geef ons de buit! en de enige me
thode om ze weg te krijgen was ze elk
een half glas whisky te geven, terwijl
de anderen al verdwenen waren, om
dat ze toestemming hadden gekregen
de winkel van de gezochte Griek te
plunderen."
Een van de zaken, die ons het meest
trof tijdens die beruchte zaterdagmid
dag „as de aanwezigheid van talrijke
kinderen tussen de rebellen, jongens
van twaalf tot veertien jaar, maar ook
kinderen van zes tot acht. Een van die
jongetjes, zes jaar oud, liep rondom
onze kamer met een stuk kinderspeel
goed, een mitraillette. Van tijd tot tijd
legde hij op ons aan en draaide dan
aan het molentje om het geknetter van
de mitraillette na te bootsen. En dan
lachte hij.... en hij kon zo aanstekelijk
lachen.
Een andere jongen zat in een hoek
van onze gevangenis met een revolver
te spelen en zei, „U moet niet bang
zijn." Wij zullen u niets doen."
Tegen half zes werden er buiten en
kele koeien gebracht om geslacht te
worden. De jongen kreeg toestemming
om zich met de revolver te gaan oefe
nen op de dieren. Wij vroegen hem naar
zijn leeftijd: Hij was acht jaar!.
Inmiddels liet de commandant ons
terugbrengen naar de missiepost, omdat
hjj bang was dat we het er anders niet
levend zouden afbrengen, maar we hoor
den pas later, dat hij het over deze
beslissing aan de stok kreeg met de
onder-commandant, die hem beschuldig
de dat hij zich door ons had laten om
kopen. Deze kwam ons opnieuw met een
vrachtwagen ophalen en ditmaal werden
we met slagen en stompen opnieuw de
gevangenis ingeslagen. Een van de be
wakers kwam met een geweer voor ons
staan, uitte aan één stuk door bedrei
gingen, liep tenslotte op de bisschop af
en zei maar één verschrikkelijk woord:
„Deze".
Op hetzelfde moment deed de Kongo
lese priester, die bij ons opgesloten zat,
een stap naar voren en vroeg of hij
iets mocht zeggen. Men stond hem dat
toe. Zijn bewakers recht in de ogen kij
kend, zei hij: „Als er nu onmiddellijk
een gedood moet worden, neem dan
mij, maar niet de oude bisschop."
Verlamd keken we toe hoe hij naar
buiten gesleurd werd. Ze sloegen, trap
ten, schopten hem overal waar ze hem
raken konden en ze hielden pas op toen
hfj zich niet meer bewoog. Daarop over
legden ze waar ze hem het beste neer
konden schieten maar ze ^amen tot
de conclusie, dat ze hem de volgende
ochtend beter in stukken Ronden snij
den. Hierop werd hu als een vod terug
in onze gevangenis gegooid. Terwijl
wii hem verzorgden, kwam plotseling
een hevig geagiteerde vooraanstaande
Muletist Binnen, joeg de bewakers weg
en zei langzaam „Wat hier gebeurde en
nog aan het gebeuren is, heb ik nooit
gewild en ik wil ook nu niet. Gaat u
toch zitten en probeert u wat te rusten.
Men zal u niet meer lastig vallen."
,Hoe laat het geweest is, weten we
niet meer, maar op zeker ogenblik ging
de deur weer open en kwam er een ge
wapende bandiet binnen. Hij wilde ons
neerschieten. Onze bewaker, die duide
lijke instructies had gekregen, probeer
de de man met zachtheid buiten te zet
ten, maar deze weigerde. Heel kalm
richtte de man zijn geweer op de ban
diet. „Eruit vriend," zei hij. „Ik heb
verboden angst te hebben. Een Muielist,
die steelt uit eigen voordeel (in het
voordeel van de beweging is het een
goed werk) wordt v'oor het volkstribu
naal gedaagd en als zijn fout is be
wezen, wordt hü op staande voet neer
geschoten.
Het bisdom Beni heeft een opper
vlakte van 45.000 vierkante kilometer
en een inwoneraantal van 500.000 men
sen. Er wonen 350.000 katholieken, die
het nog steeds voor hun missionarissen
opnemen, in gedachten althans, want
ze zijn doodsbang voor de terroriseren
de Mulelisten.
Over de gebeurtenissen in Beni ver
tellen de paters:
de missionarissen
i«. uevmi,-lge achtergrond. Het
1? niet rie v=. die ze verjaagt,
MLjlen moeütik0n®,0jef® regering, die
nieuwe godsdienst
V 's met de
moeilUk"
nrekkende.^muitlndp1, 9let de
.„-i>:Uwe godsdienst 'bezeten Mule"
V- die menen, dat ze onkwetsbaar
Ier de kogels van het nationale
V)? de gebeurtenissen, meegemaakt
c °:a- pater Monulfus Bastiaense,
Sdo- harige missionaris uit Sittard en
nete- Belg, pater P. Th. Steegen,
Hrst je kunnen begrijpen volgt hier
iN$diin det kort *ets dver de nieuwe
ritf,n?t' die verdacht veel lijkt op
»?an-ne5 n, die ook tijdens de Mau-
k'ani, ri°de in Kenya jaren geleden in
s waren.
j. zeSgen de Mulelisten, „is
j'kt be-.??r en Meester
van alles.
Jj}ijfeop0°k G°d zijn. Tijdens hun ve'r-
Ok°rd rl„ Zi|n ze alle twee ver-
4p r'stUs j or h"n politieke vijanden.
ve dood; r "erde dag verrezen uit
s f'j'j!®" God staan twee figuren:
en "Mus en Loemoemba, die
■wod* 1 uag verrezen uu
dv'^Zen' on >!n°v.ml?a is he* derde jaar
in sta„i epJt de bracht alle moor-
ki;.,0nSc:liiii,i:an "e vijand om te toveren
Vii e", F- water voor al de inge-
Sen. Loemoemba-water ont-
k'eeN^vopu-'t01' de verrijzenis van Loe-
41 Waar aan> dat niemand
dn °P Vele nio,»gt is" HÜ is trouwens
®eöaant Piaatsen verschenen onder
hemnstrhdt Als
hi-rsbaar strydt, is men on-
•- te vÖv.k9™„ die onkwetsbaarheid
\Va„" w Vprli^.L oimweisuaarneiu
hetS-en zoHnt- P' A1?,? men zich niet
te Vs verhnrW, N f ge oorlog duurt.
ven i\.Zn.et,.®en vrouw samen
is het streng
„Op een dag heerste er in de stad
Beni, waar ook de bisschop woonde,
een ongewone bedrijvigheid van de
soldaten van het regeringsleger.
Vrachtauto's werden in gereedheid ge
bracht en er werd om een plaats ge
vochten. Toen een van de paters vroeg
wat er gaande was, antwoordde men:
„Mulele komt." Op het moment dat de
auto's wegreden, zag hij hoe alle in
woners de wildernis invluchtten en al-
les doodstil werd. De voormiddag ver
liep tamelijk rustig, maar na het mid
dagmaal klonken er schoten in de ver
te. Het leek of er hard gevochten werd,
maar dit was niet het geval. De van
haat bezeten Mulelisten schoten in de
lucht en op de lege hutten langs de
weg. Ze trokken onmiddellijk het ver
laten centrum van Beni binnen, waar
ze zich installeerden in de gemeente
lijke gebouwen. Op dat moment hield
het geweervuur op en toen wisten we
dat Beni gevallen was.
Geen kwartier later hoorden we een
auto de missie oprijden. Wjj waren sa
men met monseigneur Piérard, pater
Flavien, Salvinus, abbé Philippe, een
inlandse priester, twee inlandse broe
ders en een broeder van Charles de
Foucauld. Toen de au.o stopte, gin-
gen we naar buiten om de Muletisten
te ontvangen.
Wat we zagen zou eigenlijk op onze
lachspieren hebben moeten werken,
maar daarvoor was de situatie, zoals
later ook bleek, veel te ernstig. Voor
ons stonden een kwajongen van hoog
stens vijftien jaar, die met een lans
gewapend was en één soldaat met een
geweer. De jongen, die onder invloed
van een of ander verdovend middel
verkeerde, vloog uit de auto recht op
ons af. Als enig kledingstuk droeg hij
een klein broekje, een kroon van bla
deren rond zijn hoofd en een gordel
van bladeren om zijn middel. Hij
maakte groteske gebaren en schreeuw
de: Simba.Simbd!!!.Leeuw.
Leeuw!!! Mayi Loemoemba
Water Loemoemba Kamate ma-
jani"' Neem blaren of bloemen in
uw '"handenVerder schreeuwde
hü dat Beni nu eindelijk bevrijd was
en dat we bloemen in onze handen
moesten nemen om dat mee te vieren."
Een Concilie-vader van 71 jaar, een
dokter in het kerkelijk recht, een pater
met een baard tot aan zijn kmeen en
een Belgische broeder van ongeveer
1.90 m lengte namen heel braaf een
takje blaren in hun handen en wuifden
er gedwee mee om de jongen tot be
daren te brengen. Ik had," zegt pater
Steegen, „een scheut van een geranium
in mijn handen met aan de top een
vuurrode bloem, maar mijn handen
jeukten, want ik had zo graag dat joch
over mijn knieën gelegd om hem met
zijn lans op zijn mulelistisch achter
werk te timmeren."
„De komedie duurde niet lang. De
man met het geweer stond heel rustig
naar ons te kijken, terwijl de mulelis-
tische dwaas ons nu op een veel kal
mere toon het een en ar.:',er vertelde
over de onkwetsbaarheid. Alle kogels
van de vijand veranderen in water op
bevel van Loemoemba. Hjj toonde ons
een plaats op zijn knie waar een na
tionale kogel in water uiteengespat was.
Wü paters moesten niét bang zpn. De
Mulelisten, het leger van de volksrepu
bliek van Stanleystad, zou ons geen
kwaad doen, maar wee de soldaten
de politie-agenten, de staats-ambtena!
ren van welke graad of plaats ook, die
zouden allen zonder genade worden
neergeschoten. Na deze toespraak eis
te hij het contactsleuteltje van de bis-
schoppeiyke auto en vertrok.
Tweemaal kwamen er nog andere,
grotere groepen, die schietend hun
komst aankondigden en dan met onze
auto's verdwenen. Bij de tweede maal,
vertelt pater Steegen, liep ik in de rich
ting van de rivier Paida en vond daar
in het struikgewas een zwarte zuster,
die zat te snikken als een verloren kind.
In monterde haar wat op en liep ver
der het riet in. En daar voelde ik plot
seling hoe een ontzettende paniek zich
van me meester maakte. Ik rilde over
mjjn hele lichaam en mijn benen wei
gerden me ineens te dragen. Ik kreeg
de indruk dat ze me aan het zoeken wa
ren en dat ik de geweerschoten dich
ter en dichterbij hoorde. Teneinde raad
ging ik in het moeras zitten, voelde het
water door mijn kleren trekken, maar
kon me desondanks nog niet bewegen.
Ik zat daar of God me lamgeslagen
had. Hoelang ik daar gezeten had, kon
ik later onmogeiyk vertellen, maar
eindelijk hoorde ik de auto's wegrijden,
het schieten hield op, ik rievtte me
doornat overeind en liep terug naar de
missie. Nu pas besef ik hoe bang sol
daten in een oorlog kunnen zün."
„Misschien heb ik ooit gedacht, dat
het nu afgelopen was," zegt pater Bas
tiaense," maar wij waren te optimis
tisch; het ergste moest nog komen.
Omstreeks half negen stormden hon
derden gewapende Mulelisten het mis
sie-terrein op. Ze schreeuwden niet al
leen, maar vuurden aan één stuk in
de lucht, op het gebouw, maar geluk
kig met op ons. Eer we goed en wel
wisten wat er aan de hand was, waren
we omringd door tierende, schietende
scheldende mannen, die ons belachelijk
genoeg toe riepen niet bang te zijn,
want wie bang was zou een bewüs ge
ven dat hü tegen hen was. Wü stonden
braaf met onze groene takken te wui
ven, maar zü stormden de gebouwen
in, gooiden alles overhoop en zochten,
naar ze zeiden, naar Amerikanen en
soldaten van het Kongolese leger. In
tussen kwam iedereen op zün beurt uit
leggen dat ze onkwetsbaar waren. Ver
volgens werd op enige afstand beraad
slaagd wat ze met ons zouden doen.
Eenstemmig waren ze van oordeel, dat
we onmiddellijk naar het volkstribu
naal in het centrum van Beni moesten
worden gebracht."
Op dat moment hoorden we geronk
van vliegtuigen, vliegtuigen van het
Kongolese leger. Niemand verborg
zich, want ze waren toch immers on
kwetsbaar. Ze bleven staan en
schreeuwden: Maüi Loemoemba
Maiji Loemoemba...Maüi Loe
moemba! Maiji...Maiji!
Een van hen kwam rustig vertellen,
dat de kogels van die vliegtuigen hele
maal geen kwaad konden, want ze zou
den direct in water veranderen. Nie
mand zocht dekking, het was eenvou
dig ongelooflijk. Wij die niet onkwets
baar waren verscholen ons toen de
vliegtuigen gierend naar beneden kwa
men en uit hun mitrailleurs hun lading
moordend staal op de groep beneden
afvuurden. Het waren echter slechte
schutters, want er werden maar vier
van de honderden Mulelisten gedood.
Vier meter van ons af boorde een ko
gel zich in de grond en even later
kwam een geëxalteerd Muielist ons op
gewonden vertellen, dat hü juist op die
plaats stond en dat de kogel onder
voo' praak van God Loemoemba wa
ter was geworden."
Maar nu keerde de woede zich tegen