alle
maal
HET VALSE HOOFD
HET VERWENSTE LAND
PROBLEEM IN
aerdenberg
aai £F°'
EEN politieman in een heli
copter is er in geslaagd een bank
rover te arresteren nadat deze tever
geefs had geprobeerd zijn slag te
slaan bij de bank, die hij al eerder
23000 lichter had gemaakt.
ALS U HET
VRAAGT
L°
C
Pelsjagers van Rio Pecos
HET GROENE LUIPAARD
^y
ÏUTtó «E*jï S
Steeds stommer
Eindelijk
Weeshuis
Afscheid
Opzij
Commentaar
op de zondag IV
Sterk gebit
Baantje op de maan
Douche-record
Met één handel
anIetjw:
DONDERDAG 31 DECEMBER 1964
ft
>/e G e/zeeDSo-/aPFen.
O/e oven... /tk Be/J
H/e/z u ee/V sc/ve/-
nSt/HD/G e of -zoters
os/zc. ec fjurs...
Me »Lce-
Maac uiers..
Of //<£--
t-pf
door OLAF J. DE LANDELL
de hem dat hU'eSS°2£" bM'
kiften. Binnen enkel, nünuten Tas
ken met mijn tanden". g
V V
V V V
mppk een
&eerje
-D f'yysy. vooen
Elke OLVEH polis is winstdelend
VLAANDEREN
it
-3d
De Waaders
*éA0Ê
De met een pistool gewapende ro
ver had vijf gijzelaars in zijn macht
en dreigde een school te zullen op
blazen als iemand zou proberen zijn
overval op de bank te verijdelen.
Toen hij bemerkte dat deze overval
niet zou slagen vluchtte hij het bank
gebouw uit en maakte zich uit de voe
ten. Met snelheden van boven de 160
km per uur trachtte de bandiet per
auto zijn achtervolgers kwijt te raken.
De politie moest de strijd op de weg
ook inderdaad opgeven maar schakel
de een hefschroefvliegtuig in dat de
wagen van de rover tot staan wist te
brengen, waarna hij kon worden ge
arresteerd. De gijzelaars werden on
gedeerd in vrijheid gesteld.
EEN AMERIKAANSE DICHTER
en hoogleraar, heeft op een lezing in
New York vastgesteld dat de mens-
beid steeds stommer wordt, omdat
ze zich geen vragen meer stelt en niet
meer speculeert".
„Het grootste gevaar dat de wereld
op het ogenblik bedreigt", aldus de
dichter, „is de overheersing van de
mens door de techniek".
EEN MEVROUW uit Londen heeft
echtscheiding gekregen om te
kunnen hertrouwen. Zij is 84 jaar.
Haar eerste man ging veertig jaar
geleden van haar weg en heeft niets
meer van zich laten horen. De recht
bank heeft aangenomen dat haar echt
genoot dood is.
Het rechte spoor
DE EIGENAAR VAN EEN NIEUW
CAFE in de Engelse stad Birming
ham heeft er wat op gevonden om
tegen sluitingstijd de klanten weer
op het rechte spoor te helpen. In plaats
van het gebruikelijke „we gaan slui
ten, heren," zal hij een stoot geven
op de treinfluit die hij in zijn zaak
heeft geïnstalleerd.
De onmisbare
stoomwalschauffeur
EEN 82-JARIGE STOOMWALS-
CHAUFFEUR in Engeland is voor
de zeventiende keer met pensioen ge
gaan, maar hij verwacht dat zijn baas
hem weer zal terugroepen zoals de vo
rige zestien keer.
„Om een goede stoomwalschauffeur
te worden heb je jaren nodig, en jonge
lui van om en nabij de vijftig weten
gewoon niet hoe ze er mee om moe
ten gaan", zei hij.
Zeldzame vis
BIJ DE COMORO-EILANDEN, tus
sen Madagascar en het Afrikaanse
continent, is weer een Coelacanthe
gevonden' een zeldzame vis, die als
een levend fossiel bekend staat omdat
deze vis 400 miljoen jaar steeds het-
ze de is gebleven.
j bestaan van de Coelacanthe
werd m i952 ontdekt. Tot dusverre
nnwitï.811 er nu 21 gevangen. Voor de
ontdekking m 1952 was verondersteld
aat de Coalacanthe al 50 a 75 miljoen
laar met meer bestond.
Lezers schrijven de krant
Als. missionaris werk ik in Brazilië.
Mij is aldaar de functie opgedragen van
rector aan een weeshuis te Belo-Hori-
zonte. In dit tehuis verblijven 200 meis
jes. De meesten van hen zijn van onge
huwde moeders. Zij behoeven onze be
langeloze verzorging en krijgen die ook.
In moeilijke omstandigheden zijn zij aan
ons toevertrouwd en in ons tehuis probe
ren wij hen te behoeden voor zedelijk
en geestelijk verval. Het uitvoeren van
onze taak vraagt niet enkel onz6 volle
dige lichamelijke en geestelijke inzet,
maar behoeft mede zeer veel geld.
'Over enkele weken zal het Kerstmis
zijn. Het feest, dat zo'n hartveroverende
plaats heeft in het leven der volkeren.
Alles en allen spreken hun vreugde uit
Elkeen ziet dan ook zo graag de vreug
de van een ander. Bij de viering van het
Kerstfeest komt zo onweerstaanbaar de
hunkering in elk mensenhart naar bo
ven naar goedheid. Goedheid, die wij zelf
behoeven te ervaren; goedheid ook die
wij aan anderen wilien geven. Eigenlijk
bestaat bij ons allen hot verlangen om
goedheid te ontvangen. Zelf willen wij
ehter een goed mens zijn, openbloeien
in hartelijkheid en in liefde. Ons leven
is eigenlijk geven, zoals geven leven is.
Onze zo ver van U wonende wezen,
hebben' hetzelfde gevoelen als U. Zij
j zouden zo graag goed voor U willen zijn,
iHun goede wil is echter het enige wat
i zij bezitten. Hen ontbreekt het aan alle
middelen om dat in daden te tonen.
Velen onder U vermogen dit laatste
mogelijk wel te kunnen. Wat zou het een
vreugde zijn wanneer ik onze wezen van
U een of andere goede daad met Kerst-
mis zou kunnen tonen. Hen opvoeden en
kleden, hen onderwijzen en scholing ge
ven voor hun terugkeer in de maat
schappij, weten zij zo te waardoren.
Zo jammer is het dat men in Brazilië
zelf zo weinig voor ons werk kan doen.
De sociaal-economische toestanden van
het merendeel van het Braziliaanse volk
is van dien aard, dat ons tehuis geheel
moet drijven op naastenliefde en chari-
tas-inkomsten. Brazilië gaat onder een
grote inflatie gebukt. Brazilianen kunnen
daarom zelf niot veel aan charitas-giften
doen. Zij zien er slechts naar uit, zoals
onze wezen. Financiële steun is voor
ons werk dringend nodig.
Voor korte tijd ben ik in Nederland te
rug om die steun te zoeken Hoe erg
onze toestand ginds is, bewijst wel het
feit, dat zonder steun de noodzaak dreigt
zeker de helft van onze weesmeisjes uit
ons tehuis te sturen. Welk lot wacht hen
dan? Het is een beklemmende vraag.
Zo U mij helpen wilt en kunt verzoek
ik U vriendelijk en bescheiden mij enig
textielgoed te willen toezenden. Aan on-
dervermeld adres zal het ddnkbaar door
mij worden ontvangen.
Gelden kunt U eventueel storten op gi
rorekening nr. 493206. t.n.v. Verkoijen
te 's-Gravenhage (Oranje Buitensingel
21), met vermelding: „T.b.v. weeshuis
Brazilië."
Voor al Uw gulle gaven, dank ik U bij
voorbaat. God geve U een gelukkig 1965.
Met vriendelijke groeten en de meeste
hoogachting,
Den Haag,
Pater Rodrlgo Verkoijen O.F.M.
De mensen, die le Kerstdag 's avonds
bij Rutecks, hoek Oude Gracht te
Utrecht zaten, keken verbaasd toen de
populaire wijsjes van het orkestje op-
m
hielden en de orkestleider aankondigde
dat nu leden van het restaurant- en keu.
kenpersoneel enige kerstliederen ten bes
te zouden geven. Opeens stond het po
dium vol met witgemutst en witgejast
keukenpersoneel, zwart gerokte kelners
en serveersters in hun zwarte japonne
tjes, die, begeleid door het kleine or
kestje „O, denneboom" begonnen te
zingen. Hierdoor geboeid luisterde men
hierna met nog meer interesse naar een
van de kelners die, enigszins onzeker,
maar heel gevoelig, het prachtige „Ave
Maria" van Gounod zong. De liederen
die volgden werden weer door het ge
hele personeelskoortje gezongen, uitge
zonderd ,.Minuit Chrétien" dat de or
kestleider zelf gloedvol bracht.
Ieder van de gasten nam het voor lief
dat gedurende het zingen geen consump
ties rondgediend werden. Dat het koor
tje niet altijd even zuiver zong deed aan
het geheel bepaald geen afbreuk, 'nte-
gendeel. Dit onvolmaakte en pretentie
loze zingen, dat min of meer een sym
bool vormde van het afscheid aan het
publiek door het binnenkort vertrekken,
de Ruteckspersoneel, wat voor de ge-
interesseerde toehoorders een zuivere
en ontroerende ervaring.
Gouda, L. Schilderman,
jj
Hoe kunt U „erg" vinden en afkeuren
in „Opzij" wat U zelf met vette koppen
in Uw krant aangeeft. In Uw voorpagina
van 21 dezer lees ik: Ook huwelijks
kandidaat Beatrix is van de partij, ge
volgd door een smulartikeltje, een lok-
kertje.
Goed, business is business, ook voor U;
maar kraak Uzelf dan niet. Ik lees in
Opzij" van dezelfde datum: „Is
dat erg? Ja, het lijkt me voor prinses
Beatrix verschrikkelijk, dat iedere jon
geman met wie zij meer dan twee woor
den wisselt, direct door een of ander
blad tot aanstaande echtgenoot wordt
gebombardeerd"
Uw blad is helaas ook van de partij.
Had U nu juist met betrekking tot dit
vette artikel niet kunnen volstaan met
een normale berichtgeving op één van de
binnen-pagina's?
't Klinkt wel tegenstrdig, vindt O
niet?
Haarlem G. N. P. BREURING
Naschrift van de redactie: De heer
Breuring moet onze „opzij's" helemaal
lezen,dan had hij begrepen dat wij de
belangstelling voor prinses Beatrix' mo
gelijke huwelijkspartners hoewel on
aangenaam voor haar als een gezond
en vanzelfsprekend bewijs van medele
ven zien.
Bedankt overigens voor Uw vriendelij
ke „een smulartikeltje, een lokkertje,
business is business". En toch heeft zelfs
Uw redactie verantwoordelijkheidsge
voel. Als zij juist als de redacties
van alle andere bladen nieuws over
prinses Beatrix op de voorpagina brengt,
heeft zij daarvoor haar redenen.
B.v. deze: dat U niet van de buren
behoeft te horen wat de krant U behoort
te vertellen. Als wij een treinramp op de
voorpagina plaatsen, reageert U dan
ook zo aardig?
Met alle respect voor uw vaak puntig
„Opzij"-commentaar, bevreemdt mij
nu uw reactie op de nieuwe liturgievie
ring van d.d. 21 dezer.
U zegt zich zondags niet meer in de
kerk thuis te voelen. De eenheid is ver
broken (welke eenheid) en u kunt maar
niet wennen
Is de voorlopig nog niet lukkige
tekstkeuze en de nog verschillende La
tijnse gebeden een reden om je niet
meer thuis te voelen?
Is u nooit opgevallen, dat bi] de „Oude
Eucharistie-v'ermg. vele geloviPen nau
welijks bij deze viering betrok.ren wa
ren; deze viering of mishoren aan zich
voorbij lieten gaan en vaak pas onleef-
den bij het Deo Gratias, vooral in de la
te missen om nog niet te spreken van
de avondmissen! Hoe vaak gleden
gedachten niet af naar allerlei andere
zaken en werden we weer wakker of op
geschrikt door een doordringend bei-
geluid. Als we eerlijk zijn. die bel was
nodig!' En wat valt mij nu op in -ver
se kerken.
Bii een goede voorgang van de pries
ter krijgen de mensen geen gelegenheid
voor hun dromerijen etc... doch worden
er direct bij betrokken en vooral, ze doen
nu ook daadwerkelijke mee. Bovendien
hoor ik van heel veel katholieken nu
zelf te voelen, de mis echt mee te vieren
en iets positiefs in te brengen! m
Ik vind die „typisch protestantse toon
in de gezangen zoals u schrijft helemaal
niet storend. Mogen we nu eens naast
oecemenisch denken ook eens oeceme-
nisch zijn! (Geen woorden maar daden).
Dat we hier en daar verbetering en
aanpassing behoeven is waar. maar ve
len van ons zijn met de huidige gang
van zaken echt blij. Tenslotte zijn we pas
bezig. Mensen die niet kunnen wonnen
hou je altijd!
Laat u zich eens informeren, vooral
door jongeren: u zult tot de ontdekking
komen, dat een groot percentage van ons
katholieken met meer interesse naar de
kerk gaan en haar ook tevredener, vol-
daner, verlaten. Gaat het daar tenslotte
niet om! (Houdt u eens een enquête on
der uw katholieke lezers)
HAARLEM G, N. P. Breuring.
Naschrift van de redactie: Reacties
zijn welkom.
Die G/Zore Stom pee
Zou $CPHZltS KUMUeH PPM
JP Ge/u... /qcjj
/éc HOO/Z 1EMCWD ÖO-
ve/U. ucug /ers ppuruest
Ofl^r /t/e Te ue/ZDeD/-
Gets, fjc s 'u N/e/z. se-
T/Z/OPT ujo/zd...
een MISSIONARIS heeft de buig
tang afbesteld, die hit -v«,
MEER DAN 900 MANNttm
naar eenderheid hHbben gesolliciteerd
De federale dten^3™^6 0p de maan'
vaar l i v St- Y00r de ruimte-
mee dat n»r y,erenigde Staten deelde
tanten L dag ongeveer 20 sollici-
20 ruimt!! 1 komen voor de 10 tot
het vni«Va!' baantjes die deze dienst
kandidat en i •|aar ,Zal schePPen. De
1970 na» lopen kans na het jaar
naar de maan te gaan.
EEN 18-JARIGE EERSTEJAARS
STUDENT van de universiteit van Ken
tucky in Amerika, heeft een andere uni
versiteit een record ontnomen door ge
durende een vol etmaal onder d dou
che te verblijven. Een student van de
andere universiteit had het slechts 18
uur volgehouden. De student kwam
rood als een kreeft, maar schoon on
der de geduldige waterstraal vandaan.
Hij had intussen wat crackers en
vruchtensap genuttigd. Het grootste
deel van de douche-marathon heeft hij
zittend in een (waterbestendige stoel)
doorgebracht al ging hij voor de af
wisseling ook wel eens staan. Hij heeft
zelf nog ongeveer een half uur ge
slapen.
Tot dusver heeft het universiteitsbe
stuur zich nog niet met de record-strijd
bemoeid, althans niet officieel,ofschoon
de waterrekening de prijs 'oo - de re-
cord-jagerij zal aanwijzen. Maar de
eer is ook wat waard, zo is men ken
nelijk van mening.
DE „ROGER GASQUET', de groot
ste Franse olietanker, is op een Fran
se scheepswerf gedoopt.
Het 91.000 ton metende schip is één
van de meest geautomatiseerde sche
pen van de Franse koopvaardijvloot.
De bouwers beweren dat het schip net
zo gemakkelijk te besturen is als een
hedendaagse auto. Men kan het ma
noeuvreren met een enkele controle-
handel.
36.
„O, dus u weet het ook al," verwonderde ze zich. Ze werd bleek en from
melde wat aan een klein zakdoekje. „N-nee, meneer Henri is altijd zo'n
aardige manEn zo kalmNee."
„Waar was u eigenlijk, toen meneer Henri die middag thuis kwam uit de
stad?"
„Ik was in de keuken, meneer," vertelde ze. „Met Gert, de knecht, ziet
u Ik zou net boodschappe gaan doen en toen hoor ik de voordeur
„Gut," zeg ik tegen Gert, „dat is meneer Henri zeg 'ken ik wachtte
even, met in de gang te komme. tot meneer boven was.
Terry knikte. „Waarom wachtte u?"
„Nou, ik von het geen pas geve, tegelijk met meneer in de gang te
zijn En ik moest toch tegen Gert zegge, dat hij de messe moest slype,
terwijl ik weg was
„O, ging u uit?" begreep Terry.
„Ja, meneer we moeste groene zeep hebbe en zout enne
closetpapier En dat haal ik altijd in een winkeltje waar ze geen telefoon
hebbe zodat ik het zelf moet hale."
„Juist," zei Terry nadenkend. „Dus was u niet thuis, toen nou ja,
op het ogenblik, dat er iets met meneer Martijn gebeurd moet zijn?"
„D-dat weet ik niet, meneer want ziet u, eh ik wachtte een beetje
lang enneZe kreeg plotseling tranen in de ogen, en kon niet
verder gaan.
„Nou?" vroeg Terry gespannen, maar toch vriendelijk en rustig. Kom
juffrouw
„Ik vin 'et zo naar." Ze legde het hoofd voorover en snikte. Terry zond mi]
een flitsend snelle blik toe. Hij legde zijn hand kalmerend op die van de
huishoudster „Zegt u het mij maar wat was er zo naar?"
Ze richtte zich net zo plotseling weer op, zodat ik niet kon nalaten, terug te
veren met mijn hoofd. In dat ene moment was haar gezicht helemaal rood
en opgezet van tranen. „Ik ben d'r zo zenuwachtig van geweest," zei ze
bevend, „ik durf gewoonweg niet meer te slapen Toen ik de gang in
kwam, hoorde ik meneer Henri boven met iets zwaars sjouwen
Ik werd ijskoud en keek naar Terry. Het haar op mijn hoofd prikte.
„Ik riep: „Zal ik u effe helpe, meneer Henri?" maar hij had bijna geen
adem, en antwoordde: „Nee, dank u, juffrouw ik ben d'r al!" Nou,
en toen ben ik maar uitgegaan
Er viel een schaduw over Terry's gezicht. Hij was opeens volkomen ernstig.
„Ik mag meneer Henri graag," voegde het mensje erbij, „en ik zou bij
God niet wille, dat 'ie door mij in de knijp kwam Maar u ben 'n detec
tive die merke toch alles
„Ja," zei Terry ernstig. „Dat zie je nou
En juffrouw Booner knikte plechtig, onder de indruk, met het hoofd
„U houdt nog meer verborgen," raadde Terry met een ontzettend streng
gezicht.
De juffrouw hief vier vingers in de hoogte en zwoer: „Zo waar helpe mij
God Almachtig: nee."
„Denkt u nog eens na, juffrouw!" vermaande Terry.
',Ik kan niet meer denke," zuchtte ze „En ik wil ook niet."
We zwegen allemaal even. Toen vroeg Terry: „Wie heeft u verteld, dat ik
detective was?"
(Wordt vervolgd)
ztezo.' nu uan
ik Me eens et/en
mbt jou Be Moet
en! vooruit! Ga
c>e aeor
b/nnsn!
t*
Neen, nu je smeer-
Ge MONSTS/Z UIBG
/s, een ik Nier
Mee a eano voor
De /Zot ten Zjjn om-
Geuee/ZD, Mannerje!
Ha.'wo'up J Geef je
oyepzf auoees... je
Benr m/j/j Gevan-
Gene!
JWirw
Advertentie
ME. VIRRNDSEEU zal JE EE
GEARS EVEN HEEN E'JDEN, /7n„J" p
MET M'JN E0LL5
IK SCH'JN M'JN K0575ARE T'JD
TE VBEKMOBIEU. WRRE0M HEB JE
ME NIET BERICHT DRT JE BESLUIT
PLVflST STOND, CLREIBEL?
KUNNEN KE'JGEN
LIEVER TEKU 5
MRRR
IK HEB JE GIS
TEREN GETELE"
GRREEERD DDT
HET 'NBB' WB9...
BL'JF JE MET ONS
LUNCHEN?
t - L
29-17
40 Enige weken later zaten wij tweeën aan het
kampvuur. Old Firekands wonden waren voor
spoedig genezen en doordat wij op onze hoede wa
ren geweest, hadden we verdere ontmoetingen met
indianen kunnen vermijden. Wij hoopten nu bin
nen enkele dagen de „vesting", zoals Old Firehand
zijn hoofdkwartier noemde, te bereiken en daar
wilde ik enige tijd het leven van pelsjagers mee
maken. De ring van Harry had ik 's avonds nog
eens mijmerend bekeken en hem toen aan mijn
pink geschovne. Toen ik nieuwe brandstof op het
vuur legde, schitterde het kleinood, waardoor Old
Firehand hierop opmerkzaam werd. Hij richtte zich
op, keek eens goed en vroeg merkbaar opgewon
den: „Wat is dat voor een ring, die u daar draagt,
Sir?" „Dat is een herinnering aan het vreselijk
ste ogenblik uit mijn leven." „Mag ik hem eens
bekijken?" Ik gaf hem het kleinood en na er .-en
enkele blik op te hebben geworpen, riep hij uit:
„Hoe komt u eraan?" Zijn opwinding werd steeds
groter en zijn houding mij daardoor steeds onbe
grijpelijker. „Van een jongen uit New-Venango."
„New-Venango! Was u bij Forster? Heeft u Har
ry gezien? U sprak van het vreselijkste igenolik
van uw leven. Is er een ongeluk gebeurd?" „Ja,
waarbij ik de kans liep, levend gebraden te worden."
•COPIMMW.
MOCO
36 75
SW/H FEATURES SyNOtCATE RAOOSTRJI»
12 Terwijl ze op het bestelde voed
sel zaten te wachten, liet Sientje haar
blikken door het restaurantje dwalen.
„Een leuke gelegenheid, meneer Loe
ris. Een beetje morsig, maar toch
wel sjiek". „Het ruikt er in ieder ge
val lekker", antwoordde haar werkge
ver. „En zover ik kan nagaan komt
er goed publiek ook!' De arends-
blik van de detective had het weer
eens goed bekeken. Links en rechts
om hen hee nzaten er zeer gedistin
geerde gasten met gedempte stem te
praten. Even later verscheen de gé-
irant weer met een dienblad vol dam
pende schaaltjes. „Uw kroten met
spek, dame, meneer!" sprak hij, a,-
les voorzichtig neerzettend. „Wilt u
er witte of rode wijn bij?" „Witte"
antwoordde Piet Loeris. „Maar geen
wijn. Karnemelk. Witte karnemelk.
En maak een beetje voort, broer,
steekneus. Ik heb dorst". Naast hen
klonk een heldere lach op. Hij was
afkomstig van een heer, die aan het
tafeltje naast hen was komen zitten.
„Ik heb mijns ondanks het gesprek
afgeluisterd, dat u zojuis* gevoerd
heeft!" richtte hij zich tot de de
tective. „En ik moet u zeggen, dat u
een geestig man bent. Mag ik aan
uw tafeltje komen zitten?" „Nou,
liever niet, broer," antwoordde de
speurder. „Ik moet op mijn gemak
kunnen roeien!" Deze woorden ver
wekten een storm,je van hilariteit bij
de vreemdeling, die zich niet in het
minst gekwetst voelde door de botte
weigering van de detective. „Welk
een puntig antwoord" hinnikte hij.
„Sta mij toe, dat ik mij voorstel Ik
ben de markies de Plombière. Ik geef
vanavond een partijtje. Zoudt u bei
den mijn gasten willen zijn?"