Autobiografie
laat nog veel
onbeantivoord
Koopman
Inzinking
DINSDAG 15 DECEMBER 1964
PAGINA 11
De Kleine Man zoals hij zichzelf
noemt in zijn inleiding op „The
Gold Rush", toen deze stomme film
in 1942 van geluid werd voorzien met
snorretje, bolhoed, rottinkje, slobberbroek
en afgetrapte, veel te wijde schoenen. Zo
kent iedereen Charles Chaplin van het
witte doek. Maar de mens en de kunste
naar, die schuilgaan achter de belachelijke
attributen van een onsterfelijk geworden
figuur, zijn voor velen een raadsel ge
bleven. Ondanks de miljoenen woorden,
die over hem en zijn werk zijn geschreven.
Woorden vol lof of kritiek, vol genegen
heid en bewondering, of vol haat en afkeer.
Want zijn bewonderaars aanbidden hem,
zijn tegenstanders haten en verguizen hem,
maar allemaal zijn ze het er over eens, dat
hij uniek is. Er zijn uitvoerige werken ver
schenen over zijn levensloop, felle beschou
wingen over zijn politieke gezindheid,
diepgaande studies over zijn Charlie-figuur
en over zijn betekenis als komiek en filmer.
Wie echter mocht menen, dat op al deze
vragen en problemen rond de figuur van
Charles Chaplin het laatste woord zou
worden gesproken in het boek van zijn
hand, dat onder de titel „My Autobiogra
phy" gelijktijdig in Amerika, Engeland,
Duitsland, Frankrijk, Italië, Denemarken,
Finland, Noorwegen en Zweden is ver
schenen de Nederlandse vertaling komt
waarschijnlijk pas volgend jaar zal zich
bij lezing van dit lijvige, meer dan vijf
honderd pagina's tellende werk teleur
gesteld voelen.
De Charlie-figuur: intuïtief ontstaan.
Een scène uit The Kid" met Jackie Coogan.
Met Albert Einstein bij de gala-première van City Lights".
Familiebijeenkomst voor Kerst
mis in de tuin van het Zwitserse
landgoed met zes van de acht
kinderen. Van links naar rechts:
Annette, Jane, Eugene, Victoria,
Josephine en Christopher op de
arm van Oona, de echtgenote van
Charles Chaplin. De oudste twee
kinderen Geraldine en Michael
waren op het moment dat deze
foto genomen werd, in Londen.
Na de meer dan vijfhonderd
bladzijden te hebben gelezen,
soms te hebben doorworsteld,
kent men veel anecdotes, feiten
en mensen vaak met scherpe
visie en humor geschetst en
heeft men een algemene indruk
van Chaplins levensloop. Maar
de kunstenaar in hem is er niet
minder raadselachtig om. Over
het geheel is het boek dan ook
minder een autobiografie van
een kunstenaar dan een verzame
ling mémoires van een beroemd
heid, echter met dit verschil, dat
Chaplin meer bekendheid heeft
gehad en meer illustere persoon
lijkheden heeft ontmoet dan met
de meeste andere schrijvers van
mémoires het geval is.
(Door J. C. A. Fortuin)
usiaL'..-:!.
CHARLES CHAPLIN:
een genie maar
niet als auteur
voorzien. Een tijdlang werden ze, net
als de vagebond in „City Lights",
door een vroegere vriendin naar een
luxueuze omgeving overgebracht, maar
dit was slechts van korte duur. De
krotten, waar zij onderdak vonden,
werden steeds armelijker en verwaar-
loosder, totdat ondervoeding en wan
hoop de moeder van het verstand be
rooiden en haar beide kinderen moes
ten worden ondergebracht in hetzelf
de werkhuis in Lambeth, waar later
Louise de maitresse van bun vader,
zou sterven.
zoal# bij een voorval, dat hij in zijn
boek als volgt beschrijft: „Henri Co-
chet, een andere kennis en ik gingen
een cocktail-bar in Biarritz binnen
Aan de muur van de bar bevonden
zich drie gokwielen, elk voorzien van
de cyfers één tot tien. Half voor de
grap verklaarde ik plechtig, dat ik
een psychische kracht in me voelde,
dat ik de drie wielen zou ronddraaien
en dat het eerste op negen zou stil
staan, het tweede op vier en het der
de op zeven. En waarachtig, het eer-
st© wiel stopte op negen, het tweede
op vier en het derde op zeven een
kans van één op een miljoen."
Ook als kunstenaar en als clown
heeft Chaplin in zijn leven die
kans van één op een miljoen
gekregen en hij heeft hem ge
grepen. Niet beredeneerd en bereke
nend, maar intuïtief, zoals ook zijn
Charlie-figuur is ontstaan. Zelf schrijft
hij daarover in het tiende hoofdstuk
van zijn boek: „Mack Sennett stond
met Mabel (Normand) naar het de
cor van een hotelreceptie te kijken,
kauwend op zijn sigaar. „We moe
ten hier een paar gags hebben," zei
hij en wendde zich tot mij: „Trek
wat grappigs aan. Het geeft niet
wat." Ik had geen idee, wat ik zou
aantrekken. Maar op weg naar de
garderobe besloot ik, dat ik een slob
berbroek zou nemen, grote schoenen,
een rottinkje en een derby-hoed. Ik
wilde, dat alles met elkaar zou con
trasteren: de broek slobberig, de jas
nauwsluitend, de hoed klein en de
schoenen groot. Ik wist niet, of ik er
jong dan wel oud zou moeten uit
zien, maar aangezien mij te binnen
schoot, dat Sennett verwacht had, dat
ik veel ouder .zou zijn, voegde lk er
een snorretje aan toe dat, aldus re
deneerde ik, mij ouder zou maken
zonder afbreuk te doen aan mijn ex
pressievermogen. Ik had geen idee,
wat voor type ik zou uitbeelden. Maar
op het ogenblik, dat ik gekleed was,
deden de kleding en de opmaak me
voelen, wat voor karakter hij had. Ik
begon hem te kennen en tegen het
ogenblik, dat ik het toneel opwandel
de, was hij volledig geboren."
In dit gedeelte is de verklaring te
vinden van de latere Charles Chaplin
als mens zyn zucnt naar geld, zijn
ijdelheid. zu'n mislukte menselijke re
laties, zijn harde optreden jegens zijn
medewerkers, zu®.sympathie voor de
onderliggende partijen als kunstenaar:
alleen uit de lach en .de traan, uit de
goedkope café's, variété-theaters en
armelijke logementen van zijn jeugd
kan zijn tragi-komische Charlie-figuur
zijn voortgekomen. Maar een verkla
ring van de eigenschappen en talen
ten, die hem onbegrensde roem en
tegelijk felle verguizing brachten, zal
men hier en elders m het boek ver
geefs zoeken. Wat ny over zyn eerste
jaren in Hollywood vertelt, voegt wei
nig of geen nieuws toe aan datgene,
wat er door anderen reeds over is
geschreven. Het raadsel van zyn on
gekend snelle succes wordt er alleen
maar dieper door, tenzij nien de op
lossing niet alleen in hemzelf zoekt,
maar ook in het medium film, waar
van hy zich bediende en dat, evenals
later de grammofoonplaat en thans
de televisie, aan populariteit en roem
een nieuwe dimensie gaf. Niet alleen
zijn uitzonderlijke talenten terecht
en zonder overdrijving kan hy van
zichzelf schrijven: „Ik was een pan
tomimespeler en op cut punt was ik
uniek en, zonder valse bescheidenheid,
een meester" hebben zyn roem be
paald, maar ook de tyd van groeien
de communicatiemiddelen, waarin hy
leefde en het middel, waarvan hy
zich bediende: de film, die zyn kunst
een wereldspreiding gaf. En misschien
heeft, naast zyn onmiskenbare genie
ook een geschenk en geen verwor
venheid de onberekenbare factor
van het geluk wel een rol gespeeld
Uit het boek verschenen met
een door de uitgever gegaran
deerd minimum van 500.000 dol
lar aan auteursrechten spre
ken sterk Chaplins geldhonger en zijn
merkwaardige za'keninstinct, aanwijs
bare gevolgen van de in zijn jeugd
geleden bittere armoede, die hij op
de afschuwelijkste wijze weerspiegeld
heeft gezien in het lot van zijn eigen
moeder. Reeds naar aanleiding van
een voorval in zijn jeugd, toen hij
bloemen verkocht, merkt hij op: „Er
was een sterk element van de koop
man in mij". Elders schrijft hij: „Ma-
xine Elliott, een vriend van J. P.
Morgan, zei eens tegen me: „Geld is
alleen maar goed om te vergeten".
Maar ik zeg, het is ook iets om zich
te herinneren." En als zijn moeder,
die hij na zijn succes in Hollywood
naar Amerika heeft laten overkomen,
hem zegt, hoeveel duizenden zielen
hij had kunnen winnen, als hij zijn
talenten in dienst van God had ge
steld, antwoordt hij glimlachend:
„Ik zou misschien zielen hebben ge
red, maar geen geld gespaard". Tij
dens de verfilming van „City Lights"
is de grote beurskrach in New York.
„Gelukkig," aldus Chaplin, „was ik
er niet bij betrokken, omdat ik „So
cial Credit" van majoor H. Douglas
had gelezen, die betoogde, dat in we
zen alle winst uit de lonen kwam en
dat daarom werkloosheid daling van
de winst en vermindering van kapi
taal betekende. Ik was zo onder de
indruk van zijn theorie, dat ik in 1928,
toen het aantal werklozen in de Ver
enigde Staten tot negentien miljoen
steeg, al mijn aandelen en obligaties
had verkocht."
Van het moment af, dat Chaplin
vaststelt dat hij, op 26-jarige
leeftijd, een succes en beroemd
heid was, vertoont het boek een
sterke inzinking. Met kennelijke trots
somt hy alle beroemde personen op,
die hy in de loop der jaren heeft
ontmoet: Pawlowa, Shaw, Picasso,
Casals, Cocteau, Rubinstein, Heifetz,
Einstein, Lady Astor, Churchill, Gan
dhi, Abbé Pierre, Nehroe, Khroesj-
tsjev en Tsjoe-en-Iai. Pas wanneer
de tegen hem In de Verenigde Staten
ontketende politieke hetze en de daar
na gevolgde schandaalprocessen ter
sprake komen, krügt het opnieuw dra
matische kracht.
Hoewel hy met de vermelding
van bepaalde feiten en gebeur
tenissen indirect tal van on-
juistheden en fouten corrigeert,
£ie men in verschillende naslagwer
ken en over hem verschenen publika-
|'e? kan vinden, behandelt hy zün
eme privé-leven en zyn mislukte
"uwelyken met grote discretie. Lita
zi-'n tweede vrouw, noemt hy
ze-ifs in het geheel niet by name om,
*oals hy zegt, Charles en Sidney, de
twee zoons die hij uti dit huwelijk
vc' niet in verlegenheid te brengen.
JJ?1 zün principiële en politieke op
vattingen betreft, komt men, behalve
uan de herhaalde verzekering, dat hy
«een communist, maar conformist is,
evenmin veel te weten. Ofschoon hy
tn Plato, Locke, Kant, Schopenhauer
en Burtons „Anatomie der Melancho
lie" heeft „gegrasduind", zyn zün fi
losofische en godsdienstige beschou
wingen „Ik geloof noch verwerp
Iets. Dat, wat in de verbeelding ont
staat, is evenzeer een benadering van
de waarheid als dat, wat door de wis
kunde kan worden bewezen"
S0AT3t'sc^1 ze^s naïef en zinloos.
Nog groter zal de teleurstelling zyn
van de filmliefhebber, die verwacht
od5 t®. zullen vernemen over Chaplins
I^haiv"g0n,en werkwyze als cineast,
een overenï e summiere opmerkin-
is geen we? ?^e4a;insteIlin^ "Het
dat een close-up IndlfnzenJlr- ^erzfn'
een totaal-opname. Eeng ckisJup is
meer een kwestie van gevoel; in som-
mige gevallen kan een totaalbeeld
sterker de nadruk op iets leggen,"
betoogt hy, dat de camera en daar-
mee de cineast ondergeschikt dient te
biyven aan de acteur. „Myn eigen
camerabehandeling is er op gericht,
be bewegingsvryheid van de acteur
le bevorderen. Als de camera op de
6rond wordt geplaatst, of zich rond
be neus van de speler beweegt, levert
be camera een prestatie en niet de
acteur. De camera hoort zich niet op
ïe dringen." In het boek wint de ac-
i®dr het dan ook altyd van de filmer
vnapiin. Niettemin ontbreekt zelfs een
oevredigende eigen visie op de Char-
'e-figuur.
De besprekingen, die reeds de dag
in «(le verschijning van Chaplins boek
Amerikaanse en Britse bladen ver-
de iJen' waren dan ook niet onver-
zïu Kunstig, ook niet wat betreft
cl taienten als schryver. „Charles
*apUn", schreef de Amerikaanse re-
„jp Sent Alan Pryce-Jones, „is een ge-
Chö maar niet als auteur". En
TiiÜ! P001® zei in „The New York
lin„s": „De roem van Charlie Chap-
het °nsterfeiyke kleine vagebond op
ryK. wbtte doek was, dat hy zo ver-
*iin tik stil was. De narigheid van
vv0orjUt°bi°grafie is haar kolossale
Hoewel deze Amerikaanse oorde
len misschien worden beïnvloed
door de animositeit, die nog al-
Ren „tüd in de Verenigde Staten te-
gp" Chaplin bestaat, zal ook de on-
W0or°0rdeelde lezer moeten vaststel-
lii?' bat zyn styl van schrijven veel
ziin up bie van een scenario en dat
tak» 0611 een sterk verbrokkeld ka-
Zer draagt, waarby het aan de le
ger Zelf wordt overgelaten, er een af-
ma!)nd> samenhangend geheel van te
fmen en er zin aan te geven.
.n ie!- eerste deel van het boek, waar
berin be bittere armoede van zyn kin-
jaren in Londen beschryft, is ver
reweg het beste, waarschynlijk om
dat hy daar het eerlykst en minst
bevooroordeeld is geweest. Zyn vader,
die hy byna nooit heeft gezien, be
halve toen de kleine Chaplin voor kor
te tyd by hem en zyn maitresse in
woonde, was een variété-artiest, een
bariton, die meer hield van de fles
dan van zijn gezin. Zijn moeder, een
soubrette die optrad onder de naam
Lily Harley, verloor haar stem en
trachtte vergeefs in het onderhoud
van zichzelf en haar beide kinderen,
Charles en diens halfbroer Syd, te