I
I
Samenspel bestuur,
Ouders en leraren is
Rodig in vereniging
Organisatie r.-k. onderwijs
is al jarenlang in studie
Regionale en
diocesane
schoolraden
Anne
Mowbray
bruidje
van
negen
jaar
JA
Bruidegom
In Tower
Dagelijks slaag
Mislukt
Algemeen bestuur
Goede afvaardiging
Relatie
PAGINA
IPMHI
'/I
^i.in vader en moeder er mee klaar als zij hun kind, wanneer het
6 leerplichtige leeftijd heeft bereikt, al dan niet na een kleuterop-
eiding( naar school sturen en dan denken: Ziezo, van die zorg zijn wij
Hoeveel (of hoe weinig) ouders zijn er eigenlijk content mee, dat
p lh feite zo weinig vat hebben op die school, waaraan zij hun kind
11 een belangrijke fase van zijn leven moeten overlaten? De school
eeft, als opleidings- en vormingsinstituut, een functie, die de ouders
ornogeijjk zelf meer kunnen vervullen. Maar de verantwoordelijkheid
°°r het opgroeiende kind is en blijft bij de ouders. Het is dan ook
®§rijpeiijk; dat er ouders zijn, zich van die verantwoordelijkheid be-
s*> die nauwer betrokken willen zijn bij die school dan nu in de
0este gevallen mogelijk is. Maar hoe zal dat kunnen?
M f V6e' VT^e aan op te °üeren'"
Al jaren is men in katholieke kring zowel
landelijk als op diocesaan niveau doende een
nieuwe vorm te vinden voor de totale onderwijs
organisatie. Daarin ligt sterk de nadruk op de
schoolraden. Vroeger werd hiermee aangeduid
een samenbundeling van schoolbesturen, al dan
niet met zielzorgelijke instanties. Nu bedoelt
men er mee organen, waarin besturen, ouders
en leerkrachten verenigd zijn. Ook al is het
geven van een wettelijk verankerde basis aan
taak en plaats van de ouders in de nieuwe on
derwijswetgeving (nog) niet haalbaar gebleken,
in katholieke kring zoekt men toch naar een
vorm, waarin de verantwoordelijkheid van de
ouders tot gelding kan komen.
De conservator van het London
Museum bekijkt het overblijfsel
van ae loden kist waarin de
gevonden
kleine Anne Mowbray werd be
graven, bijna 500 jaar geleden.
Aan de muur een foto van het
'skelet.
Een kinderhuwelijk.
m
ZORG VAN DE OUDERS
HOUDT NIET BIJ DE
SCHOOLDEUR OP
berf Aaren'anS is in katholieke kring een landelijk, groot opgezet onderwijs-
hee] ®an de gang, dat nu in een beslissende fase lijkt te gaan komen. In
parochies kent men nog de twee-eenheid kerk- en schoolbestuur,
afzon f6'1 gaat steeds meer inzien dat, wil men beide taken goed doen, twee
halvp' besturen nodig zijn. „Maar", zo verzucht een pastoor, die be-
hsal ZIe'zorger ook nog voorzitter is van kerk- en schoolbestuur, „waar
p mensen vandaan, die de capaciteiten bezitten en dan ook nog bereid
lijkh^vi's 'c r'e na-oorlogse jaren ook steeds meer de taken en verantwoorde-
krine eri van ouders gaan zien. Niet alleen van bovenaf, maar ook in de
er \nr*pjan oudera zelf. De ouders zijn er ten nauwste bij betrokken. En
Vorm P. 1 nu gepoogd die betrokkenheid gestalte te geven in een organisatie-
Zijn A'aatin iedereen, die op enigerlei wijze bij het onderwijs betrokken is,
gen plant* «n baak' kon vindon
Gaat het bij dit landelijk beraad in hoofdzaak om de totale opbouw van het
onderwijs-apparaat, dit alles staat of valt toch met de mate, waarin het van
onderaf wordt gevoed door de ouders zelf, die er direct bij betrokken zijn.
En wat op dat terrein in de na-oorlogse jaren is geprobeerd, geeft nog
weinig reden tot optimisme. Het is begonnen met de oudercomité'», die men
leze er de bisschoppelijke richtlijnen maar op na weinig meer dan een ad
viserende stem hebben. Teneinde de mogelijkheid te scheppen wat meer con
tinuïteit te brengen in de bestuursbezetting, werd later de mogelijkheid ge
opend het oudercomité uit te bouwen tot een oudervereniging.
Er zijn vele voorbeelden aan te wijzen van oudercomité'», die gedurende
een aantal jaren voortreffelijk hebben gewerkt. Maar het it even gemakke
lijk te wijzen naar gevallen, waar een oudercomité niet van de grond wilde
komen of waar het, na een aantal goede jaren, plotseling niet meer lukte.
Er moet Immers gewerkt worden met mensen, die eikaars terreinen gaan
betreden. Mensen ook vaak van verschillende geaardheid. Ouders, die het
„vak" nog moeten leren. Zodra er dan kortsluiting ontstaat, sneuvelt bet
oudercomité, dat met zijn louter adviserende bevoegdheid zijn betrokken
heid bij het onderwijs geen gestalte kan geven.
Uitgaande van de huidige situatie, waarin de betrokkenen bij het onder
wijs z,jn m te delen in drie groepen, nl. de ouders (met hun kinderen), de
leerkrachten (die het onderwas geven) en het /jQt het geven
van onderwijs mogelijk maakt), is ook van onderaf eeSanisSevom denk-
baar, die aan alle partijen recht doet Wedervaren en df Sgln van het
onderwijs veilig stelt. Daarbij zou men moeten uitgaan van wat er nu formeel
al lang is, maar dat bijna nergens werkelijkh^ff ^X, M school
vereniging. Die schoo veremging bestaat nu in fefte aUeen maar uit het
schoolbestuur. Het bestuur handelt autonoom, las het maar binnen het raam
van de onderwijswetgeving en ^f^oppelijke richtlijnen blijft. En voor
zover er sprake is van verantwoording afleggen, dan geschiedt dat vrijwel
alleen tegenover de gemeente, die ae financiële middelen beschikbaar stelt,
en tegenover de kerkelijke overheid.
De schoolvereniging kan men OIjmi ellijk meer inhoud geven door alle ou
ders, die kinderen op de betreffende schooi hebben, daarvan automatisch
lid te doen zijn. Het schooibestuur-huidige-vorm, dan wel aangepaste vorm,
zou in die vereniging kern-bestu moeten zjjn. plaatsen in dat bestuur
zouden kwaliteitszetels moeten y e bezetten door mensen van bijzondere
bekwaamheid op het terrein van onderwijs of financiën, dus ongeacht of zij
kinderen op de school hebben «l niet.
Dit bestuur van deskundigen waarin men, zo het nog een parochieschool
betreft, de pastoor graag mag toewensen niet langer de rol van voorzitter te
moeten vervullen, maar er een gewone plaats in te vinden als moderator
zou tevens de kern moeten vormen van het algemeen bestuur. In dat alge
meen bestuur zou dan het resterend aantal plaatsen te bezetten rifn door
ouders en door een afvaardiging van het onderwijzend personeel.
Aan het kembestuur zou een aantal taken zonder meer moeten worden
gedelegeerd, waarbij men kan uitgaan van wat nu aan gespecialiseerde
taken onder verantwoordelijkheid van het schoolbestuur valt. Anderzijds ver
vult het schoolbestuur thans ook nogeen aantal taken, die zonder enig be
zwaar zouden kunnen worden gedeeld met het algemeen bestuur. Over de
gedelegeerde bevoegdheden, die een gespecialiseerde kennis van zaken ver
eisen, lijkt een verantwoordigmpphcht ten opzichte van de vereniging niet
direct gewenst. Ook nu vindt daarvan geen verantwoording aan de ouders
plaats. Dit deel van het beleid is bovendien al veilig gesteld door de toezicht
houdende overheden. Maar de sfeer in het algemeen bestuur z&l uiteraard
wel sterk worden bevorderd, wanneer het kembestuur regelmatig verslag uit
brengt en poogt inzicht te geven m de achtergronden, die tot bepaalde han
delingen hebben geleid.
In het kern-bestuur worden kwaliteit en continuïteit gewaarborgd. In het
algemeen bestuur komt de inspraak van de ouders tot gelding, evenals die
van het onderwijzend personeel. Middels hun gekozenen komen de ouders
dichter en directer te staan bij het besturen van de school. Anderzijds wordt
het schoolbestuur-van-nu als kern-bestuur meer betrokken bij de inbreng
van de ouders.
Wanneer de schoolgemeenschappen op deze wijze gaan functioneren en
alle geledingen in die gemeenschap op een verantwoorde wijze hun inbreng
kunnen leveren tot het welvaren van de school en dus van de kinderen
die deze school als springplank naar de maatschappij bevolken wordt te
vens de mogelijkheid geopend om van onder af een goede afvaardiging te
leveren naar de regionale schoolraad, die op zijn beurt weer een der peilers
vormt voor het grote onderwijs-apparaat, dat momenteel landeliik en dio
cesaan in studie is en dat pas werkelijk kan gaan leven wanneer het gevoed
wordt door mensen, die er ten nauwste bij zijn betrokken.
HARRY VAN KAAM
Uit de papierlawine, die zo langzamerhand is ont
staan, valt te destileren, dat de gedachten thans
heel si®"* ®aan n. de richting van regionale school
raden, die dan ieder een vertegenwoordiger en een
plaatsvervanger afvaardigen naar een overkoepelen
de diocesane schoolraad. In die diocesane schoolraad
heeft voorts zitting de bisschoppelijk gedelegeerde,
terwijl daarin eventueel ook plaatsen kunnen worden
ingeruimd voor vertegenwoordigers van diocesane
organisaties van besturen, ouders en docenten.
Een belangrijke schakel tussen diocesane school
raad en regionale schoolraden zou dan moeten wor
den gevormd door het „contact der functionarissen".
Enerzijds zijn dat de mensen van het Katholiek
Paedagogisch Centrum, het Pastoraal Centrum en
het r.-k. Centraal Bureau voor Onderwijs en Op
voeding, anderzijds afgevaardigden van het werk
apparaat, dat in elke regionale schoolraad is gedacht
Het is duidelijk dat een organisatie van het on
derwijs pas dan kan functioneren, wanneer aan de
basis de juiste relatie bestaat tussen bestuur, ouders
en leerkrachten. Daar wordt de behoefte direct ge
voeld. Toch ontbreekt het juist daar aan hanteerbare
spelregels. Het is ook geen eenvoudige zaak. Vrij
wel alle ouders zijn leek op het terrein van de on
derwijs wetgeving. De leerkracht, als werknemer
„ondergeschikt" aan het bestuur, Is anderzijds de
deskundige op gebieden als paedagogiek en didactiek.
De relatie tussen schoolhoofd en leerkrachten is een
andere dan die van personeelsleden en hun afde
lingschef in een bedrijf.
Hoe complex dit alles ook moge lijken, het zijn
in de eerste plaats de ouders, die de verantwoorde
lijkheid dragen voor de opvoeding ook middels
de school van hun kind. Daarom zal men bij het
creëren van een orgaan, waarin bestuur, ouders en
leerkrachten samen het onderwijs behartigen, niet
de geijkte organisatie-patronen kunnen volgen. In
bijgaande beschouwing menen wij een vorm te
hebben gevonden, waarin de deskundigheid wordt
gewaarborgd, waarin niet getoond wordt aan be
voegdheden en waarin toch de verantwoordelijkheid
van de ouders meer en beter dan tot nu toe tot gel
ding kan worden gebracht. Daarenboven zullen
schoolverenigingen als hier aangeduid, gezonde pij
lers kunnen vormen voor de regionale schoolraden
En daarmee zal dan wat nu toch eigenlijk van boven
af wordt opgezet, als vanzelf een hechte fundering
krijgen.
4»
Kinderhuwelijken waren
normaal in oude tijden
dereronrff rt bericht: In een on-
SternieS f¥ amer van een klooster te
irelwlo^ (Londen) werd enkele weken
vonfloJ? een kleine loden sarcofaag ge-
den waa,,in zich de resten bevon
een t-a1 het stoffelijk overschot van
n". Na langdurige onderzoekin
«en. j an? vast te staan, dat het kind
ti.n« rijkste erfgename van het vjjf-
o-ceuwse Engeland was, Anne
xr". „ay' dochter van de hertog van
rijk was zo. dat de koning,
L'duard IV, alle moeite deed, om haar
a s echtgenote te verkrijgen voor zjjn 2e
zoon, Richard, hertog van Vork. Hii
zaagde er in na de dood van de hertog
van Norfolk diens wednwe ervan te
overtuigen, dat haar dichtertje geei
heter huwelijk kon doen.
inderdaad, het was een idnderhuwe
ifik, zoals ln die tijden in Engeland er
ook elders ln Europa gebruikelijk was.
Het waren woelige tijden, van moord
en doodslag, van opstanden, verraad
en koningsmoord. De mensen leefden
betrekkelijk kort, werden meestal niet
ouder dan dertig of veertig Jaar. Het
huwelflk was onder de groten geen zaak
van liefde, maar van geld en relaties,
vele huwelijken werden ai heel vroeg
gesloten.
Anne Mowbray's vader, de eerste
hertog van Norfolk en maarschalk van
Engeland, behoorde tot de rijkste edel
lieden van het land. Toen h|j stierf,
bleef Anne onbeschermd achter. Hoe
zou ze beter beschermd kunnen worden
dan door een koningszoon, wanneer ze
straks ln het bezit van de rijkdommen
van haar vader zou komenT Een jaar
lang onderhandelde de koning met haar
moeder. Tegelijkertijd verleende hfl zijn
zoon Richard de ene titel na de andere,
om deze partij nog begeerlijker te ma
ken. In 1478 werd het „huwelijk" ge
sloten. De „bruidegom" was vier, de
„bruid" vijf Jaar.
Het huwelijk wekte in die tijd abso
luut geen opzien. Het was gewoonte
(die overigens wel dooi een aantal mo
ralisten werd aangevallen). Na de hu
welijksplechtigheid gingen de kinderen
weer by hun ouders wonen, tot de tyd
kwam, dat ze als man en vrouw konden
samenwonen. Dat was meestal ook heel
vroeg. Immers de mensen leef
den slechts kort, de kinderen waren in
die tüd ook vroegrijp.
zyn hof liet grootbrengen, zodat ze dia
met naar haar moeder terug ging Maar
zekerheid hierover bestaat met. Overi
gens kan ze nog gelukkig geacht wor
den, vergeleken bij een tijdgenote, E5t-
zabeth Paston, de dochter van een land
edelman, die als ldnd aan een lelijke
weduwnaar van vijftig Jaar werd uitge-
Maar Anne Mowbray is nooit met
prins Richard getrouwd geweest. Ze
stierf ln 1481, negen Jaar oud. Haar
„echtgenoot", prins Richard werd
evenals zijn broer Eduard, een paai Jaar
later tn de Tower vermoord. Volgens
de traditie gebeurde dat door o> op last
van hun oom Richard de Bultenaar,
hertog van Gloucester, die ais Richard
Hl geregeerd heeft en wilde voorko-
men, dat prins Eduard als Eduard V
over Engeland zou heersen. Een aantal
Engelse historici gelooft niet, dat Ri
chard de Bultenaar deze misdaad heeft
bedreven, maar zijn opvolger, Hendrik
VII.
De historie heeft ons het een en an
der over deze tragedie overgeleverd,
doch omtrent het lot van het „bruidje"
was tot dusver weinig bekend. Anne
Mowbray is hoogstwaarschijnlijk een
natuurlijke dood gestorven. De vondst
van de sarcofaag zal vermoedelijk niet
meer licht op deze Interessante episode
uit Engelands historie werpen. Men
wist, dat Richard reeds „weduwnaar
was, toen hi) vermoord werd.
Er ls een beschrijving Dekend van het
merkwaardige huwelijk. Het werd vol
trokken in de kapel van Sint Stefanus
in Westminster, waar de vier-jarige Ri
chard de vyf-jarige Anne opwachtte,
tussen zyn koninkiyke ouders staande,
onder een baldakijn van goudlaken. Ook
zyn broer en zUn oom, Richard de Bul
tenaar, waren by de plechtigheid aan
wezig. De feesteiykheden daarna duur
den enkele dagen. Een week later woon
de Anne als hoogste edelvrouwe een
toernooi by en reikte er de prijzen aan
de ridders uit. Na het toernooi was er
een groot feest met een dansparty ln
het koninkiyk paleis.
In het geval van Anne Mowbray is
het mogeiyk, dat de koning haar aan
ze drie ernstige hoofdwonden had. Heel
wat dergeiyke huweiyken werden later
weer ontbonden, tn de tyd van koningin
Elizabeth werden er in één Jaar 50 ge
registreerd
De huidige Lord Mowbray, laatste af
stammeling van het geslacht dei Mow-
brays, waartoe Anne behoorde, heeft
slechts weinig kunnen doen, om ons
meer licht te verschaffen over haar
korte leven. „Helaas," zo verklaarde
hö, „tijdens een aantal branden in de
loop der eeuwen ts een groot gedeelte
van de familiepapieren verloren ge
gaan."
Een heel belangrijke reden voor de
ze kinderhuweiyken was ook het feit,
dat wezen automatisch beschermelingen
van de koning werden. Dit betekefide
voor rijke wezen, dat hun bezit aan de
koning kwam of door hem te eigen
bate werd beheerd. De ouders gingen
er daarom zo vroeg mogelijk toe over,
om te zorgen, dat als ze mochten ko
men te sterven, hun kind of kinderen
voor de koninkiyke „bescherming" vei
lig gesteld waren.
Biggies volgt het spoor en Biggies en
de atoomgeleerde, door W. EL
Johns (Uitgeverij Het Spectrum,
Utrecht).
De avonturen van de Engelse held
Biggies worden thans in een afzon
derlijke reeks uitgegeven Alle ver
halen die al eerder in de Prisma-serie
zyn verschenen worden in een nieuwe
vorm herdrukt Tevens zullen tiental
len nieuwe avonturen aan het licht
komen. Bovenstaande twee boekjes
vormen het begin van de nieuwe reeks
Biggles-pockets.
Dappere Kari, door B. F. Baastad
(Uitg. Ploegsma, Amsterdam).
Een Noors meisjesboek ln het Ne
derlands vertaald door Th. de Laat
Uitgave in de Klaver-vler-reeks.
De Vikingen op oorlogspad, door
Herbert Best (Uitg. Het Spectrum,
Utrecht).
In deze Prisma-junior wordt een
Vikingen-schip geroofd en een Vi
kingen-opperhoofd ontvoerd. Een
spannend verhaal voor Jongens van
12-16 jaar.