TOM POES en de vuursalamander
SLIK UW PIJN WEG MET EEN
PROBLEEM
AERDËNBERG
Alfredo
alle
maal
mensen
J
KUYPIR
HET VALSE HOOFD
Pelsjagers van Rio Pecos
Landlust
wint weer
ALS U HET
HET VERWENSTE LAND
Rhu/f
<5
VRAAGT
door
Marten
Toonder
l-i
HET GROENE LUIPAARD
l,i
Schipbreuk
SPORTNIEUWS
Eredivisie basketball
Maats cuar Doe
Je AJou s pu uu
i/uue spuw, zeD
fx je//
coersjj
Koopvaardij
DINSDAG 16 FEBRUARI 1965
smm
if
door OLAF J. DE LANDELL
5378 Toen heer Bommel de volgende morgen zijn stu
deerkamer betrad bemerkte hij, dat de vloer was opge
broken en dat de boeken uit zijn brandkast op de grond
waren gegooid.
„Er is ingebroken!" sprak hij verblekend.
„Zeer betreurenswaardig", zei de bediende Joost, die
juist met de ochtendpost binnentrad. „Ik was er al bang
voor na al dat geklop in* de nacht, als u mij toestaat".
„Juist!" hernam heer Bommel „Dat was een waar
schuwing. Mijn boeken hadden dus toch gelijk, zie je nu
wel? Ik heb mijn geld net op tijd in veiligheid gebracht.
Ja, ja, het zijn waardevolle werken, waar men als heer
heel wat uit kan leren. De dieven hebben er één meege
nomen, maar ik heb er gelukkig nog genoeg over".
„Inderdaad", gaf de knecht toe. „Hier is een brief
voor u, heer Olivier. En zal ik de politie waarschuwen?"
„Een brief?" herhaalde zijn werkgever. Hij liet zich
in een stoel zakken, scheurde de enveloppe open en las
prevelend:
„Grote meester, Wij eh, hm! Hoor je dat, Joost?
Let goed op".
„Tot uw dienst", mompelde de bediende, een luister
houding aannemend.
„Grote meester", herhaalde de heer Bommel met ver
heffing van stem. „Wij weten, dat u de geheime weten
schappen bestudeert. Voor ons genootschap kan niets ver
stopt blijven. Wij weten dus ook, dat u over verborgen
krachten beschikt en" wij willen u helpen om die tot ont
wikkeling te brengen. Wanneer u om twaalf uur van
nacht bij de ingang van het oude kerkhof komt, zult u
verder worden ingewijd. Dit alles moet in het diepste
geheim geschieden; zwijg er dus over! B. Superus,
meester van de Orde van de Verborgen Krachten. P.S.
Geheim!"
„Hoogst interessant", prevelde Joost, een geeuw on
derdrukkend. „Zal ik nu de politie Waarschuwen, als ik
zo impertinen mag zijn?"
„Niks politie", zei heer Ollie niet een gelukkige glim
lach. „Mijn verborgen krachten roepen, als je begrijpt
wat ik bedoel. Dit alles is zéér geheim".
ZouoetJ
e/z atstz
MeoePctoH-
T/ceto
Z/JM
neis
Maai. ai~-
ceeuf
aaae.!?
op c>s GeZa/joi-tsio van Dte &oe-
/oe aan ras/oo/s &p o/t oceaactK
/a Oe aaaosa uau os pocitis
Host Z/j/j.' aahp.Haf tu t-tse ate
Mees Te tZ(.r ju
Gezo/JDHe/o,
HfSPtS Gssrs
FtQUTHSto!
ea oe oPoe-
TGM U/O/J..
De Wadders
./Hf JU/ST OP HST LPPT-
sre oGeaBi.ru hs& tu
os roue/z fop. muls uun
a/pu at TSPpeuet/f.i/oo/z-
rppu zac fpF we O sea
SMit/zp Mee/z SMuPFen,
ate ore smu/zf/zo
se a /e
acces GeSLaaco.'
r/eacaca.
we ZtjtJ Oe-
SMt/PFTf we
z/jh oe~
VLAANDEREN
Advertentl#
Copyright P I. B. Bo* 6 Copenhagen
MOCO
/6PO
Hij boog als een knipmes en stotterde van vereerdheid. Ik ging naar binnen
met een warm gevoel van genegenheid jegens hem, omdat hij me bewezen
had, dat ik niet de enige was, die graag es gewichtig is.
Achter me zei juffrouw Booner, met roodbehuilde ogen: „Ze hebben 'm
weggebracht, meneer
Ik klopte haar per procuratie op de schouder en wandelde kalmpjes naar
boven.
Terry vermaakte zich op een bijna onuitstaanbare manier met mijn relaas.
Hij coquetteerde dusdanig met zijn drie dagen hogere ouderdom, dat ik hem
voor de zoveelste keer in m'n leven meende te moeten vertellen, dat een zo
klein verschil in het leven niet van belang was, vooral niet, daar ik indertijd
eerder verwacht werd dan hij. Maar zelfs dat vond hij een bewijs van mijn
kinderlijkheid, zoals hij 't meende te moeten noemen.
Ik moest hem ten slotte absoluut kalmeren.
We namen in het beste humeur afscheid en hij gaf me nog zoveel wijze
lessen en tips mee, dat ik er niets aan had Tot slot keek hij op zijn horloge en
stelde vast: „Over een kwartier ga ik mijn programma beginnen."
En zo verliet ik hem, veel nieuwsgieriger naar zijn programma dan naar
m'n eigen, want dat was nou al uitgestippeld.
En toen reed ik dan de dorpsstraat af in noordelijke richting, tussen de
wandelende mensen door, die hier en daar bleven staan om mijn vertrek te
be-discussiëren. Het avontuur tegemoet.
Ik geloof dat ik veel te hard reed, want binnen tien minuten stond ik in
het zijlaantje, met een pseudo-vette bougie en een draad, die ik in het wilde
weg losgerukt had, want ik kon toch niet veel zien, in het duister. Ik richtte
een reflector, die tamelijk hoog zat, zó, dat ik er eventueel van dichtbij
herkenbaar uitzag. Meer had ik niet voor Terry over, want ik dacht: als
iemand, die de p. aan hem heeft, mij op een afstand kwalificeert als Terry
van der Linden, dan schiet 'ie me neer; dan heb ik er niets meer aan, en van
m'n detective-verhaal komt geen spat terecht.
Maar zo dacht ik slechts, omdat ik Terry's inzichten niet kende.
Voorlopig gebeurde er niets Ik peuterde een beetje aan de draad, die veel
te diep had vastgezeten, dan dat ik 'm zou kunnen herstellen, en voelde eens
aan de vette bougie, maar ik achtte me niet gerechtigd meer te doen, daar ik
anders waarschijnlijk klaar zou zijn als mijn gast kwam, en dan had ik dus
geen reden van stilstaan.
Zo wachtte ik minstens een half uur. In een boom boven m'n hoofd rit
selde een vogel en verweg klonk het praten van een mannenstem met zo nu
en dan een hoog vrouwengeluid dat antwoordde. Soms suisde de wind een
beetje door de blaren, en dan was het weer stil; het bos sliep in de kale
winternacht. Geen haas hipte over de weg, geen fietser kwam langs, zelfs
de wolken schenen de hemel te negeren, op dit eenzame plaatsje. Ik was
alleen met mijn moedwillig tot zwijgen gebrachte auto, en wachtte, van het
ene been op het andere.
(Wordt vervolgd
TWEE MANNEN resp. 22 en 27
jaar oud, hebben 50 kilometer ge
roeid in een lekke roeiboot, tussen
haaien die naar de riemen hapten, om
hun mede-schipbreukelingen van een
eilandje ten noorden van Australië af
te helpen. Terwijl een van de mannen
roeide schoot de ander met een ge
weer op de haaien. Eindelijk bereikten
zij Darwin, waar zij vertelden van de
hel waarin de schipbreukelingen heb
ben geleefd. Na het vergaan van de
32 ton metende logger „Dana Maria"
kwamen zes mannen, een vrouw en
een kind op eën onbewoond eiland te
recht. Zij hadden wat meel, thee en
aardappelen en een tent kunnen red
den. De voorraad voedsel was na drie
dagen op. Daarna leefde men op oes
ters, mosselen, vis en gevogelte. De
mannen slaagden erin een lek in een
beschadigde roeiboot zover te dichten
dat zij ermee naar het Echo-eiland
konden roeien. Daar moesten zij nog
56 kilometer lopen voordat zij een
missiepost van de Methodisten aan
troffen. Het personeel van deze mis
siepost heeft de andere schipbreuke
lingen van het eiland gehaald en naar
de missiepost overgebracht.
Advertentie
mi
11 i i h 111111111 I
CITROEN
VOo/ZOPT
/KT He T CoO-
Osa Masuetz
Ga SMec-TSH,
Zac ti* esa
GiaasJe
«en op os ce
OHO.
HtJ
fr real
(Cj iircssc
op i
i 79 De voorste sch®en Wet het terrein bekend te
zijn, want de snelhei"- waarrnee de roodhuiden de
steile helling afdaalde0.' Was bewonderenswaardig.
Had ik mijn geweer 01J We gehad, dan had ik er
gemakkelijk enigen kunr>en neerschieten en zodoen
de tevens het kamp a 13 ™er6ti. Maar ik had alleen
mijn revolvers, die °iet genoeg droegen, om
wat anders uit te richten. dan mijn positie te verra
den. Dan was de kans ai heel klein, dat ik het kamp
vuur ongehinderd zoU tiereiken. Ik moest dus an
ders te werk gaan. Parranoh, Want dat hij de voor
ste Ponka was, daar tw,l telde ik niet aan. was
juist op een punt aangekomen, waar hij om een
groot rotsblok heen moest trekken. Slaagde ik erin,
voor hem aan de andere zijde ervan te komen, dan
liep hij mij in de armen, zonder dat de anderen dit
merkten. Ik klom naar boven. Ik was nog geen me
ter omhoog, toen er van de kant van de ingang
schoten klonken. Ik begreep dadelijk de slimheid
van de aanvallers, die een schijnaanval onderna
men, om onze aandacht van het eigenlijke aan
valspunt, waar ik mij nu bevond, af te leiden. Ik
klauterde dus zo vlug ik kon naar boven en greep
het rotsblok, om me op te trekken. Tot mijn grote
schrik kantelde hij en sleepte me mee naar bene
den!
(Van onze sportredactie)
I HAARLEM, 16 februari. Een kat in
nood maakt rare sprongen. Ondervond
j Flamingo's dit in de eredivisie basketball
bij de heren tegen Landlust, nu was US
het slachtoffer van de degradatie-angst
van Landlust. Als de Amsterdamse ex-
landskampioen zo doorgaat, vrijdag moet
de ploeg tegen landskampioen Wolves in
de hal aan de Meeuwenlaan in Amster
dam-Noord, dan ligt zelfs nog een vierde
plaats op de ranglijst in het verschiet.
Flamingo's, dat zonder Kroder (gaat
boksen) teiren trgiis in Den Haag uit-
kwam, had tiet moeilijk,
ASVU de meest bedreigde ploeg, maar
liet veie praten der spelers, tegen scheids
rechter, eigen spelers zowel als tegen de
tegenpartij, is niet bevorderlijk voor de
prestaties.
Argus verloor. Wilskracht tegen Agon
was een spannend duel van ploegen die
tegen elkaar opgewassen waren- Agon
j trok aan het langste eind.
Bij de dames moet de onverwachte
nederlaag van het Amsterdamse Giants
in Enschede tegen Jugglers vermeld wor-
den. Het Haarlemse HOC vestigde zich
vaster op de derde plaats door de zege
-op Agon. De standen zijn:
Dames: 1 AMVJ 16—32; 2 Blue Stars
'15—28: 3 HOC 16—28; 4 Agon 16—22;
5 Herly 16—20 6 Landlust 15—14 7 White
Stars 17—14; 8 Giants 16—12: 9 DED
17—12; 10 Jugglers 17—4: 11 WGW 15—4;
12 Midland 162
Heren: 1 Wolves 16—30; 2 Herly 15—26:
3 Flamingo's 15—22; 4 Agon 16—20; 5
Punch 13—14: 6 DED 15—14; 7 Landlust
12—12; 8 US 15—12: 9 Wilskracht 15—12;
10 Blue Stars 16—8: 11 Argus 13—6; 12
ASVU 15—0.
SMU/Z FT!
fCATUWtS rrNPiCATE N/KRQ BAOtOtTWg
51 Toen Piet Loeris mededeelde,
dat Het Haantjesplein zich jn het
modecentrum van Parijs bevond,
klaarde Sientje zichtbaar op. „Dat's
een gelukkig toeval," lispelde ze;
-„Dan kan ik me bij een van die jon
gens meteen een jurkje uitzoeken. Wat
denkt u, meneer Loeris, zal ik iets in
blauwgroen nemen?" Haar broodheer
keek haar misprijzend aan. ..Dat is
veel te veel in de kleur van je vel,
Sientje. Trouwens, jurkjes zoek je
maar in je vrije tijd uit". „U gunt
me nou nooit eens een pretje, me
neer Loeris," pruilde Sientje: „Ik wil
ook wel eens wat moois hebben", i
„Ach, schei toch uit, Sientje!" sprak
de detective vermanend: „Die din
gen zijn immers veel te duur. Wie
zou dat moeten betalen?" „Weet u,
dat ik nog zes maanden salaris van
u krijg?" antwoordde Sientje bits:
„Daar zou ik een héél mooi completje
voor kunnen uitzoeken!" „Ik denk,
dat we 't wel drooghouden," zei de
speurder: „We kunnen dat stukje
best lopen. Ober! Afrekenen!" „U
heeft nog niets gebruikt, meneer,"
sprak de kelner, die langzaam kwam
aanlopen: Er valt dus niets af te re-
kenen". Laat dan maar zitten",
lachte Piet Loeris, de man een hand
gevend. „Ik wou, dat ze allemaal zo
waren, meneer", sprak de ober.
„Dan hoefde ik tenminste niet de
hele dag heen en weer te rennen.
Daar krijgt een mens maar platvoe
ten van." Even later wandelden ze
op hun gemak door het drukke Parijs,
dat zich met al zijn charme en be
koorlijkheid aan hun verrukte ogen
ontrolde. Het aantjesplein bleek zich
i in een zeer gedistingeerd stadsdeel^
te bevinden. Het werd omzoomd doori
allerlei deftige gebouwen, waar dure
'namen op geschilderd stonden.
ME. BOENEY.IKBEN
VflU 9E POLITIE EN
MEEN DRT (J 0N3 Mfl-
DEE KUNT INLICHTEN
0VEK DE DIEFSTAL OP
F0ET FOETESdüE
IK.NEEM
AAN PAT JE
NET WEET ERT
UEORSBOEKBl
BISTEKEN OE
STOLEN.
clE IK
EK urr ALS EEU
DIEF,AGENT? IN
ELK GEVAL LAG IK
GISTEERV0ND
VKOEG IN
BED...
WffT!
0NDEE JE
NEÜS.VRNDflFTN,
VLRANDEEEN?
OCH, WflT
EEG
7. EN BEN EE DE HELE NRCHT
IN GEBLEVEN. EITR.HETKP-
MEEMEISJE KRN DRT BEV6S-
V TIGEN. c'J HEEFT ME
k GEKEGELD VEEZOKGD.
Lezers schrijven de krant
In verband met het artikel over de
werkgelegenheid van de jonge koopvaar-
dij-officieren, dat in de krant van woens
dag 9 februari 1.1. is verschenen, wil ik
graag op enige feiten wijzen .Feiten, die
mijns inziens niet helemaal juist zijn. Op
de eerste plaats wordt in uw artikel on
der een koopvaardij-officier al te zeer
de nadruk op een dek-officier of wel
stuurman gelegd. Geen moment wordt er
stilgestaan bij het feit. dat er nog andere
koopvaardij-officieren bestaan. Te weten
de werktuigkundigen.
Persoonlijk ben ik werktuigkundige en
in dienst bij de Holland-Amerika Lijn.
Zij die niet zozeer op de hoogte zijn met
de gang van zaken, zijn dan snel geneigd
te generaliseren. Juist daarom moet ik
u er op attent maken, dat er wat betreft
de jonge werktuigkundigen zeer zeker
wel volop werkgelegenheid bestaat. Een
werkgelegenheid die zal blijven bestaan
door het verloop in de hogere rangen. De
behoefte aan jonge werktuigkundigen is
een vaststaand en blijvend feit. Laat het
echter niet door artikelen als 't uwe een
hopeloze situatie worden. Voor de jonge
werktuigkundige ligt de promotie boven
dien ook gunstiger weer mede in verband
met het verloop in de hogere rangen. De
machinisatie in de koopvaardij schrijdt
voort en juist daarin passen jonge men
sen zich over het algemeen het snelste
aan.
R W L. HUFFMEYER,
SCHIEDAM
Naschrift v.d. redactie: Dat de na
druk werd gelegd op de „dekofficieren"
ter koopvaardij is begrijpelijk, omdat
juist bij hen de moeilijkheden schuilen
In het artikel is duidelijk uitgekomen,
dat er een teveel is aan stuurlieden en
een tekort aan machinisten. Voor werk
tuigkundigen is overal plaats. Red.