?r TOM POES en de vuursalamander Tomatensoep moet van nErröft zijn B, t kx PROBLEEM II\ AERDE^BERG Alfredo alle maal mensen I HET VALSE HOOFD m het verwenste land Pelsjagers van Rio Pecos het groene luipaard 7 door Marten Toonder II ili A Jaar van voorspoed Verplegers ers Gevent» fi' Aan haar hond <M p DONDERDAG 18 FEBRUARI 1965 r door OLAF J. DE LANDELL 5380 Wat heer Bommel hem verteld had, liet Tom Poes niet met rust. Toen de duisternis inviel kon men hem dan ook in de buurt van slot Bommelstein waarne men. Het wachten duurde lang, maar om halftwaalf trad heer Ollie naar buiten, wierp een onderzoekende blik om zich heen en zette er de pas in. Tom Poes volgde hem in de schaduw van de bomen, totdat ze bij het oude kerkhof geraakten - en daar bleef hij staan. Heer Bommel echter niet. Met veerkrachtige tred begaf hij. zich naar de geheim zinnige figuren die hem bij de ingang opwachtten. „Goede avond", sprak hij met kloppend hart. „Hier ben ik dan. Over die brief, u weet wel. Ik bedoel eh „Gegroet, o grote meester!" riepen de vreemdelingen met gesmoorde stemmen uit. Ze trokken hun baarden recht en maakten een diepe buiging. „Wij weten alles", hernam toen de grootste. „De grootmeester zendt ons met een geschenk. Hij zou erg verheugd zijn als je het wilde aannemen, ouwe jongen. Grote meester, wilde ik zeggen. Het is het kostbaarste bezit van ons genootschap; de staf van Merlijn!" Met deze woorden stak hij een knoestige stok vooruit, die de ontroerde heer met bevende hand aannam. „W-wat is dat?", stamelde hij. „De toverstaf van de grote magiër Merlijn", verklaar de de ander. „Wij weten uit geheime bronnen, dat u ge weldige verborgen krachten bezit, u zult hem dus kunnen gebruiken". „Ja," vulde nu de andere vreemdeling aan. „En we kunnen je aan alle mogelijke toverkruiden helpen. Tegen lage prijzen, is het niet, baas?" „Eerst dit", onderbrak de eerste haastig. „Deze staf is een geschenk. Onbetaalbaar, natuurlijk. Maar eh. misschien hebt u een klein geschenk voor de grootmees ter terug?". Hoe Hespt Die KtEtHe Meer... Me VasTHouDen.'.' /U MoeT.. HouDerJf/ Ft ^KEL Me UUMHe/S 3 e eet /Feu?/? hu jh, Deze tzee/z. Hes tu f-te/ur CoeD hom- ~re/sGeen ren! g'ho smu/ze,, fc k smu/zf: Öc WffCHrj S/OOFDOT jc/LuG u/eoaFFH, U/fL (U St/cc/G neeM dft /s re- c/eec oft uun- nen ene HteT JFiuec.' sea Te Dennen, °ft cue op- op f.So }H/eoit> BepGen, re gffh'J^^T/snen, yMos/zpsren boenen Doo/zmeu fff/ pes m \f/e petsen ffh denk, een M (nee neen, s/G/e! u oen ut Toch n/er, dft cun re Voer Te/zaG GFFH VVV Knappe kinderen De Wadders PAUL VLAANDEREN André Kerstens N.V., Tilburg Advertent» vVft Jlu» nUlfl 4/ 1651 Copyright P I. 8 Boa 6 Copenhogen „Nee," zei ik, „niemand." En ik zuchtte weer en boog me volgens mijn programma naar de motor. Maar terwijl ik me zo boog glom er iets in zijn hand: het schijnsel van de reflector ving een glimp van metaal. En toen zag ik pas, dat hij al die tijd al een miniatuur revolver op me gericht hield. „O," zei ik perplex, w-wat een b-belachelijk kl-kl-klein revolv-vertje. „Groot genoeg," bitste de man. Ik had hem kunnen omhelzen, hoewel ik me toch niet helemaal opgewekt voelde. Het leek me maar 't beste, net te doen, of ik hem niet au sérieux nam. Ik boog me over de bougies. Dat scheen hem onaangenaam te treffen. Toen we een paar tellen gezwegen hadden, vroeg hij dringend: „Weet je niet, wat dit betekent?!" ,,K°m nou," zei ik zo gezellig mogelijk ,„we zijn hier niet in de bioscoop!...." Hij deed een stap naar voren (maar ik niet!) en schoof zijn ordinaire hoed terug, zodat het volle licht op zijn gezicht viel. „Kennen we mekaar niet, meneer Terry van der Linden?" Ik kende de man absoluut niet, maar ik was ook maar een vermomming. Bovendien voelde ik me een beetje sidderig, en vond het beleefder, niets te ontkennen. Dus zei ik verrast: „Gunst, ben jij het?" „O, zo, stelde hij grimmig vast. „Meneer de slimmerik. Wat doe je ook zo laat op een weg zonder wapens?hè?" „Ik repareer mijn wagen, man," weerlegde ik. „Nou, schamperde hij, „maar ik heb ook iets te repareren." We keken elkaar eens aan, en ik was niet vreselijk gerust, maar wel trots op mijn vermomming. „Wat dan?" vroeg ik. „De m vrijheid-stelling van mijn vriendin," zei hij. Aangezien ik niet ontbloot ben van intelligentie, begreep ik hem. „Bedoel je madame Enbourg?" bedacht ik. „Juist,geestigerd!" gaf hij toe. „Als je d'r met alle geweld zo noemen wilt Het leek me vreemd. „Wat kan ik daaraan doen?" vroeg ik. Begreep niet, hoe madame Enbourg met zo'n kluiver te maken wilde hebben. Dat leek me op zichzeit al een reden om haar op te sluiten. „Ga maar eens even zitten," inviteerde hij. „Nee, vrind, niet bij dat open portier. Er Kon eens een wapentje in de buurt liggen, hè?Dat doen we dus eerst even dichtZo, ga zitten. Op die treeplank. Zo." Ik vond dat revolvertje hoogst irritant. „Zou je dat ding niet eens weg steken? stelde ik dus voor. a's ik grootmoeder word," conditioneerde hij. „Maar a s je me neerpaft, wordt je nog opgepakt voor moord," meende ik te mogen opmerken. HijscJj™' in de lach en knipoogde griezelig. „Wie weet dat ik het gedaan heb? noonae hij. De inspiratie werd vaardig over me. „Dacht je nou heus, dat we niét wisten, daVo snauwtWas?" leervroeg ik! "5 l r an(*ers een alibi, vriend." wa 20*n goec* al*bi als Je vriendin?" tartte ik, zonder te weten, of haaldpS/ raak. Aan zijn ogen te zien was het erg raak, wat me speet. tlr" een paPiertJe te voorschijn. „Zo. Daar schrijf je op, wat ik je dicteer. achtte'gespannaP'ere' met een koekje als onderlegger, van hem aan en „Ondergetekende Ik schreef. j MEER DAN DE HELFT der Neder landers is optimistisch gestemd over de economische toekomst van hun land, zo blijkt uit een opiniepeiling. Op de vraag of zij verwachten dat 1965 een jaar van economische voor spoed of van economische moeilijkhe den zal worden, antwoordde 64 pro cent een voorspoedig jaar te verwach ten. 18 procent verwachtte moeilijkhe den en 18 procent had geen mening. In Engeland verwacht slechts 21 procent van de bevolking een jaar van voorspoed, terwijl 51 procent moeilijkheden in het vooruitzicht ziet; 28 procent had geen mening. Voor de Ver. Staten gelden de vol gende uitslagen: voorspoed 65 pro cent, moeilijkheden 22 procent, geen mening 13 procent. Zwitserland: voor spoed 54, moeilijkheden 26, geen me ning 20. Zweden: voorspoed 24, moei lijkheden 21, geen mening 55. In elk van de geënqueteerde landen verwacht een overweldigende meer derheid eerder stijgende dan dalende prijzen. (Wordt vervolgd) Me l/FST- l^oe voidenpe OHS DO/ZP Cgec-O/ZP tuee/Z °putUD U/O/ZOeH, JoHflN. DPH C.F7FH UJ/J HU Fte/Z* (h£g, D/zare smuff.' uu/s Ne Men ore schu/zu vph een ntoHut-F en z/sn DfZaau na- ju Mfg j D/FMFH- oJ^ Her z/jh A/tyf'tuec-He Mc neep IV FFHHeMGFy </FCU£CD? o1 i, "Tegen de rotswand" brulde ik. Doordat ik Swallow midden in de groep vechtenden had ge_ stuurd, was er een verwarring t aarvan wij konden profiteren, door ons ten e in cle uë te dekken. Bij de rotswand werden j hartelijk door Sam Hawkins ontvangen. HÓ enige ge- weest, die tijdig gezien had, waar 'J niSe hoop OP redding lag en hij had zich dadpbim een rots spleet teruggetrokken. Natuurlijk v S n de rood huiden ons en het was een geI"K' tengevolge van de schijnaanval de jagers „f®wapend wa ren. Weliswaar was in een stnj man tegen man een geweer van weinig nu maar voor de Ponkas ons hadden bereikt, D er menigeen door een kogel getroffen in het stof. Sam had in de rotsspleet genoeg ruimte om te blijven schieten. Harry laadde en Sam schoot afwisselend met bei de geweren. De kogels floten Öld-Firehand en mij om de oren maar Sam was zo'n uitmuntende schutter, dat wij ons daarom niet ongerust hoefden te maken. Wel echter voor de golven Ponkas, die op ons af stormden. Het was een verschrikkelijk gevecht, waarbij onze toestand steeds wanhopiger werd. Mijn ouders schoten" mij in gedachten. Zij zouden nooit meer iets van hun zoon horen. De ge- Jachten deden mij met verdubbelde krachten toe slaan. DE SECRETARIS van de bond van gediplomeerde verplegers in Engeland heeft meegedeeld dat de bond aan de regering zal vragen niet meer te eisen dat verplegers die in leidende zieken huisfuncties worden benoemd, wor den aangesproken met „zuster" en directrice". Hij zei dat titels als „afdelings hoofd" en „hoofdverpleger" de ver pleger heel wat verlegenheid en onge paste grapjes zouden besparen. „Ik heb er aan moeten wennen zuster ge noemd te worden", zei hij. En zijn vrouw, ook in de verpleging, zei dat zij en haar man heel wat afgelachen hadden. Hun veertienjarige dochter dacht er net zo over. „Op school wordt gegiecheld wanneer ze horen dat mijn vader onderdirectrice is", zei ze. KINDEREN van 14 en 15 jaar die ver vooruit zijn in wiskunde krijgen in Moskou op een speciale school les in algebra, wiskunde en fysica tot aan het niveau van het derde jaar aan de universiteit. De onderwijzers treffen soms in donkere hoeken kinderen aan die tot diep in de nacht hard aan hun vraagstukken werken, zegt het Russi sche persbureau „Tass". EEN ONGEHUWDE ONDERWIJ ZERES in Florence, heeft haar flat en ongeveer 6.000 gulden aan spaargeld nagelaten aan haar hond. Sinds haar dood wordt het dier verzorgd in een asiel. Advertentie FTATDRfH SWPICATE N/kHQ RAPQ»TR!P 53. Terwijl de portier van het mo dehuis Poularde Fiet Loeris stevig bij de zelfbinder vatte, trad inspec teur Parbleu naar voren. „Ik ben van de politie", sprak hij rustig, zijn legpenning tonend: „Laat deze heer ogenblikkelijk los, anders krijgt u daar last mee". Maar deze woorden had den een geheel andere uitwerking, dan normalerwijze verwacht mocht wor den. De portier raakte buiten zichzelf van woede. „Politie he? brulde hij: -Ja, ja, dat kennen we! Scheer je weg, soepketel!" Nu raakte Piet Loe ris, die de man aanvankelijk wilde laten uitrazen, werkelijk ontstemd. „Je moest me nu maar eens losla ten, broer, laripet!" gromde hij. „Want als ik tot handelen overga, komt je dat op zéér langdurige ver- plegingskosten te staan!" De portier begon akelig te lachen en verstevig de zijn greep aanmerkelijk. „Wie neem je daarvoor mee .slpakees", siste hij de detective in het gezicht. Deze laatste opmerking vormde nu precies de druppel,die de gramschap van de fameuze spoorzoeker deed overlopen. Hij ging dan ook meteen tot actie over! Voordat de portier er enig idee van had, wat er met hem gebeurde, kwakte hij met een doffe plons in de fontein, die al die tijd lustig had staan spuiten midden op het Haantjesplein. Het water spatte aan alle kanten door de zoetgeparfu- meerde lucht en menig omstander ging even kijken, wat voor vreemde goud vis daar nu weer door de gemeente was uitgezet. „Een schitterende greep, me.ieer Loeris", riep Sientje: „Was dat niet de Kwadijkse Kuitenfiltreer- der?" „Klopt, Sientje!" sprak de speurder: „En nu naar binnen!" u K^AMDEEEJL ik. heb HELBMRL MSBOEffiu GEVONDEN IN VEE WflCHTTE GEEN EE5ULTRRT,GIE0N HU DEED M'J TE OPGEWEKT... ...HU WIL DIE DAGBOEKEN DOL* GERRe .HEBBEN, MARETOENJKHEM VERTELDE DflT ZE GESTOLEN ZUN, LRCHTE H'J 3MR' KEL'JK. H'J WEET EEMEEZVHK, GIE0N. EM FELISCWIMTEE 00K...MRRE WflflETUN DIE DAGBOEKEN ICM» ÏAPTAIH white i KVA MU I LABEL CAPTAIN MORGAN RUM BIIIIUIU HMITIP Alleen-importeur:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1965 | | pagina 15