MOBIELE KAPSTERS IN WENEN
ELKE AVOND OM HALF ZEVEN
VERTREKT UIT MOMBASA
Stoptrein naar
Rui 111 1600
kilometer
oerwouden
^oor D. Coppes
VOLWASSEN DOEN
Wilde dieren
Te weinig
In vrijheid
Is het waar?
GROOT BOEK OVER
Dieren en kinderen
ZATERDAG 5 DECEMBER 1964
PAGINA 7
Heel vaak stellen jonge men
sen de vraag waarom zij
gedwongen zijn zondags
aar de kerk te gaan. Dat ge-
eurt dan op gespreksavonden,
n discussiegroepen of in per-
°onlijke gesprekken. Het feit,
ze die vraag stellen is in de
vieste gevallen een zeer gunstig
en> ook al zijn de bewoordin
gen waarin die vraag gestoken
ordt wel eens zodanig, dat
üderen er van schrikken. Het
juist degenen die zich zorg
laken om hun eigen oprechte
kerkelijkheid, die zulke vragen
tellen. Vaak gaan die vragen
«epaard met velerlei kritiek op
wijze, waarop zondags de
jUcharistie wordt gevierd en de
Predikatie wordt verzorgd, maar
at zijn allemaal kwesties die om
t}e eigenlijke kern heendraaien.
le kern van de kwestie bevat
fkele aspecten, die uiterst be-
^bgrijk zijn en die daarom se-
leuze aandacht vragen. Nie-
and mag zich van die vraag
gemakkelijk afmaken. En de
tVjze waarop wij voor jonge
jhensen die vraag beantwoorden
s tegelijk ook een testen van
J?e echtheid van onze persoon-
'iKe zondags-beleving.
Nu er een redelijke kans be
staat dat de zondagviering, bij
de nieuwe liturgische bepalin
gen, meer verstaanbaar, meer
zinvol wordt, is het misschien
wel interessant deze kwestie
eens te overdenken. Je wordt er
ook door gedwongen je eigen
kerkgang weer eens te bezien.
Het is heel duidelijk, dat we
ook hier weer van de ene kant
het benauwde, het angstige van
vroeger moeten loslaten, en van
de andere kant toenemende per
soonlijke aandacht moeten op
brengen. Het enige gevaar is ge
brek aan belangstelling. Die is
funest voor een bloeiend kerke
lijk leven, of er nu strenge wet
ten zijn of niet.
Dwars door de immense oerwou
den en dorre berglandschappen
rijdt deze trein in twee en een
halve dag de 16X0 kilometer van
Mombassa in Oost-Afrilca naar
Kasese in de binnenlanden. Zonder
twijfel draagt deze spoorwegver
binding in grote mate hij tot de
ontwikkeling van dit deel van
Afrika.
Weense dames die op het allerlaatste moment horen dat zij uit
moeten en die met een „onmogelijk hoofdrondlopen kunnen een
beroep doen op een van de mobiele first-class kapsters van de befaam
de Oostenrijkse coiffeur Stephan Szenoner. Omdat de auto's van de
dames zijn voorzien van een mobilofooninstallatie zijn zij altijd bij
de hand.
Elke avond om ongeveer zes
uur verzamelt zich een groep
mensen op het spoorwegsta
tion van de oude Arabische stad
Mombasa aan de kust van Kenia.
Negers en Afrikanen lopen in
kleurige verwarring door elkaar
heen, terwijl hier en daar een En
gelsman pogingen doet om niet
helemaal in de menigte verloren
te gaan. Er klinkt een bel en
iedereen schuifelt de wachtende
trein binnen. Dan, precies half
zeven begint een van de meest
verbazingwekkende treinreizen ter
wereld. Bestemming: de oerwou
den van Afrika en de Maanbergen.
ast&m&i#
Waarom moet ik op
ZONDAG NAAR DE KERK?
'""""""iiiiiHiiiiiinininniHiniiinMiiiiininiHHmninini
""""'lllllllllllimillllIHHIIMIIIIMIIIIIHIIIIIIUIMIIIIIIIIIillll
Eén van die aspecten wordt vaak
"geveer als volgt venvoord: „in hoe
de!?"6 's Ket allemaal echt wat ik
Al?» 'k ben door mijn geboorte en
Jjfln opvoeding nu eenmaal „automa-
Sch" ijl dezf». kfirk cpkomen. maar
*>'jn
j,Sc"" in deze kerk gekomen, maar
tel VraaS me vaak af, of ik er zelf
achter sta. Vooral als het me
vj^jnaal weinig doet, is die vraag
eel duidelijk. Het naar-de-kerk-gaa,n
j^nit mjj dan voor als iets oneerlijks.
rit er, omdat het nu eenmaal zo
gewoonte was tot nu toe, omdat
rWn familie en mijn omgeving het
an mij verwachten en ook wel een
eetje, omdat ik bang ben dat ik
Sliders kwaad doe. Dat laatste is er
vanaf mijn kinderjaren goed inge
pompt en daar ben ik eigenlijk een
beetje hoos over. De vraag is of je
kerkelijk nog eens helemaal zelf tot
een keuze zult komen. Als het niet
Verplicht was zou dat veel eenvou
diger liggen, geloof ik".
Als wij eerlijk zijn moeten we toe
geven, dat er veel waars zit in
deze vraagstelling. En ook dat wij
O'Waxsenen vaak met soortgelijke
moeiiykheden zitten.
''A'it zeggen we nu aan zo'n jongere?
j,. denk, dat hij goed moet weten
dat hij ook in principe vrij is. Het
'e't <jat hij gedoopt is en een katho
lieke opvoeding heeft gehad ontneemt
hem niet de vrijheid later zelf een
keuze te maken. Je moet zelfs zeggen:
bet ontslaat hem niet van de plicht
*ot een eigen keuze te komen. Wat
év tot nu toe was, voldeed voor hem
s kind. Nu lifj volwassen gaat
orden moet hij ook tot een vol
gassen aanvaarding van het geloof
omen, ook tot volwassen aanvaarding
tiitP u e Kerk en de verplichtingen van
0 kerk. Dat kan niet zo maar van
in* ene da& °P de andere. Sommige
ageren hébben daar weinig moeite
-ee. Zjj komen geleidelijk aan tot
gaarding zonder dat zich scherpe
sten matiek aandient. Zeer velen ook
cn '?n zich de vraag helemaal niet
jü doen gewoon mee (of niet!). Er
steiler echter heel wat, die wel vragen
uien en zij moeten goed weten, dat
ifj 'Oherlijk helemaal vrij zjjn en ook
ha*, omen vrijheid tot een positie-
me moeten komen.
het® kerkelijke gemeenschap heeft in
v0] Vprleden te weinig deze jonge
S!?enen uitgenodigd tot een keuze.
Hit Jtmg er te vanzelfsprekend van
3Vfe' öat ZÜ wel mee zouden doen.
tij,): legde hen ook wel erg vroeg-
•het - V-ast °P Ket kerklidmaatschap:
'het i„la?r a' verplichte zondagsmis,
Keloti iaar hernieuwing der doop-
bet e" daar tussen in meestal
j' vormsel.
bleep laatste jaren wordt er steeds
Sepa«eaandacht gesch°nhen aan aan-
w& geloofsonderricht aan jongeren
vanWif-,naar de volwassenheid. Aan-
tri6.t®wk nog, omdat men tot de
loofJ® ontdekking kwam dat de ge-
algemnms bÜ deze jongei'en over het
°htstnnln bedroevend weinig was. Zo
v°or ,3 .0.toen de godsdienstcursussen
hlen i "^rigen. Maar later ook, omdat
loofs tot de ontdekking kwam dat ge-
„„"cht jonge mensen vaak
?igeniine ,om en de belangstelling
'h ppbk heel groot is. Telkens als
htensep andere vorm met jonge
beloofA,11? een bon geëigende taal over
bell n .w°rdt gesproken, blijkt
_.an&stelling heel groot. Dat loopt
terentjfvJnPvolle kerken bij vastencon-
heftig discussiërende ge-
SJlerlè; oePj0s- bïet daar tussen in
1 ax-ci_Y°Fmen: zoals jongerenweken.
Wet tietochtenbezinningsdagen.
*eri)Q,,rf?en, duidelijke zaak, dat naar
ng bij jonge mensen de belang
den -Voor religieuze bijeenkomsten
dan uj.de „regel" om veel groter is
En K--Volwasseneri-
de oij a] contakt is steeds meer
kOetj j 'hte gegroeid, dat het heel
Op do als do kerK een beroep doet
tot „„A'rijheid van deze jongeren om
lijk w ",en te komen, als uitdrukke
nd vnrdt gezegd, dat ze daar de
"iet 2°or mogen nemen; dat zij er
ïtonsér, m?e k'aar hoeven zijn. Jonge
deeln~a d'e aan deze bijeenkomsten
vok16?' z'tn positief ingesteld
vrijrif "en is het dikwijls weer een
te hor een verlossing op zichzelf,
dat en tot het inzicht te komen,
Sroeien tot een antwoord mogen
biet (jA. e belangstelling wordt er
fesPrekif verminderd. Integendeel, de
«eter 1, 6n worden er alleen maar
"etpr X worden er alleen maar
hgend?--'- ^??t is. een zeer ver"
1 verschijnsel.
fhhkkefii?6 Principiële vrijheid uit-
"uit .I v'ordt gesteld en als er
T*n ann-f vrijheid op jonge mensen
rf1 hnV. w°rdt gedaan „liet geloof
v 1 zieh doopsel" te Ieren kennen,
rpliol,!' kwestie van de zondags-
v*'vaarto»"K boel anders \oor. De
yan de verplichting geldt
IVij staan wel
in onze slobbertruien
en te nauwe broeken
wat volwassen te doen
op de hoeken van de straten,
wij hangen wel
wat onverschillig aan de bar
en bestellen met een stoer ge
zicht
ons zoveelste biertje,
wij geven wel een grote mond
tegen onze ouders en gooien de
deur
met een klap achter ons dicht;
maar wie weet
hoe we 's avonds in ons bed
met onszelf liggen te vechten
en de grijnzende negerkoppen
van de nachtconcerten
van de muren scheuren
en het uitschreeuwen van een
zaamheid.
Wie weet van onze...
gevouwen handen.
H. B., 18 jaar
(uit „Een tien voor de tieners"
dl. 3)
eigenlijk alleen voor dege
nen die zelf bewust de kerk aanvaard
hebben. Het is een van de verplich
tingen die voortkomen uil e?n ver
houding, die men in vrijheid is aan
gegaan. Het is gevaarlijk om verge
lijkingen te gebruiken. Toch kunnen
zij nuttig zijn.
Iedere jongere begrijpt, dat er uit
een verloving of een huwelijk neel
duidelijke verplichtingen voortkomen
en ook dat het lang niet altijd ple
zierig is deze regels te onderhouden.
Toch ervaart men als alles nor
maal is zulke regels niet ais
dwang. Men heeft ze in vrijheid ge
accepteerd. Zo zou het ook met de
kerk moeten zijn. Als men in ge
loofsvrijheid de kerk heeft aanvaard,
is de wekelijkse Eucharistieviering
al kan het wel eens een opgave zijn
geen probleem op zich zelf meer. Het
is een volkomen zinvolle gedragsregel
tussen de Kerk en ons, waarbij het
volkomen aanvaardbaar is dat deze
regel door de Kerk wordt opgesteld.
Welnu, een jonge volwassen moet
voor zichzelf uitmaken wanneer hij
vindt, dat hij zo in vrijheid ge
looft, dat hij zich aan deze regel ge
bonden acht. Als wij dat zeggen
gebeurt er niets gevaarlijks, lopen zij
helemaal niet weg van de kerk,
maar ontstaat er een opluchting, die
alleen maar heilzaam is.
In die opluchting kun je dan heel
duidelijk en heel aanvaardbaar rede
nen vinden waarom het toch goed is,
ondanks deze principiële vrijheid, dat
ze zich blijven houden aan de regel
waartoe ze eigenlijk nog niet ver
plicht zijn. Om het gezin, om sociale
verhoudingen. Maar vooral ook, omdat
het goed is van binnen uit te zoeken
naar tie zin van prediKmg en sakra-
ment in een geregelde aanwezigheid.
Het zou niet alleen onverstandig, maar
ook in zekere zin ontrouw zijn, als
ze zich er niet meer geregeld mee
bezig zouden houden: je gaat immers
iets wat je hebt doorgekregen niet ver
onachtzamen, voordat je alle aandacht
hebt besteed aan de waarde ervan.
Het groeien nu naar persoonlijke ge
loofsaanvaarding is niet iets wat je
doet wij wijze van kennismaking in
eens of bij wijze van een soort cursus.
De enige manier is geregelde toeleg.
Meestal zijn deze laatste opmer
kingen niet meer nodig in een ge
sprek. Ze zijn voor de meesten van
zelfsprekend. De beklemming, dat
ze van tevoren natuur-noodzake-
Ijjk voorbestemd zijn bij deze kerk
te horen, valt weg. Meestal blijkt
dat ze heel graag tot die kerk
willen behoren.
Een ander aspect dat hiermee
zeer nauw samenhangt ligt vervat in
opmerkingen als deze: „de kerk zegt
nu wel, dat ze de ware kerk is, maar
lioe kan ik dat nu weten; alle kerken
zeggen, dat ze de ware kerk zijn; als
ik wil weten welke voor mij de ware
kerk is, moet ik toch eerst met al die
andere kennis gemaakt hebben". In
de meeste gevallen is zo'n vraag
steller helemaal niet van plan om nu
eens een uitgebreide observatie op
touw te zetten langs alle mogelijke
kerkgenootschappen. Meestal is er de
angst: zou het allemaal wel waar
zijn?
Die angst speelt ook mee in onbe
hagen over de zondagsmis. ,,Ik ben
zo onder druk gezet om zondags naar
de kerk te gaan, dat ik misschien
wel zonder het te willen in de kerk
ben, die helemaal niet de ware is".
De angst: zou het wel waar zjjn is
een volkomen normale zaak. We
moeten niet proberen die met aller
lei prachtig sluitende argumentaties
uit de wereld te helpen. Iedereen
moet met die onzekerheid leren leven,
iedereen moet er doorheen, omdat
echt geloven veronderstelt een ant
woord vanuit heel de toestand van
menselijkheid. Daar hoort die angst
gewoon bjj. EJke poging om die weg
te drukken zal altijd verkeerde gevol
gen hebben.
niiiiuiiiniiuniiiiiniii||i||||"||||||niiiiiiiniininininiiniin
Het grote boek over wilde dieren,
door Annie en Johan Winkler; uitge
verij Ploegsma, Amsterdam.
Beroemde schrijvers, dierendeskundi-
gen en onderzoekers hebben mee
gewerkt aan het prachtige „Grote
boek over wilde Meren" dat be
werkt door Annie en Johan Winkler bij
de uitgeverij Ploegsma in Amsterdam
verscheen.
Wie de verschillende verhalen leest
komt onder de indruk van de meesle
pende verteltrant van elk der acht-en-
twintig auteurs. Zij verhalen op een niet
zelden dynamische wijze in voor jonge
ren en ouderen begrijpelijke taal van de
avonturen die zij met dieren beleefden
in de wildernis. Ër is ook genoeg ruimte
in vele hoofdstukken voor vertedering en
humor. Aandoenlijke staaltjes moeder
liefde, verbazingwekkende voorbeelden
van dieren-intelligentie en aanbevelens
waardige manieren van „levenskunst"
krijgt men in dit heerlijke werk voor
gezet. Gerald Durrells verhaal over de
apen-vangst is een opwindende ervaring,
evenals H. Mortimer Battens geëmotio
neerde reportage over Vuurflits, de wil
de kat. Het hoofdstuk van R. Kipling
over de „dans van de olifanten" is fasci
nerend geschreven. Maar er staan meer
kostelijke avonturen in dit boek. Te veel
om hier nader op in te gaan. Een extra
attractie van het boek vormen de fantas
tische tekeningen van de Poolse kunste
naar Janusz Grabianski van wie wij
graag eens méér werk zouden zien.
Margaret Green die het boek samen
stelde heeft een zeer goede, gevarieerde
keuze gedaan uit het overvloedige mate
riaal dat haar ter beschikking stond.
„Het grote boek over wilde dieren" is
een dankbaar geschenk in de komende
dagen voor jong en oud.
F. B.
Nora Petit, Jo Bokma (foto's) „Die-
renportretten", Kris Kras, Amster
dam.
Een veertig pagina's tellend kinder
boek, dat in begrijpelijke teksten
een twaalftal dieren introduceert;
telkens drie bladzijden: één foto
pagina en anderhalve pagina tekst.
De inleidingen zijn interessant en be
vattelijk en de foto's uitstekend. De keu
ze van dieren is willekeurig, maar mon
diaal en zeer verscheiden: variërend van
olifant tot kokerwurm.
Een volgende serie wordt aangekon-
digd' V. L.
De Britse direktie van de spoor
wegmaatschappij noemt de trein
schertsend „de trein naar boven".
Weinig reizen per spoor zijn echter zo
spectaculair als deze, die twee en
een halve dag in beslag neemt. De
reis voert langs onbekende streken
van Oost-Afrika. Nadat de „gari la
moshi", het „rookvoertuig", Mom
basa heeft verlaten en de palmbo
men uit het gezicht zijn verdwenen,
omsluit de wildernis de eenzame
spoorbaan.
Hoewel de Portugezen de stad Mom
basa gedurende twee eeuwen bezet
hebben gehouden en Amerikaanse en
Britse zakenlieden in het nabije Zanzi
bar reeds in het begin van de 19e eeuw
naar hartelust handel dreven, had toen
geen blanke de moed om een voet in
de immense oerwouden te zetten. waar
de Njjl haar oorsprong vindt. Volgens
de Griekse aardrijkskundige Ptole-
maeus, die in de tweede eeuw na Chris
tus leefde, moesten zich daar de Lunae
Montes, of de „bergen van de maan
bevinden. Geen Europeaan kon dat be
vestigen. Gedurende eeuwen bleef dit
gebied, door oerwouden en moerassen
omgeven, onontsloten.
Toen de trein voor het eerst in de
Afrikaanse ge.schioden.s^ verscheen,
was, zoals overal aiders, iedereen bang
voor de .ijzeren slang Niettemin
heeft "een vervoermiddel Oost-Afnka
zo snef vo"or de wereld ontsloten en tot
de ontwikkeling van dit gebied bijge
dragen, als juist de trein. Ambtenaren
van het koloniaal bestuur, missionaris
sen artsen en technici werden naar het
vroèffer geïsoleerde gebied vervoerd.
Tegenwoordig opereert de spoorweg
maatschappij onder supervisie van de
rpceringen der drie Oostafrikaanse sta
ten en bereikt een gebied, dat bij
na even uitgestrekt is als geheel West-
Furopa De treinen naar het binnen
land vervoeren materialen en gereed
schappen die nodig zijn voor de steden
bouw terwijl de treinen naar de kust
koffie, thee, hout, huiden en bevroren
vlees transporteren, bestemd voor de
wereldmarkten.
Vrijwel iedere dag beklimt een zeer
gemêleerd publiek de coupé's van de
trein. Goed geklede Afrikaanse rege
ringsambtenaren, Engelse ingenieurs,
die betrokken zijn bjj de bouw van een
krachtstation, drukpratende inheemse
handelslieden en zo af en toe een Ame
rikaanse missionaris.
De derde klas coupé's puilen uit van
de Afrikanen, die enorme hoeveelhe
den bagage meevoeren. Sinds jaar en
dag trachten de spoorwegbeambten de
reizigers er toe te bewegen hun baga
ge met de bagagewagen te- laten ver
voeren. Zonder succes evenwel, want
niemand vertrouwt het vervoer van
zijn spullen aan derden toe. De maat
schappij Iaat iedereen een bedrag van
ongeveer vijftien cent betalen voor ie
dere kip, die hij mee in zijn coupé
neemt. Geiten zjjn taboe, een regeling
waarover veel ontstemming heerst.
Wie met deze trein meerijdt, merkt
dat de verwantschap met snelvervoer,
zoals in andere landen, ver te zoeken
is. Daar is in de eerste plaats de spoor
breedte schuldig aan. Deze is name
lijk niet groter dan een meter. Van
wege de ongelooflijk scherpe bochten,
wordt er bovendien niet sneller dan
ongeveer 65 kilometer per uur gere
den.
De dieren van de oerwouden leve"
ren de spoorwegmensen in dit land
grote zorgen. Soms vinden er botsin
gen met olifanten plaats of raken gi
raffes met hun lange halzen verstrikt
in de telegraafdraden van de spoor
weg. Bovendien hebben de in het bin
nenland wonende stammen een voor
liefde voor koperdraad. Soms verdwe
nen grote delen van de telegraafver
bindingen, die men later in de vorm
van kettingen en armbanden om de
halzen of polsen van gelukkig lachende
stamleden terug kan zien.
In de vroege ochtend bereikt, de trein
de beroemde berg Kilimanjaro, de
hoogste van Afrika, die majestueus op
een groot bergplateau staat. Nadat
Nairobi is gepasseerd, rijdt men langs
de adembenemende zestig kilometer
brede Rift Vallei, die zich op wonder
baarlijke wijze uitstrekt van Turkije,
dwars door de Rode Zee loopt en via
de hooglanden van Oost-Afrika tenslot
te in Malawi, het vroegere Nyassaland
uitkomt. Het volgende station is Naku-
ru, dat omstreeks half drie in de mid
dag wordt bereikt. Het landschap heeft
een opmerkelijke verandering onder
gaan, want de bomen zjjn verdwenen
en hebben plaatsgemaakt voor acacia's
en open grasland. Voort gaat het in
de richting van de equator, waar ds
temperatuur 's-nachts bijzonder laag
is en om negen uur de volgende och
tend wordt Kampala, de hoofdstad van
Oeganda bereikt. Deze stad met zijn
47.000 inwoners, is bovendien de hoofd
stad van Buganda, een van de vier
oorspronkelijke koninkrijkjes, waarvan
de inwoners, lang: voordat de Europe
se ontdekkingsreizigers arriveerden,
een opmerkelijke beschaving hadden
weten op te bouwen. De trein rijdt niet
verder dan deze stad. De weinigen,
die nog verder het binnanland in rei
zen, moeten wachten op trein 53, die
's avonds vertrekt. Het zjjn meestal
mensen met een ware pioniersgeest,
die zo diep in het binnenland werken.
Zjj zijn typerend voor de hoop en de
ambitie van het moderne Afrika.
De volgende ochtend rijdt de trein
op «1e rand van de driehonderd meter
(liepe Rift Vallei. Het George- en Ed-
wardmeer glinsteren in de ochtendzon.
Dan verschijnen in de verte enorme
met sneeuw bedekte bergketens. Het
zijn de legendarische „bergen van de
maan" ofwel de „Ruwenzori", onder
welke naam zij officieel bekend zijn.
De sneeuw van deze bergtoppen ver
dwijnt eerst in de beide genoemde me
ren, waarvan het water zich uiteinde
lijk bij dat van de Victoria Nijl voegt
om daarna als Witte Nijl de geweldige
afstand naar Egypte af te leggen. De
Maanbergen zijn zelden zichtbaar, aan
gezien zij meestal in een ondoorzichti
ge mist of wolkenmassa zijn gehuld.
De ontdekkingsreiziger-journalist
Stanley kampeerde in 1888 wekenlang
in de nabijheid van deze bergen, alvo
rens hjj een glimp van de top kon op
vangen. En ook thans zpn er maar wei
nig mensen, die ooit de spookachtige
bergtoppen, waar vaak oogverblinden
de sneeuwstormen woeden, hebben ge
zien.
Het einde van de bijna 1500 kilome
ter lange reis is in zicht. Het is de stad
Kasese, die bereikt wordt, nadat de
trein zich door een uitgestrekt moeras
heeft heen geworsteld. Hoog in de ber
gen huilt een gierende wind, maar in
Kasese staat een fel brandende zon
aan een strak blauwe hemel. De loco
motief slaakt een laatste stoomzucht.
De 1650 kilomeetr van Mombasa naar
Kasese, dwars door de Afrikaanse oer
wouden, zijn afgelegd
(Advertentie)
i00.000 kinderen leven angstig in de
riolen van de grote steden in Zuid-
Amerika.
Helpt het kind in zijn schreeuwende
nood
Bij storting vanaf 25.ontvangt U
deze aangrijpende litho, van Aart van
Dobbenburgh.
Stichting Switzar's Jongensstad, Brasil.
Secr.: Vijverhoef 54, Amsterdam-Zuid 2.
Postgiro 559955.