wtj zijn zo moe...
een nieuw lied...
iifrie rock
een mens op oorde
Stolp
DE DRIE ZUSTERS VAN VENRAY
al tien jaar
SOEUR LUC-GABR1ELLESOURIRE
nu zelf in de missie
M.S.C.-SEXTET
te druk voor de plaat
DUO DOMINI
Wij zijn zó moe"
„THE BUSY BETHANY BEES
teksten van broeder Otger
FRATER VENANTIUS SONNEVELD
...onnavolgbaar...
BROEDER BONIFATIUS (HAKVOORT)
wanneer de revanche?
Het verschijnsel van „de
zingende pater, de
brullende broeder en
de zuchtende zuster", zo
als Wim Sonneveld als
de onnavolgbare Frater
Venantius signaleert, be
staat nu ongeveer tien
jaar. Sinds père Aimé
Duval voor het eerst
met zijn gitaar, zijn zachte
stem en zijn liedjes voor
het voetlicht trad is er een
ware hausse gekomen in
zingende, spelende, gooche
lende, en moppen-tappende
God-gewijde mannen en
vrouwen. Sommigen van
hen haalden met hun platen
record-omzetten, anderen
bleven dicht in de buurt
van het klooster of de pas
torie om daar op vereni
gingsavondjes de aanwezi
gen wat op te vrolijken met
vlotte, vriendelijke wijsjes.
PÈRE AIMÉ DUVAL S.J.
plaats ingenomen
KAPELAAN DE ROOY
alleen in besloten kring
PATER MITTELMEYER
cabaret
PATER K. WITMER S.J.
liever geen Karei
Zo begint liet..Tijdens de recreatie in de refter komen
de meeste muzikale leden van de klooster familie bij
elkaar. De instrumenten worden uitgepakt en er
wordt gemusiceerd. Zo maar. Voor het eigen plezier. Tot
dan toe is er nog niets aan de hand. Maar dan komt een
wakkere figuur naar voren en zegt: „Verdulleme Dorothea,
je heb' talent, meid". En dan is er geen hou-en meer aan.
tien
(door FRANS BOELEN)
Het trio van de zusters van
Liefde van Jezus en Maria heeft
al enkele platen gemaakt. De
DRIE ZUSTERS VAN VENRAY:
.Maria Laetitiae, Anne José en
Jovita zingen al tien jaar. Tij
dens een revue-avond voor de
personeelsleden en de patiënten
van het psychiatrisch ziekenhuis
,,St.-Anna" waaraan de zusters
verbonden zijn werden zij „ont
dekt". Er volgden uitnodigingen
door het hele land en de platen
industrie zag er bovendien ook
nog brood in. Nou ja, en zoe is
't gekoemen Nog onlangs tra
den de zusters op in het Rotter
damse Rijnhotel. Het enthousias
me in de zaal was groot. De
meeste nummers die het trio op
het repertoire heeft, zijn eigen
werk. „Toppers" als „Morgen
zal het beter zijn", „Geven en
nemen", „De lente" en „Jeugd
is muziek" zijn op de plaat vast
gelegd. De meest recente plaat
van de Venrayse zusters bevat
een aantal kerstliederen, gezon
gen in het Nederlands, Frans,
Duits, Engels en Latijn. De op
brengst van de platen is voor
een liefdadig doel.
Het kwintet van de Dominica
nessen van Bethanië dat zich
noemt „THE BUSY BETH AN V
BEES" heeft 't er ook niet bij
laten zitten.
Eén grammofoonplaatje is
tot dusver van de vijf zus
ters in de handel gebracht; de
opbrengst is voor de stichting
van een kinderdorp. Op de ene
kant staat het nummer „Blond
meisje", op de andere „Geef mij
je hand": muziek en woorden
zijn van de Venlose zusters zelf.
Aleer plaatjes zullen volgen. Het
repertoire van de Bethany Bees
(de zusters Godeiieve, Odilia,
Magdalena-Maria. Emalda-Mag-
dalena en Hubertina) is vrij uit
gebreid: naast een „Boeren
psalm" op tekst van broeder Ot
ger, „Ballade van de dingen die
vergaan" (ook al op tekst van
broeder Otger) en „Maagd, als
naar uw blonde licht" (woorden
van pater Van Wely O.P.) (dat
„o.p." zal wel „onder pseudo
niem" betekenen) die het ernsti
ge en meer religieuze repertoire
vertegenwoordigen hebben de be
zige bijtjes nóg wat vrolijker
«ijsjes in petto die „de mensen
pakken en hun iets meegeven
voor hun ongelukken en onge
makken". Enkele titels: „Met
verbeten gezichten", „Kwezel,
waarom wil je zuster worden"
„Kluts" (op tekst van jaze
ker: broeder Otger) en „Ballade
over de liefde van Max en Mia."
Enkelingen, duo's, trio's, een
kwintet er kan nog meer bij.
De missionarissen van het Heilig
Hart bezitten al enkele jaren
een vocaal sextet. Het dankt
zijn ontstaan aan de studenten
van het theologicum in Stein. Op
gezette tijden verzorgen zij voor
de leden van de kloostergemeen
schap cabaretavonden. Sinds het
eerste optreden van de zes is
het ensemble al enkele malen
gewijzigd door het vertrek van
de inmiddels afgestudeerde op
richters, die vanuit de missie
met interesse de verrichtingen
van hun gezelschap blijven vol
gen. Het M.S.C.-SEXTET wordt
nu gevormd door de fraters H.
Jacobs en J. Maes en de paters
J. Koopmans, J. de Kruif, J.
Schouten en P. de Grijs. Op hun
repertoire staan spirituals en
chansons. Het aantal aanvragen
om buiten de kloostergemeen
schap op te treden is overstel
pend. De M.S.C.-ers kunnen daar
niet allemaal gevolg aan geven.
Tot dusver hebben zij het zelfs
te druk gehad om een grammo
foonplaat te laten maken. En dat
wil wat zeggen.
Zonder twijfel de „top-ster"
van alle zingende religieuzen is
de thans 34-jarige „Soeur Luc-
Gabriëlle, beter bekend als
SOEUR SOURIRE. Deze Domini
canes heeft het klaargespeeld in
korte tijd alle vedettes van de
internationale showbusiness voor
enige tijd naar het tweede plan
te verwijzen. Zuster Glimlach
studeerde voordat zij in het
klooster trad decoratieve kunst in
Brussel. Pas achter de klooster
muren ging zij zich toeleggen op
gitaarspelen. Zingen kon ze al.
En volgens velen: heel goed
zelfs. Het talent van Soeur Sou-
rire bleef niet lang onopgemerkt.
Zij ging veel buiten optreden en
haar eerste plaatje kwam van
de persen. Het nummer „Do
minique" werd een voltreffer.
Honderdduizenden exemplaren
werden er in diverse Europese
landen verkocht. Bekende tiener
idolen verdwenen eenvoudig naar
de achtergrond. Toen de plaat
in Amerika werd gebracht bleek
daar het succes al even groot.
In drie weken tijd haalde de
plaat een verkoop van 400.000
stuks. Er volgden méér platen,
méér voorstellingen in binnen- en
buitenland. Waar Zuster Glim
lach kwam werd goud binnen
gehaald. De opbrengst van de
platen kwam ten goede aan het
missiewerk in Afrika en Latijns-
Amerika. Zuster Luc-Gabrïëlle
werkt nu zelf in de missie; haar
muzikale activiteiten liggen tij
delijk stil.
ten oordelen om vervolgens bij
het beluisteren van zijn kinder-
EP-tje opgetogen te raken. Dat
is een vreemde ervaring. Maar
het bewijst dat de broeder wel
degelijk ook de meer kritische
luisteraars iets te zeggen kan
hebben, mits hij maar zijn gren
zen kent. Wij betreuren het dat
broeder Bonifatius geen twee
de langspeler heeft mogen opne
men, temeer daar hy geleid
door vakmensen en verstandige
adviseurs in staat moet wor
den geacht zich voor zijn eerste
LP te revancheren op de wijze
zoals hij dat al enigszins heeft
gedaan met zyn plaatje voor de
kleuters dat „drie kleine visjes"
heet.
De veertiende maart 1930
bracht een Antwerpse moeder
een tweeling ter wereld. Het
meisje werd Pia genoemd, het
jongetje Klemens. „Toen zy veer
tien waren bestond hun reper
toire (zingen was er al vroeg
bij) (zingen was er al vroeg
berts „„erlkönig" en Bach-aria's"
schrijft de Belgische Decca in
een persfoldertje. September '49
trad broer Klemens by de Do
minicanen in. In het voorjaar
van 1951 volgde zus Pia het
voorbeeld van haar tweeling
broer en trad in bij de Domi
nicanessen. Maar het zingen kon
den de twee niet verleren. Pater
Klemens en zuster Maria Pia
zochten elkaar regelmatig op en
besloten hun tot dan toe lang
niet onopgemerkte zangprestaties
ais het „DUO DOMINI" op de
plaat ie laten vastleggen. Met
begeleiding van een swingend
jazz-combo onder leiding van de
bekende bandleider Francis Bay
namen pater Klemens profes
sor en koorleider in het Domini
caans Theologicum te Leuven
en zuster Maria Pia verpleeg
ster in de St.-Jozefkliniek te
Oostende en studente in het St.-
Janshospitaal te Brugge een
viertal liedjes op, waarvoor Mi
chel van der Plas, K. de Josse-
lin de Jong, Guillaume v. d.
Graft de teksten, pater Dré
Truyman de muziek en Francis
Bay de arrangementen schreef.
Het Decca-plaatje is bezig een
bestseller in België en Neder
land te worden. Overal wordt
het eerwaarde tweelingpaar ge
vraagd om op te treden. En op
tal van plaatsen kan men dan
hun grote succes beluisteren:
„Wy zijn zo moe..."
De nieuwe vorm van zielzorg
met behulp van zangstem en gi
taar heeft waarschijnlijk me
de dankzij de wonder-frater Ve
nantius toch wel effect gesor
teerd. Natuurlijk schuilen er on
der de tientallen musicerende
fraters, paters, zusters en broe
ders die zich in de muzikale bu
siness storten vele zwakke ta
lenten, die alleen maar vertede
ren en innemen doov de volle
dige overgave waarmee zij hun
gitaren teisteren cn hun stem
men vervormen om op een voor
hen verfrissende cn tegelijke be
vrijdende manier de Lof van de
Heer te dienen. Onder het al
oude Roomse motto ..zingen is
tweemaal bidden" belegeren zij
de televisie- en radiostudio's,
de grammofoonplatenmaatschap
pijen en de diverse theaters,
theatertjes, zalen, zaaltjes en
meer besloten lokaliteiten om
eenieder te overtuigen van „De
Nieuwe Idee". De meeste van
de thans opererende Venantfus-
aanhangers missen een degelij
ke muzikale opleiding en het
ware vakmanschap, terwijl hun
teksten op zijn zachtst gezegd
vaak vrjj zwak zijn. Dat is on
vermijdelijk. Toch hadden en
hebben velen van hen succes,
tot jaloezie van de minder be*
gaafde „burger-artiesten" die
menen dat er aan hun boter
ham wordt geknabbeld. „Waar
bemoeien die geestelijken zich
mee?", vragen zij zich geërgerd
af. Maar wat zij en het publiek
de afgelopen jaren ook dachten:
iedere maand kwam er ergens
wel een swingende zuster of een
blatende frater bij. Op deze pa
gina hebben wij getracht een ba
lans op te maken van tien jaar
„zingen voor God". Onze Lim
burgse redacteur spoorde liefst
drie ensembles op. Opvallend is
het feit dat de Dominicanen zo
sterk vertegenwoordigd zijn,
meer nog dan de Jezuïeten.
Iemand sprak van de „Mondo
(Domini) Cane". Wij zijn ons
ervan bewust dat er nog een
aantal onontdekte muzikanten
rondloopt. Maar tenslotte moes
ten wij een keuze maken. Een
greep dus uit het grote aanbod
van „zingende Christiani('s)".
De zingende dominee hebben wij
maar achterwege gelaten on
danks het feit dat wij de laatste
tijd zo gezellig oecumenisch „on
der elkaar zijn". Aan twee pa
gina s zouden wij dan niet ge
noeg hebben.
Het is dus allemaal begonnen
hij de Franse pater AIMé DU-
VAL. Hij oogstte destijds enorm
veel succes met zyn liedjes als
„Seigneur, mon ami", „J'ai joué
de la flute" en „Le Seigneur re-
Viendva" waarbij zichzelf op
de gitaar begeleidde. Toen nog
was het optreden van een „zin
gende patoreen nouveauté.
Door middel van zijn liedjes
poogde de Franse Jezuïet het
evangelie hij de mensen te bren
gen. In theater „Gaumont" wa
ren eens tijdens een optreden
zesduizend mensen bijeen, ter
wijl veie duizenden buiten ston
den. De platen van père Duval
werden hij duizenden tegelijk
verkocht. Voor velen betekende
de verschijning van de „zingen
de pater" een nieuw gezichts
punt in de moderne missionering.
Anderen daarentegen hadden
voor het optreden van de sym
pathieke priester alleen maar de
woorden „ongepast", „onfatsoen-
lijk" en „bandeloos" over. Van
Aimé Duval hoort men weinig
of niets meer. Zijn plaats is
overgenomen door andere zin
gende, musicerende, God-gewijde
mannen en vrouwen. Maar zijn
plaats in de geschiedenis van
het rijke roomsche leven in
Europa staat vast.
In Nederland heeft kapelaan
DE ROOY als „zingende kape
laan" eegrote reputatie opge
bouwd. Twee grammofoonplaten
en vier tv-coneertjes (in Bus-
sum bij de Rudy Carrell-show
en drie recitals voor de Vlaam
se televisie) hebben hem die
grote bekendheid gebracht. „Ik
zing puur voor mijn genoegen,"
zegt de kapelaan. „Ik treed al
leen op in besloten kring. Slechts
in de zomer kan men mij elders
aan het werk zien: in Eindho
ven. Daar houd ik mijn zg-
plein-preken." Tussen de schrift-
leringen en toespraken door zingt
hij dan zijn liedjes met bege
leiding van zijn onafscheidelijke,
gitaar. De Veghelse kapelaan
maakt de liedjes in tegenstelling
tot vele collega's niet zelf: <le
teksten zijn van Ko van Santen
en de muziek is van Frans
Kerkhof. De titels van de twee
door Phonogram uitgebrachte
plaatjes zijn „Plenty" en „Tho
mas Dinges".
„Vroeger werd ik altijd aan
gekondigd als Karei Wilmer. Dat
vind ik niet prettig. Ik heet ge
woon pater K. WITMER. Dat is
beter," aldus een zingende, Jezu
ïet die evenais kapelaan De Rooy
in ons land een muzikale car
rière heeft opgebouwd. Er zijn
platen van hem gemaakt en hij
is driemaal voor de televisie op
getreden. Pater Witmer komt
uit een muzikale familie. Zelf
speelde hij evenals zijn broer
vroeger hobo. Daar is nu de
gitaar voor in de plaats geko
men. Pater K. Witmer houdt
veel van klassieke muziek en
jazz. Enkele titels uit zyn reper
toire zijn: „Vogels", „Wachten",
„Gods raadsel". „God, ik dank
u voor uw zeggen." Pater Wit
mer, geboren en getogen Amster
dammer, woont sinds twee jaar
in Rotterdam. Hij treedt nog we
kelijks op.
Een andere Jezuïet, pater MIT
TELMEYER heeft het meer in
het cabaret-genre gezocht. Ja
renlang is hy een van de stu
wende krachten in het Nijmeegs
Studenten Cabaret geweest. Pa
ter Mittelmeyer zorgde voor con
férences en liedjes die sterk de
aandacht trokken. Het studenten
cabaret in Nijmegen heeft in
hem een belangrijke kracht ver
loren: sinds enige tyd verblijft
de „grappende pater" :n AiriV-
waar hij wellicht de plaatselijke
bevolking met zijn humor kan
opvrolijken.
Broeder BONIFATIUS (C. Hak
voort in de wereld, monnik iu
de St.-Adelbert Abdij in Egmond-
Binnen) zingt liedjes voor jong
en oud, voor iedereen. Twee
platen zijn van hein opgenomen:
een Lp en een EP-tje. Het 45-
toeren plaatje is bestemd voor
kleuters en de langspeler voor
wat grotere mensen. Binnen de
kloostermuren heeft de zingende
broeder uit Hoorn veel succes
gehad; naar buiten echter was
de waardering niet altijd even
groot. Wij hebben indertijd eerst
hard over zijn langspeler moe-