Eén wereld of géén
Verspilling door top
der ontwikkelings
landen
I
On twikkel ulp
EEN NIEUW HOOFDSTUK IN
GESCHIEDENIS DER MENSEN
«Hl
m.
i
DAGPUZZLE
Onvolwassen
Verlossingsboodschap
Solidariteit
Belangeloos
Veilig in liefde
Verkeerd spoor
Geen evenwicht
vx
Export
Wm»
en antwoord
whisky
de luxe
f 17.95
Snorharen
Verstopte afvoer
Kijkgeld
Borgia
Tijdelijk verhuisd
Kamerbewoner
Polis
WOENSDAG 30 DECEMBER 1964
PAGINA 7
„Ontwikkelingshulp" dreigt te
verworden tot het idealistisch
modewoord van deze tijd. Politici
en caritasmanagers maken er
soms een fraai klinkend status-
teken van. Het dwingt tot verre
reizen, inspireert tot veel ge
praat en veroorzaakt een was
sende vloed bedrukt papier.
Haast geen week gaat voorbij
zonder ontwikkelingsprobleem
per televisie in de huiskamer.
Iedereen moet nu wel weten, dat
talloze mensen gebrek hebben
aan voedsel, water, medische ver
zorging, onderwijs en verkeers
middelen. Menigeen begrijpt ook
reeds een weinig, dat de nood
lijdenden, zonder hulp van ande
ren, nooit uit hun ellende ont
snappen kunnen. Bij het grote
publiek dreigt het begrip „ont
wikkelingshulp" uit de belang
stelling of in discrediet te raken.
Zoveel verhalen doen de ronde
over mislukking, verspilling,
ambtenarij, omkoperij en kleven
de strijkstokken. Men leest over
uitzichtloze chaos in jonge Afri
kaanse staten. Men hoort van de
onbekommerdheid, waarmee de
leiders van die landen dollars en
roebels aanpakken en uitgeven.
Verbijsterend en ontmoedigend
is ook de mateloosheid van de
nood. Miljarden kapitalen smel
ten in Afrika, Azië en Zuid-
Amerika weg als sneeuw voor de
zon, terwijl de ellende groeit en
blijft groeien.
Amerikaanse helpster geeft lees-
les.
Kajotter in Bolivia.
P'
v
I
JVP'ster in de verpleging.
Scotch at its lightest
NOOD STEEDS GROTER
VOORSPRONG OP HULP
/i t
Vraag niet naar bewijzen. Maar
wen zegt, dat ettelijke miljarden,
bestemd tot bestrijding van de nood,
tenslotte als privé-eigendom tereent
komen in de geheime bankkluizen
van een klein, veilig Europees land.
Het Is niet bemoedigend maar wel
licht zeer reëel, als mannen van
naam en faam zeggen, dat in vc e
gebieden geweld het enige doel
treffende middel schijnt om reent
en menselijkheid te verwezenlijken.
Is het wonder, dat menig westers
burger zich afvraagt of zijn hulp
via de caritas of de fiscus eigen
lijk wel zin heeft?
Ontwikkelingshulp bieden is bui
tengewoon moeilijk. Zij dje hulp be
hoeven, hebben ook hun trots en
zelfrespect. Bovendien hebben zii re
denen genoeg om de hulpvaardige
vreemdeling te wantrouwen Tot voor
kort was deze immers vaak nos? hun
hooghartige koloniale heer die zich
toen weinig van hun nood aantrok
Dikwijls moet hij zelfs beschouwd
daarvan. a"
Heipers moeten zich dus angstvai
Ug hoeden, niet de verdenking te
wekken van „neo-kolonialisme", irLe
perialisme" of van andere pogingen
tot vrijheidsberoving. Dan lopen zh
de kans terecht of ten onrechte --
in de hand gebeten te worden. Hulp
moet uitsluitend geboden worden om
te helpen zonder bijbedoeling. Doch
er kan nu eenmaal niets in de wereld
zonder bedoeling gebeuren. Waartoe
zal men dan ontwikkelingshulp ver
lenen? Om vrienden te maken? Daar
toe zijn de helpers te rijk, de hulp
behoevenden te arm en is de hulp op
zieh (voorlopig) te gering. Wat voor
mensen geldt is ook toepasselijk op
volkeren: Echte vriendschap tussen
zéér rijken en héél armen, komt zel
den voor.
Ontwikkelingshulp zal pas dan in
hoge mate vruchtbaar en succesvol
worden als wij, die materieel reeds
tot zoveel in staat zijn zélf verder
zyn binnengegaan in een nieuw sta
dium van hogere geestelijke ontwik
keling. Wij zijn wel rijke, maar nog
leen grote mensen. Ons besef van
menselijke waardigheden en moge
lijkheden is wel groeiend, maar nog
verre van volgroeid. We zitten nog
zo vast aan „eigen" volk, taal cul
tuur en geschiedenis. V/e noemen ons
reeds democraten, We wanen ons al
christenen, humanisten en socialis
ten. Maar de Anderen de elders
geborenen, anders gekleurden, anders
gelovenden zijn voor ons nog
vreemdelingen. Ondanks lichtsnelle,
wereldomspannende communicatie
middelen, zijn we ons nauwelijks be
wust, dat we déél uitmaken van de
mensheid. Wij herkennen onze
broeder, d e m e n s, nog niet!
Daarom is ontwikkelingshulp tot
nu toe nog niet meer dan een sprie-
tig gewas, gevoed met kruimels en
brokjes van nationale inkomens en
kleinburgerlijke caritas. Het is waar
dat de internationale hulpverlening
in omvang toeneemt. Nog sneller
echter groeit overal ter wereld, bui
ten Europa en Amerika, het aantal
levenslang gebrek lijdenden.
Vijfentachtig procent van alle „vruch
ten der aarde", energie, voedsel en
goederen wordt verbruikt door vijf
tien procent van de mensheid. Des
kundigen zeggen, dat deze verhouding
binnen afzienbare tijd vijfennegentig
vijf zal zijn. Het 1» een verschrikke-
bezit en persoonlijke vrijheid. Tege
lijk schijnen de bereidheid tot het
aanvaarden van persoonlijke verant
woordelijkheid en tot belangeloze
dienstverlening aan de gemeenschap
te verminderen. Wat is trouwens be
langeloos? Wie wetens en willens de
medemens en de gemeenschap dient
handelt in de hoogste en nobelste zin
in zijn persoonlijk belang.
Wie de mensheid dient, ontstijgt aan
familie, volk en ras en ervaart zijn
eigen mens-zijn op een hoger plan
Deze aangrijpende en grootse erva-
ring moet betaald worden met zweet
en tranen en soms met bloed. Dui
zend jaar Europese geschiedenis zijn
vol wereldveroverende vindingen,
wereldomspannende gedachten en
het heelal doorkruisende dromen. De
aarde is ons van pool tot pool ver
trouwd geworden. Er zijn geen verre
landen meer en geen onbekende vol
ken. Maar de ontdekking van de
mensheid is nog maar juist begon
nen. Deze ontdekking is de grondslag
voor waarlijk zinvolle en vruchtbare
ontwikkelingshulp.
Met de popularisering van de so
ciale ontwikkelingshulp is, naar het
soms schijnt, de kleinering begon
nen van een eerder begonnen vorm
van hulpverlening waarmee, on
danks talloze hinderpalen en beperk
te middelen, indrukwekkende re
sultaten zijn geboekt. Wij bedoelen
de verkondiging van de „blijde
boodschap" aan „alle volkeren"
door de christelijke missie en zen
ding. Hoewel men in het Westen
meestal met respect en waardering
spreekt over de offervaardigheid
en de prestaties der geloofsverkondi
gers, kan men daarin soms tegelijk
een ondertoon van geringschatting
beluisteren.
Sociale missie- en zendingsaktl-
viteiten waren immers geen doel
maar middel? „Lokmiddelen om ziel
tjes te winnen'" In dit onjuiste in
zicht schuilen voor vele kennelijk re
denen tot critische terughoudendheid.
Wij vragen ons wel eens af of dit
„winnen van zielen" het verkon
digen van een universele verlossings
boodschap in de westerse publie
ke opinie en waardering een tweede
rangszaak aan het worden is. Telkens
weer blijkt ook dat vooral buiten-
christelijke kringen, velen nauwelijks
iets weten van missie en zending en
er niets van begrijpen.
Als altijd zijn er ook in onze tijd
natuurlijk heel wat idealistisch-voe-
lende jonge mensen. Zij blijken vaak
sterk genorteerr' voor sociaal-mate
riële hulpverlening. Voor onderwijs,
geneeskunde, landbouw en tech
niek ten bate van de ontwikkelings
landen bestaat toenemende belang
stelling, Doch Evangelieverkondiging
wordt, ook door christenjongeren,
nogal eens gemakkelijk gezien als ver-
iiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniaiiitiiiiii:;
lijke race, waarhij de nood „een
steeds grotere voorsprong" krijgt op
de hulp. Een keerpunt, het momen
waarop de mensheid niet dieper weg
zinkt in ellende, is volstrekt nog niet
in zicht. Misschien wel op papier en
onder vele voorwaarden, maar niet
in de werkelijkheid. Dit moment kan
eerst dan aanbreken als wij, Euro
peanen en Amerikanen, gemeenschap
pelijk en daadwerkelijk gaan verlan
gen méér mens te worden.
Méér méns worden! Besef krijgen
van de herkomst en toe-komst van de
mensheid. Steeds gemeenschappe-
Hjkei- bereid worden tot dienende ver
bondenheid met allen die deze pla
neet bevolken. In zulk een solidari
teit zijn ras, huidskleur, ontwikkeling
of momentele politieke ideologie, niet
van wezenlijk belang. Wetenschaps
mensen, politieke leiders en alle
anderen die de nood bestrüden, zul
len terrein gaan winnen, zodra zij ge
stuwd en gesteund worden door hon
derden miljoen gewone mannen en
vrouwen.
Nooit zullen geleerden en staats
hoofden de honger van de mensheid
kunnen stillen, als niet de arbeiders,
boeren, technici, ondernemers en
ambtenaren intens gaan voelen en we
ten dat niet Europa of Noord-Aroerj-
ka maar de wereld ons thuis en ons
werkgebied is; dat wij deze wereld
niet als vreemdeling met andere
vreemdelingen bewonen, maar als
mfnf met médemensen; dat die me-
demensen In waardigheden en rech-
teT in toets onze minderen zijn; dat
ij" als zwaksten, nu nog onze hulp
nodlS hebben maar dat onze kinde
ren in wederzijdse afhankelijk
heid - zullen samenleven met de
hunne. In de wereld die op komst is,
zullen geen rijke blanken heersen.
Het wordt de wereld van vele mil
jarden, die in éénheid en onderlinge
afhankelijkheid zullen leven, of in
chaos en strijd ondergaan.
.„Eén wereld of géén' is geen slag»
2m maar een WAARHEID
De plicht tot hulpverlening rust on-
Mwysbaar op de rijken, dus op ons.
Van door honger en ziekten verzwak-
""geletterden kan men geen aan-
aach.t vergen voor iets anders dan de
Onmiddellijke zorg voor het eigen
naakte leven. zy zijn de gevangenen
hmn armoede. Maar welstand
UHi evenzeer als nooddruft een kooi
?Ün, waarin een mens ge-
Hanf .raakt. De westerlingen leven
kerder vr"" 'elvaart> langer en ze-
rint »n* i zou mogen verwachten
heseffpnH kostbaarheid van hel leven
stellen om in het werk zouden
en elders^ u ,even van anderen
beveiligen en te verlen-
gen.
Maar in werkelijkheid jagen zij
steeds feller op nog meer persoonlijk
vrijwel uitsluitend bedacht op de
verwerving en versterking van hun
tijdelijke zekerheid. Omdat echter
zoveel eeuwige zekerheid vergeten
of verloren schijnt, is er in de wel
vaart, evenmin als in de nood, even
wicht te vinden. Daarom verkeert
onze „hoog-ontwikkelde" samenle
ving nu in een geestelijke crisis vol
spanning, dreiging en gevaar.
Trouweloosheid, luiheid, hebzucht,
misdadigheid, a-moraliteit, zielsziek
ten en verslaving vergallen ons, ver
pakt in welvaart, het geluk. In het ver
leden stond op de oude fundering niet
voor allen een bewoonbaar huis. Nu
worden onze bouwsels steeds comfor
tabeler. Maar de fundamenten brok
kelen af en worden niet snel genoeg
en voldoende vernieuwd en versterkt.
De jonge generatie weet niet of nau
welijks van ontbering en soberheid.
Maar steeds opstandiger toont zij haar
walging van veel voze rükdom, haar
wantrouwen ln „zekerheden" waarin
geen vaste grond te peilen is. Het
idealisme, de walging en het wan
trouwen veroorzaken een oplopende
spanning die zich wil omzetten in be
weging. De mensheid wil opstijgen
naar nieuwe, hogere ruimten.
Doch hiertoe is energie vereist van
de hoogste kwaliteit, of liever op het
hoogste doel gerichte bezieling. Als
deze niet wordt ontleend aan de bron
die Europa eens het vermogen schonk
tot een grandioze opvlucht, dan zullen
slechts schljndoelen worden bereikt
als perfecte organisatie en toenemen
de productie.
Wij herinneren ons een Indrukwek
kende voordracht van de missionaris
en Afrikakenner prof. dr. Franz Gyp-
kens W. P„Waardoor kwamen de
Europeanen in de wereld aan de top
ondanks culturen elders, die duizen
den jaren ouder zijn dan de Europe
se. Gypkens' antwoord is een boei
ende en bemoedigende visie. In onze
intelligentie schnflt de oorzaak niét.
Deze hoogmoedige droom kunnen wij
beter vergeten. Ons klimaat speelt
een zekere rol. Het staat ons toe nard
en langdurig te werken. Zjjn groot
heid en wereldmacht dankt Europa
echter aan het christendom en de
kerk. Na de ondergang; van het Ro
meinse Rjjk (dat Europa niet was),
ix *Le i Europa gebouwd. Dit
wordt helaas in de meeste geschiede-
nishoeken volstrekt onvoldoende be-
iicnt.
De Kérk verkondigde immers de
grote ideeen die Europa schragen.
„Men moet God meer gehoorzamen
dan de mensen. Recht is méér dan
macht Gewetensvrijheid De liefde die
vóór alles gaat." Het was de Kérk die
de Europeaan een krachtens de lief
de werkend
zijn evenbeeld niet meer te vrezen.
Hij moest het. liefhebben als zich zelf.
In deze uit liefde voortgekomen vei
ligheid vonden de Europeanen meer
dan duizend jaren rust, om cultuur te
scheppen en techniek te ontdekken.
Natuurihk waren die eeuwen niet zon
der strijd. Er vloeide bloed Er werd
gemoord. Maar in vergelijking tot de
geschiedenis van andere werelddelen
heersten overwegend orde en rust Het
Evangelie gaf dit werelddeel de' ge
weldige geestelijke voorsprong waar
door het in de wereld aan de sDito
kon komen. H
tillllllfillllililil
van mankracht, tijd en geld.
Cen dokter U van meer nut dan
een missionaris." „Nee, non zou ik
niet willen worden. Wel verpleegster.
Dat is toch even goed?"
Beïnvloedt deze veranderende waar
dering ook de geloofsverkondigers
zelf? In elk geval belichten zij sterker
dan vroeger de sociale betekenis van
hun werk. Het religieuze doel wordt
niet verzwegen. Het blijft wel meer in
de sehaduw. Het schijnt dat de hulp
bereidheid in welke vorm ook
gemakkelijker aktief wordt voor de
ouw van ziekenhuizen en scholen of
voor de ontwikkeling van prnductiege-
meenschappen dan voor kerken, se
minaries en parochies. Is deze naar
eenzijdigheid neigende voorkeur voor
sociale projecten een wezenlijke voor
uitgang? Het gaat hierby niet zo zeer
om de projecten op zich als wel om de
motieven. Dreigen we zó met wéér in
een verkeerd spoor te raken? Wordt
niet opnieuw gescheiden wat ongedeeld
moet zjjn?
Toen de verantwoordelijke christe
nen de éénheid van aarde en hemel uit
het oog verloren hadden schoten
zü ernstig tekort in hun zending. Zü
toonden zich onverschillig voor de aar
de en waren er zelfs afkering van, al
thans volgens de leer. Tengevolge hier-1
van verloren velen, buiten hun schuld,
hun bewuste belangstelling voor de
hemel. Doch de christenen schieten op
nieuw tekort, als zü nu de mensheid
slechts helpen bü de opbouw van een
sociale wereldsamenleving ten koste
van de verkondiging van de verlos
singsboodschap.
Achteraf stellen wy vast, dat de
Kerk dat wil zeggen de christenen
by de aanvang van de industriali
sering afwezig was. Met spyt spreken
we over de verloren en gemiste kan
sen. Doch als óók de christenen thans
doen, alsof de mens van brood alléén
leeft, dan maken zy zich mede schul
dig aan een onderschatting van de
mens die fataler gevolgen zal hebben
dan de verwaarlozing van de beteke
nis van het brood tot in de dertiger
jaren van deze eeuw. Fataler! Want
nu staan mensheid en wereld op het
spel.
Een mens leeft niet van brood al
leen, tenminste niet als mens. We
ervaren het steeds sterker ln onze
eigen welvaart» p.Noes hoecnatem H
eigen welvaartsgemeenschap. Nooit
tevoren hadden we voor allen zoveel
brood. Nog nooit waren er zoveel
eh mogelükheden tot ont
wikkeling en verheffing. Nooit eer
der was de aarde, voor óns althans,
zo vruchtbaar. Wetenschap en tech
niek hebben ons, in een reuze op-
zwaai, hoog te paard gezet. De wel
vaart zette in toen reeds tallozen,
mede als gevolg van de nood voor
dien, van de verlossingsboodschap
vervreemd waren. Nu zün velen
Hebben de gekerstende Euro
peanen hun voorsprong goed ge
bruikt? Het antwoord der geschie
denis is beschamend. Zo vaak ziin
zij in en buiten Europa bezweken
voor de verleiding van de macht de
rijkdom en het gewin. Als verove
raars en kolonisatoren zijn zü de
wereld ingetrokken, belust op buit
Later volgden de kooplieden die vari
de wereld hun import- en evnm-t.
markt maakten.
Als wü' van onze export nu een in
ventaris opmaken, krügen we een bi
zarre lijst. Wetenschap, kunst wlis-
begeerte en techniek. Rationalisme
en materialisme. Socialisme waarin
christelüke gedachten over gemeen
schap en rechtvaardigheid gloeien
Communisme met denkbeelden over
de eigendom, die niet zonder reden
met de prakfyken der eerste christe
nen worden vergeleken. Voorts Niet.
sche, Macchiavelli, Freud, Tavlor
Walt Disney en Marilyn Monroe'
Voorts wegen, spoorlünen, vliegvel
den en zeehavens. Voorts kanonnen
raketten en pantserwagens. Voorts
stuwdammen en suikerfabrieken
Voorts benzineblikken voor krotwo
ningen, automobielen voor de rijken
en melkpoeder voor de armen. Voorts
kunstmest, stamboekstieren en ge
keurd zaai- en pootgoed. Voorts zieken
huizen, kraamklinieken, röntgenap-
-araten en voorbehoedmiddelen.
oorts analfabetisme, ziekten, honger
en haat. Voorts nationalisme, rassen-
waanzin, kapitalisme en proletariaat.
Om dit alles aan de mensheid te
leveren hebben we ons geweldig in-
ïf-?
gespannen. Om deze export gaande te
houden en o]j> te voeren, hebben we
enorme kapitalen geïnvesteerd die
onttrokken werden aan de winst.
Maar voor de verkondiging van de
levensbeschouwing waaraan Europa
zün ware grootheid dankt waren er in
feite slechts koperen centen beschik
baar voor arme, heilige dwazen die
deze poogden te hermunten tot Gods
Woord. Ja, hun verkondiging werd en
wordt tot op de dag van vandaag
gecompromitteerd door het ontkersten
de Westen, dat uit de smadelijke af
tocht uit Azië en Afrika maar weinig
schünt geleerd te hebben.
Europa's hogere ontwikkeling vangt
aan mot de verwezenlijking van het
christendom. Het Woord en de Daad
vormden een éénheid. Wij hebben de
verkondiging buiten Europa voortge
zet, maar tot nu toe met te weinig
daden die de verkondiging bekrach
tigden. Dat is onze schande en onze
schade. Nu maken we ons op tot
daachverkeiyke hulp. Doch wie meent
dat deze hulp los van de verkondi
ging moet en kan worden verleend,
heeft het verleden niet doorzien en
kijkt in een toekomst zonder pers
pectief.
CEES GRIFFIOEN
i/iaay
Vragen voor doze rubriek richt*
men aan de Redecti* van ona
blad (met In de linkerbovenhoek
dar enveloppe „Vragenrubrlak").
De beantwoording geschiedt gratie.
Men houde er nog rekening mee,
dat men 14 degen op antwoord
kan moeten wachten.
(Advertentie)
Importeur
J. J. Moichen Wz.
Schiedam
:T« MGB*
Vraag: Wat voor nut hebben de
snorharen van een kat, wil K. L. R.
te H. graag weten.
Antwoord: De snorharen van een kat
en vrijwel alle andere zoogdieren zün
eigenlpk tastharen. Aan de wortel van
zenuwen, waardoor het dier iedere aan-
ieder haar bevinden zich zeer gevoelige
raking onmiddellük kan waarnemen. De
tastharen van de kat hebben daarenbo
ven nog deze büzonderheid, dat ieder
haar door middel van een spiertje be
weegbaar is. Men zegt wel eens, dat
de kat met zün snorharen kan voelen
of een opening groot genoeg is om hem
door te laten. Dit is slechts gedeelte-
lük juist. Over het algemeen is bü nor
male katten de kop weinig smaller dan
het ïyf.
Vraag: Op zondagmorgen raakte
plotseling de afvoer van het toilet
verstopt met alle kwaiyke gevolgen
van dien. Met veel moeite werd
tenslotte een loodgieter bereid ge
vonden do verstopping te verhelpen.
De huiseigenaar, althans het admi
nistratiekantoor, dat zün belangen
behartigt, weigert echter de scha
de te betalen. Kan dat nu zo maar?
Aldus een vraag van D. v. W. te
A.
Antwoord: Dat hangt er van af hoe de
verstopping ontstaan is. Is deze een ge
volg van sljjtage, verzakking of iets
dergeiyks dan is de huiseigenaar aan-
sprakeiyk. Indien de verstopping echter
het gevolg is van verkeerd gebruik, het
wegspoelen van theebladeren büvoor-
beeld, dan moet de huurder zelf de
schade betalen.
Vraag: Ik ben 82 jaar en invalide
en moet rondkomen van mün AOW.
Is het waar, dat ik vrystelling kan
krügen van kykgeld. Dit vraagt C.
M. te H. Ongeveer gelijkluidend
was de vraag van J. K. te N.
Antwoord: Uw Inkomen is minder dan
77 per week. In dat geval heeft u
recht op vrijstelling van kyk- en luis
tergeld. Daartoe zyn formulieren ver-
krügbaar aan de postkantoren. U kunt
bovendien teruggave verzoeken van
reeds voldaan kykgeld.
Vraag: Dezer dagen las ik een ar
tikel over de Borgia's. Is 't waar dat
uit dit geslacht een paus is voort
gekomen, die ook niet vrüuit ging
van misdaden. Zo las ik in het ar
tikel, dat hH getrouwd zou zijn ge
weest en ook kinderen heeft gehad.
Is dat waar vraagt F. B. te A.
Antwoord: De Borgia's leefden ln de
meest duistere en troebele tijden van
het pausschap. De door u bedoelde Ro-
drigo Borgia is de latere paus Alexan
der VI geweest. Hü bad al kinderen
voor hü tot paus gekozen werd. Hü was
echter niet gehuwd.
Vraag: Wy hebben wegens verbou
wing onze geiykvloerse woning tijde
lijk verlaten. Een der bovenburen
vertelde onlangs van de makelaar
vernomen te hebben, dat als haar
etage aan de beurt was, zy tijde-
lük in onze woning haar intrek zou
kunnen nemen. Mag dat nu zo
maar? Ook een andere bovenbuur
wil nu in ons huis haar intrek ne
men. Wij zijn echter bang, dat wy
haar er dan niet meer uit krijgen.
J. G. v. d. F. te A.
Antwoord: U bent en biyft huurder
van uw woning, ook aj is deze tijde
lijk onbruikbaar. Zonder uw uitdrukke
lijke toestemming mag de makelaar er
niemand anders in laten wonen. Het is
aan de makelaar en de andere bewo
ners om een oplossing te vinden voor
hun woonproblemen.
Vraag; Moet ik om kamers te ver
huren vergunning hebben van het
CBH? Ik heb al vyftien jaar dezelf
de huurder gehad. De huisheer
weet daarvan. Nu neem ik een an
der op kamers. Moet ik hiervan de
huisheer op de hoogte stellen? De
ze vragen zijn afkomstig van me
vrouw S. te A.
Antwoord: U hebt geen toestemming
van het CBH nodig. Indien uw huis
baas het goed vindt, dat u een kamer
verhuurt, behoeft u hem niet in te lich
ten over verandering van kamerbewo
ner.
Vraag: Ik ben in het bezit van eni
ge polissen van „De Nederlanden
van 1894" en van „Noord-Brabant".
Door de verwarde omstandigheden
in en na de oorlog ben ik het con
tact met deze maatschappyen ver
loren. Bestaan ze nog? Zo ja,
waar zyn zü gevestigd? Wie heeft
anders hun verplichtingen overge
nomen? Aldus vraagt M. G. B. te
A.
Antwoord: „De Nederlanden van 1894"
is m 1937 opgegaan in de N.V. Vesta.
Het hoofdkantoor is gevestigd Jansbui
tensingel 5 te Arnhem. De verzekerings-
maatschappy Noord-Braband is nog
steeds gevestigd ln Waalwijk, Grotestr.
341.
WOORDRAAOSEL
1. boyscout; 2. cinema; 3. dweepziek: 4.
waarborg; 5. juffrouw ln theater voor
het aanwijzen van plaatsen; 6. zure
vloeistof; 7. 31 december.
Op de streepjes: de heer van het huls,
waarin Driekus-de-stoker morgenavond
als huisknecht fungeert.
1.
Oplossing van 29 december
Horizontaal: l. seismogram; 2. Hamiet,
ami, 3. methoden; 4. kleuren, N.S.; 5. eer
vol; 6 samenloop; 7. entozoa; 8. Ede, orka;
9 aardkunde; 10, Ra. rei, eau; 11. es, an-
tenne.
Verticaal: l, Shakespeare; 2. e.a., Lea,
daas; 3. immermeer; 4. sleuven, dra; 5.
metrontekon; 6. Othello, uit; 7 on, ozon;
5* rad, boorden; 9. amen, pakean; 10.
Minsk, u.a.