Alles
«ver
auto's
AlITO's BEOORDELEN
een moeilijk vak
Nico de Jong
Erik Bron „Auto-revue"
„IDEAAL NOG NIET
GEVONDEN"
ervaring
met heel moeilijke
gevallen"
Han Hugenholtz
(„Wereldkroniek" en F.D.)
Fascinerende bezigheid
Jaap Jongejans(„De Auto"):
C. WOLF
(„Autokampioen")
-Tweede road-test
SMAKEN VERSCHILLEN'
Joop Overkamp
(„Arts en Auto"):
personenauto?s
Buitenlandse ervaringen - zoais het
ÜSSSZffBEZ
ben da^0dvV^fTXSeatieS heb"
Hartewens
FEBRUARI 1965
DOOR VIC SNIEKERS
ONS LAND TELT een handjevol ervaren road-test-
schrijvers: dat zijn automobiel-kenners, die in de
autobladen en soms ook in andere periodieken hun
wmmmmening over een bepaalde auto weergeven. Zij proberen
dat zo objectief mogelijk te doen. Van „omkoperij" of zelfs
van pogingen daartoe is geen sprake. Gelukkig. Er zijn
landen, waarin men zich met een minder objectieve „auto-
ri 9 9 pers" tevreden moet stellen.
„AlltOVlSlG J Het spreekt vanzelf, dat ook de fabrikanten gebaat zijn
bij een zo objectief mogelijke beoordeling. Het mag dan
soms wel eens hard zijn, als een „kritiek" voor een bepaald
type auto wat onfortuinlijk uitvalt: de ervaring heeft ge
leerd, dat de beoordelaars in de meeste gevallen gelijk heb
ben en maar heel zelden grijpt de fabrikant nijdig naar het
„wapen", dat hem ten dienste staat, het opzeggen van zijn
advertentie-contract.
„geval" met Volkswagen en het Duitse consumen
tenblad D.M. hebben geleerd, hoe een conflict
tussen een blad en een autofabriek zich kan toespitsen. Het
blad publiceerde een test van de Volkswagen 1500 en de
fabriek was het daar helemaal niet mee eens en eiste een
omvangrijke schadevergoeding. In ons land bestaat op der
gelijke botsingen weinig kans: voor een deel is dit te
danken aan de grote mate van objectiviteit, welke de road-
test-schrijvers in hun stukken proberen te bewaren.
Wie zijn de auteurs van deze road-tests? Enkelen zullen
wij op deze pagina voor het voetlicht halen.
NICO DE JONG:
aap Jongejans schrijft de
„auto-analyses" in het blad
van de KNAC, „De Auto"
eh doet dit in samenwerking
5}et de Technische Dienst van de
r°n. Ned. Automobiel Club. Hij
^eeft een baard en is bedacht
zaam en mijmert: een auto kie-
*en lijkt een heel klein beetje op
koop van een pakje sigaret-
of een flesje parfum. Hon-
S®rd aroma's, honderd geurtjes.
óch kiezen de meeste mensen
*°nder aarzelen het pakje siga-
etten naar hun smaak. De mees-
r vrouwen kopen een parfum,
get) ^ast bfj haar type (en bud-
JAAP JONGEJANS
H. HUGENHOLTZ
ERIK BRON
BETER LATER
JAMMER
ZELF KOPEN
VERANDERING
-
C. WOLF
JOOP OVERKAMP
9
NTOO DE JONG schrijft de uitvoe
rde testrapporten in het weekblad
Auto visie". H\j doet dat serieus en
de vraag, of een persoonlijke voor-
keur hem nimmer parten speelt, zegt
nViL i«Ben Persoonlijke voorkeur is na-
k nö6|t helemaal uit te scha
kelen. Maar Ik probeer het uit aUe
macht te doen. En ik meen daarin
Vrij goed te slagen. Het testen van
een auto is verdraaid moeilijk. Je
hioet steeds weer proberen, fris en
onbevooroordeeld tegenover een wa
gon te staan.
Of de objectiviteit altijd kan wor-
~er> gehandhaafd? Dat zou kunnen, als
"et testen niet door mensen, maar
door computers werd gedaan. Natuur
lik: ik heb er een gewoonte van ge
bakt, een testwagen óók door an
dere personen te laten berijden. Per
ken, die in geen geval tè trouw aan
eigen merk mogen zijn. Hun
°°rdeel geeft geen doorslag, maar kan
waardevolle gezichtspunten op
beren.
Of de autofabrieken altijd voldoen
de meewerken? Dat is niet in het al
gemeen te beantwoorden. Sommige
voorbeeldig, andere maar héél moei
lijk. Er zijn bepaalde automobielen in
Nederland, waarvan de importeurs
eenvoudig niet kunnen meewerken, om
de eenvoudige reden, dat er zo ver
schrikkelijk weinig wagens worden
verkocht, dat een demonstratiewagen
in de meeste gevallen niet aanwezig
is. Toch heb ik zelf juist in derge-
lyke „moeilijke gevallen" de meest
plezierige ervaringen gehad en wer
den my soms privé-wagens van direc
teuren e.d. uitgeleend."
De heer De Jong is zijn leven lang
al auto-enthousiast geweest, heeft mas
sa's verschillende auto's bezeten, werkt
sinds 1 januari 1962 bij „Autovisie"
als technisch adviseur en bezit zelf
een Austin Glider. „Dat zegt weinig"
vindt hij, „want ik ben op het gebied
van auto's ontzettend wispelturig Ver
ander in höóg tempo. Ik heb de bes
te, zéér tedere herinneringen aan
het Austin Coopertje, dat aan deze
Glider voorafging. Eigenlijk is dat
m ij n auto!
HAN HUGENHOLTZ is directeur
van het circuit van Zandvoort
en een bekend auteur van road-
tests. Hij heeft in totaal nu al
326 wagens getest en daarbij 257.714
kilometer test-kilometers afgelegd. Zijn
publikaties verschijnen op het ogen
blik in de Wereldkroniek en in het Fi
nancieel Dagblad. Zelf zegt hy er dit
van:
Het testen van auto's is een fasci-
„Alleen maar leidraad"
rebl>'? assortiment heeft de autowe-
JTiiM k- Tussen de 3500 en de 35.000
n> tussen de 2- en 8-persoons,
üur 1 de 95 en de 295 kilometer per
UU -■ ue »o en ae z»o siwiuck» i><=,
fettè een verkeerd pakje siga-
de-n kopen, hebben wij een-vijf-en-
het S.verspeeld. Bij een auto gaat
otv, ec"ter om duizenden gulde .s. Daar
om 1 om auizenaen guinc n.
den zoeken wij raad. Bij familiele-
d„ c°liega's, bittertafelvrienden, bij
bij ®*perts van KNAC of ANWB of
krii„„en tydschrift. Om zekerheid te
over de vraag: is-ie-wel-goed.
Jans V°adtest' aldus de heer Jonge-
die ó„ïan °P deze vraag geen volle-
de wpa 00rd geven. Het is een test op
test vn'et een jarenlange gebruiks-
drac, 7,Ln jest ze81 iets over het ge-
de aut0- Het verbruik van
zaamhebierr> m?ar niet over de duur-
ten ivordén m. pSn-lheid kan geme'
van de „^1 me< de levensduur
ruimte" w^dt'"p°Sf- „De, "W00iV
biet het aantal d.eoordeeld, maar
banden het ï>i?iL kilometers, dat de
f\rv» uithouden. Er kan daar
om nooit een oorrippi aaar-
Het kost overigens grote moeite,
om een werkelijk slechte auto
te vinden. Het kost geen enkele
moeite, om een auto te vinden,
die voor u allerminst geschikt is, het
geen de verkoper overigens wellicht
minder snel geneigd zal zijn toe te
geven.
En hier toont de road-test zijn nut.
De auto wordt bekeken op alle punten,
die de toekomstige bezitter aange
naam of onaangenaam kunnen zijn.
Of die punten inderdaad voor u be
langrijk zijn, is iets. dat uzelt dient
na te gaan.
Een goede roadtest geeft een aspi
rant-koper een wapen in handen.
O Die en die punten kunnen las
tig of extra plezierig zijn. Daar ga
ik tijdens de proefrit op letten.
O Misschien vind ik het niet zo
erg, dat de motor bij hoge toeren
tallen lawaai maakt zover kom ik
niet. Misschien zitten de stoelen voor
iedereen ellendig, maar juist voor
mij goed...
O Misschien vind ik het wel pret
tig, dat het stuur zwaar gaat Dit be
tekent, dat een roadtest nooit een
voor iedereen geldend oordeel kan
geven. Het is meer een beoordelings
leidraad.
Daarbij gaan vvy er by een bepaal
de auto van uit, dat althans de klasse
door de autokoper wordt aanvaard.
U begrijpt, het heeft geen zin om als
er een Amerikaanse auto van vijf en
een halve meter aan bod is, te schrij
ven, dat parkeren moeuyker gaat dan
met een Mini.
Men kan hoogstens zeggen, dat de
betreffende auto in zyn klasse opvalt
door goede of slechte manoeuvreer
baarheid.
U vraagt, of er geen risico be
staat; dat de persoonlijke smaak
van de tester een rol gaat spe-
len. Wel, juist omdat men steeds
in de huid kruipt van de automobi-
list(e), die belangstelling heeft voor
een bepaald type auto, is dit risico
gering. Het gaat niet om de keuze
tussen een Fiat 500 en een r errari.
Om alle punten aan de orde te bren
gen, worden de auto's, die door „ue
Auto" worden getest, door meer aan
een man gereden. Door samenwer
king van de Technische Dienst van
de KNAC beschikken wij over de er
varing van minstens vijf experts, die
ieder onafhankelijk van elkaar een
rapport inleveren De punten, waar
over men het eens is, zijn zonder
meer plus of min punten. Vervolgens
komen er een paar discutabele punten
aan de orde alsmede een reeks, die
niet naar de goede of slechte kant
uitsteken.
Aan de hand van deze rapporten
wordt de road-test („auto-analyse''
noemt „De Auto" dit) geschreven.
De gebruikseigenschappen van de ge
analyseerde auto komen op deze wij
ze zo objectief mogeiyk naar voren.
Als steun voor de aspirant-koper en
niet als een oordeel „aanbevelens
waardig" of „niet aanbevelenswaar
dig". Omdat er weinig slechte maar
veel ongeschikte auto's bestaan.
nerende bezigheid. Maar het vereist
natuurlijk óók een langdurige erva
ring met autorijden en een grote dosis
technische kermis en feeling. Boven
dien moet een goede tester voortdu
rend van allerlei nieuwe constructies
op de hi. ogte blijven en ^technische te
keningen kunnen „lezen Ik ben gaan
autorijden in 1935 en pas in 1954 5en
ik voorzichtig begonnen met testen.
De medewerking van de zijde van de
importeurs en de fabrieken is bijzon
der groot en men getroost zich veel
moeite de testwagen in goede staat
voor de proef af te leveren. Alleen
de bandenspanning klopt zelden
Ik geloof wel, dat ik meestal objec
tief ben, al zullen natuurlijk persoon
lijke voorkeuren wel een rol spelen.
Zo houd ik beslist niet van voorwiel-
aandryving. Het is echter zelden no
dig bepaald iets slechts van een wa
gen te schrijven, omdat men geen
echt slechte auto's meer bouwt (maar
slechts héél enkele echt goede!). In
het algemeen kan men slechte eigen
schappen voldoende uit de cijfers van
de metingen halen. Ik probeer mij in
een testwagen altijd te verplaatsen in
de gevoelens van de man, die net
een auto heeft gekocht. Ik laat mij
met beïnvloeden door incidentele fou
ten als slechte afstelling van remmen
of carburatie, doch probeer zoveel mo
gelijk een eerlijke beoordeling van de
wagen als typerend voor zijn serie te
geven.
U vraagt wat ik zelf rij? Wei, ik
heb een Ford Cortina met anderhalve
liter motor een auto die zich dank
zij wegligging, besturing en accelera
tie laat rijden als een sportwagen. De
bak schakelt licht, binnenruimte en
bagageruimte zijn bijzonder royaal en
ik vind het een veilige auto."
ERIK BRON Ib de „auto-tester
van het blad „Auto-revue". Hi.i
is geboren in Haarlem en werk
te van 1948 tot on met 1962
in Zweden als automobie'.jeurnalisi
voor vakbladen, dagbladen en week
bladen. Dankzij zftn ervaringen in
Zweden maakt hr graag vergelijkin
gen met de situaties in Nederland
„Ginds", zegt hij, „vindt men auto
bladen niet oplagen van 200.000 tot
400.000 stuks. Daar heeft men ook de
commerciële mogelykheid om goede
tests te maken. Men is er trouwens
toe gedwongen, want, het Zweedse pu
bliek is erg kritisch en technisch zéé*
geïnteresseerd.
„In Nederland vinden nog steed-
verschillende bladen het 't belang
rijkst, als éérste blad een nieuw
type wagen te testen. Persoonlijk hecht
ik geen waarde aan dergelijke pri
meurs. Beter is het, enige maan
den later te komen en dan met een te
verantwoorden test van de betreffen
de wagen. Het ideaal voor een road
test in de Nederlandse vakbladen is
volgens mij nog niet gevonden. Ik
weet echter, dat ook mijn collega's
hun best doen, om volgens hun eer
lijke overtuiging het publiek zo goed
mogelijk in te lichten.
De moeilijkheid by vele Nederland
se vakbladen is echter de betrekkelijk
kleine OP13®®?' en is niet alleen af
hankelijk v®n de lezer, de abonnee,
maar 00LJ1 bepaalde groep
adverteerders. Wy hebben verantwoor-
ding tegenover onze lezers. Die ver
wachten in onze artikelen consumen
tenvoorlichting," aldus Bron
Zo vindt hij het jammer, dat de
meeste importeurs in overleg met de
RAI hebben beslopen, dat 4 5 dagen
ryden voor een automobieljoumalisl
meer dan voldoende is, om zich een
objectieve mening over een auto te
vormen. (Enige importeurs storen
zich daar niet aan, en geven de wa
gen tenminste een week;. „De journa-
list-roadtester heeft zelden de ge
legenheid om elke dag vooi zijn tesi
te benutten. Hij moet ook not achtei
zijn schryfmachine zitten en wat an
dere karweitjes verrichten. Het ge
volg is, dat hy zijn wagen misschien
slechts enige honderden kilometers 01
hooguit duizend tot tweeduizend kilo
meter rüdt en dan een oordeel moe'
vellen.'
„Het ideaal zou zijn," aldus Eric-
Bron, „als wy meer wagens tot onze
beschikking zouden hebben. Deze zou
den dan ook door de ingenieur, de
huisvrouw, een monteur of mensen
uit andere beroepen moeten worden
gereden. Uit de verschillende rappor
ten zou men dan een objectieve be
oordeling bunnen samenstellen.
Het Duitse consumentenblad DM
byvoorbeeld kent deze „afhankelijk
heid" niet. Het blad koopt wagens
by een willekeurige dealer en rijdt
deze dan zo'n 50.000 kilometer, ty-
dens welke periode steeds weer rap
porten worden geschreven. Men is met
te technisch en schrift voor het bre
de publiek in begrijpelijke taal. Wan
neer dat Duitse blad zyn testen
maar niet tot journalistieke slagnum
mers had willen maken en de testwa
gens meer realistisch zou ryden dan
was men daar op de goede weg Men
kén het daar ook doen. met een
voor Nederland ongekende oplage en
betrekkelyk weinig adverteerder».
Jammer echter weer, dat die oplage
alleen groeit door de sensatie-honger
van het publiek.
U vraagt mij naar onze objecti
viteit. Natuurlyk proberen we
in het algemeen zo objectief mo-
gelyk te zyn. Maar blazen we
de goede eigenschappen van een wa
gen wel eens niet te veel op en lopen
we niet tè gemakkelijk langs minder
acceptabele details heen? Hechten we
niet een tè grote waarde aan byvoor
beeld tienden van seconden, wanneer
het om acceleratie gaat, of de inhoud
van een bagageruimte, en vergeten
we niet, dat het acceleratievermogen
van een auto zelden wordt uitgebuit
(ik denk alleen al aan de veel te ia-
ge passeersnelheden, waar ie hier da-
gelyks op de snelwegen mee wordt
geconfronteerd) en dat de bagageruim
te eigenlyk maar een enkele maal
oer jaar ten volle wordt benut?
Dat is dan de hand In eigen boe
zem. Nog een algemene opmerking.
Slechte auto's worden praktisch niet
meer gemaakt. Wéi een slecht exem
plaar. Met een auto koopt men ook
service. Daaraan ontbreek» het nog
wel eens. Het is daarom belangrijk
te onderzoeken, of de deaiei van het
door u uitgekozen merk o ook de ser
vice kan geven, waar u recht op hebt.
Tot slot. Welke auto ik zelf ry?
Als „dienstwagen" by „Autcrevue"
heb ik een Citroen ID 19, die ik als
een ideale wagen voor lange afstan
den voor myn gezin (vrouw en vier kin
deren) beschouw. Ik ben echter ook
een zeer grote Volvo-fan Gedurende
myn jaren in het hoge noorden heb
ik honderdduizenden kilometers met
wagens van dit merk onder alle mo-
gelyke en onmogelyke omstandigheden
gereden.
Volvo is naar myn mening kwali
tatief een van de beste wagens in
zyn prijsklasse. Ja, en dan vind ik
het type stationcar van welk merk
dan ook, nog altijd de beste gezins-
en allround wagen. Helaas deugt bij
vele mensen dit type niet, vanwege
het status-symbool. Maar daar zal nog
wel eens verandering in bomen...
De heer C. WOLF is de man,
die de testrapporten in „De
Autokampioen" van de
A.N.W.B. samenstelt. Hy
dit in nauwe samenwerking
™®t de redactie van „De Auto-
Kampioen": vorig jaar namen ze
samen zo 29 auto's onder de loupe
het ziet er naar uit, dat het er
dït jaar nóg meer zullen worden.
„Natuurlyk proberen we het alle-
caal zo objectief mogelyk te
doen," vertelt hy. „We hebben een
auto gemiddeld tien dagen en
eigenlyk is die tyd nog te kort.
Eerst geven we de auto een vol
ledige techno-keuring. Dat is soms
wel nodig ook. Het klinkt gek,
maar het komt meer dan eens
voor, dat zo'n auto, die door een
fabrikant of importeur voor een
test wordt uitgeleend, niet eens be
hoorlijk, volgens fabrieksvoorschrif-
ten, is afgesteld. Is dat eenmaal
gebeurd, dan gaan we met de auto
rijden. We proberen er in totaal
2.000 kilometer mee te ryden. Het
is onmogelijk, om in het westen
van het land nog behoorlijk metin
gen te doen. Daarvoor is het ver
keer veel te druk. Als je even
moet afremmen, byvoorbeeld voor
een inhalende voorligger, moet je
weer helemaal opnieuw beginnen.
Jammer, dat we hier geen specia
le testbaan hebben. In deze tests
gaar zeer veel tyd zitten. We me
ten alleen op droog wegdek het
mag dus niet regenen. En het mag
ook niet te hard waaien, want al
meten we wind-mee èn wind-tegen,
je krijgt dan toch geen zuiver
heeld, omdat wind-mee de handi
cap van wind-tegen niet volkomen
„goedmaakt"."
Hoewel de technische dienst
van de ANWB over zeer veel
apparaten beschikt, om de
auto's te testen, zegt de
heer Wolf: „Het is jammer, dat
ar niet nog meer dingen zijn, die
met apparaten meetbaar zyn. Dat
zou de objectiviteit nog meer ten
goede kunnen komen. Nu moet je
vaak afgaan op een persoonlyke
indruk. We proberen ook op die
punten zo objectief mogelyk te
zyn door met verschillende men
sen de indrukken te bespreken en
er, als het nodig is, over te dis
cussiëren."
Zyn hartewens: de (meestal
praktisch nieuwe) auto's, die we
hier gehad hebben, na zo'n 30.000
a 40.000 kilometer nog eens hier te
rug zien, nadat ze vakkundig zyn
bereden. En ze dan nog eens tes
ten.
O ja, uit de testrapporten, die
in „De Autokampioen" verschy-
nen, vloeien wel eens meningsver
schillen voort, byvoorbeeld met
dealers. Dat risico loop je natuur
lyk maar we zyn ervan over
tuigd, dat we het allemaal zo ob
jectief mogelyk doen. Als privé-
auto houdt de heer Wolf er een
2 CV op na. Erg vaak zit hij daar
overigens niet in. Meestal „werkt"
hy achter het stuur van een road
test-wagen.
JOOP OVERKAMP is chef van de
technische dienst van de Vereni
ging van Artsen-Automobilisten en
beoordeelt de auto's in het blad
„Arts en Auto". Hy is theoretisch-
praktisch geschoold in Apeldoorn
in 1924 reeds een voorloper van de
tegenwoordige autotechnische school
en zyn verdere autotechnische kennis
groeide via zelfstudie, open oog en
oor. Aan zyn oordeel over auto s
wordt door vele artsen in ons land
véél waarde toegekend. Vindt hy het
beoordelen van auto's moeilijk?
„Het beoordelen door iemand, die
praktisch van alle deugden en on
deugden van bestaande automobieler
op de hoogte is, is niet zo moeilyk
wat de ry-eigenschappen betreft. Eer
prognose stellen over de deugdzaam
heid van een nieuw exemplaar is ech
ter een moe-ilyke zaak," zegt hy. „Be
langryk is daarby, voor wie een oor
deel bestemd is. De ene automobilist
heeft nu eenmaal andere noden en
verlangens dan de andere. Men kan
prestaties meten, eigenschappen aan
voelen en de afwerking van het in
terieur bewonderen, maar geen enke
le beoordeling is los te maken van
het persoonlyk inzicht van de tester.
Om objectief te kunnen oordelen, mag
nimmer de kostprys uit het oog wor
den verloren.
Gelegenheid tot het beproeven van
nieuwe modellen wordt door de fa
brieken ruimschoots gegeven, terwy
importeurs in het algemeen, ook wal
bestaande modellen betreft, geen en
kel verwyt gemaakt kan worden.
U vraagt ot de objectiviteit altijd
kan worden gehandhaafd. Natuurlyk
kan dat, maar het is in grote matr
afhankelyk van bepaalde factoren
Primair is de mentaliteit van de tes
ter. Mooi praten is veel gemakkelyke
dan op eerlyke en deskundige wyzt
veroordeljn. Verder speelt de positii
van degene, die een oordeel vormt
een belangryke rol. Staat hy vry in
zyn oordeel? Zyn er geen nevenbelan-
gen? Zoals gezegd, is geen enkele be
oordeling los te maken van het per
soonlijk inzicht van de tester. Het
„smaken verschillen" geldt ook voor
deze lieden.
Persoonlijk rijd ik de Volvo 122 S,
loewel dit beslist niet de enige
vagen is, waarnaar mijn hart uit
gaat. De goede kwaliteit, goede
rij-eigenschappen en vooral de gro
te body-beveiliging door de bijzonder
stevige carrosserie, hebben my doen
besluiten deze wagen te nemen. Als
voormalig Mercedes-enthousiast, mis
ik hier de soepele vering, maar heb
daarvoor een gemakkelijker parkeer-
mogelykheiu terug.