hèt Amerikaa
super-pretpa rk
HET IS
VERBODEN ZICH HIER TE VERVELEN
RANGE
m
lil
ffn
-ra
1
XtL
ZATERDAG 31 OKTOBER 1964
PAGINA
I
w9
■rol
WÊHP
WÊm.
RMum am
RJMSS 25
Bidfel
sm
•"i
•m t ew York heeft net zo goed als Am-
l\l sterdam zijn Zandvoort, waar het
i j stadsvolk op zonnige dagen heen-
stroomt. Dit is Coney Island, een
stukje Brooklyn langs de Atlantische
Oceaan, waar bij warm weer iedere
vierkante meter van het zandstrand
letterlijk dubbel en dwars door mense
lijk vlees in beslag wordt genomen, vast
geklampt aan transistor-radio'tjes. Maar
het moet wel echt heet zijn, want bij
een fris windje komt de New Yorker
nauwelijks over de brede, houten boule
vard heen.
Aan deze zijde van de boulevard is het
superpretpark van Coney Island en er
zullen weinig plaatsen op de wereld
zijn waar men een kermis kan vinden
die erbij in de buurt komt. Wat fie
Wereldtentoonstelling van New York
aan heerlijk-ordinaire kermisattracties
mist, biedt Coney Island al sinds jaar
en dag van 's morgens vroeg tot 's
avonds laat in overvloed. In Coney Is
land vermaak je je altijd, en dan met
ontelbare mensen van allerlei naties
en rassen tegelijk.
De verdienstelijke attracties van mijn
heer Hommerson uit Scheveningen ver
geet men helemaal als men hier wat
rondneuzend een paar goktenten met
onoverzienbare collecties trekautoma-
ten binnenstapt. Men kan er vanuit
draaimolens met mitrailleurs schieten
op snelle vliegtuigjes. Of men kan uit
lampjesgegoochel opmaken hoe het ge
steld is met de sex appeal (red hot,
cold, jealous, sloppy, dynamite etc.).
Men kan vanuit een koog paddestoelach
tig staketsel (met een magnifiek uit
zicht op zowel de Atlantic als op
Brooklyn) parachute-sprongen maken,
getweeën in een stoeltje. Maar men
komt met zo'n enorme smak neer dat
men graag even tot kalmte zou willen
komen met een grote wolk gesponnen
suiker of met een in zoetigheid gekookte
kolf maïs. De snoeporgie van Coney
Island is grenzeloos. Daar telt het een
voudige ijsje helemaal niet meer mee.
Uiterst sterke zenuwen en harten
worden er gevergd in de razende acht
banen. Er staan er hier zoveel en zij
zijn zó lang dat men vanuit een der
kolossale „reuzenraden" neerblikkend
de indruk krijgt van een omgewoeld
spoorwegemplacement. Om zekerheid te
krijgen kan men zich het beste wen
den tot een van de tientallen waar
zegsters. maar wellicht is het voor ze
nuwen en hart veiliger om in plaats van
een achtbaan-racer een luchtgondel te
nemen, en daarmee boven Coney Island
een luchtreis te gaan maken.
Bij alle prijzen die men met ring-
werpen of scherp schieten kan ver
overen behoren ook Maria-beeldjes en
crucifixen, die er uitzien als suiker
goed. Men zou er van kunnen grieze
len, maar dat doet men natuurlijk in
de spookholen vol Dracula's en Mon
sters van F rankenstein. Slangen en
draken zijn overigens nog niet genoeg
voor de goegemeente, vandaar dat men
eveneens kan aanschouwen hoe Chess
man op de elektrische stoel het leven
laat. Men is in New York met zo
gauw vies van wansmakelijkheden.
Na enige bloedbaden zou men de be
hoefte aan iets fris kunnen gevoelen.
Wellicht kan daarin de bafiscaaj voor
zien. Dit is een kogel die met *en
mensenlast onder water verdwijnt. Door
de patrijspoorten kan men fantastische
onderzeese voorstellingen zien, en men
kan ook zijn groeten schreeuwen in de
microfoon die al het gegil doorgeeft aan
de schare toeschouwers langs het bassin.
Met een geweldige sprong komt het
toestel na enkele minuten weer boven
water, alsof het van heel diep wordt
opgestuwd.
Zo tolt, springt, raast en krijst alles
door elkaar op Coney Island. Van alle
kanten schijnt te worden geroepen: Het
is verboden zich te vervelen.
Als je later met de bus naar huis
rijdt en je hebt een vriendelijke chauf
feur getroffen, dan kan het gebeuren
"dat hij pij het uitstappen zegt: „Ik hoop
dat je je vanavond bij de televisie een
beetje zult vermaken". Ach ja, je
moet weleen echte New Yorker zijn
om niet te zien hoeveel er te zien is
in de stad.
HENK SUÈR
ïSas
w
a no
HO™
FRESH
- s' X
3f